RAPPORT
Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Pc Basisschool De Regenboog
Plaats : Hoofddorp
BRIN-nummer : 21RR
Onderzoeksnummer : 126414
Datum schoolbezoek : 15 mei 2012
Rapport vastgesteld te Zoetermeer op : 12 september 2012
Inhoud
1 Inleiding 5
2 Bevindingen 7
3 Conclusie 9
Bijlage 11
1 Inleiding
Op 15 mei 2012 heeft de inspectie christelijk basisschool De Regenboog te Hoofddorp bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken.
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij
overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van
leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens standaard gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de onderwijstijd.
De bijlage bij dit rapport bevat een overzicht van de indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie.
• Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan.
• Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland.
• Analyse van andere gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn of op de website van de school geraadpleegd kunnen worden, zoals nieuwsbrieven e.d.
• Schoolbezoek, waarbij:
• plannings- en verantwoordingsdocumenten zijn bestudeerd, die de inspectie heeft kunnen inzien of waarover zij de beschikking heeft gekregen, waaronder opbrengstgegevens, het schooljaarplan, voorbeelden van groepsplannen e.d.;
• enkele korte groepsbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van onder meer de planmatige uitvoering van de zorg;
• met de directeur en de intern begeleider is gesproken en aan het einde van het bezoek eveneens met een vertegenwoordiger van het bevoegd gezag.
Toezichtkader
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader po/vo 2011 en de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten primair onderwijs. Beide documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op de cbs De Regenboog naar voren zijn gekomen.
In hoofdstuk 3 volgt de conclusie.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Pc Basisschool De Regenboog | 15 May 2012
pagina 6 van 12
2 Bevindingen
De bijlage van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Uit dit overzicht valt op te maken dat de kwaliteit van het onderwijs op de christelijke basisschool De Regenboog voor wat betreft het merendeel van de bij het onderzoek betrokken punten op orde is, maar dat daarnaast op enkele belangrijke punten verbeteringen nodig zijn. Dit betreft met name de planmatige uitvoering van de leerlingenzorg en de evaluatie van het onderwijsleerproces.
Ter toelichting op deze bevindingen het volgende.
De school verantwoordt de eindopbrengsten aan de hand van de scores op de Cito-eindtoets. Deze lagen de drie afgelopen schooljaren (2011-2012, 2010- 2011 en 2009-2010) telkens boven de voor de school in verband met de leerlinggewichten aan te houden bovengrens. Een mooi resultaat derhalve.
De opbrengsten bij Nederlandse taal en rekenen-wiskunde op belangrijke tussenmomenten in de schoolloopbaan van de leerlingen beoordeelt de inspectie als voldoende. Alle daarvoor in aanmerking te nemen meetpunten (technisch lezen in de groepen 3 en 4, begrijpend lezen in groep 6, rekenen-wiskunde in de groepen 4 en 6) liggen boven de hierbij aan te houden ondergrenzen. Toch valt er op de tussenopbrengsten wel wat aan te merken. Het leerrendement
(toename in vaardigheidsscore) die de leerlingen van de groepen 4 en 6 tussen twee opvolgende toetsen begrijpend lezen, respectievelijk rekenen-wiskunde boeken is niet stabiel. Gemiddeld gaat ongeveer eenderde van de leerlingen tussen twee opvolgende toetsen onvoldoende in vaardigheidsscore vooruit, blijft gelijk of gaat zelfs achteruit. Dat de groepsgemiddelden zich niettemin boven de ondergrens blijven bewegen komt doordat er binnen elke groep weinig echte uitvallers zijn. Dat neemt echter niet weg dat binnen elke groep toch een op de drie leerlingen onderpresteert. Wat hier steekproefsgewijs voor de groepen 4 en 6 is geconstateerd geldt mogelijk ook voor de overige groepen.
Een oordeel over de sociale competenties van de uitstromende leerlingen kan de inspectie niet geven, omdat de school niet beschikt over gegevens daaromtrent.
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Pc Basisschool De Regenboog | 15 May 2012
pagina 8 van 12
De prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen worden aan de hand van een coherent systeem van genormeerde instrumenten en procedures gevolgd. Dat leidt ertoe dat de school tijdig in beeld krijgt welke leerlingen zorg nodig hebben. Voor die leerlingen wordt ook zorg gemobiliseerd die wordt vastgelegd in groepsplannen (rekenen-wiskunde) of (groeps)handelingsplannen. Op het terrein van de planmatige uitvoering van de zorg en daarop aansluitend de evaluatie van effecten van die zorg valt echter nog de nodige winst te behalen.
Er zijn wat dit aangaat duidelijk verschillen tussen leraren en tussen de leergebieden waarop de zorg zich toespitst. In sommige gevallen zijn groepsplannen geschreven voor een geheel schooljaar en met
probleemomschrijvingen of doelaanduidingen die de leraar geen houvast geven bij het feitelijk verlenen van gerichte zorg aan leerlingen die dat nodig hebben.
Zij leiden er mogelijk toe dat er binnen een groep differentiatie plaatsvindt tussen leerlingen in relatie tot lengte van de instructie, maar dat is niet hetzelfde als het bieden van zorg. Ook in andere gevallen geven de plannen weinig
garantie voor een planmatige uitvoering van de zorg of voor het beoordelen van de doelmatigheid van de beoogde zorg. De kans is groot dat de gemaakte plannen in veel gevallen vooral papieren plannen zijn die geen daadwerkelijke invloed hebben op de lesvoorbereiding of op het bij leerlingen wegwerken van leerproblemen.
Ook komt het de inspectie voor dat de aansturing van en de controle op de uitvoering van de zorg vanuit de schoolleiding of de interne begeleiding
verbetering behoeft. Het gaat hierbij nog vooral om zorg wegens achterstand of wegens risico's op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling en in bescheiden mate om zorg wegens meerbegaafdheid.
De zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school vertoont een duidelijke systematiek. De aanpak waarbij het schoolplan eigenlijk jaarlijks wordt
aangepast - waarmee het ook een 'levend' document voor de school blijft - maakt daar deel van uit. Dat geldt ook voor de inhoudelijke onderbouwing van de gekozen veranderingsonderwerpen en de planning daarvan. Ook laat het schoolplan - en bijvoorbeeld ook de website - zien, dat er wordt toegewerkt naar borging, naar een goed pedagogisch (school)klimaat en naar verantwoording van het schoolbeleid naar de achterban.
Doordat de school niet beschikt over een document waaruit blijkt dat de onderwijsresultaten van de leerlingen bijvoorbeeld door middel van
trendanalyses jaarlijks worden geëvalueerd is het evenwel lastig om de in het schoolplan gemaakte keuzes voor de veranderingsdoelen op hun relevantie te beoordelen.
3 Conclusie
De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op basisschool De Regenboog op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast.
De bij gelegenheid van dit onderzoek uitgevoerde controle op de aanwezigheid van schoolplan, schoolgids en zorgplan en op het daarbij naleven van enkele specifieke voorschriften, waaronder die met betrekking tot de onderwijstijd geeft de inspectie geen aanleiding tot het maken opmerkingen.
Bijlage
In onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit
onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2011. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn
gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2011 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed
5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
In verband met het programmatisch handhaven heeft de inspectie daarnaast enkele controles uitgevoerd op bepaalde wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score 'ja' of 'nee'.
Kwaliteitsaspect 1 Opbrengsten
1 2 3 4 5
1.1 * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
z 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en
voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
z 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een
niveau dat mag worden verwacht. z
Kwaliteitsaspect 7a Begeleiding
1 2 3 4
7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de
prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. z
Kwaliteitsaspect 8 Zorg
1 2 3 4
8.1 De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig
hebben. z
8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt
de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. z
8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. z
8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. z
Rapport Onderzoek in het kader van het vierjaarlijkse bezoek | Pc Basisschool De Regenboog | 15 May 2012
pagina 12 van 12
Kwaliteitsaspect 9 Kwaliteitszorg
1 2 3 4
9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar
leerlingenpopulatie. z
9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. z 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. z 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. z 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. z 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de
gerealiseerde onderwijskwaliteit. z
Naleving Wet- en regelgeving
ja nee NT1A De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16,
lid 2 en 3, WPO). z
NT2A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16,
lid 1 en 3, WPO). z
NT3A De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (art. 19, lid
3, WPO). z
NT4A Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO). z NT4B Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de groepen 3 t/m 8 (artikel 8, lid 7 onder b, WPO). z
