• No results found

Hoe zit het met mijn pensioen in het vervoer?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hoe zit het met mijn pensioen in het vervoer?"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

We zorgen ervoor dat u goed zit

Hoe zit het met mijn pensioen in het vervoer?

Als u geboren bent in 1950 of daarna

(2)

Inhoud

1. Pensioen in het kort 3

2. Mijn pensioen 4

2.1. AOW 4

2.2. Ouderdomspensioen 4

2.3. Welke keuzes kan ik maken? 6

2.4. Wanneer kan ik met pensioen? 6

2.5. Bouw ik genoeg pensioen op? 6

2.6. Hoe zeker is uw pensioen? 6

3. Pensioen voor mijn partner en kinderen 7

3.1. Hoeveel krijgen mijn partner en kinderen? 7

4. Wat gebeurt er met mijn pensioen als...? 8

4.1. Uit elkaar gaan 8

4.2. Ik heb een nieuwe baan 8

4.3. Wat als ik arbeidsongeschikt word? 9

4.4. Wat als ik werkloos word? 9

5. Ik ga (bijna) met pensioen 10

5.1. Ik wil eerder met pensioen 10

5.2. Ik wil later met pensioen 10

5.3. Ik wil gedeeltelijk doorwerken 10

5.4. Kan ik mijn pensioen zelf aanpassen? 10

5.5. Moet ik AOW zelf aanvragen? 11

5.6. Ik heb meer dan één werkgever gehad 11

5.7. Mag ik bijverdienen als ik met pensioen ben? 11

6. Ik werkte vóór 2006 al in het vervoer 12

6.1. Kan ik nog steeds eerder met pensioen? 12

6.2. Hoe zit het met de pensioenopbouw? 12

6.3. Welke keuzes heb ik? 12

7. Over Pensioenfonds Vervoer 13

8. Heeft u vragen? 14

Waarom deze brochure?

Veel mensen denken bij het woord pensioen aan het inkomen dat ze krijgen als ze de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.

Maar pensioen is meer. Heeft u bijvoorbeeld een partner? Dan wilt u natuurlijk dat er voor hem of haar iets geregeld is als u overlijdt.

Daarom is er ook een partnerpensioen. Ook uw kinderen krijgen pensioen als u er niet meer bent. Dat noemen we wezenpensioen.

En stel dat u ziek wordt en daardoor niet meer kunt werken. Dan kunt u toch pensioen blijven opbouwen.

Weet hoe het zit

Het is goed om te weten hoe het zit met uw pensioen. Hoeveel pensioen krijgt u eigenlijk en hoe zit het met de AOW? Kunt u eerder stoppen met werken? In deze brochure vindt u alle informatie over uw pensioen bij Pensioenfonds Vervoer. Heeft u vragen? Bel of mail ons dan. We helpen u graag. In hoofdstuk 8,

‘Heeft u vragen?’ vindt u ons telefoonnummer en e-mailadres.

Werkte u vóór 2006 al in het vervoer?

In 2006 is er veel veranderd in de pensioenregelingen.

Als u voor die tijd al in het vervoer werkte, zijn er ook voor u dingen veranderd. Meer hierover leest u in hoofdstuk 6.

Geboren vóór 1950?

Bent u geboren voor 1950? Dan geldt deze brochure niet voor u.

Op www.pfvervoer.nl vindt u informatie die op u van toepassing is.

Pensioenregeling vanaf 1 januari 2013

Per 1 januari 2013 is de pensioenregeling van Pensioenfonds Vervoer gewijzigd. Deze brochure geeft informatie over de regeling die geldt vanaf deze datum.

(3)

Reken zelf met uw pensioen

Met het pensioen dat u opbouwt bij Pensioenfonds Vervoer heeft u verschillende keuzemogelijkheden. Misschien wilt u eerder dan uw 67ste stoppen met werken. Of u wilt juist langer doorwerken omdat u dan meer pensioen krijgt. Maar u kunt bijvoorbeeld ook uw partnerpensioen inruilen voor een hoger ouderdoms pensioen.

Wilt u zelf rekenen met uw pensioen? Ga dan naar ‘Pensioen Vervoer Online’ op www.pfvervoer.nl. Bekijk bijvoorbeeld wat u krijgt als u eerder of later met pensioen gaat. Voor ‘Pensioen Vervoer Online’ heeft u een gebruikersnaam en wachtwoord nodig.

Deze gegevens ontvangt u nadat u voor het eerst een Uniform Pensioenoverzicht heeft ontvangen. Bent u uw gegevens kwijt?

Dan kunt u deze opnieuw aanvragen op www.pfvervoer.nl. Ga naar

‘Werknemers’ en klik op het volgende scherm op ‘Inlogproblemen’.

U krijgt een AOW-uitkering van de overheid. Dit geldt voor iedere Nederlander. De AOW-uitkering is een basisuitkering. De AOW is niet voor iedereen hetzelfde. Als u alleen bent, krijgt u meer dan wanneer u getrouwd bent. Als u getrouwd bent, krijgen u en uw man of vrouw beiden AOW.

AOW-leeftijd omhoog

Tot eind 2012 was de AOW-leeftijd 65 jaar. Sinds 1 januari 2013 gaat de AOW-leeftijd in stappen omhoog. In 2013, 2014 en 2015 gaat de AOW-leeftijd ieder jaar met 1 maand omhoog. In 2016, 2017 en 2018 gaat de AOW-leeftijd ieder jaar met 2 maanden omhoog. Vanaf 2019 gaat de AOW-leeftijd jaarlijks met 3 maanden omhoog. In 2019 is de AOW-leeftijd dus 66 jaar.

En in 2023 wordt dat 67 jaar.

Wie bijvoorbeeld 67 jaar wordt op 15 juni 2024, ontvangt ouderdomspensioen van Pensioenfonds Vervoer vanaf 1 juni 2024.

De AOW begint op 15 juni 2024. Over een deel van de maand juni ontvangt men dus alleen het ouderdomspensioen. U kunt hiermee misschien rekening houden door op tijd wat geld te sparen.

Het huidige kabinet heeft zelfs plannen om de AOW-leeftijd sneller te verhogen. Kijk daarom voor actuele informatie over uw AOW-leeftijd op www.svb.nl.

Naast de AOW krijgt u pensioen dat u opbouwt via uw werkgever.

Dit pensioen is een aanvulling op de AOW.

Zolang u werkt in het vervoer bouwt u twee soorten pensioen op:

Pensioen voor uzelf

Uw ouderdomspensioen ontvangt u vanaf de eerste van de maand waarin u 67 wordt. Het pensioen loopt de rest van uw leven door.

U kunt ook eerder dan uw 67ste met pensioen gaan, maar dan krijgt u wel minder pensioen. Langer doorwerken kan ook. Dan krijgt u meer pensioen. Hoeveel pensioen u straks krijgt, is afhankelijk van hoe lang u heeft gewerkt en van uw salaris in die periode.

Pensioen voor uw partner en kinderen

Als u overlijdt, krijgen uw eventuele partner en kinderen een pensioen; het partner- en wezenpensioen. Uw partner krijgt een levenslang partnerpensioen. Uw kinderen krijgen een wezenpensioen, uiterlijk tot ze 27 jaar zijn.

Wat verder geregeld is

Als u arbeidsongeschikt wordt, kunt u (gedeeltelijk) pensioen blijven opbouwen. Op die manier bent u straks ook verzekerd van pensioen als u nu door een ziekte of handicap niet meer (volledig) kunt werken. Wij informeren u hierover. Over dit onderwerp kunt u meer lezen in de brochure ‘Arbeidsongeschiktheid en uw pensioen’.

‘Da’s handig. Nu zie ik wat er gebeurt als ik langer door wil werken.’

Denny Harteveld, planner transport en logistiek

1. Pensioen in het kort

(4)

Als u met pensioen gaat, wilt u natuurlijk graag voldoende inkomen om van te leven. Maar wat krijgt u eigenlijk? U krijgt in ieder geval AOW. Maar voor de meeste mensen is de AOW-uitkering veel minder dan het inkomen dat ze nu hebben. Daarom bouwt u bij

Pensioenfonds Vervoer een aanvullend pensioen op. Voor de opbouw van dit pensioen wordt iedere maand premie op uw loon ingehouden.

Dit gebeurt zolang u in het vervoer werkt. Daarnaast heeft u misschien zelf nog voor een aanvulling op uw pensioen gezorgd. Bijvoorbeeld door zelf te sparen of een lijfrenteverzekering af te sluiten. Als u met pensioen gaat, krijgt u dus:

1. AOW;

2. ouderdomspensioen;

3. eventuele aanvullingen die u zelf heeft geregeld. Bijvoorbeeld uit een lijfrenteverzekering of spaargeld.

Bent u geboren na 1 april 1956? Dan is uw AOW-leeftijd tenminste 67 jaar. Kijk voor actuele informatie over uw AOW-leeftijd op www.svb.nl.

2.1. AOW

Van de overheid krijgt u een AOW-uitkering. U krijgt hierover bericht van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). U hoeft zelf dus niets te doen.

2.2. Ouderdomspensioen

Als u met pensioen gaat, krijgt u pensioen van Pensioenfonds Vervoer: dit is uw ouderdomspensioen. Ieder jaar dat u werkt, bouwt u een stukje pensioen op voor later. Hoeveel pensioen u opbouwt, hangt onder andere af van:

• hoeveel u verdient. Hoe meer u verdient, hoe hoger uw pensioen;

• hoe lang u werkt in het vervoer. Hoe langer u in het vervoer werkt, hoe hoger uw pensioen vanuit Pensioenfonds Vervoer.

Uw uiteindelijke pensioen is gebaseerd op het gemiddelde loon dat u verdient in de jaren dat u werkt in het vervoer. Daarom spreken we van een middelloonregeling. Het pensioen van Pensioenfonds Vervoer begint op de eerste van de maand waarin u 67 jaar wordt.

Minder pensioenopbouw vanaf 2013

U bouwt uw pensioen op over het gedeelte van uw salaris dat pensioengevend is, de zogenaamde pensioengrondslag. Over de pensioengrondslag bouwt u ieder jaar een percentage aan pensioen op. Dit percentage heet het opbouwpercentage. De hoogte van dit percentage is afhankelijk van de sector waarin u werkt. Sinds 1 januari 2013 zijn de opbouwpercentages als volgt:

Op pagina 5 vindt u rekenvoorbeelden waarin u kunt zien hoe uw pensioen wordt opgebouwd.

Opbouwpercentage

Goederenvervoer 1,85%

Besloten busvervoer 1,79%

Taxivervoer 1,85%

Ieder jaar een pensioenoverzicht

Zolang u in het vervoer werkt, krijgt u van ons ieder jaar een overzicht waarin staat hoeveel pensioen u heeft opgebouwd. Ook staat hierin hoeveel pensioen u krijgt als u tot uw 67ste aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Vervoer blijft deelnemen. Dit overzicht heet het Uniform Pensioenoverzicht (UPO).

2. Mijn pensioen

Voor Na

Salaris

AOW Ouderdomspensioen

Lijfrente/spaargeld

‘In mijn pensioenoverzicht kan ik in ieder geval zien wat ik later krijg.’

Jessica Snijder, expeditiemedewerker.

(5)

Rekenvoorbeeld: Pensioengevend salaris

functieloon € 24.000

vakantietoeslag € 1.920 +

€ 25.920

franchise € 10.940 -

pensioengrondslag € 14.980

Van de pensioengrondslag bouwt René 1,79% pensioen op.

Dat is dus € 268,14 per jaar

René wil op zijn 67ste met pensioen. Hij heeft dan 30 jaar in het

personenvervoer gewerkt. In totaal krijgt René per jaar een pensioen van 30 jaar x € 268,14 = € 8.044,26.

In dit voorbeeld gaan we er voor het gemak vanuit dat René ieder jaar hetzelfde verdient. Waarschijnlijk verandert het jaarsalaris ieder jaar een beetje.

Voorbeeld 1: Richard, vrachtwagenchauffeur

Richard is vrachtwagenchauffeur. Zijn pensioengevend salaris is € 28.420 per jaar. In dit bedrag zitten ook de vakantietoeslag, de overuren en de ploegentoeslag. De franchise is € 10.940. Richard bouwt dus pensioen op over een pensioengrondslag van € 17.480.

Voorbeeld 2: Sonja, taxichauffeur

Sonja is fulltime taxichauffeur. Haar pensioengevend salaris is € 20.844 per jaar. In dit bedrag zitten ook de vakantietoeslag, de OV-toeslag, de HAP-toeslag en de eventuele provisie. De franchise is € 12.104. Sonja bouwt dus pensioen op over een pensioengrondslag van € 8.740.

Voorbeeld 3: René, buschauffeur

René is buschauffeur. Zijn pensioengevend salaris is € 25.920 per jaar. In dit bedrag zit ook de vakantietoeslag. De franchise is € 10.940. René bouwt dus pensioen op over een pensioengrondslag van € 14.980.

Over de pensioengrondslag bouwt Richard 1,85% pensioen op. Dat is dus € 323,82 per jaar.

Richard wil op zijn 67ste met pensioen. Hij heeft dan 27 jaar in het goederenvervoer gewerkt. In totaal krijgt Richard per jaar een pensioen van Pensioenfonds Vervoer van 27 jaar x € 323,82 = € 8.743,14.

In dit voorbeeld gaan we er voor het gemak vanuit dat Richard ieder jaar hetzelfde verdient. In de praktijk zal dat niet zo zijn.

Waarschijnlijk verandert het jaarsalaris ieder jaar een beetje.

2. Mijn pensioen

Hoe wordt mijn pensioen berekend?

Voor de opbouw van uw pensioen kijken we naar wat u verdient.

De volgende onderdelen tellen mee voor het pensioen:

a. loon;

b. vakantietoeslag;

c. overuren - maximaal 364 uur per jaar (tellen alleen mee als u in d. het goederenvervoer werkt);

e. ploegen- en onregelmatigheidstoeslag en toeslag voor zaterdag-en zondaguren (telt alleen mee als u in het goederenvervoer werkt);

f. diplomatoeslag (telt alleen mee als u in het taxivervoer werkt);

g. provisie (telt alleen mee als u in het taxivervoer werkt);

h. openbaar vervoer toeslag - OV-toeslag (telt alleen mee als u in het taxivervoer werkt);

i. huisartsenpost vervoer toeslag - HAP-toeslag (telt alleen mee als u in het taxivervoer werkt).

Deze onderdelen samen zijn het pensioengevend salaris. Hier zit echter wel een maximum aan. Van de onderdelen c t/m h, wordt maximaal een bedrag meegerekend dat gelijk staat aan 22,75% van het functieloon. Omdat u ook AOW krijgt, bouwt u niet over uw hele pensioengevend salaris pensioen op. Het gedeelte waarover u geen pensioen opbouwt, heet de franchise. Het salaris dat overblijft na aftrek van de franchise is de pensioengrondslag. Over de pensioengrondslag bouwt u het volgende pensioen op:

• 1,85% als u in het goederenvervoer werkt;

• 1,79% als u in het besloten busvervoer werkt;

• 1,85% als u in het taxivervoer werkt.

Kijk voor de hoogte van de franchise op www.pfvervoer.nl

Rekenvoorbeeld: Pensioengevend salaris

functieloon € 24.000

overuren € 1.300

ploegentoeslag € 300

onregelmatigheidstoeslag € 463 zaterdag- en zondaguren € 400 vakantietoeslag € 1.981 +

€ 28.444

franchise € 10.940 -

pensioengrondslag € 17.504

Rekenvoorbeeld: Pensioengevend salaris

functieloon € 18.000

provisie € 1.000

OV-toeslag € 100

HAP-toeslag € 200

vakantietoeslag € 1.528 +

€ 20.828

franchise € 12.104 -

pensioengrondslag € 8.724

Van de pensioengrondslag bouwt Sonja 1,85% pensioen op.

Dat is dus € 161,39 per jaar.

Sonja wil op haar 67ste met pensioen. Ze heeft dan 30 jaar in het personenvervoer gewerkt. In totaal krijgt Sonja per jaar een pensioen van 30 jaar

x € 161,39 = € 4.841,70.

In dit voorbeeld gaan we er voor het gemak vanuit dat Sonja ieder jaar hetzelfde verdient. Waarschijnlijk verandert het jaarsalaris ieder jaar een beetje.

(6)

Hoe zit het met pensioen en inflatie?

Wij proberen het pensioen dat u opbouwt en de pensioenuitkeringen ieder jaar te verhogen met een toeslag. Zo zorgen we ervoor dat uw pensioen meegroeit met de lonen in de sector. U heeft echter niet automatisch recht op de toeslag. Pensioenfonds Vervoer moet hiervoor namelijk voldoende financiële middelen hebben. Het bestuur van het fonds beslist ieder jaar of het opgebouwde pensioen en de pensioenuitkering worden aangepast aan de inflatie.

Kijk voor meer informatie over de financiële situatie en de dekkingsgraad van Pensioenfonds Vervoer op www.pfvervoer.nl.

Wat betaalt u voor uw pensioen?

Om pensioen op te bouwen, betaalt u iedere maand pensioenpremie.

Op uw loonstrook ziet u welk bedrag u betaalt. Ook uw werkgever betaalt mee aan uw pensioen. De premie verandert ieder jaar.

Het bestuur van Pensioenfonds Vervoer stelt de premie ieder jaar opnieuw vast. Kijk op www.pfvervoer.nl voor de hoogte van de pensioenpremie.

2.3. Welke keuzes kan ik maken?

Hoeveel pensioen u later krijgt, hangt af van hoeveel u verdient en hoe lang u werkt in het vervoer. Alle stukjes die u jaarlijks opbouwt, vormen samen uiteindelijk uw pensioen. Misschien wilt u altijd evenveel pensioen ontvangen. Maar u kunt ook een aantal keuzes maken waardoor u tijdelijk meer pensioen krijgt.

Partnerpensioen inruilen voor hoger ouderdomspensioen Hoeveel pensioen u later krijgt, hangt af van hoeveel u verdient en hoe lang u werkt in het vervoer. Alle stukjes die u jaarlijks opbouwt, vormen samen uiteindelijk uw pensioen. Misschien wilt u altijd evenveel pensioen ontvangen. Maar u kunt ook een aantal keuzes maken waardoor u (tijdelijk) meer pensioen krijgt.

Eerste jaren meer pensioen?

U kunt ervoor kiezen de eerste vijf of tien jaar een hoger pensioen te krijgen. Bijvoorbeeld omdat u de eerste jaren na uw 67ste uw hypotheek nog moet aflossen. Meer hierover leest u in hoofdstuk 5.4.

2.4. Wanneer kan ik met pensioen?

U kunt met pensioen als u 67 jaar bent. Uw Ouderdomspensioen van Pensioenfonds Vervoer gaat in op de eerste dag van de maand waarin u 67 jaar wordt. Eerder, later of gedeeltelijk met pensioen gaan, kan ook. U kunt al stoppen met werken als u 55 jaar bent.

Maar u kunt uw pensioen ook uitstellen tot uiterlijk 5 jaar na de ingangsdatum van uw AOW. Wat de beste keuze is, hangt af van uw persoonlijke situatie. Uw keuze heeft gevolgen voor de hoogte van uw pensioen. Meer informatie leest u in hoofdstuk 5.1 en 5.2.

2.5. Bouw ik genoeg pensioen op?

Als u met pensioen gaat, wilt u voldoende geld ontvangen om normaal van te kunnen leven. Hoeveel geld u nodig heeft, is nu misschien lastig te zeggen. U moet zelf bepalen hoeveel inkomen u later nodig heeft.

In bepaalde situaties heeft u mogelijk minder pensioen opgebouwd:

• u heeft een aantal jaren niet gewerkt;

• u heeft een tijd in het buitenland gewerkt;

• u heeft een tijd voor een werkgever gewerkt die geen pensioenregeling had (of een minder goede pensioenregeling);

• u bent gescheiden. U krijgt dan minder pensioen omdat uw ex-partner ook een deel van uw pensioen krijgt.

2.6. Hoe zeker is uw pensioen?

Pensioenfondsen in Nederland hebben het al een aantal jaren moeilijk.

Sommige pensioenfondsen moeten de pensioenen zelfs verlagen.

Op het moment dat deze brochure werd geschreven, hoefde Pensioenfonds Vervoer de pensioenen niet te verlagen. Maar dat geeft geen garantie voor de toekomst. Als Pensioenfonds Vervoer de pensioenen in de toekomst moet verlagen, kan dit ook gelden voor uw pensioen. Uiteraard krijgt u hierover dan bericht.

2. Mijn pensioen

‘Best veel wat je iedere maand aan pensioen betaalt. Gelukkig is het voor het goede doel.’

Ramon Vink, distributiechauffeur.

Vraag advies

Misschien vindt u het lastig om te bepalen of u later genoeg inkomen heeft. Wij kunnen u een indicatie geven van de hoogte van uw pensioen, maar we kunnen u geen advies geven over welke keuzes u moet maken. U kunt wel terecht bij bijvoorbeeld een financieel adviseur of bij organisaties als het Nibud en de Consumentenbond.

Bespreek wat uw plannen zijn als u met pensioen gaat. En of u hiervoor voldoende pensioen heeft opgebouwd. Eventueel kunt u dan beslissen zelf voor extra pensioen te sparen.

Bekijk uw loonstrook

Veel mensen weten niet wat ze betalen voor hun pensioen.

Kijk eens op uw loonstrook. Daar vindt u het bedrag.

(7)

Wie is partner?

Uw partner is de man of vrouw met wie u:

• getrouwd bent;

• een geregistreerd partnerschap heeft; of

• een half jaar of langer samenwoont en met wie u een samenlevingscontract heeft, waarin staat dat uw partner het partnerpensioen krijgt.

Woont u samen met uw vader of moeder?

Dan bent u geen partners van elkaar. Uw broer, zus of ouders krijgen dan ook geen partnerpensioen.

Wanneer krijgen kinderen een wezenpensioen?

Uw kinderen krijgen een wezenpensioen als ze:

1. jonger zijn dan 18 jaar; of

2. jonger zijn dan 27 jaar en een opleiding volgen.

Had u nog geen kinderen toen u begon met werken in het vervoer? Dat maakt niet uit. Ook als u later een kind krijgt, geldt het wezenpensioen. Alleen als u na uw pensioendatum een kind krijgt, dan ontvangt uw kind geen wezenpensioen als u overlijdt.

Mogelijk een uitkering van de overheid

Als u overlijdt, kan uw partner misschien een Anw-uitkering krijgen van de overheid. ‘Anw’ betekent Algemene nabestaandenwet.

Er gelden wel voorwaarden voor een Anw-uitkering.

Meer informatie vindt u op de website van de SVB: www.svb.nl.

Als u komt te overlijden, wilt u natuurlijk dat uw gezin voldoende inkomen heeft om normaal te kunnen leven. Daarom bouwt u niet alleen pensioen op voor uzelf. U bouwt ook pensioen op voor uw partner en kinderen. Als u komt te overlijden, krijgen zij dit pensioen.

Het pensioen voor uw partner is het partnerpensioen, voor uw kinderen is er het wezenpensioen.

Wat als ik geen partner heb?

Ook als u geen partner heeft, bouwt u toch partnerpensioen op.

Misschien krijgt u in de toekomst wel een partner. Dan is er ook een partnerpensioen geregeld. Alleen als u na de ingang van uw pensioen een partner krijgt en u overlijdt vervolgens, dan ontvangt uw partner geen partnerpensioen. Gaat u met pensioen en heeft u dan geen partner, dan ontvangt u een hoger ouderdomspensioen. Wij regelen dit voor u; u hoeft niets te doen.

Het partnerpensioen is alleen voor de partner die u heeft voordat u met pensioen gaat. Krijgt u na uw pensioendatum een (andere) partner? Dan krijgt deze partner geen partnerpensioen.

3.1. Hoeveel krijgen mijn partner en kinderen?

Hoeveel krijgen uw partner en kinderen als u overlijdt? Dat ligt aan de situatie op dat moment. Er zijn drie mogelijkheden:

1. U werkt in het vervoer

• uw partner krijgt een partnerpensioen. Dit pensioen is 70% van het pensioen dat u zou krijgen als u tot uw 67ste had doorgewerkt.

• uw kinderen krijgen een wezenpensioen. Dit pensioen is 14% van het pensioen dat u zou krijgen als u tot uw 67ste had doorgewerkt.

2. U werkt niet meer in het vervoer

• uw partner krijgt een partnerpensioen. Dit pensioen is 70% van het pensioen dat u heeft opgebouwd in de periode dat u in het vervoer werkte.

• uw kinderen krijgen een wezenpensioen. Dit pensioen is 14% van het pensioen dat u heeft opgebouwd in de periode dat u in het vervoer werkte.

3. U overlijdt tijdens uw pensioen

• uw partner krijgt een partnerpensioen. Dit pensioen is 70% van het pensioen dat u ontving. Dit geldt niet als u uw partnerpensioen heeft ingeruild voor een hoger ouderdomspensioen.

• uw kinderen krijgen een wezenpensioen. Dit pensioen is 14% van het pensioen dat u ontving.

Hoe lang krijgen uw partner en kinderen pensioen?

Uw partner krijgt het partnerpensioen gedurende de rest van zijn of haar leven. Kinderen krijgen het wezenpensioen tot ze 18 jaar zijn.

Daarna is het afhankelijk van de situatie. Als de kinderen studeren, kunnen ze wezenpensioen krijgen tot maximaal hun 27ste jaar.

Moet ik iets regelen?

Gaat u trouwen of wordt u geregistreerde partners? Dan is het partnerpensioen vanzelf geregeld. Gaat u samenwonen? Zorg dan voor een samenlevingscontract waarin staat dat uw partner het partnerpensioen krijgt. Anders krijgt uw partner geen partnerpensioen als u overlijdt. Een samenlevingscontract stelt u op bij de notaris.

Als u een kind krijgt, hoeft u dat niet aan ons door te geven.

Als u overlijdt, krijgen de kinderen bericht van ons.

‘Doodgaan. Ik wil er liever niet aan denken.

Maar toch goed om te weten dat mijn vrouw dan pensioen krijgt.’

Rafael van Maanen, taxichauffeur gehandicapten.

3. Pensioen voor mijn

partner en kinderen

(8)

Tijdens uw leven doen zich allerlei veranderingen voor. U kunt werkloos of arbeidsongeschikt worden. Of u gaat scheiden. Bij al deze

veranderingen is het belangrijk om ook te weten wat dit betekent voor uw pensioen. Bekijk uw pensioen opnieuw als uw situatie verandert, ook al heeft u het pensioen ooit goed geregeld. Hierna leest u meer over veranderingen die gevolgen kunnen hebben voor uw pensioen.

4.1. Uit elkaar gaan

Uit elkaar gaan is een emotioneel ingrijpende gebeurtenis. Daarnaast moet u ook nog eens veel regelen: verhuizen, spullen verdelen, de zorg voor de kinderen. Logisch dat u niet meteen aan uw pensioen denkt. Toch is het belangrijk om ook hierover afspraken te maken.

Uw ex-partner heeft namelijk recht op een deel van het

ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd in de periode dat u samen was. De verdeling van het pensioen heet verevening. Verevenen kan overigens alleen als u getrouwd of geregistreerd partners was.

Hoeveel u en uw ex-partner krijgen, kunt u samen afspreken:

1. U verdeelt uw pensioen

• Standaard krijgt uw ex-partner de helft van uw ouderdomspensioen.

Het gaat om het deel van uw ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd toen u officieel samen was. U kunt ook afspreken dat de één meer krijgt dan de ander. In beide gevallen geldt: uw ex-partner krijgt dit pensioen als u met pensioen gaat, zolang u leeft. Overlijdt uw ex-partner eerder dan u? Dan is het verevende deel van het pensioen weer voor u.

• U en uw ex-partner kunnen er samen ook voor kiezen om het deel van het pensioen voor uw ex-partner om te zetten in een eigen pensioen voor uw ex-partner. Uw ex-partner krijgt dat pensioen als hij of zij met pensioen gaat. Dit heet conversie. Overlijdt uw ex-partner eerder dan u? Dan krijgt u het pensioen van uw ex-partner niet zelf weer uitgekeerd.

2. U verdeelt het pensioen niet

U kunt samen besluiten dat uw pensioen niet wordt verdeeld. Uw ex-partner krijgt dan niets, u krijgt het volledige pensioen.

Wat gebeurt er na mijn overlijden?

Na uw overlijden heeft uw ex-partner recht op het partnerpensioen dat u tot de scheiding heeft opgebouwd. Dit heet het bijzonder partnerpensioen. Dit geldt als u getrouwd was, geregistreerde partners was of samenwoonde.

Krijgt u na een scheiding een nieuwe partner? Dan heeft uw nieuwe partner ook recht op partnerpensioen als u overlijdt. Uw nieuwe partner krijgt echter niet het volledige partnerpensioen, omdat een deel als bijzonder partnerpensioen naar uw ex-partner gaat.

Moet ik iets regelen?

Was u getrouwd of geregistreerd partners? Dan hoeft u niets aan ons door te geven. Wij krijgen hierover namelijk bericht van uw gemeente.

Neem wel contact met ons op als u samenwoonde. Hierover krijgen wij namelijk geen bericht van uw gemeente. Zodra de scheiding bij ons bekend is, krijgen u en uw ex bericht van ons. Pensioenfonds Vervoer hoort graag binnen twee jaar na de scheiding van u en uw ex-partner of u het pensioen verdeelt. En zo ja, hoe.

4.2. Ik heb een nieuwe baan

Vroeger werkten veel mensen jarenlang voor dezelfde werkgever.

Tegenwoordig veranderen mensen vaker van baan. Als u een nieuwe baan krijgt, kan dat gevolgen hebben voor uw pensioen. Wat er gebeurt, is afhankelijk van uw situatie.

1. U gaat voor het eerst werken in het vervoer Bent u nieuw in het vervoer? Dan bouwt u automatisch

ouderdomspensioen op bij Pensioenfonds Vervoer vanaf uw 21ste.

Heeft u al ouderdomspensioen opgebouwd bij uw vorige werkgever?

Dan kunt u het ouderdomspensioen meenemen naar Pensioenfonds Vervoer. Dit heet waardeoverdracht. Meer over waardeoverdracht leest u hierna bij ‘Wat is waardeoverdracht?’.

2. U gaat werken buiten het vervoer

Heeft u een nieuwe baan buiten het vervoer? Dan bouwt u geen pensioen meer op bij Pensioenfonds Vervoer. U kunt uw pensioen wel meenemen. Dit heet waardeoverdracht. Meer over waardeoverdracht leest u hierna bij ‘Wat is waardeoverdracht?’.

3. U krijgt een andere werkgever in het vervoer

Heeft u een nieuwe baan, maar blijft u werken in het vervoer?

Dan blijft u pensioen opbouwen bij Pensioenfonds Vervoer.

Bijna alle vervoersbedrijven hebben hun pensioen namelijk geregeld bij Pensioenfonds Vervoer. Blijft u werken in dezelfde sector, dan blijft uw pensioenopbouw gelijk. Stapt u over van bijvoorbeeld de vrachtwagen op de touringcar? Dan is de pensioenopbouw wel anders. Kijk op pagina 5 voor de verschillen.

‘Toen ik ging scheiden heb ik echt geen moment stilgestaan bij mijn pensioen. Van Pensioenfonds Vervoer kreeg ik gelukkig bericht

dat we wat moesten regelen.’

Roxanne Denters, touringcarchauffeur.

4. Wat gebeurt er met

mijn pensioen als...?

(9)

Wat is waardeoverdracht?

Veel mensen vinden het handig hun pensioen mee te nemen naar hun nieuwe werkgever. Het pensioen blijft dan namelijk op één plek verzameld. Dit heet waardeoverdracht. Vaak krijgt u van uw nieuwe pensioenuitvoerder informatie over waardeoverdracht. Krijgt u geen informatie, vraag er dan naar.

Waardeoverdracht moet u aanvragen bij de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. U krijgt dan eerst een gratis offerte. Pas dan hoeft u te beslissen of u het pensioen meeneemt of niet. Of waardeoverdracht voor u voordelig is, is afhankelijk van of uw nieuwe pensioenregeling een gunstigere regeling is. Vraag hierover advies bij het pensioenfonds van uw nieuwe werkgever. Waardeoverdracht is gratis bij Pensioenfonds Vervoer.

Moet ik iets regelen?

Ja, u moet de waardeoverdracht aanvragen binnen een half jaar nadat u met uw nieuwe baan bent begonnen. Doet u de aanvraag tot waardeoverdracht later? Dan is het pensioenfonds niet verplicht mee te werken aan de waardeoverdracht.

Geen waardeoverdracht

Neemt u uw ouderdomspensioen niet mee? Dan blijft het

opgebouwde ouderdomspensioen staan bij Pensioenfonds Vervoer.

Als u 67 jaar wordt, ontvangt u dit ouderdomspensioen.

4.3. Wat als ik arbeidsongeschikt word?

Iedereen die werkt, kan ziek worden. Soms kan het zelfs zijn dat u nog maar gedeeltelijk of helemaal niet meer kunt werken. U bent dan (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt. Gelukkig kunt u dan toch gedeeltelijk pensioen blijven opbouwen als u dit bij ons aanvraagt. Wij betalen uw pensioenpremie dan namelijk (gedeeltelijk) door. Meer hierover leest u in de brochure ‘Arbeidsongeschikt en uw pensioen’.

Aanvullende uitkering

Mogelijk ontvangt u een aanvulling op de WIA- of WAO-uitkering van de overheid. Ook hierover vindt u meer informatie in de brochure

‘Arbeidsongeschikt en uw pensioen’.

4.4. Wat als ik werkloos word?

Werkloos raken is vervelend genoeg. U bent niet aan het werk en u ontvangt een uitkering. Ook betaalt u geen pensioenpremie meer en u bouwt dus ook geen pensioen meer op. Dat begint weer als u een nieuwe baan heeft en uw werkgever een pensioenvoorziening heeft.

Zelf pensioen opbouwen?

Als u geen werk heeft, kunt u toch pensioen opbouwen door tijdelijk zelf de volledige premie te betalen. U betaalt dan de premie die uw werkgever eerder voor u betaalde én de premie die u zelf betaalde.

Wilt u gebruikmaken van deze mogelijkheid? Vraag dit dan aan binnen drie maanden nadat u werkloos bent geworden. Neem hiervoor contact met ons op via 0900 1964 (8 cent per minuut).

Heeft u langer dan een half jaar geen werk? Dan raakt u uw voorwaardelijk ouderdomspensioen kwijt. Kijk op pagina 12 voor meer informatie.

4. W at gebeurt er met mijn pensioen als...?

(10)

Bent u bijna 67 jaar? Dan kunt u pensioen aanvragen. Ongeveer een half jaar van tevoren krijgt u bericht van ons. Op dat moment kunt u een aantal keuzes maken voor een pensioen dat past bij uw wensen.

Wilt u bijvoorbeeld langer doorwerken? Of wilt u tijdelijk meer pensioen ontvangen? U beslist het helemaal zelf.

Ongeveer een maand voordat u 67 jaar wordt, laten we u weten hoeveel pensioen u precies krijgt.

5.1. Ik wil eerder met pensioen

De standaardleeftijd om met pensioen te gaan is bij Pensioenfonds Vervoer de eerste dag van de maand waarin u 67 jaar wordt.

Maar misschien wilt u eerder met pensioen. Bijvoorbeeld omdat u tegelijk met uw partner wilt stoppen. U kunt al met pensioen vanaf uw 55ste. Als u eerder stopt met werken, krijgt u minder pensioen.

Logisch, want u heeft minder jaren pensioen opgebouwd. Bovendien ontvangt u pensioen over een langere periode omdat u eerder stopt met werken. Gaat u eerder met pensioen? Houd er dan rekening mee dat u mogelijk nog niet direct vanaf de door u gekozen ingangsdatum een AOW-uitkering krijgt. Om de periode tot aan de ingangsdatum van uw AOW-uitkering te overbruggen kunt u ervoor kiezen een deel van uw pensioen eerder in te laten gaan. U ruilt dan een deel van uw ouderdomspensioen in voor een tijdelijk ouderdomspensioen dat loopt tot aan de ingangsdatum van uw AOW. Houd er wel rekening mee dat het pensioen dat u dan vanaf uw AOW-ingangsdatum ontvangt minder zal zijn.

5.2. Ik wil later met pensioen

Niet iedereen wil met pensioen als hij 67 jaar is. Sommige mensen werken door omdat ze hun pensioen te laag vinden. Of omdat ze hun werk leuk vinden. Wilt u nog niet stoppen met werken als u 67 jaar bent? Dat kan, zelfs tot uiterlijk 5 jaar na de ingang van uw AOW.

Als u later met pensioen gaat, krijgt u meer pensioen. U krijgt uw pensioen namelijk korter uitbetaald. U kunt uw pensioen uitstellen tot uiterlijk 5 jaar na de ingang van uw AOW. Een half jaar voor de pensioeningangsdatum krijgt u een formulier om pensioen aan te vragen. Hierop kunt u aangeven wanneer u met pensioen wilt.

Vanaf 67 jaar bouwt u geen pensioen meer op.

5.3. Ik wil gedeeltelijk doorwerken

Misschien wilt u nog wel doorwerken, maar dan minder uren.

U kunt dan met deeltijdpensioen gaan. U moet wel minimaal 20%

blijven werken. Als u een werkweek van 40 uur heeft, moet u dus minimaal 8 uur blijven werken. Van uw werkgever krijgt u salaris voor de gewerkte uren. Voor de andere uren krijgt u een deel van uw pensioen. Op het formulier dat u een half jaar voor de pensioeningangsdatum krijgt, kunt u dit aangeven.

5.4. Kan ik mijn pensioen zelf aanpassen?

Als u met pensioen gaat, krijgt u iedere maand het pensioen dat u heeft opgebouwd. Zolang u leeft. Als u wilt, kunt u echter ook eerst een hoger en daarna een lager pensioen ontvangen. Of (een deel van) uw partnerpensioen inruilen voor een hoger ouderdomspensioen.

Hierover hoeft u nu nog geen beslissing te nemen. Vlak voordat u met pensioen gaat, kunt u uw keuze aan ons doorgeven.

Eerste jaren meer pensioen?

Als u met pensioen gaat, is uw inkomen meestal lager dan toen u werkte. U kunt er daarom voor kiezen de eerste vijf of tien jaar een hoger pensioen te krijgen. Wilt u de eerste vijf jaar een hoger pensioen? Dan krijgt u 119% van uw pensioen. Bij 10 jaar ontvangt u 111%. Houd er wel rekening mee dat u na deze vijf of tien jaren levenslang minder pensioen krijgt, namelijk 75% van het pensioen dat u de eerste 5 of 10 jaar heeft gehad. U hoeft pas te kiezen vlak voordat u met pensioen gaat.

Partnerpensioen inruilen

Bij Pensioenfonds Vervoer bouwt u altijd een partnerpensioen op.

Of u een partner heeft of niet, dat maakt niet uit. U kunt ervoor kiezen uw partnerpensioen (gedeeltelijk) in te ruilen voor een hoger

ouderdomspensioen. U krijgt dan meer ouderdomspensioen.

Het nadeel is dat uw partner geen of een kleiner partnerpensioen krijgt als u overlijdt. Andersom kan ook: u ruilt uw ouderdomspensioen (gedeeltelijk) in voor een hoger partnerpensioen. Uw partner krijgt dan dus meer pensioen als u overlijdt.

Wat u doet met het partnerpensioen, beslist u met uw partner. Bekijk hiervoor goed uw financiële situatie. Stel dat uw partner bijvoorbeeld zelf geen pensioen heeft opgebouwd. Dan wilt u waarschijnlijk uw partnerpensioen niet inruilen voor een hoger ouderdomspensioen.

‘Ik wil gedeeltelijk met pensioen.

Kan ik een dag in de week op de kleinkinderen passen.’

Nancy de Jong, administratief medewerker.

5. Ik ga (bijna) met pensioen

(11)

Wat als ik geen partner heb?

Ook als u geen partner heeft, bouwt u toch partnerpensioen op. Gaat u met pensioen en heeft u dan geen partner, dan ontvangt u een hoger ouderdomspensioen. Wij regelen dit voor u; u hoeft niets te doen. Als u na uw pensioendatum een partner krijgt, ontvangt hij of zij geen partnerpensioen als u overlijdt.

U hoeft pas een beslissing over uw partnerpensioen te nemen als u met pensioen gaat.

5.5. Moet ik AOW zelf aanvragen?

Over de AOW krijgt u vanzelf bericht van de SVB. Kijk voor meer informatie op www.svb.nl.

5.6. Ik heb meer dan één werkgever gehad

Veel mensen werken niet altijd bij dezelfde baas. Het kan dan zijn dat u pensioen bij verschillende pensioenuitvoerders heeft opgebouwd.

Als u uw pensioen niet altijd heeft meegenomen naar een nieuwe werkgever, krijgt u pensioen van verschillende pensioenuitvoerders.

Normaal gesproken krijgt u hierover automatisch bericht van alle pensioenuitvoerders waar u pensioen heeft opgebouwd. Krijgt u geen bericht? Neem dan zelf contact op met de pensioenuitvoerder(s) waar u vroeger pensioen heeft opgebouwd.

5.7. Mag ik bijverdienen als ik met pensioen ben?

Ja, u mag zoveel bijverdienen als u wilt. Uw inkomsten worden niet afgetrokken van uw AOW of pensioen. Als u voor uw 67ste stopt met werken, mag u ook bijverdienen. Dit kan echter wel fiscale gevolgen hebben voor de hoogte van uw inkomen.

5. Ik ga (bijna) met pensioen

‘Stop ik eerder, dan krijg ik minder. Werk ik langer, dan krijg ik meer. Logisch.’

André Janssen, bulkwagenchauffeur.

Overleg met uw werkgever

Wilt u eerder met pensioen? Neem dan contact met ons op via 0900 1964 (8 cent per minuut). Bel ons een half jaar voordat u wilt stoppen.

Overleg ook met uw werkgever als u eerder met pensioen wilt.Overleg ook met uw werkgever als u eerder met pensioen wilt.

Uw pensioenen op een rij

Heeft u buiten het vervoer gewerkt en heeft u toen ook pensioen opgebouwd? Kijk dan op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Op deze website vindt u een overzicht van alle pensioenen die u heeft opgebouwd. Ook uw pensioen bij Pensioenfonds Vervoer staat hier.

Rekenvoorbeeld: eerder stoppen met werken

Joost is 64 jaar en hij is bijna 22 jaar bij de zaak. Hij wil eigenlijk met pensioen als hij 65 jaar wordt. Per jaar bouwt Joost € 420 aan pensioen op. Als hij stopt met werken op 67 jaar, heeft hij 25 jaar x

€ 420 = € 10.500 aan pensioen per jaar opgebouwd.

Als Joost twee jaar eerder stopt met werken, bouwt hij ook twee jaar minder pensioen op, namelijk: 23 jaar x € 420 = € 9.660. Daarnaast moet zijn pensioen over een langere periode worden uitbetaald. Om deze langere periode te bekostigen wordt zijn pensioen met 14,3%

verlaagd. Hierdoor krijgt hij vanaf zijn 65ste per jaar het volgende pensioen: 23 jaar x € 420 x 85,7% = € 8.279.

Joost verwacht van € 8.279 niet goed te kunnen rondkomen.

Daarom ruilt hij een deel van het ouderdomspensioen dat hij vanaf zijn 65ste krijgt in voor een tijdelijke uitkering van zijn 65ste tot zijn 67ste van € 10.000 per jaar. Door deze uitruil wordt zijn (levenslange) ouderdomspensioen vanaf 65 jaar € 1.426 lager, dus € 8.279 -

€ 1.426 = € 6.853. Vanaf 65 tot 67 jaar krijgt Joost het tijdelijke ouderdomspensioen én het (levenslange) ouderdomspensioen, dus in totaal € 10.000 + € 6.853 = € 16.853 per jaar. Vanaf 67 jaar krijgt Joost alleen het ouderdomspensioen van € 6.853 per jaar (exclusief AOW).

(12)

In 2006 is er veel veranderd in de pensioenregeling van Pensioenfonds Vervoer. Werkte u vóór 2006 al in het vervoer?

Dan is er ook voor u veel veranderd. Meer hierover leest u hierna.

6.1. Kan ik nog steeds eerder met pensioen?

Vóór 2006 bouwde u misschien wel prepensioen op, om eerder dan uw 65ste met pensioen te kunnen gaan. Vanaf 1 januari 2006 mag dat niet meer. Maar u kunt nog steeds eerder met pensioen, op zijn vroegst vanaf 55 jaar. U bouwt namelijk sinds 2006 meer

ouderdomspensioen op. Dit extra pensioen kunt u gebruiken om eerder met pensioen te gaan. Ook het prepensioen dat u tot 2006 heeft opgebouwd, kunt u gebruiken om eerder met pensioen te gaan.

6.2. Welke keuzes heb ik?

U kunt natuurlijk gewoon blijven werken tot u 67 jaar bent.

Vanaf dat moment krijgt u pensioen en AOW. Gaat u eerder met pensioen? Dan ontvangt u al wel (vervroegd) ouderdomspensioen, maar nog geen AOW-uitkering. U kunt dan een deel van uw ouderdomspensioen inruilen voor een tijdelijk ouderdomspensioen.

Tot uw AOW-ingangsdatum ontvangt u dan een deel van uw

ouderdomspensioen als AOW-compensatie. Houd er dan wel rekening mee dat u na uw AOW-ingangsdatum een lager ouderdomspensioen krijgt. En heeft u recht op voorwaardelijk ouderdomspensioen?

Dan kunt u ook dit pensioen (gedeeltelijk) eerder laten ingaan.

6.3. Voorwaardelijk ouderdomspensioen

Vanaf 1 januari 2006 kunt u geen prepensioen meer opbouwen.

Om toch vóór uw pensioengerechtigde leeftijd te kunnen stoppen met werken is er het voorwaardelijk ouderdomspensioen.

Is op 1 januari 2006 een aanspraak op voorwaardelijk

ouderdomspensioen voor u vastgesteld en blijft u aan de gestelde voorwaarden voldoen? Dan kunt u dit gebruiken om eerder met pensioen te gaan.

Als u eerder dan uw AOW-leeftijd stopt met werken, krijgt u nog geen AOW-uitkering en kan uw inkomen een stuk lager zijn dan toen u nog werkte. Als u het voorwaardelijk pensioen (gedeeltelijk) laat uitbetalen vóór 67 jaar, is uw inkomen hoger. Het voorwaardelijk pensioen kan namelijk best een hoog bedrag zijn.

Op het jaarlijks pensioenoverzicht staat of u recht heeft op het voorwaardelijk ouderdomspensioen. Dit staat onder het kopje

‘Voorwaardelijk ouderdomspensioen’. Hier staat ook het bedrag dat u krijgt als u aan de voorwaarden blijft voldoen. Een belangrijke voorwaarde voor het behouden van het recht op voorwaardelijk ouderdomspensioen is dat u in het vervoer blijft werken en hierin geen onderbreking langer dan een half jaar heeft. Wilt u weten welke andere voorwaarden voor u gelden? Kijk dan op www.pfvervoer.nl.

6. Ik werkte vóór 2006 al

in het vervoer

(13)

Pensioenfonds Vervoer bestaat al sinds 1964. Als u werkt in één van de volgende sectoren, verzorgen wij uw ouderdomspensioen, prepensioen en eventueel uw VUT-uitkering:

• goederenvervoer;

• touringcar;

• taxi;

• binnenvaart;

• kraanverhuurbedrijven.

Wij zijn een organisatie zonder winstoogmerk, voor en door de sector:

werknemers, gepensioneerden en werkgevers bepalen gezamenlijk hoe het pensioen eruit ziet.

U en uw gezin zekerheid bieden als het gaat om uw pensioen; dat vinden wij het belangrijkst. Daarom doen we er alles aan om de kosten zo laag mogelijk te houden voor u en uw werkgever. Ook willen we u een pensioen bieden dat u kunt aanpassen aan uw persoonlijke wensen. Daarnaast vinden we het belangrijk u goed van dienst te zijn. Bijvoorbeeld door u helder en juist te informeren, zodat u weet waar u aan toe bent.

Uw geld verantwoord belegd

U en uw werkgever betalen iedere maand pensioenpremie. Om er nu en in de toekomst zeker van te zijn dat iedereen in de vervoerssector pensioen krijgt, beleggen wij de pensioenpremie. Uiteraard nemen wij daarbij een zo klein mogelijk risico. Ook kiezen wij voor beleggingen waarbij bewust rekening wordt gehouden met milieu, maatschappij en goed bestuur van de onderneming. Kortom: uw geld wordt

verantwoord belegd.

Onze organisatie

De eindverantwoordelijkheid ligt bij het bestuur van Pensioenfonds Vervoer. In het bestuur zitten vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers. Samen nemen zij beslissingen over uw pensioen, bijvoorbeeld over de premies en de toeslag. Het bestuur wordt ondersteund door een bestuursbureau. Verder heeft Pensioenfonds Vervoer verschillende advies- en inspraakorganen, zoals de

Beleggingscommissie, de Pensioencommissie en de Deelnemersraad.

De Deelnemersraad behartigt uw belangen en de belangen van mensen die met pensioen zijn. De raad heeft acht leden en is een mix van actieve werknemers en gepensioneerden. De Deelnemersraad adviseert het bestuur over bijvoorbeeld premies, beleggingen, toeslag en de inhoud van de pensioenregeling.

Pensioenfonds Vervoer heeft een Verantwoordingsorgaan. In het Verantwoordingsorgaan zitten werknemers, mensen die met pensioen zijn en werkgevers. Het bestuur legt aan hen verantwoording af over het beleid en de uitvoering van het beleid. Minimaal één keer per jaar komen het bestuur en het Verantwoordingsorgaan bij elkaar.

Toezicht op Pensioenfonds Vervoer

Om ervoor te zorgen dat Pensioenfonds Vervoer de pensioenregeling goed uitvoert, houden De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht.

DNB ziet erop toe dat de bezittingen van het pensioenfonds in verhouding zijn met onze verplichtingen en dat eventuele tegenvallers kunnen worden opgevangen met de opgebouwde reserves.

Pensioenfonds Vervoer is daarom verplicht regelmatig over de stand van zaken aan DNB te rapporteren.

De AFM werkt aan eerlijke en transparante financiële markten.

Daarnaast houdt de AFM toezicht op de informatie over financiële producten, zoals pensioenen, en op de manier waarop financiële instellingen omgaan met hun klanten.

7. Over Pensioenfonds Vervoer

(14)

Heeft u na het lezen van deze brochure vragen?

Of wilt u meer weten? Kijk dan op www.pfvervoer.nl, de website van Pensioenfonds Vervoer. Daar kunt u ook uw eigen pensioensituatie bekijken.

Liever bellen of mailen?

U kunt ons ook bellen via 0900 1964 (8 cent per minuut).

Wij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur. Een e-mail sturen kan ook:

pensioen@pfvervoer.nl. Als u hierbij uw burgerservicenummer vermeldt, kunnen wij u beter van dienst zijn.

Brief schrijven

Schrijft u liever een brief? Dat kan ook. Ons adres is:

Pensioenfonds Vervoer Postbus 501

9700 AM Groningen

Wilt u in uw brief uw burgerservicenummer vermelden?

Dan kunnen wij u beter van dienst zijn.

We zorgen ervoor dat u goed zit

In deze brochure staat algemene informatie over het pensioenreglement. We besteden veel aandacht aan de inhoud van deze brochure, maar het kan zijn dat informatie ondertussen is veranderd, verouderd of dat er onjuistheden in staan. Pensioenfonds Vervoer is niet aansprakelijk als iemand schade ondervindt omdat er onjuiste of verouderde informatie in deze brochure staat, de brochure onjuist is verspreid of gebruikt. U kunt alleen rechten ontlenen aan het pensioenreglement.

Pensioenfonds Vervoer

8. Heeft u vragen?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uiterlijk drie maanden voor de beoogde ingangsdatum van het extra pensioen en/of netto pensioen en/of tijdelijk ouderdomspensioen, kan de (gewezen) deelnemer aangeven

Hoeveel pensioen u straks ontvangt van Pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer is vooral afhankelijk van de hoogte van het salaris dat u heeft verdiend, de inhoud van

Als er relatief veel cliënten zijn met weinig dagen dagbesteding kom dat sneller uit op lagere gemiddelde vervoerskosten per jaar, omdat de jaarkosten (een functie van het

Ik machtig SPF Beheer om de gegevens van het Spoorwegpensioenfonds en mijn vorige pensioenuitvoerder op te vragen en uit te wisselen, voor zover die nodig zijn voor mijn verzoek

Als u besluit geen waardeoverdracht aan te vragen én uw pensioen dat u heeft opgebouwd is hoger dan € 497,27 (2020) per jaar, dan blijft uw opgebouwde pensioen staan bij

Dat betekent dat je ieder jaar bij ons een deel van jouw pensioen opbouwt.. Je uiteindelijke uitkering van Pensioenfonds Vervoer is de optelsom van al

De maatstaven voor de verdeling van het geld uit het gemeentefonds zijn herijkt, ook voor het cluster Werk en Inkomen.. Grotere gemeenten krijgen gemiddeld relatief iets

Het hof heeft de vrouw in het tussenarrest van 29 juli 2014 ontvankelijk verklaard in haar appel, ook voor wat betreft haar grief met betrekking tot de pensioenrechten (in het