• No results found

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in de gemeente Hof van Twente E-MOVO 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in de gemeente Hof van Twente E-MOVO 2015"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in de gemeente

Hof van Twente

E-MOVO 2015

(2)

GGD Twente

Enschede, 17 oktober 2016 Kees Smit, epidemioloog Femke Koedijk, epidemioloog

Jannet Visser, adviseur gezondheidsbevordering

(3)

Algemene informatie

In het najaar van 2015 is E-MOVO voor de vierde keer uitgevoerd onder de schoolgaande jeugd in Twente. De resultaten van dit digitale vragenlijstonderzoek zijn neergelegd in negen factsheets. Gege- vens over de gezondheid, het welzijn en de leefstijl van jongeren zijn nodig voor de onderbouwing van gemeentelijk gezondheids- en jeugdbeleid. Voor de scholen bieden de resultaten aanknopingspunten voor schoolgezondheidsbeleid en voor maatregelen en activiteiten om gezond gedrag bij leerlingen te bevorderen. GGD Twente voert in haar werkgebied E-MOVO uit.

Wat is E-MOVO?

E-MOVO is een digitale vragenlijst die op scholen voor voortgezet onderwijs wordt afge- nomen. Leerlingen uit klas 2 en 4 beantwoor- den via internet vragen over gezondheid, wel- zijn en leefstijl. Met E-MOVO wordt een goed beeld verkregen van de gezondheidssituatie van jongeren.

Landelijke afstemming

E-MOVO in Twente staat niet op zichzelf, maar is afgestemd op vergelijkbaar onderzoek door de GGD’en in heel Nederland. Naast een landelijk verplichte basisset zijn er in E-MOVO een aantal Twentse vragen opgenomen onder andere over seksualiteit.

De resultaten van E-MOVO worden centraal verwerkt door het RIVM en voor een groot deel opgenomen in de databank van het CBS.

Hierdoor kunnen regionale en gemeentelijke E- MOVO gegevens vergeleken worden met landelijke cijfers.

Wat levert E-MOVO op?

E-MOVO levert een schat aan gegevens op.

Gemeenten, scholen en GGD krijgen hand- vatten voor de ontwikkeling van preventief gezondheidsbeleid, het opstellen van maat- regelen voor een gezonde leef- en werk- omgeving en het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten gericht op het bevorderen van gezond gedrag.

Leerlingen krijgen na het invullen van de vragenlijst passende achtergrondinformatie bij diverse gezondheidsonderwerpen en verwij- zingen naar interessante websites.

Waarom wordt E-MOVO uitgevoerd?

Gemeenten hebben volgens de Wet publieke gezondheid (Wpg) de taak om de gezondheid van hun inwoners in kaart te brengen. De GGD voert die taak uit voor de gemeenten met een gezondheidsmonitor.

E-MOVO wordt om de vier jaar uitgevoerd, evenals een monitor onder volwassenen en ouderen en een monitor onder ouders van kinderen van 0-12 jaar.

Hoeveel leerlingen deden mee?

In het schooljaar 2015/2016 hebben in Twente 7.953 leerlingen meegedaan aan E-MOVO.

Vanuit de gemeente Hof van Twente hebben 706 leerlingen, zowel van het vmbo als van de havo/vwo, de vragenlijst ingevuld.

Tabel 0.1 Aantal leerlingen per klas en opleiding vmbo havo/vwo Totaal

Klas 2 195 185 380

Klas 4 160 166 326

Totaal 355 351 706

De gemiddelde leeftijd van de leerlingen in klas 2 is 13 jaar; in klas 4 is de gemiddelde leeftijd 15 jaar.

Figuur 0.1 Procentueel aandeel in respondenten- groep

Achtergrondkenmerken

E-MOVO vraagt enkele achtergrondgegevens van de leerlingen. Dat zijn onder andere leeftijd en geslacht, maar ook de vier cijfers van de postcode. Dit laatste om vast te stellen uit welke gemeente de leerlingen afkomstig zijn.

Verder is gevraagd naar etniciteit en thuis- situatie. Gegevens hierover zijn te vinden in factsheet 9.

12%

4%

5%

9%

6%

6%

12%

9%

6%

6%

8%

4%

8%

3%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(4)

Deelnemende scholen

Deelname aan E-MOVO gebeurt op vrijwillige basis. Ruim de helft (56%) van de schoolloca- ties heeft meegedaan. Totaal gaat het om 29 van de 52 locaties in Twente.

Niet alle scholen hebben zowel klas 2 als klas 4 mee laten doen. Dit resulteerde soms in een zeer klein aantal deelnemende leerlingen per school.

Het voortgezet onderwijs in de gemeenten Tubbergen en Wierden heeft niet deelgeno- men aan E-MOVO.

In de Hof van Twente hebben het Twickel Col- lege in Delden en de Waerdenborch in Goor meegedaan. De meeste jongeren uit de Hof van Twente gaan in Goor op school.

De volgende scholen in Twente hebben E- MOVO uitgevoerd:

- AOC Oost - Assink ̽

- Bataafs Lyceum - Bonhoeffer College ̽ - Canisius

- Carmel ̽

- Jacobus Fruitier - Gilde College - Noordik ̽ - Pius X College ̽ - Reggesteyn - Stedelijk Lyceum ̽ - Waerdenborch ̽

̽= meerdere locaties

Leeswijzer

De rapportage is opgebouwd uit negen fact- sheets rondom de volgende onderwerpen:

1. Gezond van lijf en leden 2. Lekker in je vel

3. Beweeg je fit 4. Eten en drinken 5. In hoger sferen 6. Op school 7. Digitale snelweg 8. Seks en zo

9. Thuis, vriendschap en vrije tijd

Meer gedetailleerde gegevens zijn te vinden in het bijbehorende tabellenboek.

Deze informatie staat op de site van de TGV:

www.twentsegezondheidsverkenning.nl Aanvullende cijfers of berekeningen kunnen desgewenst opgevraagd worden bij de epide- miologen van GGD Twente.

Weging

De gemeentelijke totaalpercentages in dit factsheet en het bijbehorende tabellenboek zijn gewogen. Hiermee wordt een eventuele ondervertegenwoordiging in de steekproef van bijvoorbeeld vmbo-leerlingen of leerlingen uit klas 2 rechtgezet.

(5)

1 Gezond van lijf en leden

In Nederland is het met de gezondheid van de jeugd over het algemeen goed gesteld. De jongeren in de Hof van Twente vormen hierop geen uitzondering. De meesten voelen zich gezond en gelukkig en hebben weinig chronische ziekten. Een kwart van de jongeren denkt dat hij of zij overgewicht heeft.

Vragen over gehoor en gehoorbescherming leveren een zorgelijk beeld op.

Ervaren gezondheid goed

Ervaren gezondheid, ook wel subjectieve gezondheid of gezondheidsbeleving genoemd, weerspiegelt het oordeel over de eigen gezondheid. Het verschilt van persoon tot persoon welke factoren het gezondheids- oordeel beïnvloeden.

Figuur 1.1 Goed ervaren gezondheid per gemeente Jongeren in de Hof van Twente zijn over het algemeen tevreden met hun gezondheid. 92%

noemt de eigen gezondheid (zeer) goed; 7%

vindt dat het ‘wel gaat’. De vraag is in eerdere E-MOVO onderzoeken ook gesteld en laat over de jaren heen een tamelijk gelijkmatig beeld zien.

Het oordeel over de eigen gezondheid wordt beïnvloed door leeftijd en geslacht en in min- dere mate door opleiding.

Gelukkig voelen

Aan jongeren is gevraagd om hun geluksge- voel uit te drukken in een cijfer variërend van heel erg ongelukkig (een 1) tot heel erg geluk- kig (een 10). Het gemiddelde voor de jongeren uit de Hof van Twente is een 8. Het geluksge- voel wordt het sterkst bepaald door geslacht, maar ook leeftijd en opleiding spelen een rol.

Het blijkt dat een goed ervaren gezondheid vaak, maar niet altijd gelijk op gaat met een geluksgevoel.

Figuur 1.2 Gelukkig voelen

Tabel 1.1 Gezondheid naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

% (Zeer) goed ervaren

gezondheid 91 92 94 90 93 87 91 93 Gelukkig voelen, ≥8 69 71 81 61 69 73 66 77 Langdurige ziekte of

handicap 6 5 5 5 3 7 5 4

Gehoorproblemen 34 42 41 42 41 42 45 38 Gebruikt soms/altijd

oordoppen 15 14 16 12 16 13 17 11

Oordeel over gewicht

(te zwaar) 22 25 - - 25 26 28 22

90%

88%

95%

89%

89%

91%

90%

92%

92%

92%

93%

95%

92%

95%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

(6)

Weinig chronische ziekten en handicaps Van alle jongeren heeft 5% een chronische ziekte of aandoening of heeft deze in het af- gelopen jaar gehad. Twee derde van deze groep zegt hier in het dagelijks leven last van te ondervinden.

Uit eerder E-MOVO onderzoek is bekend dat jongeren geen welvaartsziekten, zoals hart- en vaatziekten of diabetes rapporteren, maar onder andere migraine, eczeem, ADHD en astma.

Veel gehoorproblemen

Harde muziek in discotheken, tijdens concer- ten en via koptelefoons kan blijvende gehoor- schade veroorzaken. Het gaat daarbij om minder goed horen, doofheid en blijvend oor- suizen. Er zijn aanwijzingen dat jongeren steeds vaker en op jongere leeftijd worden blootgesteld aan een hoeveelheid geluid die een risico kan vormen. Blootstelling op jonge leeftijd kan onomkeerbare gehoorschade veroorzaken die mogelijk pas op latere leeftijd aan het licht komt.

Het risico op gehoorschade bij een muziek- festival of discotheek kan verminderd worden door het dragen van gehoorbescherming. Ook harde muziek via de koptelefoon wordt afgera- den.

Van de jongeren in de Hof van Twente zegt 58% geen gehoorproblemen te hebben. 42%

heeft dat wel, variërend van soms (39%) tot vaak of altijd (3%).

14% van de jongeren gebruikt oordoppen (3%

altijd en 11% soms), maar dit zijn veelal de jongeren zonder gehoorproblemen.

Wanneer hebben jongeren last van hun gehoor?

Figuur 1.3 Gehoorproblemen

Een kwart van de jongeren vindt zichzelf te zwaar

Al decennia lang hebben steeds minder kinde- ren een gezond gewicht. De toename van overgewicht is niet alleen bij de jeugd zicht- baar, maar ook bij volwassenen en ouderen.

Overgewicht is meestal het resultaat van een ongezonde leefstijl. Daarnaast zijn er allerlei factoren die het ontstaan van overgewicht beïnvloeden, zoals reclame, gewenning aan grote porties voedsel, ingrijpende gebeurtenis- sen, groepsdruk en de beschikbaarheid van snoep, koek, chips en dergelijke.

De laatste jaren is de toename van overge- wicht bij de jeugd aan het afvlakken.

Bij E-MOVO is aan leerlingen gevraagd wat zij zelf van hun gewicht vinden. Vinden ze zichzelf te licht of te zwaar of is het gewicht normaal?

Totaal denkt een kwart van de jongeren dat ze te zwaar zijn.

Op Twents niveau zijn de subjectieve E-MOVO percentages vergeleken met de werkelijke gewichtscijfers die tijdens de contactmomenten van de Jeugdgezondheidszorg in klas 2 zijn bepaald. De aantallen in de subgroepen voor de Hof van Twente zijn te klein voor analyse.

Figuur 1.4 Subjectief en objectief oordeel over overgewicht in klas 2 (Twentse cijfers)

Uit figuur 1.4 komt naar voren, dat jongens hun gewicht over het algemeen beter inschatten dan meisjes. Veel meisjes denken dat ze te zwaar zijn, vooral bij het vmbo.

Overgewicht komt vaker voor bij mensen met een laag inkomen en een lage opleiding.

Cijfers van de Jeugdgezondheidszorg wijzen eveneens in deze richting. In klas 2 bij het vmbo heeft 21% van de jongeren overgewicht;

bij havo/vwo is dit 14%.

19%

17%

13%

13%

23%

31%

15%

22%

Overgewicht objectief Overgewicht

subjectief Overgewicht

objectief Overgewicht

subjectief

vmbohavo/vwo

Meisje Jongen

(7)

2 Lekker in je vel

Een goede gezondheid heeft niet alleen te maken met lichamelijke gezondheid en niet-ziek zijn, maar ook met lekker in je vel zitten, weerbaar zijn en tevreden zijn met je zelf en het leven dat je leidt. Van de jongeren in de Hof van Twente heeft 92% geen sociaal-emotionele problemen. Een vergelijkbaar percentage toont zich weerbaar. 11% van de jongeren heeft depressieve gevoelens.

Sociaal-emotionele gezondheid goed Psychisch gezonde jongeren kunnen over het algemeen goed functioneren. Ze kunnen om- gaan met tegenslagen, hebben goede relaties met anderen en zijn productief. Een zekere mate van psychische en sociale onbalans past in de periode van de puberteit en is niet altijd problematisch. Het herkennen van ernstige vormen van psychische ongezondheid is vaak moeilijk, omdat symptomen vergelijkbaar zijn met normaal gedrag in de puberteit. Jongeren ontkennen of verbergen daarnaast vaak zorg- wekkende gevoelens.

Om te meten of jongeren sociaal-emotionele problemen kunnen hebben, is de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) gebruikt.

Deze vragenlijst bestaat uit 25 stellingen die betrekking hebben op emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactiviteit, problemen met leeftijdsgenoten en pro-sociaal gedrag De SDQ meet de risico’s op populatie niveau en is binnen E-MOVO niet bedoeld om een individuele diagnose te stellen.

Acht procent van de jongeren in de Hof van Twente heeft volgens de SDQ sociaal-emotio- nele problemen of loopt risico daarop. Leerlin- gen van het vmbo hebben vaker deze proble- men dan leerlingen van havo/vwo. Dit geldt voor alle subschalen van de SDQ. Er zijn op onderdelen duidelijke verschillen tussen jon- gens en meisjes. Opvallend is de hoge score bij hyperactiviteit en aandachttekort. Bijna een

kwart van de jongeren scoort op dit onderdeel van de SDQ.

Door de jaren heen is de SDQ tamelijk stabiel.

Figuur 2.1 SDQ per gemeente

Weerbaarheid groot

Belangrijk is dat jongeren vaardigheden leren om hun eigen keuzes te maken. Zelfvertrou- wen, opkomen voor jezelf, weten wat je wilt en nee durven zeggen zijn belangrijke voorwaar- den om gelukkig te zijn. 92% van de jongeren in de Hof van Twente is weerbaar. Jongens zijn wat weerbaarder dan meisjes. Jongeren op het vmbo zijn wat minder weerbaar, dan jongeren op de havo/vwo. Jongeren die onvol- doende weerbaar zijn, zijn vaak ook minder gelukkig.

Tabel 2.1 SDQ en weerbaarheid naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

% Geen sociaal-emotionele

problemen 90 92 93 91 90 94 89 95

Emotionele problemen 8 6 2 11 8 5 8 5

Gedragsproblemen 9 7 11 4 7 8 9 5

Hyperactiviteit/aan-

dachttekort 23 24 27 22 27 22 29 19

Problemen met leeftijds-

genoten 10 7 7 7 7 7 10 4

Geen pro-sociaal

gedrag ⃰ 10 9 16 3 9 10 11 8

Weerbaar 92 92 97 89 90 95 91 94

⃰ = gedrag dat niet alleen gericht is op het eigen welzijn, maar ook op dat van anderen

90%

92%

92%

89%

91%

87%

89%

92%

91%

92%

88%

93%

90%

92%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(8)

Veel ingrijpende gebeurtenissen

Veel jongeren hebben een ingrijpende gebeur- tenis meegemaakt, zoals echtscheiding of overlijden. Wie een ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt voelt zich duidelijk minder gelukkig.

Een kwart van de leerlingen groeit op met een gezinslid met een ernstige ziekte of handicap, een psychische ziekte of een verslaving.

Jongeren kunnen problemen hebben met deze situaties en er kan ook in de sfeer van

mantelzorg een beroep op hen worden gedaan. Twee derde van de jongeren met een ziek, gehandicapt of verslaafd gezinslid geeft mantelzorg.

Van de totale groep jongeren verricht 15%

mantelzorgtaken. Iets meer dan de helft van deze jongeren doet dit 1 à 2 uur in de week.

Bijna een derde geeft 3 tot 6 uur mantelzorg.

1% is 15 uur of meer aan mantelzorg per week kwijt.

Huishoudelijke taken worden verreweg het meest gedaan in het kader van mantelzorg. In veel mindere mate worden emotionele steun en de zorg voor broertjes of zusjes genoemd.

Eén op de negen jongeren heeft depres- sieve gevoelens

Jongeren kunnen voor een kortere of langere tijd niet zo lekker in hun vel zitten. Dit kan al- lerlei oorzaken hebben, zowel op school als door de thuissituatie. Piekeren, faalangst of gevoelens van wanhoop en besluiteloosheid komen bij veel jongeren voor. Het kan gepaard gaan met lichamelijke klachten en onhandel- baar gedrag en het kan de schoolprestaties beïnvloeden. In ernstiger gevallen kunnen langdurig depressieve gevoelens ontstaan gecombineerd met gedachten over zelfdoding.

Een depressie op jeugdige leeftijd vergroot de kans op een depressie op latere leeftijd.

In E-MOVO is de aanwezigheid van depressie- ve gevoelens gemeten met de Major Depres- sion Inventory (MDI). Dit gestandaardiseerde

meetinstrument telt dertien vragen over hoe de jongere zich in de voorgaande twee weken heeft gevoeld. Met de MDI worden licht, matig en ernstig depressieve gevoelens gemeten.

11% van de jongeren in de Hof van Twente heeft depressieve gevoelens. Het hoogst scoren vierdeklasssers, meisjes en vmbo- leerlingen.

Jongeren met depressieve gevoelens voelen zich minder gelukkig en worden vaker gepest.

De MDI-score is stabiel over de jaren heen.

Ouders meest gevraagd voor hulp Waar gaan jongeren naar toe voor informatie of hulp, wanneer er problemen zijn?

Figuur 2.2 Hulp vragen

Internet is niet populair als het om problemen of hulp vragen gaat. 8% van de leerlingen raadpleegt internet. Internet is waarschijnlijk meer een bron van informatie, dan een raad- gever bij persoonlijke problemen of vragen.

De bekendheid van de GGD site voor de jeugd is gering. 14% van de leerlingen heeft van de site gehoord. Slechts 1% heeft wel eens op www.jouwggd.nl gekeken.

Tabel 2.2 Psychosociale gezondheid, mantelzorg en hulp vragen naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

% Ingrijpende gebeurtenissen

Echtscheiding 18 12 14 10 12 12 15 8

Overlijden 6 6 6 5 5 6 8 3

Ziek, gehandicapt of

verslaafd gezinslid 25 21 20 22 20 23 22 20

Mantelzorg geven 16 15 14 17 13 18 15 16

Depressieve gevoelens 15 11 8 15 13 10 16 6

Hulp vragen aan ouders 83 84 88 80 85 84 83 85

(9)

3 Beweeg je fit!

Lichamelijke beweging heeft een positief effect op de conditie, het welzijn en het lichaamsgewicht.

Het verkleint de kans op gezondheidsproblemen, die vooral later in het leven kunnen ontstaan, zoals hart- en vaatziekten en diabetes. Bewegen is een goede remedie tegen stress.

Het advies van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) aan jongeren van 12-18 jaar is om dagelijks minstens één uur matig intensief te bewegen. Bijna een kwart voldoet hieraan.

Eén op de vier voldoet aan beweegnorm Om een goede gezondheid te behouden is het volgens de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen gewenst om alle dagen van de week ten minste één uur matig intensieve lichaams- beweging te hebben. Daarnaast is minimaal 2 uur gymnastiek (oefeningen in kracht, lenig- heid of coördinatie) per week nodig. Deze norm geldt voor de jeugd van 12-18 jaar.

23% van de jongeren in de Hof van Twente voldoet aan het advies van het NISB om elke dag minstens één uur matig intensief te bewegen. Meisjes voldoen vaker aan de be- weegnorm dan jongens. Ook leeftijd en oplei- ding zijn van invloed. 67% van de jongeren in de Hof van Twente beweegt minimaal één uur op minstens 5 dagen per week.

Figuur 3.1 Lichamelijke activiteit in uren per week

Meeste leerlingen fietsen naar school De meeste leerlingen gaan 5 dagen per week op de fiets of lopend naar school. Het dagelijks fietsen naar school betekent voor een deel van de leerlingen dat zij aan de beweegnorm voldoen, wanneer zij tenminste ook in het weekend voldoende bewegen en ver genoeg van school wonen.

Figuur 3.2 Voldoen aan beweegnorm per gemeente

Veel jongeren sporten

83% van de jongeren sport wekelijks bij een vereniging of club of in de sportschool. 5%

doet dit elke dag; 73% doet dit meerdere keren per week. Vmbo-leerlingen en vierdeklassers zijn minder vaak aan het sporten bij een club.

Ook zonder lid te zijn van een club of vereni- ging wordt er veel bewogen.

Tabel 3.1 Bewegen naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

% Voldoet aan

beweegnorm 19 24 22 25 17 30 20 27

Beweegt 5 dagen

minimaal 1 uur 52 67 67 68 64 71 60 75

Fietsen of lopen naar

school 96 89 90 88 96 82 89 89

Wekelijks⃰ sporten bij

club of vereniging 77 88 88 89 92 84 86 91

Wekelijks⃰ bewegen los

van club of vereniging 76 79 80 78 86 72 81 76

⃰ Wekelijks = 1 of meerdere dagen per week

4%

22%

43%

24%

inactief (< 3 uur) semi-inactief (3 -5 uur) semi-actief (5-7 uur) normactief (≥ 7 uur)

19%

22%

25%

23%

18%

21%

17%

24%

21%

19%

13%

20%

16%

16%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(10)

4 Eten en drinken

Een gezond en gevarieerd voedingspatroon is belangrijk voor een gezond gewicht en het voorkomen van ziekten. Eetgewoonten worden in de jeugd gevormd en veranderen in het latere leven weinig.

Driekwart van de jeugd in de Hof van Twente heeft als goede gewoonte om elke dag te ontbijten. Het eten van groente en fruit blijft echter sterk achter bij de geadviseerde hoeveelheden. De dorst wordt meestal gelest met water, koffie of thee. Het gebruik van energiedrankjes is beperkt.

Driekwart van de leerlingen ontbijt elke dag Ontbijten bevordert de concentratie en daar- mee de leerprestaties op school. Bovendien gaan leerlingen na een goed ontbijt minder gauw snacken of snoepen. Driekwart van de leerlingen ontbijt elke dag. 4% ontbijt (bijna) nooit. 86% van de jongeren ontbijt 5 dagen of meer per week. Het Nederlandse gemiddelde staat op 82%. Eén op de zeven leerlingen gaat minstens een dag per week zonder ontbijt naar school.

Veel te weinig groente en fruit eters

Het landelijk advies van het Voedingscentrum luidt: eet dagelijks 250 gram groente en 200 gram (2 stuks) fruit.

Figuur 4.1 Dagelijks groente en fruit

In de loop van de jaren is er weinig veranderd in de groente- en fruitconsumptie van de jeugd.

Weinig gebruik van energiedrankjes Energiedrankjes zijn frisdranken met veel suikers. Van energiedrankjes krijg je niet meer

Figuur 4.2 Dagelijks ontbijten per gemeente energie, maar ze hebben wel een oppeppend effect. Dat komt onder andere door de cafeïne die erin zit. Het advies is om niet meer dan één blikje energiedrank per dag te drinken. Geen van de leerlingen drinkt één of meer blikjes energiedrank per dag.

Water, koffie en thee de grootste dagelijkse dorstlessers

Gevraagd is naar het gebruik van zoete (sui- kerhoudende) drankjes, zoals frisdrank, aan- maaklimonade, vruchtensap en zoete melk- of yoghurtproducten. 38% van de leerlingen drinkt dagelijks één of meerdere glazen fris.

Water, koffie en thee wordt door 45% dagelijks gedronken.

Tabel 4.1 Eten en drinken naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

%

Dagelijks ontbijten 74 75 79 71 77 72 69 82

Dagelijks fruit eten 31 31 27 34 34 27 29 33

Dagelijks groente eten 45 49 46 52 48 50 44 55

Dagelijks energiedrank 2 0 1 0 1 0 1 0

Dagelijks fris 40 38 41 35 39 37 33 44

Dagelijks water, koffie

of thee 43 45 34 55 39 50 41 49

73%

76%

85%

72%

78%

77%

76%

75%

81%

76%

73%

79%

72%

76%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(11)

5 In hoger sferen

De jeugd in het voortgezet onderwijs bevindt zich in een levensfase waarin zij kunnen gaan experi- menteren met diverse genotmiddelen, zoals alcohol, tabak en drugs. Het alcoholgebruik onder jonge- ren in de Hof van Twente is hoog. Het aantal rokers is minder. Het drugsgebruik is onveranderd.

Alcoholgebruik hoog

Ruim de helft van de jongeren in de Hof van Twente heeft recent alcohol gedronken. Bij

‘recent alcohol gedronken’ gaat het zowel om enkele slokjes, als om één of meerdere glazen in de afgelopen 4 weken.

Leerlingen van het vmbo drinken vaker, dan leerlingen van de havo/vwo. Het recente alcoholgebruik onder jongeren in de Hof van Twente daalde in de periode 2003-2011 van 71% naar 52%. 50% van de jongeren heeft wel eens alcohol in een keet gedronken.

Waar wordt meeste alcohol gedronken?

Figuur 5.1 Waar alcohol drinken.

Binge drinken iets minder

Van binge drinken is sprake, wanneer bij één gelegenheid vijf of meer drankjes worden ge- nuttigd. 40% van de jongeren heeft recent vijf of meer drankjes op een feestje of andere ge- legenheid gedronken. In 2011 was dit percen- tage 41%. Het recente percentage voor binge drinken ligt boven het landelijke gemiddelde (22%).

Figuur 5.2 Wel eens drinken in een keet

Drinkgedrag zorgelijk

23% van de jongeren is de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest. 31% van de jongeren drinkt wel eens alcohol voordat ze uitgaan. Het indrinken gebeurt op allerlei plek- ken, maar het meest bij vrienden thuis. Ook de keet wordt genoemd, maar minder vaak. Drank wordt voornamelijk via vrienden verkregen.

Een klein aantal jongeren (10%) slaagt erin om zelf alcohol te kopen.

Eén op de zeven ouders verbiedt alcohol Bijna een derde (31%) van de leerlingen drinkt thuis alcohol. Dit gebeurt veelal met goedkeu- ring van de ouders. 14% van de ouders ver- biedt het gebruik van alcohol. Een derde van de leerlingen heeft met de ouders afspraken gemaakt om tot een bepaalde leeftijd geen alcohol te drinken.

Tabel 5.1 Alcohol en sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

%

Alcohol ⃰ ooit 68 79 82 75 67 90 85 71

Alcohol ⃰ recent** 41 53 58 47 26 79 58 46

Binge drinken recent⃰ ⃰ 29 40 44 36 14 66 46 33 Hoe vaak dronken

recent** 16 23 25 21 4 43 27 19

Indrinken 22 31 31 31 5 56 35 26

Drinken in een keet 29 50 52 46 20 69 58 41

Oordeel ouders/

verbieden 22 14 13 14 22 5 10 18

* = een paar slokjes, één of meer glazen ** = afgelopen 4 weken

19%

32%

50%

20%

35%

27%

19%

50%

31%

36%

29%

49%

36%

27%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente

Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(12)

Aantal rokers gedaald

Roken is verslavend en veroorzaker van tal van ziektes, zoals kanker, longziekten en hart- en vaatziekten. De meeste rokers zijn voor het 18e jaar begonnen met roken. Reden te meer om de jeugd te beschermen tegen de onge- zonde gevolgen van roken. Bijvoorbeeld door de campagne NIX18.

Van alle tweedeklassers heeft 18% roken wel eens geprobeerd; onder vierdeklassers is dat 53%. Gemiddeld heeft 36% van de jongeren ooit gerookt, dat wil zeggen een paar trekjes, een hele sigaret of meer.

Het opleidingsniveau is sterk van invloed op het wel of niet (gaan) roken. Leerlingen van het vmbo scoren zowel bij het ‘ooit’, als bij het

‘dagelijks’ en ‘wekelijks’ roken veel hoger dan leerlingen van de havo/vwo.

Het percentage leerlingen in de Hof van Twen- te dat niet rookt is gestegen van 77% in 2011 naar 86% in 2015.

Leerlingen krijgen hun sigaretten voornamelijk via vrienden, maar kopen ze ook zelf. Een kleine groep krijgt ze van hun ouders. De meeste sigaretten worden in de kroeg, café of discotheek gekocht.

Nog geen derde van de ouders verbiedt het roken van hun kinderen

29% van de ouders verbiedt hun kinderen om te roken. Ouders zijn wat roken betreft strenger dan bij alcoholgebruik.

Slechts 3% keurt het roken van hun kinderen goed, althans volgens de mening van de kin- deren zelf.

Het voorbeeldgedrag van ouders is van invloed op het wel of niet roken van hun kinderen. 30%

van de ouders rookt.

Figuur 5.3 Ooit gerookt per gemeente

Drugsgebruik onveranderd

Cannabis gebruik vermindert het korte termijn geheugen, het reactievermogen en de concen- tratie en kan daardoor de schoolprestaties beïnvloeden. 21% van de leerlingen heeft soft- drugs (wiet of hasj) aangeboden gekregen.

Dit gebeurt het meest op straat of bij een hangplek voor jongeren. 10% van de jongeren heeft ooit softdrugs gebruikt; 5% in de afgelo- pen 4 weken. Leeftijd is hierbij het meest van invloed.

9% van de jongeren heeft wel eens harddrugs (XTC, cocaïne, paddo’s, amfetamine, GHB e.d.) aangeboden gekregen. Harddrugs wor- den aangeboden op straat, in de disco, in het café, bij festivals en op andere plaatsen.

4% van de jongeren heeft ooit harddrugs gebruikt. Geslacht en leeftijd zijn het meest van invloed.

E-MOVO onderzoek wijst uit, dat Twentse jon- geren in 2015 niet meer drugs gebruikten dan in 2011. Het verhogen van de leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol heeft blijkbaar niet geleid tot een toename van het drugsgebruik.

Tabel 5.2 Roken en drugs naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

%

Roken ⃰ ooit 28⃰ 36 35 36 18 53 43 27

Roken ⃰ wekelijks 10 14 16 12 4 24 18 10

Roken ⃰ dagelijks 7 10 11 8 3 17 13 6

Oordeel

ouders/verbieden 37 29 30 27 37 21 24 34

Softdrugs aangeboden

gekregen 19 21 24 18 8 33 25 16

Ooit softdrugs gebruikt 8 10 12 8 3 18 12 8

Harddrugs aangeboden

gekregen 10 9 10 8 4 14 10 8

Ooit harddrugs gebruikt 4 4 6 1 2 6 4 3

*enkele trekjes, hele sigaret of meer

29%

26%

26%

23%

26%

25%

28%

36%

22%

30%

32%

26%

29%

29%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(13)

6 Op school

Met plezier naar school gaan is belangrijk voor het sociaal en psychisch welbevinden van jongeren en komt de schoolprestaties ten goede. Ruim de helft van de jongeren in de Hof van Twente vindt het leuk om naar school te gaan. Ernstig spijbelen komt weinig voor. Ongeveer één op de tien jongeren wordt wel eens gepest. Een klein percentage wordt gepest via internet of mobiele telefoon.

Ruim de helft gaat graag naar school 60% van de jongeren vindt het (hartstikke) leuk op school; 33% zegt ‘gaat wel’ en 8% geeft aan het ‘niet leuk’ te vinden. Meisjes en twee- deklassers hebben het meer naar hun zin.

Jongeren die het minder naar hun zin hebben op school vinden vooral ‘de meeste vakken niet leuk’ of vinden dat ‘de manier van lesge- ven niet leuk’ is. Pesten wordt niet als oorzaak van het niet-leuk vinden genoemd.

Ziekteverzuim tamelijk hoog

Eén op drie jongeren is in de voorgaande maand ziek geweest. 10% is 3 dagen of langer ziek. Meisjes verzuimen het vaakst wegens ziekte. Het ziekteverzuim is over de jaren heen stabiel.

Veel jongeren spijbelen

9% van de jongeren in de Hof van Twente heeft de afgelopen 4 weken gespijbeld. 3%

heeft 3 uur of meer gespijbeld. Vierdeklassers spijbelen vaker dan tweedeklassers, maar ook geslacht en opleiding zijn van invloed.

De belangrijkste redenen om te spijbelen zijn:

‘geen zin in school’ en ‘veel tussenuren’.

Eén op de tien leerlingen gepest in de afgelopen 3 maanden

Pesten is omschreven als schelden, roddelen, vervelende berichtjes sturen, spugen of iemand buiten sluiten. Van de jongeren in de Hof van Twente is 10% één of meerdere keren in de afgelopen 3 maanden op school gepest.

Tweedeklassers worden het vaakst gepest.

Figuur 6.1 Spijbelen per gemeente

Van alle jongeren is 7% zelf pester. 2% is zo- wel pester als slachtoffer. Leerlingen die ge- pest worden hebben een minder goed ervaren gezondheid, zijn minder gelukkig, minder weer- baar en hebben een grotere kans op depres- sieve gevoelens en emotionele problemen.

Cyberpesten op kleine schaal

Van de jongeren in de Hof van Twente is 5%

de afgelopen 3 maanden gepest via internet of mobiele telefoon. 3% van de jongeren pest zelf via internet of mobiele telefoon.

Het meeste cyberpesten blijft beperkt van 1 tot 3 keer per maand. Het wekelijks cyberpesten gebeurt op zeer kleine schaal. 1% van de leerlingen is één of meerdere keren per week slachtoffer van cyberpesten.

Ook al zijn de aantallen klein, de impact van cyberpesten en ‘gewoon’ pesten kan groot zijn.

Tabel 6.1 Schoolbeleving naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

%

Schoolbeleving, leuk 57 60 58 61 63 56 58 61

Ziekteverzuim, recent ⃰ 36 33 29 38 36 31 33 35

Spijbelen, recent ⃰ 10 9 10 8 6 12 10 8

Gepest worden ⃰⃰ ⃰ 10 10 8 11 13 6 11 8

Cyberpesten ⃰ ⃰ 5 5 4 6 6 3 5 4

recent = afgelopen 4 weken ⃰ ⃰ afgelopen 3 maanden

7%

18%

10%

13%

6%

6%

15%

9%

6%

12%

10%

3%

7%

9%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(14)

7 Digitale snelweg

Het gebruik van social media is niet meer weg te denken uit de huidige samenleving en heeft onder jongeren een enorme vlucht genomen. Hetzelfde geldt voor (online) gamen. Een wereld aan nieuwe mogelijkheden voor vermaak en sociale contacten heeft zich geopend. Een positief aspect van deze media is het opdoen van kennis en het onderhouden van een groot netwerk van vrienden. De meeste jongeren in de Hof van Twente zijn dagelijks actief op social media. Eén op de zes heeft ongewenste ervaringen met internet. Het risico op problematisch gebruik van social media of gamen blijft beperkt.

Veel gebruik social media

Het zoeken naar sociaal contact en het verken- nen van sociale mogelijkheden en beperkingen is van alle tijden. Nu gebeurt dat vooral via social media. Jongeren staan voortdurend met elkaar in contact en dat is ook zichtbaar. De meeste jongeren (86%) zijn dagelijks actief op social media. Meisjes maken hier meer gebruik van dan jongens. Een kleine groep (5%) maakt (bijna) nooit gebruik van social media.

Leidt het hoge social media gebruik tot proble- men? Bij een kleine groep, 5% van de jonge- ren, leidt dit tot problemen.

Figuur 7.1 Risico op problematisch gedrag

Veel ongewenste ervaringen met internet 16% van de jongeren in de Hof van Twente heeft meegemaakt dat iemand tegen zijn/haar zin vervelende foto’s of filmpjes heeft verspreid via internet of de mobiele telefoon. Het percen- tage ligt drie keer zo hoog als bij cyberpesten.

Meisjes hebben het vaakst ongewenste erva- ringen op internet.

Figuur 7.2 Dagelijks gebruik social media per gemeente

Gamen voor jongens

Er zijn de laatste jaren steeds mooiere games ontwikkeld. De techniek op dit gebied schrijdt voort en maakt competities in internetverband mogelijk. Veel jongeren (21%) spelen (bijna) dagelijks games. Jongens veel meer dan meisjes; tweedeklassers meer dan vierde- klassers. 41% van de jongeren in de Hof van Twente speelt (bijna) nooit games. Dit zijn vooral meisjes.

Het risico op problematisch game gedrag is 2% voor de totale groep leerlingen. Zij vinden het het moeilijkst om te stoppen.

Tabel 7.1 Social media en gamen naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

%

Gebruik social media ⃰ 84 86 79 93 81 91 86 85

Risico op problematisch

gebruik social media 7 5 3 8 5 6 7 3

Ongewenste ervaringen 15 16 14 19 16 17 17 15

Gamen ⃰ 22 21 36 6 26 17 20 23

Risico op problematisch

game gedrag 3 2 3 1 2 2 3 1

⃰ (bijna) dagelijks

85%

80%

84%

83%

85%

87%

84%

86%

82%

81%

79%

85%

84%

84%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(15)

8 Seks en zo

In de puberteit worden veel jongeren voor het eerst verliefd en hebben hun eerste ervaringen met seksueel gedrag. Het is belangrijk dat jongeren van meet af aan weten wat veilig vrijen is, hoe je grenzen moet stellen, wat seksueel overdraagbare aandoeningen zijn en hoe je omgaat met relaties.

Seksuele activiteit beperkt zich bij de jongeren in de Hof van Twente vaak nog tot (tong)zoenen. Een kleine groep heeft al geslachtgemeenschap, maar brengt het veilig vrijen nog niet erg in praktijk. De opvattingen over homoseksualiteit zijn wisselend.

(Tong)zoenen nog niet voor iedereen Twee derde van de vierdeklassers heeft erva- ring met tongzoenen. Bij de tweedeklassers is dat nog geen kwart. Niet alleen leeftijd, maar ook opleiding en geslacht zijn bepalend voor de eerste seksuele contacten. De vraag over tongzoenen is als introductievraag gesteld op het thema seksualiteit. Wie geen ervaring heeft met tongzoenen krijgt geen vervolgvragen over veilig vrijen.

Ruim een derde gebruikt condoom 11% van de jongeren in de Hof van Twente heeft wel eens geslachtsgemeenschap gehad.

In 2011 lag dit percentage ongeveer op 13%.

Op Twents niveau gebruikt meer dan de helft van de jongeren bij het vrijen niet altijd een condoom. De meest genoemde redenen om geen condoom te gebruiken zijn: ‘gebruiken ander voorbehoedsmiddel’, ’geen condoom bij ons’ en ‘vaste verkering’.

Niet alle meisjes vrijen veilig

In Twente gebruikt 17% van de meisjes de pil of een ander voorbehoedsmiddel om niet zwanger te worden. 7% gebruikt bovendien condooms en is daarmee niet alleen tegen zwangerschap, maar ook tegen soa’s be- schermd. 14% van de meisjes die geslachts- gemeenschap hebben gehad, gebruikt zelf geen voorbehoedsmiddel.

Figuur 8.1 Condoomgebruik per gemeente

Ongewenste intimiteiten

7% van de jongeren geeft aan in de afgelopen zes maanden een ongewenste seksuele erva- ring te hebben gehad. Onder ongewenste er- varing wordt verstaan: alles van zoenen, tot in- tiem betasten en naar bed gaan. In klas 4 ko- men de meeste ongewenste intimiteiten voor.

Sense weinig bekend

Sense is een gratis en anoniem spreekuur van de GGD voor jongeren. 14% van de jongeren in de Hof van Twente kent het spreekuur. Een iets kleiner aantal kent de website van Sense.

Tabel 8.1 Seksualiteit naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

%

(Tong)zoenen 43 43 39 48 21 66 48 38

Ooit seks gehad 10 11 10 13 1 21 14 8

Condoomgebruik

altijd 47 37 - - - -

Beschermd tegen

zwangerschap 17 24 nvt 24 - 31 26 22

Beschermd tegen zwangerschap en soa

7 8 nvt 8 - 10 7 9

Ongewenste

intimiteiten 6 7 6 9 3 11 9 5

Sense spreekuur

bekend 29 14 - - - 14 - -

- = onvoldoende gegevens voor analyse

59%

35%

46%

51%

52%

49%

45%

37%

46%

48%

46%

61%

50%

69%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(16)

Sexting beperkt

De opkomst van nieuwe media heeft ook ge- zorgd voor een nieuw fenomeen: sexting. Je borsten, geslachtsdelen of billen laten zien of iets anders seksueels doen voor de webcam of smartphone. De verspreiding van seksueel ge- tinte foto’s en filmpjes via internet gaat razend- snel en de gevolgen kunnen ingrijpend zijn. 3%

van de jongeren heeft wel eens aan sexting gedaan. Het meest gebeurt dit door jongens, in klas 4 en bij het vmbo.

Seks is niet te koop

Heb je wel eens geld of andere dingen gekre- gen in ruil voor seks? Op een enkeling na wordt dit niet gedaan in de Hof van Twente.

Houding ten opzichte van homoseksualiteit niet altijd even tolerant

Wat vind je ervan, wanneer twee jongens of twee meisjes verliefd zijn op elkaar? 3% van de jongeren in de Hof van Twente vindt dit verkeerd; 30% vindt dit een beetje of erg raar.

Meisjes hebben wat verliefd zijn een toleran- tere houding dan jongens.

Een negatieve houding uit zich ook door geen vriendschap met een homoseksuele jongere te willen sluiten (11%), in de pauze liever naast iemand anders te gaan zitten (24%) en laten merken dat je door zo iemand niet aangeraakt wilt worden (37%).

Wat vind je ervan, wanneer twee jongens of twee meisjes, of een jongen en een meisje elkaar zoenen op het schoolplein of op straat?

Zoenen op straat of schoolplein verkeerd

Figuur 8.2 Zoenen

Weinig openheid op school over homo- seksualiteit

Slechts 14% van de jongeren denkt dat je op school overal voor je geaardheid uit kunt komen. 39% denkt dat dit alleen tegenover vrienden kan. Jongens en meisjes verschillen van opvatting, maar vooral leeftijd en opleiding spelen een rol.

Van de jongeren in de Hof van Twente denkt 16% dat een homoseksuele jongere helemaal niet eerlijk uit kan komen voor zijn/ haar ge- aardheid op school.

Seksuele geaardheid nog pril

Aan vierdeklassers is gevraagd of zij iets willen zeggen over hun seksuele voorkeur. De mees- ten voelen zich aangetrokken tot het andere geslacht (ongeveer 95%). Een kleine groep geeft de voorkeur aan de eigen sekse of voelt zich aangetrokken tot beide geslachten. Het gaat om 4% van de jongens en 1% van de meisjes.

Tabel 8.2 Seksualiteit en homoseksualiteit naar sociaal-demografische kenmerken Twente

%

Hof van Twente%

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

%

Sexting 3 3 4 3 2 4 4 2

Seks voor geld ⃰ 2 0 1 0 2 0 1 0

Verliefd homo/lesbo

(verkeerd) 5 3 5 1 3 4 5 1

(Zeker) geen

vriendschap willen 14 11 17 5 10 12 11 11

Liever naast iemand

anders gaan zitten 25 24 34 14 26 22 28 19

(Zeker) niet aanraken 36 37 49 25 38 37 44 30

Zoenen jongen/meisje

(helemaal) verkeerd 6 4 4 5 5 3 6 2

Zoenen meisje/meisje

(helemaal) verkeerd 17 12 13 11 15 9 15 9

Zoenen jongen/jongen

(helemaal) verkeerd 25 21 31 12 20 22 27 15

Openheid op school 12 14 13 15 9 19 13 19

regelmatig of vaak

31%

13%

4%

12%

11%

5% Meisje

Jongen

(17)

9 Thuis, vriendschap en vrije tijd

Jongeren mogen dan veel tijd op school doorbrengen, de meeste tijd zijn ze toch thuis, al was het alleen al om te slapen, te eten, huiswerk te maken en te ontspannen. Het is niet alleen de school, maar zeker ook de ouders die een belangrijke bijdrage aan de opvoeding leveren. Etniciteit kan invloed hebben op de opvoeding. 8% van de leerlingen in Hof van Twente is allochtoon. De meeste leerlingen groeien op in een gezin met beide ouders en een vergelijkbaar percentage oordeelt positief over de relatie met de ouders.

De relatie met vrienden wordt door 74% als positief beoordeeld. In hun vrije tijd besteden jongeren veel tijd aan gamen en social media, maar daarnaast is ook ruimte voor sport en bijbaantjes.

Vrijwilligerswerk is voor jongeren geen onbekend fenomeen.

Weinig allochtone jongeren

Van de leerlingen die in de Hof van Twente aan E-MOVO hebben deelgenomen is 8%

allochtoon.

De meeste allochtone jongeren (twee derde) zijn van niet-westerse (Turkse) afkomst. Naar verhouding zitten er veel niet-westers allochto- ne jongeren op het vmbo. Deze groep loopt doorgaans meer gezondheidsrisico’s, zowel op lichamelijk als op sociaal en psychisch vlak.

Meeste jongeren wonen in gezin met beide ouders

Figuur 9.1 Thuissituatie

12% van de jongeren in de Hof van Twente heeft te maken met echtscheiding. Bijna de helft (44%) heeft daar problemen mee.

Relatie met de ouders is goed

De ervaren kwaliteit van de relatie die de jon- gere heeft met zijn/haar ouders is gemeten met vragen over begrip, geluk, liefde, eerlijk- heid, tijd en kunnen praten met je ouders.

84% van de jongeren beoordeelt de relatie met de ouders als goed.

Figuur 9.2 Relatie met ouders

De helft van de jongeren voelt zich helemaal begrepen door zijn/haar ouders. Driekwart is het helemaal eens met de stelling dat ouders van hen houden. 59% zegt thuis altijd gelukkig te zijn (33% is redelijk vaak gelukkig).

69% voelt zich thuis altijd eerlijk behandeld, 56% vindt dat ouders altijd voldoende tijd voor hen hebben en bijna driekwart kan altijd met de ouders praten als dat nodig is.

Tabel 9.1 Etniciteit, thuissituatie en relatie met ouders naar sociaal-demografische gegevens Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

% Niet-westers

allochtoon 11 5 4 5 5 4 6 3

Thuis met beide

ouders 80 87 86 88 87 87 84 90

Gescheiden ouders 18 12 14 10 12 12 15 8

Problemen met

echtscheiding 41 44 - - - - - -

Relatie met ouders,

goed ⃰ 83 84 87 80 84 83 81 87

gemiddeld of meer dan gemiddeld

49%

76%

59%

69%

56%

71%

Begrepen Houden van Thuis gelukkig Eerlijk behandeld Voldoende tijd Kunnen praten

(18)

Driekwart krijgt sociale steun van vrienden/vriendinnen

Een standaard vragenset naar sociale steun is gebruikt om te bepalen hoe de relatie met vrienden en vriendinnen wordt beoordeeld.

Vragen zijn gesteld over de tijd die met vrien- den wordt doorgebracht, of iets samen is on- dernomen, of je plezier met elkaar hebt gehad, of je elkaar geholpen hebt, of je over alles hebt kunnen praten en of je vertrouwen in elkaar hebt. 74% van de jongeren in de Hof van Twente scoort hoog, wanneer het om sociale steun van vrienden gaat. 5% scoort laag en 21% gemiddeld. Er is een duidelijk verschil tussen tweede- en vierdeklassers. Meisjes ervaren meer sociale steun dan jongens.

Vrijwel alle jongeren in de Hof van Twente (99%) zeggen voldoende vrienden te hebben.

Veel leerlingen lid van een vereniging Veel vrije tijd van jongeren gaat op aan social media, gamen en aan TV kijken, maar daar- naast is er ook ruimte om actief te zijn bij een vereniging of club. 88% van de jongeren in de Hof van Twente is lid van een vereniging.

Figuur 9.3 Lidmaatschap van een vereniging Verreweg de meeste leerlingen (83%) zijn lid van een sportclub. Daarnaast is het gevarieerd binnen welke club of organisatie leerlingen actief zijn. Zang, muziek of toneel worden het vaakst genoemd.

Eén op de acht leerlingen is helemaal nergens lid van. Vooral leerlingen van het vmbo zijn minder vaak lid van een vereniging of club.

Figuur 9.4 Lid sportvereniging per gemeente In Rijssen-Holten, in de grote steden en in Borne zijn jongeren minder vaak lid van een sportvereniging dan in de rest van Twente.

Ook tijd voor bijbaantje en vrijwilligerswerk Een bijbaantje is voor veel jongeren aantrekke- lijk om een extra zakcentje te verdienen, om ervaring op te doen en voor de sociale contac- ten. De helft van de jongeren in de Hof van Twente heeft een bijbaantje. Leeftijd is duidelijk van invloed. In klas 2 heeft 32% een bijbaantje; in klas 4 is dit gestegen naar 75%.

Veel volwassenen en ouderen in Twente doen vrijwilligerswerk. Ook aan jongeren is gevraagd of zij vrijwilligerswerk doen bijvoorbeeld door te helpen in de sportkantine, boodschappen te doen voor oude mensen of oud papier opha- len.

20% van de jongeren in de Hof van Twente doet aan een vorm van vrijwilligerswerk. Het doen van vrijwilligerswerk verdeelt zich tamelijk gelijkmatig naar geslacht en leeftijd. Opleiding heeft geen invloed.

Tabel 9.2 Sociale steun, vrienden en vrije tijd naar sociaal-demografische gegevens Twente

%

Hof van Twente %

Jongen

%

Meisje

%

Klas 2

%

Klas 4

%

vmbo

%

havo/vwo

% Veel sociale steun van

vrienden 72 74 69 79 70 78 73 76

Genoeg vrienden 98 99 99 99 99 99 99 99

Lid sportvereniging 71 83 82 84 86 80 78 89

Geen lid van

vereniging 20 12 12 11 9 14 16 6

Bijbaantje 44 54 56 51 32 75 55 52

Vrijwilligerswerk 21 20 18 21 21 19 20 20

83%

10%

2%

3%

2%

8%

Sport Zang/muziek/…

Natuur/milieu Jeugdvereniging/…

Kerk/moskee Anders

67%

69%

80%

69%

84%

79%

68%

83%

79%

79%

60%

79%

72%

76%

Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden

(19)
(20)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer een leerkracht weet heeft van pestgedrag in de klas of school (Figuur 46) zouden de Waddisters het liefst hebben dat de gepeste persoon geholpen wordt en dat de personen

Zo kunnen ouders sporten zelf niet belangrijk of leuk vinden, waardoor zij sport en beweging bij hun kinderen niet stimuleren.. Jongeren geven bijvoorbeeld aan dat hun ouders

Om zelf niet gepest te worden, gaat men meedoen of houdt men zijn mond.. Pestkoppen

De cijfers voor Oosterhout zijn over het algemeen goed vergelijkbaar met die voor de hele regio West-Brabant.. Er doet zich alleen een significant verschil voor wat betreft

Als mensen snel angstig worden, is het deels omdat gevoelens niet ingebed worden in een traditio- neel betekeniskader.. De emoties van het moment krijgen de

Maak het vooral concreet. Schep een kader voor de startende fluitist en houd het eenvoudig. Zorg er vervolgens voor dat beginnende scheidsrechters zich zo’n procedure goed

Laat de adem langzaam en diep toe in het lichaam, zó dat niet alleen de buikwand zich (zónder gebruik te maken van de buikspieren) uitzet, maar dat ook de borstkas zich volledig

Wat moet er op de lege plek staan om de regel voor het vinden van het onderwerp af te maken.. Vul de lege