• No results found

Leerdoelen: ik weet wat het onderwerp is en hoe ik deze kan vinden in een zin.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Leerdoelen: ik weet wat het onderwerp is en hoe ik deze kan vinden in een zin."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorblad

(2)

Leerdoelen: ik weet wat het onderwerp is en hoe ik deze kan vinden in een zin.

Het onderwerp is vaak een mens, dier of ding. Het hangt samen met de persoonsvorm. De zin geeft meestal aan wat er met het onderwerp gebeurt, of wat het onderwerp doet.

De regel die we gebruiken om het onderwerp te vinden in een zin is:

Wie of Wat + persoonsvorm.

Om het onderwerp van een zin te vinden moeten we eerst de persoonsvorm vinden. Bijvoorbeeld: ‘Jan rent’. Als we dit zinnetje vragend maken krijgen we: ‘Rent Jan?’. ‘Rent’ staat vooraan, dus ‘rent’ is de persoonsvorm. Om het onderwerp te vinden stellen we ons de vraag ‘wie/wat + persoonsvorm’.

In dit geval krijgen we de vraag: ‘Wie of Wat rent?’. Op deze vraag is het antwoord: Jan. Want Jan rent.

Dus ‘Jan’ is het onderwerp.

Kort voorbeeld

Vind het onderwerp van de zin.

Juf pakt een boek uit de kast.

Eerst moeten we de persoonsvorm vinden. Dit kunnen we doen door de zin vragend te maken.

Pakt Juf een boek uit de kast? ‘pakt’ is de persoonsvorm.

Wie of Wat pakt? Juf pakt.

Dus ‘Juf’ is het onderwerp.

(3)

Opgave 1

Wat moet ik eerst doen voordat ik het onderwerp kan vinden? Kleur het juiste vakje.

Opgave 2

Wat moet er op de lege plek staan om de regel voor het vinden van het onderwerp af te maken?

Vul de lege plek in.

………. + persoonsvorm

Opgave 3

Lees de zin. Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp? Vul deze in. Tip: denk aan de regel voor het vinden van het onderwerp.

Lisa loopt naar huis.

Persoonsvorm: ………..

Opgave 4

Lees de zin. Wat is de persoonsvorm en wat is het onderwerp? Vul deze in. Tip: denk aan de regel voor het vinden van het onderwerp.

Het huis staat aan het water.

Persoonsvorm: ………..

Onderwerp: ……….

Opgave 5

Welk woord is het onderwerp? Kleur het juiste vakje. Tip:

denk aan de regel voor het vinden van het onderwerp.

De hond kauwt op een stok.

Opgave 6

Welk woord is het onderwerp? Kleur het juiste vakje. Tip:

denk aan de regel voor het vinden van het onderwerp.

Juf schrijft de som op het bord.

De zin extra goed lezen.

De persoonsvorm vinden.

Een snoepje eten.

kauwt een stok De hond

(4)

Opgave 7

Lees de zin. Onderstreep de persoonsvorm met groen en het onderwerp met rood. Tip: denk aan de regels voor het vinden van de persoonsvorm en het onderwerp.

Vera en Kay zitten samen op het gras.

Opgave 8

Lees de zin. Onderstreep de persoonsvorm met groen en het onderwerp met rood. Tip: denk aan de regels voor het vinden van de persoonsvorm en het onderwerp.

De hond plast tegen een boom.

Opgave 9

Lees de zin. Onderstreep de persoonsvorm met groen en het onderwerp met rood. Tip: denk aan de regels voor het vinden van de persoonsvorm en het onderwerp.

Het meisje maakt staartjes in haar haar.

(5)
(6)

Opgave 1

De persoonsvorm vinden.

Opgave 2

Wie of Wat + persoonsvorm.

Opgave 3

Persoonsvorm: loopt Onderwerp: Lisa

Opgave 4

Persoonsvorm: staat Onderwerp: Het huis

Opgave 5 De hond

Opgave 6 Juf Opgave 7

Vera en Kay zitten samen op het gras.

Opgave 8

De hond plast tegen een boom.

Opgave 9

Het meisje maakt staartjes in haar haar.

(7)

© De Bijlesmeester, 2020. Auteursrecht voorbehouden.

Er mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd,

opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of

openbaar gemaakt worden in enige vorm of op enige

wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën,

opname, of op enige andere manier, zonder een

voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur of

de uitgever.

(8)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toen mijn moeder in 1954 in het ziekenhuis werd opgenomen, zijn mijn vijf broertjes, mijn zusje en ik variërend in de leeftijd van 2 tot 13 jaar in Groenestein ondergebracht bij

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

De _______________van dagvlinders zien er aan de uiteinden knotsvormig uit, terwijl de nachtvlinders veerachtige

De jonge plant heeft voedingsstoffen uit de bodem, water en zon- licht nodig om te groeien.. In de aarde zwellen de zaden door

kind – lichaam – voltooid – krijgen de baard in de keel – tand – groeien – melkgebit – wisselen van het gebit - geboorte - maand - meisjes. Leg babyfoto‘s van jou in de

[r]

Ondanks deze tekortkomingen van de centrale plaatsentheorie ontwikkelt de ruimtelijke detailhandelsstructuur in Centraal Europa zich in de richting van een functionele hiërarchie,

Vaak zijn de speelaanleidingen er wel, maar weten veel kinderen en ouders die niet te vinden.. Door een verhaal te koppelen aan een speelroute wordt de stad een ontdek-