THEMA : Leuk en niet-leuk

(1)

SEIZOEN 2019-2020 LES 23

1. Begeerte en afkeer worden opgewekt door zintuiglijke objecten en vinden hun oorsprong in het desbetreffende zintuig. Geef niet toe aan de aantrekkingskracht ervan. Die twee, de zintuigen en hun objecten versperren de weg. (Bhagavad Gītā III, 34)

Shankara (tijd waarin hij leefde is onbekend) zegt hierover in zijn commentaar:

‘Alle zintuiglijke objecten hebben de eigenschap dat zij een plezierig of een onplezierig gevoel ervoor oproepen. Nu zal ik zeggen waar de ruimte ligt voor persoonlijke inspanning en voor de Leer (traditie).

Wie de aloude traditie volgt, zal allereerst moeten leren uit te stijgen boven de polariteit van leuk en niet-leuk. Wat wij de aard of de natuur van de mens noemen werkt immers langs de lijn van deze polariteit (plezierig, niet-plezierig; leuk en niet-leuk).

Dat onderscheid maakt dat de mens gemakkelijk het risico loopt zijn eigen taak te negeren of zelfs niet te doen en zich druk te maken om wat anderen doen of niet-doen.

Wie leert zich niet langer iets aan te trekken van de tegenstelling leuk en niet-leuk, zal zich meer en meer aangetrokken voelen tot de aloude traditie. Zo ontsnapt hij aan de bindingen die in zijn eigen natuur liggen opgesloten. Laat niemand zich dus onderwerpen aan het gezag van de vermeende keuze tussen leuk- en niet-leuk. Zij zijn de vijanden van wie wijsheid zoekt. Je kunt ze nog het beste vergelijken met

struikrovers.’

2. De aloude boodschap is dus: ‘De waarheid zelf gaat voorbij aan ‘leuk’

en ‘niet leuk’. De waarheid is. Wie leert die waarheid, de werkelijkheid, lief te hebben zal al spoedig uitstijgen boven het persoonlijke en kortzichtige van ‘leuk’ en ‘niet leuk’ . Wie snoept zal vroeg of laat naar de tandarts en de dokter moeten gaan, met alle gevolgen van dien. Wie tussen deze twee stromen van ‘leuk’ en ‘niet-leuk’ door weet te

laveren om er uiteindelijk bovenuit te stijgen zal zijn lagere natuur onder controle krijgen. De twee op hol geslagen paarden die ‘Leukje’

en ‘Niet-Leukje’ heten, gaan weer aan de teugel lopen, liefst stapvoets, want dan kun je ze ook nog bijhouden.

3. Juist in de situatie waarin we nu met z’n allen verkeren is een vitale ademhaling van het grootste belang, Door extra aandacht te schenken aan onze ademhaling versterken we het zelfreinigend vermogen van de luchtwegen. Van nature zorgt hier een dun en beschermend slijmhoudend laagje voor, waarmee deze zijn bekleed.

Bovendien zorgt de beweging van kleine trilhaartjes waarop het slijm

(2)

zich bevindt ervoor, dat lichaamsvreemde stoffen naar de keelholte worden afgevoerd. Daar aangekomen worden de stoffen via het sputum uitgehoest of ingeslikt.

Dan nu de oefening, doe deze driemaal. Sla deze oefening niet over.

Laat in geval je weinig tijd hebt liever de volgende oefeningen varen.

Je kunt de oefening in bed doen, of anders zittend.

Als je alleen deze oefening doet, doe hem dan minstens 10 keer per dag.

Laat de adem langzaam en diep toe in het lichaam, zó dat niet alleen de buikwand zich (zónder gebruik te maken van de buikspieren) uitzet, maar dat ook de borstkas zich volledig vult (passieve instroom;

gevolgd door een door de wil gestuurde actieve instroom).

Houd dan, zolang het goed voelt - dus niet forceren!!! - de borstkas in die stand door de adem vast te houden.

Adem dan langzaam uit en trek aan het eind van de uitademing de buikspieren aan, waardoor de buikwand naar binnen gaat en omhoog.

Nadat de lucht op deze wijze uit de longen is gedreven, laat je de volgende inademing toe op de boven beschreven (en inmiddels zo bekende) wijze.

Zoals gezegd herhaal je de oefening totaal drie keer.

De tijd die je doet over één cyclus kun je verlengen naarmate de capaciteit van de longen groter wordt. Verg echter nooit teveel van je longen!!!! Heb (dus) ook niet het gevoel dat je ‘aan het werken bent’!

Vestig bij deze oefening het denken op het LEVENSBEGINSEL.

Zie in gedachten hoe dit met elke inademing wordt opgenomen; zie hoe het leven geeft aan je hele lichaam, terwijl je de adem vasthoudt en maak je een mentaal beeld hoe alle afgewerkte weefsels en zieke atomen uit het lichaam worden verwijderd, terwijl je uitademt.

Hierbij verklaar je:

‘ Deze verse lucht zal een heilzame uitwerking hebben op mijn hele lichaam. Ik adem de ware Levensessentie in. Dit stimuleert mij mentaal en fysiek. Mijn denken lijkt helderder, ik voel me stralend, gelukkig. Ik ben doordrongen van gezondheid.’

(3)

Reinigende ademhaling

Om de longen te reinigen kun je (staande) afsluiten met de volgende oefening.

De oefening prikkelt de longcellen, geeft in het algemeen veerkracht aan de ademhalingsorganen en bevordert hun algemene

gezondheidstoestand. Na afloop zul je zelfs kunnen bemerken dat het hele lichaam erdoor is opgefrist:

1. Adem volledig in (zie voorgaande oefening) 2. Houd de adem enige seconden in.

3. Houd de lippen stevig op elkaar, terwijl je de adem gedeeltelijk krachtig uitstoot (de wangen zetten daarbij niet of nauwelijks uit). Trek bij het uitstoten van de adem de buikwand naar binnen.

Stop dan een ogenblik, laat de buikwand los en adem dan op dezelfde wijze opnieuw een weinig uit. Herhaal ‘zolang de voorraad strekt’

Denk erom, dat grote kracht moet worden aangewend bij het uitademen van de lucht door de opening tussen de lippen.

4. Herhaal de oefening tot ze natuurlijk en gemakkelijk kan worden verricht

4. Āsana’s

* Berghouding - Onderzoek hoe je (erbij) staat.

Creëer het gevoel, dat je een evenwichtige, vitale verbinding vormt tussen ‘boven’ en ‘onder’;

* Kleine boog – strek een arm langs het oor omhoog en buig op een uitademing over naar de andere zijde. Blijf ongeveer 30 à 45 tellen in de houding, voel na, en herhaal aan de andere zijde;

* Meeuw – houd daarbij de benen gestrekt, armen in elkaars verlengde, beweeg vanuit de onderrug;

* Zittend opstrekken – gespreide benen, armen langs het hoofd gestrekt, vingers gestrengeld, maak je lang, houd de adem laag;

(4)

* Boogschutter – zithouding, één been gestrekt, buig het andere been en pak de voet met de hand van dezelfde lichaamszijde, breng de voet, terwijl je het bovenlichaam zo recht mogelijk houdt, richting het oor. Herhaal aan de andere zijde;

* Vooroverbuiging over één been – zithouding, buig het L-been en plaats de voet tegen de binnenzijde van het gestrekte R-been. Breng het bovenlichaam boven het gestrekte been en buig vanuit de onderrug over het gestrekte been. Herhaal aan de andere kant;

* Vlinder – zithouding, voetzolen tegen elkaar, knieën bewegen licht op-en-neer; houd het bovenlichaam recht;

* Cobra-houding – behoeft geen uitleg

* Rust uit met de benen omhoog tegen een muur, kussen onder het bekken.

5. Meditatie

Allereerst richt je je aandacht op de adem.

Geleidelijk aan breid je het veld van gewaarzijn uit, zodat het ook alle energiestromen en gevoelens in je lichaam omvat.

Het kan voorkomen dat je tijdens de meditatie een hele reeks aan zintuiglijke gewaarwordingen tegenkomt, zoals lekker, strak, fijn, jeuk en soms pijn.

Geef al deze gevoelens precies dezelfde aandacht en benadering als je hebt ontwikkeld voor je adem.

Als je stil zit, begint je lichaam zich vanzelf te manifesteren in je bewustzijn.

Je komt erachter, dat ons drukke leven van alledag heeft gemaakt, dat je de dingen die je tijdens dat proces gaat voelen, bent gaan

verdringen, zodat je ze ‘normaal’ niet meer waarnemen.

Dus zul je in de eerste plaats ongewone gevoelens waarnemen, omdat je niet gewend bent om stil te zitten.

Op een dieper niveau zul je soms spanning voelen in je schouders, of je kaken, of rug, je buik of in een ander deel van je lijf.

Als je stil zit en stil wordt, ga je voelen waar spanningen zitten die je al een heel leven hebt verzameld en met je hebt meegedragen.

Dus als je daar maar zit en het ritme van je adem voelt, kunnen bepaalde plekken plotseling pijn gaan doen, of warm worden, of

(5)

Het enige wat je hoeft te doen is het lichaam er te laten zijn – of het nu pijnlijk of aangenaam is . Neem het waar in dezelfde geest van

aandacht, zoals we ook al deden met de ademhaling.

Als je dit kunt, zal wát er ook plaatsvindt in je lichaam niet meer zozeer een probleem vormen, maar juist bijdragen tot een diepgaande heelwording, zelfs al is dat in eerste instantie een pijnlijk proces.

Afsluiting

De eenheid weet niet dat wij haar eenheid noemen.

Zij is een tempel van stilte, waar geen enkele gedachte toegang heeft.

Weet niets meer en je bent alles.

Nu je totaal bent is het einde het begin.

Je bent zo compleet één dat je geen keuze meer kunt maken.

Alles is heilig.

Alles is één, alles is één!