PVB 4.3 Ondersteunen van sporttechnisch beleid
Deelkwalificatie van beachvolleybaltrainer 4
Inleiding
Om het door de Nevobo en NOC*NSF erkende diploma beachvolleybaltrainer 4 te behalen, moet je 3 kerntaken op niveau 4 beheersen. Door met succes een proeve van bekwaamheid (PvB) af te leggen toon je aan dat je een kerntaak beheerst.
1. Doelstelling
Deze PvB heeft betrekking op kerntaak 4.3 ‘Het ondersteunen van sporttechnisch beleid’.
Met deze PvB toon je aan dat je:
(mede) de doelstellingen voor sporttechnisch beleid kunt formuleren;
sporttechnisch beleid kunt opstellen;
beleidsmatige taken kunt uitvoeren;
uitvoering van beleid kunt evalueren.
2. Opdracht
De algemene opdracht voor deze PvB is: ‘Ondersteun sporttechnisch beleid’. Deze opdracht voer je uit aan de hand van vier deelopdrachten.
De vier deelopdrachten hebben betrekking op de werkprocessen:
4.3.1 Formuleert (mede) de doelstellingen voor het sporttechnische beleid;
4.3.2 Stelt een sporttechnisch beleidsadvies op;
4.3.3 Voert beleidsmatige taken uit;
4.3.4 Evalueert de uitvoering van het beleid.
3. Eisen voor toelating PvB
Je wordt toegelaten tot de PvB als je voldoet aan de volgende eisen:
je bent minstens 20 jaar oud;
je beschikt over kwalificatie beachvolleybaltrainer 3;
je bent lid van de Nevobo;
je hebt voldaan aan de financiële verplichtingen voortvloeiend uit de PvB.
4. Onderdelen PvB
De PvB bestaat uit een portfoliobeoordeling. Een portfoliobeoordeling bestaat uit een
beoordeling van het portfolio en een aanvullend reflectie-interview door de PvB-beoordelaar.
Een reflectie-interview duurt maximaal 30 minuten. De beoordelingscriteria staan in het protocol van PvB 4.3.
5. Afnamecondities
Het sporttechnische beleid dat je ontwikkelt, uitvoert, evalueert en bijstelt heeft betrekking op
een vereniging/organisatie met een team dat uitkomt in de 2
edivisie of hoger. Deze PvB lever
je samen met PvB 4.5 in.
6. Richtlijnen 6.1 Informatie
Informatie over de PvB staat in deze PvB-beschrijving, het Toetsplan voor kwalificatie beachvolleybaltrainer 4 en het Toetsreglement Sport. Deze documenten zijn te vinden op www.volleybal.nl.
6.2 Inschrijvingsprocedure
Je schrijft je in voor de PvB door het portfolio van 4.3 en 4.5 naar het hoofdkantoor te
versturen. De toetsingscommissie bevestigt schriftelijk de ontvangst van de portfolio’s 4.3 en 4.5 en bevestigt daarmee de inschrijving voor deze PvB’s.
6.3 Voorbereiding kandidaat
Voor de portfoliobeoordeling wordt geen voorbereiding van je verwacht.
6.4 PVB-beoordelaar
De PvB wordt afgenomen door één PVB-beoordelaar. De PvB-beoordelaar wordt aangewezen door de toetsingscommissie van de Nevobo.
6.5 Beoordeling
Beoordeling gebeurt aan de hand van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in het
protocol. De beoordelingscriteria zijn geclusterd op basis van de werkprocessen. De letters van de corresponderende mbo-competenties staan vermeld in een aparte kolom. De betekenis van de letters vind je in bijlage 1 op de laatste pagina van dit document.
6.6 Normering
Om te slagen moet de portfoliobeoordeling voldoende zijn. Het portfolio is voldoende, als op alle beoordelingscriteria 'voldaan' is gescoord.
6.7 Uitslag
De toetsingscommissie stelt de uitslag vast en bericht je binnen 15 werkdagen na de dag van beoordeling.
6.8 Herkansing
Voorgaande richtlijnen zijn ook van toepassing op een herkansing. Het aantal herkansingen voor de portfoliobeoordeling is onbeperkt. Hierbij geldt dat er niet langer dan een jaar mag zitten tusssen de eerste aanvraag en de laatste herkansing.
6.9 Bezwaar of beroep
Je kunt bij de toetsingscommissie bezwaar maken tegen de gang van zaken voorafgaand aan, tijdens en na de PvB-afname en/of de uitslag van de PvB.
Tegen een beslissing op bezwaar van de toetsingscommissie of na een beslissing van de toetsingscommissie over fraude kun je beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep.
Informatie over bezwaar en beroep staat in het Toetsreglement Sport.
Protocol BVT4 PvB 4.3 Ondersteunen beleid -Portfoliobeoordeling
Naam kandidaat: Datum:
PvB-beoordelaar:
Voldaan aan de afnamecondities: ja / nee*
Het portfolio is compleet: ja / nee*
*Bij ‘nee’ gaat de PVB niet door. De PVB-beoordelaar motiveert dit bij de toelichting.
Toelichting
Beoordelingscriteria
Competentie Portfolio Reflectie Voldaan
Bewijzen (of het weglaten daarvan) waarop score is gebaseerd
Werkproces 4.3.1 Formuleert (mede) de doelstellingen van het sporttechnische beleid Het resultaat van het werkproces is:
doelstellingen voor het sporttechnische beleid.
1 Analyseert de sportorganisatie
en de sporters M
2 Formuleert (mede) de doelstellingen voor het sporttechnisch beleid
J S W
Werkproces 4.3.2 Stelt sporttechnisch beleidsplan/advies op Het resultaat van het werkproces is:
sporttechnisch beleidsadvies.
3 Draagt het sporttechnisch beleid van de organisatie uit H
I J 4 Houdt bij het ontwikkelen en
bijstellen van sporttechnisch beleid rekening met menskracht en middelen
E
5 Adviseert het bestuur of de sporttechnische commissie over sporttechnische zaken
H I J 6 Raadpleegt
kennisbronnen/deskundigen
P
7 Komt afspraken na E
Q
Werkproces 4.3.3 Voert beleidsmatige taken uit Het resultaat van het werkproces is:
uitgevoerd sporttechnisch beleid.
8 Onderbouwt de beleidskeuzes en
stelt prioriteiten S
9 Maakt een inschatting van weerstanden en geeft aan hoe daarmee om te gaan
B V 10 Stelt plan op voor
talentherkenning en –ontwikkeling
B S 11 Stimuleert in- en doorstroom
van sporters
B C 12 Begeleidt de sporters bij hun
sport(loopbaan)ontwikkeling C 13 Zorgt voor opvang/nazorg voor
sporters die stoppen en/of buiten de selectie vallen
C
14 Coördineert de uitvoering van het technische beleid van de vereniging/organisatie
B
15 Gaat sportief en respectvol om met alle betrokkenen
F
16 Vertoont voorbeeldgedrag op en
rond de sportlocatie F 17 Houdt zich aan de gedragscode F 18 Gaat vertrouwelijk om met
persoonlijke informatie
F
Werkproces 4.3.4 Evalueert de uitvoering van het beleid Het resultaat van het werkproces is:
geëvalueerd sporttechnisch beleid
19 Evalueert de uitvoering van het
technische beleid van de vereniging/organisatie
J M 20 Reflecteert op eigen handelen P
21 Vraagt feedback P
22 Verwoordt eigen leerbehoeften p
Resultaat van de PVB Toelichting
Handtekening PVB-beoordelaar:
Akkoord toetsingscommissie
Toelichting Beoordelingscriteria BVT4 PvB 4.3- Portfolio beoordeling
Werkproces 4.3.1. Formuleert (mede) de doelstellingen van het sporttechnische beleid 1 Analyseert de sportorganisatie en de sporters
De trainer analyseert, met gebruik van relevante methoden, alle factoren die van belang zijn voor het formuleren van doelstellingen en uitvoeren van sporttechnisch beleid.
2 Formuleert (mede) de doelstellingen voor het sporttechnisch beleid
De trainer maakt, in overleg met betrokkenen, een plan van aanpak voor het formuleren van doelstellingen en uitvoering van sporttechnisch beleid. De trainer stelt, op basis van zijn conclusies uit de analyse en eventueel in samenspraak met betrokkenen, een sporttechnisch beleidsplan op.
Werkproces 4.3.2 Stelt sporttechnische beleidsadvies op 3 Draagt het sporttechnische beleid van de organisatie uit
De trainer kent het sporttechnische beleid van de organisatie waar hij zijn functie uitoefent. De trainer informeert actief alle betrokkenen over het sporttechnische beleid.
4 Houdt bij het ontwikkelen en bijstellen van sporttechnisch beleid rekening met menskracht en middelen
De trainer analyseert, met gebruik van relevante methoden, alle factoren die van belang zijn voor het formuleren van doelstellingen en uitvoeren van sporttechnisch beleid.
5 Adviseert het bestuur of de technische commissie over sporttechnische zaken Desgevraagd en/of proactief geeft de trainer adviezen aan belanghebbenden.
6 Raadpleegt kennisbronnen/deskundigen
Bij het uitvoeren van zijn functie maakt de trainer gebruik van alle relevante kennisbronnen/deskundigen.
7 Komt afspraken na
De trainer-coach formuleert de – samen met de sporters gemaakte - afspraken begrijpelijk en duidelijk. De trainer-coach controleert of de betrokkenen de afspraken hebben begrepen. De trainer-coach voert de afspraken uit en indien, door veranderende omstandigheden, een wijziging van de afspraken noodzakelijk is, worden de betrokkenen tijdig geïnformeerd. In dat geval maakt hij nieuwe afspraken.
Werkproces 4.3.3 Voert beleidsmatige taken uit 8 Onderbouwt beleidskeuzes en stelt prioriteiten
De trainer maakt, in overleg met de betrokkenen, een plan van aanpak voor het ontwikkelen van sporttechnisch beleid. De trainer analyseert, met gebruik van relevante methoden, alle factoren die van belang zijn voor het formuleren van doelstellingen en uitvoeren van sporttechnisch beleid. De trainer stelt, op basis van zijn conclusies uit de analyse en eventueel in samenspraak met betrokkenen, een sporttechnisch beleidsplan op waarin de prioriteitsstelling duidelijk zichtbaar is.
9 Maakt inschatting van weerstanden en geeft aan hoe daarmee om te gaan
De trainer inventariseert, eventueel samen met de betrokkenen, mogelijke weerstanden tegen het sporttechnisch beleid. De trainer maakt een implementatie-/communicatieplan waarin met mogelijke weerstand wordt rekening gehouden.
10 Stelt plan op voor talentherkenning en –ontwikkeling
De trainer inventariseert alle factoren die van belang zijn voor talentherkenning en –ontwikkeling. De trainer stelt, eventueel in overleg met de betrokkenen, een plan op voor talentherkenning en –ontwikkeling.
11 Stimuleert in- en doorstroom van sporters
Op basis van de individuele ontwikkelplannen van de sporters in samenhang met het sporttechnisch beleidsplan van de organisatie, bevordert de trainer actief de in- en doorstroom van de sporters.
12 Begeleidt sporters bij hun sport(loopbaan)ontwikkeling
De trainer maakt van de sporters een individuele analyse van de huidige situatie en hun wensen t.a.v. hun sport(loopbaan)ontwikkeling. Op basis van deze analyse stelt de trainer in overleg met de sporter(s) een persoonlijk ontwikkelplan op. Tijdens de uitvoering van dit plan geeft en ontvangt de trainer feedback die de trainer vastlegt in een evaluatie. Op basis van de evaluatie past de trainer samen met de sporter het ontwikkelplan aan.
13 Zorgt voor de opvang/nazorg van sporters die stoppen en/of buiten de selectie vallen
De trainer is zich bewust van de mogelijke noodzaak voor opvang/nazorg van sporters die stoppen en/of buiten de selectie vallen. De trainer kent de mogelijkheden voor opvang/nazorg die de trainer zelf of door derden kan laten uitvoeren. De trainer neemt tijdig initiatief voor de opvang en nazorg.
14 Coördineert de uitvoering van het technische beleid van de vereniging/organisatie
Op basis van het uitvoeringsdeel van het technisch beleidsplan zorgt de trainer ervoor dat de relevante functies
15 Gaat sportief en respectvol om met alle betrokkenen
De trainer-coach heeft duidelijke richtlijnen gegeven aan de betrokkenen voor sportief en respectvol gedrag, wat zij kunnen verwachten en waar zij hem op mogen aanspreken als dit niet gebeurt.
16 Vertoont voorbeeldgedrag op en rond de sportlocatie
De trainer-coach is er zich van bewust dat hij als trainer-coach een voorbeeldfunctie heeft. De trainer-coach weet wat het gewenste gedrag is en draagt dit ook uit naar de sporters en de begeleiders. Daarbij handelt de trainer- coach naar de afspraken die gemaakt zijn over sportief en respectvol gedrag.
17 Houdt zich aan gedragscode
De trainer-coach handelt in de uitoefening van zijn functie als trainer-coach conform de regels van de bij de bond van toepassing zijnde beroepscode.
18 Gaat vertrouwelijk om met persoonlijke informatie
De trainer-coach geeft geen persoonlijke informatie door aan derden zonder toestemming van de betreffende personen. Roddelt niet over teamleden of anderen in zijn vereniging of organisatie.
Werkproces 4.3.4 Evalueert de uitvoering van het beleid
19 Evalueert de uitvoering van het technische beleid van de vereniging/organisatie
In het uitvoeringsdeel van het technisch beleidsplan zijn evaluatiemomenten met relevante evaluatiemethoden opgenomen. De evaluaties worden uitgevoerd. De resultaten worden aan betrokkenen bekend gemaakt. Op basis van de resultaten van de evaluaties wordt zo nodig het beleidsplan aangepast.
20 Reflecteert op het eigen handelen
De trainer laat zien dat hij in staat is te reflecteren op zijn eigen handelen. De trainer evalueert zijn eigen functioneren en vraagt daarbij feedback aan anderen. In zijn nieuwe functioneren laat de trainer zien dat de evaluatie en feedback meegenomen worden in zijn handelen.
(Reflecteren is terugdenken en overzien, nadenken over jezelf, je gedrag of een activiteit. Doel van het
reflecteren is het vergroten van begrip en inzicht en het verbeteren van je gedrag. Reflecteren op het leerproces kan je helpen om effectiever te leren en om de leerstof beter te onthouden.)
21 Vraagt feedback
De trainer-coach beheerst de technieken/vaardigheden van het vragen en geven van feedback. Hij weet wanneer hij het geven van feedback moet uitstellen om betrokkenen zelf regie te laten nemen in zijn ontwikkeling. De trainer-coach vraagt actief om feedback op het eigen functioneren en het functioneren van betrokkenen.
22 Verwoordt eigen leerbehoeften
De trainer kan zijn eigen leerdoelen “smart” formuleren. De trainer geeft sturing aan het eigen leerproces.
Bijlage 1 Overzicht mbo-competenties beachvolleybaltrainer 4
In onderstaand schema zie je een totaaloverzicht van de mbo-competenties die aangewend worden bij de uitvoering van de werkprocessen van de vijf kerntaken voor beachvolleybaltrainer 4.
A Beslissen en activiteiten initiëren X
B Aansturen X
C Begeleiden X
D Aandacht en begrip tonen X
E Samenwerken en overleggen X
F Ethisch en integer handelen X
G Relaties opbouwen en netwerken x
H Overtuigen en beïnvloeden X
I Presenteren X
J Formuleren en rapporteren X
K Vakdeskundigheid toepassen X
L Materialen en middelen inzetten
M Analyseren X
N Onderzoeken O Creëren en innoveren
P Leren X
Q Plannen en organiseren X
R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten X
S Kwaliteit leveren X
T Instructies en procedures opvolgen X
U Omgaan met veranderingen en aanpassen X
V Met druk en tegenslag omgaan X
W Gedrevenheid en ambitie tonen X
X Ondernemend en commercieel handelen Y Bedrijfsmatig handelen