Reusel-De Mierden - Kempenbaan
Een archeologische begeleidingB.A.T.M. Hendrikx
Dit briefrapport is geautoriseerd door:
Autorisatie:
R. Torremans
© ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, november 2008
Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld
ADC Rapport 1637 ISBN 978-90-6836-627-3
ADC ArcheoProjecten Postbus 1513 3800 BM Amersfoort
Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied
Provincie: Noord-Brabant
Gemeente: Reusel – De Mierden
Plaats: Lage Mierde
Toponiem: REUN-08
Kaartblad: 50H
Coördinaten: 138.653/379.966; 138.801/379.994; 138.753/379.933; 138.699/379.864 Projectverantwoordelijke: B. Hendrikx
Bevoegd gezag: Provincie Noord-Brabant
Deskundige namens het bevoegd gezag: Dhr. M. Meffert ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer
(CIS-code): 30821
ADC-projectcode: 4109013
Complex en ABR codering: nvt
Periode(n): nvt
Geomorfologische context: Beekdalbodem zonder veen, relatief laag gelegen
NAP hoogte maaiveld: 23.60+ NAP
Maximale diepte onderzoek: 110 cm
Uitvoering van het veldwerk: 4 september 2008 – 8 september 2008 Beheer en plaats documentatie: Provinciaal Depot Noord-Brabant
Afb. 1. Locatie van het onderzoeksgebied op de topografische kaart.
Bladel Bladel BladelBladelBladelBladelBladelBladelBladel Diessen
Diessen DiessenDiessenDiessenDiessenDiessenDiessenDiessen
Hapert Hapert HapertHapertHapertHapertHapertHapertHapert Reussel
Reussel ReusselReusselReusselReusselReusselReusselReussel
CASTEREN CASTEREN CASTERENCASTERENCASTERENCASTERENCASTERENCASTERENCASTEREN ESBEEK
ESBEEK ESBEEKESBEEKESBEEKESBEEKESBEEKESBEEKESBEEK
HOOGE MIERDE HOOGE MIERDE HOOGE MIERDEHOOGE MIERDEHOOGE MIERDEHOOGE MIERDEHOOGE MIERDEHOOGE MIERDEHOOGE MIERDE
HOOGELOON HOOGELOON HOOGELOONHOOGELOONHOOGELOONHOOGELOONHOOGELOONHOOGELOONHOOGELOON HULSEL
HULSEL HULSELHULSELHULSELHULSELHULSELHULSELHULSEL LAGE MIERDE LAGE MIERDE LAGE MIERDELAGE MIERDELAGE MIERDELAGE MIERDELAGE MIERDELAGE MIERDELAGE MIERDE
NETERSEL NETERSEL NETERSELNETERSELNETERSELNETERSELNETERSELNETERSELNETERSEL
OOST W MIDDELBEERS OOST W MIDDELBEERS OOST W MIDDELBEERSOOST W MIDDELBEERSOOST W MIDDELBEERSOOST W MIDDELBEERSOOST W MIDDELBEERSOOST W MIDDELBEERSOOST W MIDDELBEERS
REUSEL REUSEL REUSELREUSELREUSELREUSELREUSELREUSELREUSEL
Reusel - De Mierden Kempenbaan
130000 135000 140000 145000
375000380000385000
NN NNNNNNN
5000m 5000m 5000m5000m5000m5000m5000m5000m5000m 00
0000000
3
1 Inleiding
In de periode 4 september 2008 – 8 september 2008 heeft ADC ArcheoProjecten een archeologisch onderzoek uitgevoerd op de locatie Kempenbaan te Lage Mierde, gemeente Reusel – De Mierden (zie afb. 1). Dit onderzoek betrof het begeleiden van de aanleg van een retentiezone, uitgevoerd door Heijmans in opdracht van de gemeente, om zo mogelijke archeologische resten, die tijdens het grondverzet tevoorschijn kwamen, te kunnen documenteren. Het onderzoek werd uitgevoerd conform het protocol proefsleuven.
Op het onderzochte terrein, dat vóór de werkzaamheden in gebruik was als deels akkerland, deels sloot en deels bossage, zal een retentiezone worden aangelegd. Het bevoegd gezag, de provincie Noord- Brabant in de persoon van dhr. M. Meffert, heeft gesteld dat dit alleen mag worden gerealiseerd als eventuele archeologische resten worden geborgen en gedocumenteerd door een erkend en daartoe gemachtigd archeologisch bedrijf. In totaal is ca. 2475m² onderzocht.
380000
NN NNNNNNN
50m50m 50m50m 50m50m50m50m 0 50m
00000000
138600 138800
379800380000
NN NNNNNNN
50m50m 50m50m 50m50m50m50m 0 50m
00000000
Afb. 2 . Locatie van het begeleiding op de topografische kaart (rood).
Het onderzoek is uitgevoerd conform het Programma van Eisen (PvE)1 dat voor dit gebied is opgesteld.
De onderzoekvragen die hierin zijn geformuleerd zullen in dit rapport op basis van de resultaten worden beantwoord. De vondsten en bijbehorende documentatie die tijdens de werkzaamheden zijn verzameld, zijn gedeponeerd in het Provinciaal Depot te Den Bosch.
Projectverantwoordelijke van ADC ArcheoProjecten was B. Hendrikx (Veldarcheoloog). Verder waren bij het onderzoek betrokken: B. van der Veken (Senior Veldtechnicus), R. Torremans begeleidde het project als senior archeoloog.
2 Archeologische verwachting
In het gebied heeft in oktober 2006 een archeologisch vooronderzoek plaatsgevonden, een zogenaamd Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van boringen. Dit onderzoek is uitgevoerd door ADC ArcheoProjecten. De resultaten hiervan hebben uitgewezen dat het onderzoeksgebied gelegen is in beekafzettingen van de voorheen nog niet genormaliseerde Raamsloop. Deze afzettingen vormen de C- Horizont. Hierin zouden de archeologische waarden zich bevinden. Aangezien het plangebied gelegen is in een laagte, waren sporen van nederzettingen zeer onwaarschijnlijk. Het onderzoek richtte zich dan ook meer op het aantreffen van infrastructuren zoals bruggen. Ook het mogelijk aantreffen van fuiken of zogenaamde ‘natte rituele deposities’ waren beide aanleidingen om de begeleiding uit te voeren.
Op deze C-Horizont liggen een aantal A-Horizonten die bestaan uit zwarte grond die zeer waarschijnlijk is aangebracht vanuit andere gebieden. Deze situatie zorgt ervoor dat de mogelijke archeologische sporen en artefacten in de C-Horizont goed bewaard zijn gebleven. 2
De boringen toonden daarnaast een sterke verstoring in de vorm van puin in het westelijke deel van het plangebied, Duidelijk is dat deze verstoring te maken heeft met een oudere weg die door het plangebied heeft gelopen. Deze weg is de (sub)recente voorloper van de huidige Kempenbaan.3 Ook de
aanwezigheid van een pastorie gelegen aan deze weg en gesloopt in het midden van de 20ste eeuw kan een verklaring zijn voor de puinconcentratie in dit deel van het onderzoeksgebied.4
3 Methoden
Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. De afgraving van de grond is zodoende begeleid door een KNA-archeoloog. Tijdens het afgraven heeft deze aanwijzingen gegeven omtrent de diepte en de manier van aanleg. In het
zuidoostelijke deel ging de afgraving tot op een diepte van ongeveer 1m –MV. Hier was het vlak gelegen aan de bovenzijde van de C-Horizont. In het overige deel van het onderzoeksgebied ging de afgraving tot 70-60cm –MV en hier was het vlak gelegen in de middelste A-Horizont.
Tijdens de afgraving is regelmatig met de metaaldetector de grond onderzocht. Eventuele vondsten zijn per horizont verzameld. Daarnaast zijn van de vlakken foto’s gemaakt en is aan de zuidoostzijde een tweetal profielkolommen gemaakt.
4 Resultaten
4.1 Fysisch geografisch onderzoek
Tijdens het onderzoek zijn twee profielkolommen gezet van respectievelijk 1m en 2m breed. Beide kolommen laten dezelfde bodemopbouw zien als geconstateerd in het booronderzoek. Bovenop de beekafzetting die hier de C-Horizont vormt, ligt een vrij dikke laag zwaar kleiïg materiaal, de B-Horizont.
Dit kan eveneens toegeschreven worden aan de vroegere Raamsloop. Op deze laag ligt een dunne laag veen (de A3-Horizont) met daarboven de A2 en A1-Horizont.
1 A, S.J.H. van der. PvE Gemeente Reusel-De Mierden, aanleg retentievoorziening, Kempenbaan te Lage Mierde . Versie 2.
ADC Amersfoort, 26 augustus 2008.
2 Huizer, J. Lage Mierde (gem. Reusel-De Mierden), retentievoorziening Kempenbaan: een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van boringen. ADC rapport 745. Amersfoort 2006.
3 idem
4 Naar zeggen van de Heemkundekring.
5
C-Horiz ont A3-Horiz ont
B-Horizont
A2-Horiz ont A1-Horizont
Afb. 3 . Profielkolom zuidoostelijke deel
4.2 Sporen en structuren
Het onderzoek heeft geen archeologische sporen en structuren opgeleverd. Zoals al eerder vermeld was de kans op daadwerkelijke structuren zeer gering. Daarbij is het zo dat alleen in het zuidoostelijke deel de C-Horizont is bereikt bij de afgravingen. In het overige deel van het terrein was er door de geringe diepte van de afgraving en het feit dat er geen opduikingen waren van de C-Horizont geen kans om archeologische sporen aan te treffen.
4.3 Vondstmateriaal
Tijdens het onderzoek zijn er geen vondsten gedaan die van archeologische waarde zijn. De
aangetroffen artefacten uit de A-Horizonten zijn alle van een (sub)recente datering en kunnen zodoende toegeschreven worden aan de bewoning van het areaal aan het begin van de 20ste eeuw.
5 Interpretatie en conclusies
Bij de aanleg van de retentiezone zijn voornamelijk de A- en B-horizonten afgegraven. Hierin zijn geen archeologische waarden aangetroffen. Dit sluit echter niet uit dat de onderliggende, en niet afgegraven, C-horizont wel archeologische waarden kunnen voorkomen. Bij toekomstige ontgravingen zal hiermee rekening gehouden dienen te worden.
Voor de gemeente Reusel –De Mierden betekent de archeologische begeleiding echter dat aan hun archeologische onderzoeksplicht is voldaan.
De onderzoeksvragen die in het Programma van Eisen zijn gesteld, kunnen nu als volgt worden beantwoord:
1. Komen in het plangebied archeologische resten voor en zo ja, wat is hiervan de aard en de datering?
Binnen het plangebied komen in de A- en B-horizont geen archeologische resten voor. De C-Horizont, met mogelijke aanwezigheid van archeologie, is niet geraakt tijdens de ontgraving.
2. Indien archeologische resten worden aangetroffen: wat is hiervan de archeologische waarde?
Door het ontbreken van archeologische resten kan geen uitspraak gedaan worden over de archeologische waarde hiervan.
6 Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van het archeologisch onderzoek adviseert ADC ArcheoProjecten het bevoegd gezag het gebied vrij te geven voor de beoogde retentie-ontwikkeling. Bij toekomstige ontwikkelingen waarbij de C-horizont (het dekzand) verstoord zal worden, dient opnieuw de afweging gemaakt te worden of archeologische waarden verstoord kunnen gaan worden.
ADC ArcheoProjecten wijst de gemeente Reusel-De Mierden er op dat het bevoegd gezag beslist of dit advies al dan niet wordt opgevolgd; indien deze een andere mening is toegedaan, dient u rekening te houden met vervolgonderzoek.
Literatuur
A, S.J.H. van der. :PvE Gemeente Reusel-De Mierden, aanleg retentievoorziening, Kempenbaan te Lage Mierde . Versie 2. ADC Amersfoort, 26 augustus 2008.
Huizer, J.:Lage Mierde (gem. Reusel-De Mierden), retentievoorziening Kempenbaan: een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van boringen. ADC rapport 745. Amersfoort 2006.
Lijst van afbeeldingen
Afb. 1. Locatie van het onderzoeksgebied op de topografische kaart.
Afb. 2. Locatie van de begeleiding op de topografische kaart.
Afb. 3. Profielkolom in het zuidoostelijke deel