• No results found

Bestemmingsplan Valthe, partiële herziening locatie Hoofdstraat 10 te Valthe. Vastgesteld d.d. 8 december 2011

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bestemmingsplan Valthe, partiële herziening locatie Hoofdstraat 10 te Valthe. Vastgesteld d.d. 8 december 2011"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opdrachtgever: De heer Habing Rapportnummer: 20.080

Datum vrijgave: December 2011 Vrijgave: Ing. G. Kalkman Goedkeuring: Drs. K.J.A. Wiersema

Bestemmingsplan Valthe, partiële herziening locatie Hoofdstraat 10 te Valthe

Vastgesteld d.d. 8 december 2011

(2)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 2 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

Inhoud

1 INLEIDING ... 3

1.1 Aanleiding ... 3

1.2 Doel ... 3

1.3 Korte omschrijving plan ... 3

1.4 Verantwoording ... 4

1.5 Leeswijzer ... 5

2 PLANBESCHRIJVING ... 6

2.1 Huidige situatie ... 6

2.2 Planologisch kader ... 7

2.3 Werkafspraak SVBP versus Wabo ... 7

3 BELEIDSKADER ... 9

3.1 Provinciaal beleid... 9

3.1.1 Omgevingsvisie Drenthe ... 9

3.2 Gemeentelijk beleid ... 11

3.2.1 Toekomstvisie Borger-Odoorn ... 11

3.2.2 Structuurplan Borger-Odoorn... 12

4 OMGEVINGSASPECTEN ... 13

4.1 Archeologie ... 13

4.1.1 Aanleiding en doel ... 13

4.1.2 Doorwerking naar het plan ... 13

4.2 Flora en Fauna ... 14

4.2.1 Aanleiding en doel ... 14

4.2.2 Doorwerking in het plan ... 14

4.3 Bodem... 16

4.3.1 Aanleiding en doel ... 16

4.3.2 Doorwerking naar het plan ... 16

4.4 Luchtkwaliteit ... 16

4.4.1 Aanleiding en doel ... 16

4.4.2 Doorwerking naar het plan ... 17

4.5 Geluid... 17

4.5.1 Aanleiding en doel ... 17

4.5.2 Doorwerking naar het plan ... 17

4.6 Externe veiligheid ... 18

4.6.1 Aanleiding en doel ... 18

4.6.2 Doorwerking naar het plan ... 18

4.7 Waterparagraaf ... 19

4.7.1 Aanleiding en doel ... 19

4.7.2 Doorwerking naar het plan ... 20

5 ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID ... 21

6 OVERLEG EN INSPRAAK ... 22

7 JURIDISCHE ASPECTEN ... 23

7.1 Wijze van bestemmen ... 23

(3)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 3 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

1 Inleiding

Deze inleiding beschrijft de aanleiding en het doel van deze partiële herziening van het bestemmingsplan. Ook wordt beschreven hoe dit bestemmingsplan is opgebouwd.

1.1 Aanleiding

De heer Habing en mevrouw Smid, verder te noemen initiatiefnemers, zijn eigenaar van het perceel Hoofdstraat 10 te Valthe. Het perceel Hoofdstraat 10 te Valthe bestaat uit een voormalige boerderij, een voormalig stookhok welke nu als berging wordt gebruikt en een voormalige opslagloods/werktuigenberging. Initiatiefnemers gaan de voormalige boerderij opsplitsen tot 2 wooneenheden. De voormalige werktuigen- en opslagloods wordt verkleind en verbouwd. Het stookhok blijft bestaan. In de te verbouwen schuur, die een oppervlakte krijgt van circa 210 m2, wordt circa 100 m2 ingericht met een kantoorruimte waar de initiatiefnemers hun bedrijf bij huis in gaan uitoefenen. Dit zijn het houden van kantoor bij huis voor een bedrijf in rij- en verkeersopleidingen en een (advies)kantoor gericht op Human Resources. De feitelijke werkzaamheden vinden bijna altijd plaats op locatie en niet in Valthe. Daarnaast wordt op de begane grond van de nieuwe schuur een atelier ingericht, waar initiatiefneemster op

kleinschalig en ambachtelijk niveau glas in lood vervaardigt. De oppervlakte hiervan is circa 45 m2. De overgebleven ruimte wordt gebruikt als schuur/garage.

1.2 Doel

In deze partiële herziening van het bestemmingsplan Valthe wordt ingegaan op de (ruimtelijke) gevolgen van de voorgenomen ontwikkeling. De partiële herziening bevat een visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het betreffende gebied. De realisatie van de gewenste plannen moet passen binnen deze visie.

1.3 Korte omschrijving plan

Het perceel Hoofdstraat 10 te Valthe is een voormalig agrarisch bedrijfsperceel. Ter plaatse is een voormalige boerderij aanwezig, die al enige jaren in gebruik is als woonboerderij.

Daarnaast is een voormalige stookhok aanwezig die momenteel als bergruimte in gebruik is.

Ook is op het perceel een voormalige werktuigenloods/opslagloods aanwezig met een oppervlakte van circa 15 m x 18,50 m = 278 m2. Deze schuur gaat voor een klein gedeelte

(4)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 4 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

(ongeveer 70 m2) gesloopt worden en wordt verbouwd zodat ongeveer 210 m2 aan schuur overblijft (zie impressies volgende pagina). De schuur wordt in zijn nieuwe gedaante met een oppervlakte van 210 m2 beduidend kleiner als de huidige schuur. In deze schuur komen zogezegd een aantal functies terug. De voormalige boerderij gaat opgesplitst worden tot 2 wooneenheden, hetgeen in overeenstemming is met het gemeentelijk beleid.

De te verbouwen schuur

1.4 Verantwoording

Bij het opstellen van deze partiële herziening is gebruik gemaakt van diverse relevante (beleids)documenten en websites. Sommige (beleids)documenten en beeldbeschrijvende documenten zijn in voorkomende gevallen integraal overgenomen om de inhoud zoveel mogelijk te waarborgen. Daar waar bronnen zijn gebruikt is dat in de tekst weergegeven.

(5)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 5 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

1.5 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk (hoofdstuk 1) volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van het plan, waarbij ingegaan wordt op de huidige en gewenste situatie en de te doorlopen procedure om de gewenste situatie mogelijk te maken. Vervolgens komt in hoofdstuk 3 het beleidskader aan de orde. Hoofdstuk 4 gaat in op de omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 staat de economische uitvoerbaarheid centraal. In hoofdstuk 6 worden de inspraak en overlegreacties weergegeven, waarna tenslotte de regels volgen.

Voorbeeldplattegrond en voorbeeldimpressie van te verbouwen schuur

(6)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 6 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

Het perceel bevindt zich aan de Hoofdstraat 10 te Valthe. Valthe is een dorp met circa 1300 inwoners en ligt in de gemeente Borger-Odoorn in het zuidoostelijk deel van Drenthe, op de hooggelegen Hondsrug.

Nederland, Drenthe en de gemeente Borger-Odoorn in één oogopslag…

Het dorp Valthe valt op te splitsen in een traditioneel en karakteristiek gedeelte; een Brinkdorp (Oud Valthe) en een deel waar meer sprake is van concentratie van bebouwing (Jong Valthe).

Deze tweedeling is duidelijk waarneembaar op een luchtfoto.

Jong Valthe

Oud Valthe

(7)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 7 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

Het perceel Hoofdstraat 10 bevindt zich in het deel van Valthe dat valt te karakteriseren als Oud Valthe. De directe omgeving van het plangebied bestaat uit voormalige boerderijen die reeds een woonbestemming hebben verkregen. Direct ten westen van het perceel bevindt zich een woning met daarin een praktijk voor alternatieve geneeswijzen..

2.2 Planologisch kader

Bestemmingsplan Valthe

Het perceel ligt in het bestemmingsplan Valthe, zoals dat door de gemeenteraad van de gemeente Borger-Odoorn is vastgesteld op 21 december 2006 en goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten op 12 juni 2007.

Het perceel is in dit bestemmingsplan bestemd als Ab, wat staat voor Agrarisch bouwblok.

Het vigerende bestemmingsplan laat het verbouwen van de voormalige boerderij tot twee wooneenheden niet toe. Ook het functioneel medegebruik van de te verbouwen schuur past niet binnen de regels/voorschriften van de vigerende bestemming. Medewerking is alleen mogelijk via het doorlopen van een procedure tot (gedeeltelijke) herziening van het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening.

Voorliggend document dient ter (ruimtelijke) onderbouwing van het ruimtelijk plan en biedt het juridisch kader tot medewerking en uitvoering.

2.3 Werkafspraak SVBP versus Wabo

Met de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 worden begrippen als de

aanlegvergunning, de sloopvergunning en de binnenplanse ontheffing als instrumenten van het bestemmingsplan onderdeel van de omgevingsvergunning (Wabo). De genoemde vergunningen en ontheffingen zijn begrippen die in de SVBP zijn opgenomen en in de praktijk veel worden toegepast. In een bestemmingsplan onder de Wabo wordt niet meer gesproken van ontheffingsregels, maar van afwijkingsregels. Een aanlegvergunning wordt een

Bestemming Agrarisch Bouwblok

(8)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 8 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.

De werkafspraak licht vooruitlopend op een aanpassing van de SVBP en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening de wettelijke verplichtingen vanuit de Wabo toe : hoe de begrippen in de dagelijkse praktijk gelezen en gehanteerd kunnen worden in het

bestemmingsplan tot de aanpassing van de RO-standaarden.

(9)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 9 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

3 Beleidskader

De ruimtelijke ordening in Nederland bevat top-down maar ook steeds meer bottum-up elementen. Door de decennia heen is de visie op de ruimtelijke ordening aan verandering onderhevig geweest. Op rijksniveau is de omslag naar ontwikkelingsplanologie goed zichtbaar wanneer de Nota Ruimte (VROM, 2006) en de Vierde Nota ruimtelijke ordening worden vergeleken. Niet langer bepaalt de overheid alleen wat wel of niet kan (toelatingsplanologie), steeds meer geven overheid en derden ruimtelijke ontwikkelingen samen vorm. Vanuit deze filosofie wordt in dit hoofdstuk het overheidsbeleid in beeld gebracht.

Getoetst wordt of het plan past binnen het vigerende planologische kader en binnen het ruimtelijk beleid van de verschillende overheidslagen. In dit hoofdstuk staat een kort overzicht van het van toepassing zijnde beleid in relatie tot de gewenste ontwikkelingen van de

initiatiefnemer.

3.1 Provinciaal beleid

3.1.1 Omgevingsvisie Drenthe

Op 2 juni 2010 is de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. De Omgevingsvisie is hét strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe. De visie formuleert de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijke domein.

In de Omgevingsvisie zijn vier wettelijk voorgeschreven provinciale planvormen samengenomen:

• de provinciale structuurvisie op grond van de Wro;

• het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer (Wm);

• het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving;

• het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan op grond van de Planwet verkeer en vervoer.

De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020, met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode daarna.

Hieronder volgen de relevante delen uit de Omgevingsvisie die relevant zijn voor het wonen in kernen en die toegespitst zijn op voorliggend ruimtelijk initiatief.

Zorgvuldig ruimtegebruik

Wij willen zorgvuldig omgaan met de beschikbare ruimte in onze provincie. Grootschalige bouwplannen en uitbreidingen in het landelijk gebied, los van bestaande bebouwingslocaties, zijn niet vanzelfsprekend.

Wij vinden dat gemeenten bij nieuwbouwplannen een werkwijze moeten hanteren die leidt tot zorgvuldig ruimtegebruik. Zorgvuldig ruimtegebruik is van provinciaal belang.

Sociaal-Economisch Raad (SER)-ladder en bundelingsbeleid.

Voor het inpassen van ruimtevragende functies stellen wij voor de SER-ladder als denkmodel te hanteren. Deze methode, geïntroduceerd door de SER, helpt een goede afweging te maken bij het inpassen van ruimtebehoefte voor wonen, bedrijvigheid en infrastructuur. Het model stelt onder meer dat extra ruimte voor wonen en werken zoveel mogelijk moet worden gezocht in of aansluitend aan bestaand bebouwd gebied en gebundeld rond de nationale en regionale infrastructuur en de openbaar vervoervoorzieningen.

(10)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 10 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

Met bundeling en intensivering van verstedelijking ontstaat voldoende massa voor hoogwaardige voorzieningen. De verzorgingsfunctie van stedelijke centra wordt daardoor versterkt en er ontstaan kansen voor het verbeteren van de bereikbaarheid met openbaar vervoer.

Wij willen de mogelijkheden nagaan om het denkmodel van de SER-ladder ook toe te passen bij het ontwikkelen van recreatie en toerisme en landbouw.

SER-ladder

1. Gebruik de ruimte die al beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden;

2. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen;

3. Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en

belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van ‘rode’ functies en door investeringen in kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt. Een logisch gevolg van onze keuze voor zorgvuldig ruimtegebruik is dat wij sturen op herstructurering. Dit geldt voor wonen en werken in het stedelijk gebied én het landelijk gebied.

Daarnaast geeft de Omgevingsvisie nog het volgende aan ten aanzien van het beleid van hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing:

Veel bedrijvigheid op het platteland vestigt zich in vrijkomende agrarische bebouwing (VAB).

Voorheen was het provinciale beleid ten aanzien van het gebruik en/of het herinrichten hiervan nogal restrictief. Wij willen dat gemeenten nu in principe zelf gaan bepalen welke activiteiten zij willen toestaan in de VAB. Wij stellen wel enkele randvoorwaarden:

de invulling van de VAB doet geen inbreuk op de ruimtelijke kwaliteit;

de nieuwe bedrijfsactiviteit heeft geen negatieve gevolgen voor de hoofdfunctie van het gebied;

de nieuwe bedrijfsactiviteit is kleinschalig van aard;

de woonfunctie van de VAB blijft gehandhaafd.

(bron : www.drenthe.nl)

In voorliggend ruimtelijk initiatief wordt optimaal gebruikt gemaakt van de SER-ladder. Een voormalige boerderij wordt aangewend voor dubbele bewoning en ook wordt er ruimte geboden voor hergebruik van de ruimte van een schuur. Een in slechte staat verkerende schuur wordt hierbij gedeeltelijk gesloopt en als zodanig 70 m2 minder groot, tevens wordt de schuur opgeknapt in een in de omgeving passende stijl. Daarnaast heeft aanvrager in goed overleg met de gemeente gekeken naar de beste oplossing voor de verbouw van de schuur, zodoende dat het ruimtelijk beeld ter plaatse optimaal behouden blijft. Het ruimtelijk initiatief is in

overeenstemming met het provinciaal beleid, daarnaast is in nauw overleg met de gemeente gekeken naar de invulling van het VAB-beleid.

(11)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 11 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

3.2 Gemeentelijk beleid

3.2.1 Toekomstvisie Borger-Odoorn

In november 2009 heeft de gemeenteraad van de gemeente Borger-Odoorn de Toekomstvisie Borger-Odoorn, ‘hoe verder je kijkt, hoe meer je ziet’ vastgesteld. De reden om deze visie opgesteld te hebben is de volgende:

‘De gemeente Borger-Odoorn heeft behoefte aan een toekomstvisie waarin de gemeente haar ambities voor de komende jaren formuleert. Een toekomstvisie waarin de gemeente haar wensen en belangen in beeld brengt voor de lange termijn. Een toekomstvisie die richting geeft aan de toekomstige gewenste ontwikkeling van de gemeente, de afzonderlijke kernen en het buitengebied. Vanuit deze visie kunnen vervolgens op zorgvuldige wijze onderbouwde keuzes gemaakt worden ten aanzien van ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld wonen, werken, voorzieningen, toerisme en natuur’.

De verbinding tussen voorliggend ruimtelijk initiatief en de Toekomstvisie is beperkt tot het in de Toekomstvisie opgenomen programma ten aanzien van Wonen, economie en bedrijvigheid.

Onderstaand fragment is afkomstig uit de Toekomstvisie:

Het accent ligt op het bieden van ruimte voor combinaties van wonen en werken in

vrijkomende agrarische bebouwing. Hiervan is sprake bij dit ruimtelijk initiatief. Het initiatief past derhalve binnen de uitgangspunten van de Toekomstvisie.

(12)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 12 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

3.2.2 Structuurplan Borger-Odoorn

Aanleiding

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht gemeenten om voor hun grondgebied een structuurvisie vast te stellen. Op grond van artikel 2.1 van de Wro bevat de structuurvisie de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van het gebied en de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. De structuurvisie gaat tevens in op de wijze waarop de Raad zich voorstelt de voorgenomen ontwikkeling te realiseren.

Met de komst van de Wro wordt invulling geven aan het motto “decentraal wat kan en centraal wat moet”. De rol van de provincie op het gebied van ruimtelijke ordening verschuift van controlerend naar kaderstellend. Dit betekent dat het voor gemeenten belangrijk is om in beeld te brengen wat de lokale gemeentelijke belangen zijn ten opzichte van de provinciale belangen.

Bovenstaande is aanleiding geweest voor de gemeente Borger-Odoorn om in overeenstemming met de Wro de eerder beschreven toekomstvisie te vertalen naar een concrete structuurvisie.

Doel

De structuurvisie geeft de strategische ruimtelijke visie op de ontwikkeling van het grondgebied van de gemeente Borger-Odoorn voor de komende 10 jaar. Deze visie brengt de gemeentelijke ruimtelijke belangen in beeld aan de hand van de ruimtelijk relevante thema’s en trends.

De structuurvisie geeft richting aan ruimtelijke ontwikkelingen en initiatieven van overheid, organisaties en marktpartijen.

De structuurvisie Borger-Odoorn is inmiddels vastgesteld. In de Structuurvisie staat kort iets beschreven binnen het programma Wonen en Werken en Economie die een verbinding heeft met voorliggend ruimtelijk initiatief.

Thema Wonen

‘Gezien de demografische ontwikkelingen wordt in de structuurvisie ingezet op het versterken van de bestaande woonomgeving. Kwaliteit staat daarbij voorop. Kwaliteit is het belangrijkste uitgangspunt als het gaat om nieuwbouw of verbouw van woningen. De inwoners moeten in Borger-Odoorn willen en kunnen blijven wonen.

Thema Werken en Economie

Bedrijven en werkgelegenheid zijn belangrijk voor de gemeente. Er dient ruimte te zijn om te ondernemen, waarbij er een evenwichtige balans moet zijn tussen enerzijds Borger-Odoorn als woongemeente en anderzijds Borger-Odoorn als gemeente waar ruimte is voor bedrijvigheid en nieuwe initiatieven.

Met name op het Zand (Valthe bevindt zich op het Zand) geldt dat er een nieuwe invulling kan worden gegeven aan voormalige agrarische bebouwing, mits dit geen verrommeling van het landelijk gebied tot gevolg heeft.

Als je beide thema’s projecteert op voorliggend plan kan geconcludeerd worden dat hier sprake is van een nieuwe invulling van voormalige agrarische bebouwing, de voormalige boerderij wordt opgesplitst tot twee wooneenheden. De boerderij is voldoende groot om een extra huishouding onderdak te kunnen geven. Op deze wijze hoeft niet fysiek een extra woning te worden gebouwd, maar is er sprake van optimaal ruimtegebruik (SER-ladder). Ook wordt

(13)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 13 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

4 Omgevingsaspecten

Ruimtelijke plannen kunnen van invloed zijn op de omgeving. Anderzijds kan ook de omgeving van invloed zijn op de uitvoerbaarheid van voorgenomen plannen. In dit hoofdstuk worden de omgevingsfactoren beschreven. Daarnaast wordt per omgevingsfactor beoordeeld wat de invloed op het plan kan zijn.

4.1 Archeologie

4.1.1 Aanleiding en doel

In 1992 hebben de Europese lidstaten het Verdrag van Valletta ondertekend. Dit verdrag regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen. Het Verdrag van Valletta is in Nederland geïmplementeerd door de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. In deze wet is het archeologisch (voor)onderzoek verankerd.

Doel van het archeologisch (voor)onderzoek is het waar nodig beschermen van archeologische waarden en het streven naar behoud van de waarden in de bodem (in situ). De essentie van het (voor)onderzoek is het verkrijgen van gegevens over de archeologische resten in de bodem teneinde in een vroeg stadium een goede afweging te kunnen maken van alle bij een ruimtelijk besluit betrokken belangen. Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet een

archeologische afweging worden gemaakt op basis van voldoende gegevens.

(bron: www.vrom.nl) 4.1.2 Doorwerking naar het plan

Op basis van de Indicatie Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van de provincie Drenthe ligt het perceel Hoofdstraat 10 te Valthe in een gebied waarbij sprake is van een hoge

archeologische verwachtingswaarde. Dit wordt verduidelijkt middels onderstaande uitsnede van deze IKAW.

Binnen de provincie wordt in algemene zin een vrijstelling gehanteerd ten aanzien van het uitvoeren van een verkennend archeologisch onderzoek binnen gebieden die op de IKAW zijn aangemerkt als gebied met een middelhoge tot hoge verwachtingswaarde als het gaat om (bouw)projecten tot een gezamenlijke oppervlakte van 500 m2. Het betreft hier feitelijk gezien de gedeeltelijke sloop van een gebouw op de bestaande fundering. De oppervlakte van de

(14)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 14 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

verbouwde schuur is met een oppervlakte van circa 200m2 minder als de genoemde 500 m2.

Dit, plus het feit dat er niet op een nieuwe locatie gebouwd wordt, leidt ertoe dat voor dit ruimtelijk initiatief geen verkennend archeologisch onderzoek hoeft worden uitgevoerd.

4.2 Flora en Fauna

4.2.1 Aanleiding en doel

Het beschermen, ontwikkelen en beheren van natuurgebieden is niet altijd genoeg om de verscheidenheid aan planten- en diersoorten in stand te houden. Bovendien komen veel soorten ook buiten natuurgebieden voor. De Flora- en Faunawet regelt de bescherming van planten- en diersoorten.

De Flora- en Faunawet beschermt soorten, niet individuele planten of dieren, om te voorkomen dat het voortbestaan van de soort in gevaar komt. Alle soorten hebben een eigen rol in het ecosysteem en dragen bij aan de biodiversiteit.

Doelstelling van de Flora- en Faunawet is de bescherming en het behoud van in het wild levende planten- en diersoorten. Het uitgangspunt van de wet is : Nee, tenzij. Dit betekent dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. Heel vaak gaan activiteiten en de bescherming van soorten prima samen. Soms is het optreden van schade aan beschermde dieren en planten echter onvermijdelijk. In die situaties is het nodig om vooraf te bekijken of hiervoor een vrijstelling geldt, of dat een ontheffing moet worden aangevraagd.

In de Flora- en Faunawet geldt een verbod op activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten. De wet spreekt niet van (ruimtelijke) plannen. Op basis van de

onderzoeksplicht (Wro) en de plicht tot het vaststellen van een uitvoerbaar plan dient bij het maken van bestemmingsplannen beoordeeld te worden of er belemmeringen aanwezig zijn voor verlening van een eventuele ontheffing voor de activiteiten in het plan.

4.2.2 Doorwerking in het plan

Ter plaatse is in de gedeeltelijk te slopen schuur met name gekeken naar indicatoren die zouden kunnen wijzen op de aanwezigheid van vleermuizen danwel van (boeren)zwaluwen.

Van beide soorten zijn geen indicatoren aangetroffen dat deze in de schuur nestelen. Wat ook opvalt is dat er geen tussenruimte zit tussen de muur en de dakpannen, dit is afgesloten doordat rondom de gehele schuur een soort boeibord tussen aangebracht is. Er wordt daardoor geen plek geboden om makkelijk naar binnen te vliegen.

(15)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 15 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

(16)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 16 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

Er zijn zogezegd geen indicatoren aangetroffen die wijzen op aanwezigheid van waardevolle flora en fauna. Een nadere Quick Scan hebben wij dan ook niet noodzakelijk geacht.

4.3 Bodem

4.3.1 Aanleiding en doel

De mens gebruikt de bodem op vele manieren, voor bijvoorbeeld woningbouw, landbouw, aanleg van wegen en winning van grondstoffen. Om te zorgen dat dit ook in de toekomst mogelijk blijft, is een duurzaam beheer van de bodem belangrijk. Doordat de mens al vele eeuwen gebruik maakt van de bodem heeft hij overal sporen achtergelaten. Deze sporen zijn terug te zien in het landschap en te vinden op en in de bodem. Door bodemsanering worden de ernstige chemische verontreiniging van de bodem aangepakt. Bescherming van de bodem betekent bovendien het voorkomen dat schone grond verontreinigd raakt en het rekening houden met de eigenschappen van de bodem.

Het doel van de bodemtoets bij ruimtelijke plannen is de bescherming van de bodem. Een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd om te kunnen beoordelen of de bodem geschikt is voor de geplande functie en of sprake is van een eventuele saneringsnoodzaak.

Artikel 9 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat in het bestemmingsplan rekening gehouden moet worden met de bodemkwaliteit ter plaatse. De reden hiervoor is dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging van groot belang kan zijn voor de keuze van bepaalde bestemmingen en/of voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. De bodemtoets moet worden uitgevoerd bij het wijzigen of opstellen van een bestemmingsplan.

Bron : www.vrom.nl

Tevens dient, op basis van het Besluit indieningvereisten aanvraag bouwvergunning (Biab), bij de aanvraag om omgevingsvergunning een rapportage van een recent uitgevoerd verkennend bodemonderzoek toegevoegd te worden. Voor verkennend bodemonderzoek op een locatie wordt de norm NEN 5740 gehanteerd (onderzoeksstrategie voor verkennend

bodemonderzoek).

4.3.2 Doorwerking naar het plan

Ten tijde van de aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen zal initiatiefnemer een schone-grond verklaring overleggen voor de te verbouwen schuur.

4.4 Luchtkwaliteit

4.4.1 Aanleiding en doel

In de Wet milieubeheer zijn de hoofdlijnen voor regelgeving rondom luchtkwaliteit opgenomen.

Hierin zijn onder andere de kaders vastgelegd voor projecten die niet in betekenende mate bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Het luchtkwaliteitonderzoek moet

(17)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 17 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

luchtkwaliteit al in een vroeg stadium van de planvorming worden meegewogen. Gegevens over de luchtkwaliteit worden verzameld om vervolgens te kunnen bepalen of er voor het doorgaan van het project al dan niet aanvullende maatregelen nodig zijn. In de praktijk zullen met name fijn stof en stikstofdioxiden moeten worden onderzocht. Daarnaast kan een goede ruimtelijke ordening met zich brengen dat een afweging wordt gemaakt rondom de

aanvaardbaarheid van een project op een bepaalde locatie.

De luchtkwaliteit hoeft (artikel 5.16 Wet milieubeheer) geen belemmering te vormen voor ruimtelijke ontwikkelingen als:

- geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;

- een plan of project niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt;

- een project per saldo niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;

- een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) dat tevens voorziet in maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren.

(bron: www.vrom.nl) 4.4.2 Doorwerking naar het plan

Met de inwerkingtreding van de NSL op 1 augustus 2009 geldt een bovengrens om als NIBM- project te worden aangemerkt. Woningbouwprojecten kleiner dan 1500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg worden als NIBM aangemerkt. De interne verbouwing van de voormalige boerderij tot twee wooneenheden voldoet aan dit criterium.

4.5 Geluid

4.5.1 Aanleiding en doel

Geluid kan hinderlijk en schadelijk voor de gezondheid zijn. Zo kunnen hoge geluidsniveaus het gehoor beschadigen. Maar ook verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de gezondheid. In Nederland zijn afspraken gemaakt over wat acceptabele geluidsniveaus zijn en wat niet (de geluidsnormen).

Op Europees niveau is het voornaamste doel op het gebied van geluidshinder dat niemand wordt blootgesteld aan geluidsniveaus die zijn of haar gezondheid en de kwaliteit van zijn of haar bestaan in gevaar brengen.

Het doel van het akoestisch onderzoek bij ruimtelijke plannen is het voorkomen van

geluidshinder bij geluidsgevoelige objecten (scholen, woningen, etc.) door het aanhouden van voldoende afstand ten opzichte van geluidsproducenten (industrie, railverkeer etc.) of het treffen van andere maatregelen.

4.5.2 Doorwerking naar het plan

In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen zones. Uitzondering hierop zijn wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt en wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied. Ter plaatse geldt een snelheid van 50 km/uur. De Hoofdstraat heeft een zone waarmee rekening gehouden moet worden.

Binnen de bebouwde kom bedraagt de zonebreedte voor een- en tweestrooksrijwegen 200 m.

Deze zone, gerekend vanuit de as van de weg, moet aan weerszijden van de weg in acht worden genomen. De Hoofdstraat is een tweestrooksweg. Echter, het betreft hier een situatie

(18)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 18 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

die in het kader van de Wet geluidhinder wordt aangemerkt als een bestaande situatie. Ook de voormalige boerderij had en heeft nog steeds een woonfunctie, zodat er in het kader van de Wet geluidhinder geen verandering optreedt. Nader akoestisch onderzoek is niet noodzakelijk.

4.6 Externe veiligheid

4.6.1 Aanleiding en doel

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) geeft aan hoe met de risico’s van de stationaire inrichtingen moet worden omgegaan. De Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen beschrijft de aanpak van de ruimtelijke besluitvorming waarbij transportrisico’s aan de orde zijn.

Het doel van de toets op de externe veiligheidsaspecten rond ruimtelijke plannen is na te gaan welke risico’s de voorgenomen ontwikkelingen met zich mee brengen. Dit om de mogelijkheid te bieden een externe veiligheidssituatie te creëren die voldoet aan de behoeften. Daartoe kan het ruimtelijk initiatief op specifieke wijze worden ingevuld en kunnen eventuele aanvullende maatregelen worden getroffen.

Het externe veiligheidsonderzoek richt zich eerst op het plaatsgebonden risico. Dit geeft een beeld van de ruimtelijke verdeling van de hoogte van de risico’s rond een bron. Vervolgens wordt nagegaan wat de hoogte van het groepsrisico is. Dit geeft inzicht in de aantallen personen die bij een ongeval kunnen worden betrokken. Als er sprake s van groepsrisico, als een ongeval tot meer dan 10 dodelijke slachtoffers kan leiden, moeten risicogegevens worden verzameld. Ook moet dan een advies over het voorgenomen initiatief aan de regionale brandweer worden gevraagd en is de initiatiefnemer verplicht de veranderingen in het groepsrisico door de nieuwe ontwikkeling te verantwoorden.

4.6.2 Doorwerking naar het plan

Een woning is niet genoemd in het Besluit als zijnde een object met een risicocontour. Wel wordt een woning aangemerkt als een ‘beperkt kwetsbaar object’ zodat beoordeeld dient te worden of de extra te realiseren inpandige woning als zodanig niet binnen de invloedssfeer van een risicovolle inrichting wordt gebouwd. Aan de hand van de risicokaart van Drenthe kan deze beoordeling plaatsvinden. Deze check levert het volgende kaartbeeld op:

(19)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 19 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

Conclusie is dat er in de directe nabijheid van het perceel Hoofdstraat 10 te Valthe geen inrichtingen aanwezig zijn die een risicocontour hebben. Er is vanuit externe veiligheid geen belemmering. Nader onderzoek naar externe veiligheid is niet nodig.

4.7 Waterparagraaf

4.7.1 Aanleiding en doel

In de loop van de tijd hebben ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland veel ruimte aan water en/of waterbergingslocaties onttrokken. Aan het begin van de 21e eeuw is geconstateerd dat ruimtelijke ontwikkelingen de ruimte voor water niet verder zou mogen beperken. Juist meer ruimte voor water is nodig om klimaatveranderingen, zeespiegelrijzing en bodemdaling op te vangen. Eén van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is de watertoets.

Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De meerwaarde van de watertoets is dat zij zorgt voor een vroegtijdige systematische aandacht voor het meewegen van wateraspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

De watertoets is wettelijk verankerd met het Besluit van 3 juli 2003 tot wijziging van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 in verband met gevolgen van ruimtelijke plannen voor de waterhuishouding (watertoets).

De wijziging van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening (Bro) regelt een

verplichte waterparagraaf in de toelichting bij de genoemde ruimtelijke plannen en een uitbreiding van het vooroverleg met de waterschappen (Bron: www.vrom.nl).

(20)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 20 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

4.7.2 Doorwerking naar het plan

Wij hebben via www.dewatertoets.nl de digitale watertoets uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat het perceel Hoofdstraat 10 te Valthe in het beheersgebied ligt van het waterschap Hunze en Aa’s. Op basis van de door ons ingevoerde gegevens blijkt dat er geen waterschapsbelang is voor het waterschap en dat de verkorte procedure van toepassing is.

(21)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 21 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

5 Economische uitvoerbaarheid

De kosten die gepaard gaan met de uitvoering van de plannen zullen door de initiatiefnemers worden gedragen. Voor het onderhavige plan is een planschade- risicoanalyse uitgevoerd. Uitkomst hiervan is dat er geen risico op planschade valt te verwachten. Uiteraard is dit slechts een advies. Het staat een belanghebbende vrij om een verzoek tot tegemoetkoming in schade in te dienen. Eventuele planschade zal doorberekend worden aan de initiatiefnemer.

(22)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 22 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

6 Overleg en inspraak

In deze paragraaf worden, wanneer deze beschikbaar zijn, de resultaten van het overleg op grond van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening uiteengezet. Ook de resultaten van de inspraak worden hier uiteengezet wanneer deze beschikbaar is.

(23)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 23 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

7 Juridische aspecten

7.1 Wijze van bestemmen

Een bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. Op de verbeelding zijn de bestemmingen door middel van kleuren en tekens aangegeven. De regels bevatten de materiële inhoud van de bestemmingen. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridische toetsingskader voor ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. De plantoelichting bevat met name de aan het plan te grondslag liggende gedachten.

In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de juridische methodiek van het bestemmingsplan en wordt een toelichting gegeven op de bestemmingen.

Juridische methodiek

Uitgangspunt van dit bestemmingsplan is het streven naar een sobere regeling: niet meer regelen dan noodzakelijk. Daarnaast is ook zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek en stijl van de andere en meer recentere bestemmingsplannen van de gemeente. Dit alles komt de rechtszekerheid voor de burgers en de overzichtelijkheid ten goede.

7.2 De bestemming

De op de verbeelding en in de regels gebruikte bestemming wordt hierna beschreven.

Bestemming Gemengd:

Binnen de genoemde bestemming kunnen er binnen de bestaande schil van de voormalige boerderij maximaal 2 woningen worden gerealiseerd. Tevens is in de regels de mogelijkheid geboden om in de te verbouwen schuur een kantoorruimte in te richten ten behoeve van een tweetal aan huis gebonden bedrijven van initiatiefnemers.

(24)

8 Regels

(25)

Bestemmingsplan Hoofdstraat 10 te Valthe Blad 2 van 25

Gemeente Borger-Odoorn December 2011

Project dubbele bewoning boerderij en verbouw schuur. Vastgesteld

Colofon

Projectgegevens

Project Hoofdstraat 10 te Valthe Projectnummer 20.080

Revisie 01

Datum December 2011

Opdrachtgever

De heer Habing Postbus PC en Plaats

ProCensus

Janssenlaan 120-3 9207 JD DRACHTEN

ing. M. Beek / Drs. K.J.A. Wiersema

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Maximaal 39% van de bijkomende woningen 11 in de periode 1991-2007 kan in de kernen van het buitengebied voorzien worden en minimum 61 % in de stedelijke gebieden. - Enkel in

Voor het noordelijke deel van het plan (gelegen tussen de Hoge Rijndijk en de Korte Waarder) geldt het bestemmingsplan 'Kom Nieuwerbrug', vastgesteld door de

Per 1 oktober 2012 is in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen.. Die ladder moet in bestemmingsplannen worden

- Maximaal 39% van de bijkomende woningen 10 in de periode 1991-2007 kan in de kernen van het buitengebied voorzien worden en minimum 61 % in de stedelijke gebieden. - Enkel in

Aan de afwijkingsbevoegdheid wordt in deze her- ziening een voorwaarde toegevoegd die bepaalt dat statische opslag alleen kan worden toegestaan als de oppervlakte van bijgebouwen

indien in de behoefte aan de stedelijke ontwikkeling niet binnen bestaand stads- en dorpsgebied kan worden voorzien en voor zover daarvoor een locatie groter dan 3 hectare nodig

De verkoper van een woning heeft informatieplicht, dat betekent dat de verkoper hem bekende informatie, die voor u als koper van belang kan zijn bij het nemen van

Hoekpand Plakstraat 37 naast de voormalige stadsboerderij Beaujean (bron: Archief De Domijnen, collectie Gemeente Sittard, glasplatencollectie, bestandsnaam