• No results found

Halte van de maand: treinstation. Brussel-Kapellekerk BUREN VAN DE MARKTEN>P6 >LEO VIGNERON BRUSSELSE ARCHITECTUUR>P8 >KAPELLESTATION

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Halte van de maand: treinstation. Brussel-Kapellekerk BUREN VAN DE MARKTEN>P6 >LEO VIGNERON BRUSSELSE ARCHITECTUUR>P8 >KAPELLESTATION"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BUREN VAN DE MARKTEN>P6

>LEO VIGNERON

© LUC AUWAERTS@STADSBIOGRAFIE

MAANDBLAD > JAARGANG 44 > NUMMER 9>

NOVEMBER 2020 (verschijnt niet in juli en augustus) PB- PP B-

BELGIE(N) - BELGIQUE06386 P 3A 9110

afgiftekantoor Brussel X Oude Graanmarkt 5 1000 Brussel

Halte van de maand: treinstation

Brussel-Kapellekerk

BRUSSELSE ARCHITECTUUR>P8

>KAPELLESTATION

HALTE VAN DE MAAND>P9

>SINT-JAN BERCHMANSCOLLEGE

(2)

Voor de derde stopplaats houden we halt aan het treinstation Brussel- Kapellekerk. Het station bevindt zich bovengronds, net vóór de ingang van de tunnel van de Noord-Zuidverbinding en is genoemd naar de Kapellekerk die pal naast het station staat.

Het stationsgebouw Brussel-Kapellekerk werd vermoedelijk ontworpen door Maxime Brunfaut en is volledig onder de sporen. Er is geen loket meer aanwezig en er stoppen maar weinig treinen, in het weekend zelfs geen enkele. Twee jaar geleden had Recyclart er zijn stek nog. Sinds hun vertrek ligt de omgeving op apegapen. In de rubriek Brusselse architectuur verneem je welke rol de NMBS daarin speelde.

Als buur van De Markten laten we Leo Vigneron aan het woord, die zijn hele leven lang in de buurt van het station woont. Hij kent de geschiedenis van de wijk heel goed.

© LUC AUWAERTS@STADSBIOGRAFIE

LEZING

NOVEMBER IN DE MARKTEN

DE RUIMTELIJKE STRUCTUUR VAN BRUSSEL UITGELEGD

De Brussels Academy organiseert samen met De Markten een zesde- lige lezingenreeks met professor Christian Kesteloot.

Arm en rijk, oud en jong, Belgen en migranten wonen niet door elkaar in de stad. En ze wonen ook niet in gelijkaardige woningen en buurten.

Hoe komt deze stedelijke residentiële differentiatie tot stand? Wanneer is er sprake van segregatie en getto’s?

Welke processen zorgen voor veran- dering in deze stedelijke ruimtelijke structuur? Welke gevolgen hebben de structuur en haar dynamiek op de so- ciale relaties en op de integratie van de bewoners in de stedelijke gemeen- schap?

Deze vragen worden in zes lezin- gen onderzocht met professor Chris Kesteloot, sociaal geograaf, specialist inzake stad en stedelijkheid. Zowel

enkele spraakmakende theorieën als toepassingen op de Brusselse situatie komen aan bod.

Het volledige programma vind je op www.demarkten.be.

• Gratis, inschrijven is verplicht via www.demarkten.be

Dinsdag 10, 17 en 24 november, 1, 8 en 15 december van 12 tot 14u. Op 15 december duurt de lezing tot 16u.

(3)

OVER TIJD – DU TEMPS

Over tijd – Du temps is een tentoon- stelling naar aanleiding van 40 jaar De Markten. In deze tentoonstelling tonen veertien kunstenaars nieuw of bestaand werk dat refereert aan de notie tijd.

Deelnemende kunstenaars: Nathalie Joiris, Patrick Guns, Jo De Smedt, Yvonne Knevels, Petrus De Man, Mario De Brabandere, Paul Gees, Jean-Claude Saudoyez, Ingrid Ledent, Greet Billet, Selçuk Mutlu, Sam Vanoverschelde, Diane Delafontaine en Stefaan Vermuyten.

• De tentoonstelling loopt nog tot en met 8 november en is dagelijks, behalve op maandag, open van 12 tot 18u. Gratis, reservatie aanbevolen via www.de- markten.be

Laat je tijdens je lunchpauze rondleiden en kom alles weten over de kunstwer- ken, de kunstenaars van deze tentoon- stelling en 40 jaar tentoonstellingen in De Markten. De rondleiding gaat door op dinsdag 3 november, van 12 tot 13u.

Gratis, reservatie verplicht:

www.demarkten.be

TENTOONSTELLING ACTIE

OASIS

Ontdek vier warme, creatieve oases in de Brusselse Zennewijk

OASIS is een cultureel én artis- tiek experiment. Vzw Federatie Onafhankelijke Senioren (FedOS) wil Brusselse kunstenaars, voorna- melijk 50-plussers van verscheidene origine, een forum bieden door hun kunst te exposeren op verschillen- de locaties. Het opzet van deze kun- stroute is mensen verbinden door talent in al zijn artistieke vormen sa- men te brengen. Kunst is van alle ge- neraties en is een brug tussen leeftij- den, leefwerelden en culturen.

Iedereen heeft nood aan oases van rust, stilteplekken en de weldoende schoonheid van de natuur, voortdu- rend op zoek naar evenwicht. De coron- acrisis met algemene lockdown zette deze noden nog meer in de schijnwer- pers. Kunstenaars en creatievelingen beschikken daarbij over instrumenten om uit te drukken wat ze voelen, wat ze nodig hebben, wat ze missen, waar ze angst voor hebben en waar ze van houden. Vanuit deze maatschappelijke context werd gekozen voor het breed omvattende thema OASIS. In de expo OASIS - divers, multicultureel, partici- patief - nemen de deelnemers ons mee op hun tocht naar vruchtbare plekken in de stad.

De Markten, Lokaal Dienstencentrum Het Anker, Centre TEFO en FedOS vzw stellen daarom hun deuren open als oase om kunst te beleven en mensen samen te brengen rond een gemeenschappelij- ke interesse. Sommige werken werden door individuele kunstenaars gemaakt, anderen zijn een collectief project van sociale organisaties.

Het volledige programma vind je op www.fedos.be.

EXPO OASIS is een initiatief van FedOS vzw, in samenwerking met De Markten, Centre Tefo, LDC Het Anker, Hobo, CAW Brussel, Talent in Beweging, LDC Forum, LD3, De Rode Antraciet en individuele kunstenaars.

• Van 12 tot 30 november van 10 tot 16u (in De Markten ook open ’s avonds en in het weekend) op vier locaties:

FedOS vzw, Zaterdagplein 6, 1000 Brussel

De Markten, Oude Graanmarkt 5, 1000 Brussel

LDC Het Anker, Marcqstraat 25, 1000 Brussel

Centre Tefo, Handelskaai 48a, 1000 Brussel

TANK DANCE, ACRYL OP DOEK, STEFAAN VERMUYTEN

BRUSSEL HELPT

Steun Brussel Helpt en neem op 28 november 2020 deel aan de ta- ke away-editie van de Grootste Spaghettislag ter Wereld, ten voorde- le van Babytheek Brussel.

Samen met Link=Brussel en Les Gazelles de Bruxelles koken we de lekkerste ve- getarische spaghetti van heel het ge- west! Bestel een portie spaghetti bij ons, haal ze af op het Sint-Katelijneplein en we verwennen je met een smakelij- ke verrassing. Volledig coronaproof! De opbrengst van deze editie gaat inte- graal naar Babytheek Brussel, een uit- leendienst voor babyspullen. Eigenlijk een soort van bibliotheek voor spullen die een baby nodig heeft in de eerste 12 maanden na de geboorte.

Heb je zelf nog babyspullen die je wilt doneren aan de Babytheek Brussel?

Breng ze binnen in het onthaal van De Markten op vrijdag 6 november tussen 9 en 17u.

• Zaterdag 28 november, van 12 tot 14u, Sint-Katelijneplein

Inschrijvingen: www.brusselhelpt.be

OASIS GROEPSWANDELING Ontdek vier warme, creatieve oases in de Brusselse Zennewijk

De Markten nodigt 10 lezers uit op de wandeling op vrijdag 20 november. Af- spraak om 14u op de binnenkoer van De Markten.

• Reservaties:

demarkten@demarkten .be, 02 512 34 25

(maximum 2 personen per reservatie)

OASIS 1122 ttoott 3300 nnoovv.. EXPO

FedOS vzw, GC De Markten, LDC Het Anker, Centre TEFO

OOnnttddeekk 44 wwaarrmmee,,ccrreeaattiieevvee ooaasseess iinn ddee ZZeennnneewwiijjkk

Een initiatief van FedOS vzw, in samenwerking met GC De Markten, Centre Tefo, LDC Het Anker, De Rode Antraciet, HOBO, CAW Brussel, Talent in Beweging, LD3, LDC Forum en individuele kunstenaars.

V.U. FedOS vzw, Zaterdagplein 6, 1000 Brussel

www.fedos.be

VOOR DE LEZERS VAN DE VIJFHOEK

EXPO OASIS

TENTOONSTELLING

(4)

© LUC AUWAERTS@STADSBIOGRAFIE

> VERGEZICHT

Door station Kapellekerk rijden elke dag 1200 treinen, maar slechts één trein per uur stopt er nog.

Luc Auwaerts

(5)

Halverwege de namiddag in het sta- tion Brussel-Kapellekerk, onder een grijze lucht. Er is bijna niemand. Een paar honderd meter verderop be- vindt zich het metrostation Annees- sens waar het druk is, het verschil is merkbaar. Onder de rails zijn de mu- ren bedekt met street art en tags.

De tunnels en de trappen ruiken naar urine. Een trein is juist vertrokken, de volgende komt over vijftig minuten aan. Een man zit op een bankje op het perron een broodje te eten boven een plastic zak, zijn hoofd zo laag gebo- gen dat de sandwich er bijna in valt.

Treinen die niet stoppen passeren spo- ren 3 en 4. Sporen 5 en 6 worden ge- bruikt door de treinen die hier wel halt- houden, de voertuigen zijn leeg.

Bovenaan de iets drukkere straat wach- ten twee jonge meisjes al een minuut of tien. Ze dalen af tot voor de grote poor- ten van het Sint-Jan Berchmanscolle- ge, op enkele passen van het station.

Ze staan voor de verkeerde ingang. Ze heten Yasmine en Sofia, en zitten op de middelbare school, maar dan in Et- terbeek. Nederlands is hun eerste taal, maar ze spreken uitstekend Frans. Ze wachten op hun vriendin, die de school zal uitkomen.

Yasmine vertelt me dat ze later genees- kunde wil studeren, Sofia overweegt rechten te gaan studeren. Ze geven toe dat ze hier de trein niet namen, maar dat ze met de tram gekomen zijn. Om door Brussel te reizen, gebruiken ze al-

leen het openbaar vervoer.

Het station werd ingehuldigd in 1952 en doet dienst als treinhalte op lijn S1 van het GEN. Moet het nu worden ge- sloten? 'Dat kan niet, er zijn mensen die het nodig hebben,' zegt Sofia, terwijl ze over het gierende geluid van een passe- rende trein heen spreekt.

Even verderop stappen twee mannen uit een busje en laden tassen met kle- ren uit. Een van hen propt ze luidruch- tig in een speciale donatiecontainer, allemaal voor de ogen van een dakloze man die op kartonnen dozen ligt. Ik vraag de meisjes wat ze van de buurt vinden. 'Het is een beetje een rare buurt,' geeft Yasmine toe, terwijl So- fia knikt. Ze zijn echter niet ongerust, ze komen hier af en toe, maar zijn het niet gewend om buiten het college te wachten. Op dit moment hebben ze niet veel kans om hun vriendinnen te ontmoeten, maar deze kans konden ze niet missen. Covid of niet, het gaat niet alleen om het bijwonen van de lessen.

Ze zijn ook van plan een beetje plezier te hebben in het leven.

Plots gaan de grote houten deuren van de school open. Een vloed aan tieners stroomt buiten. De rustige straat van daarnet is nu gevuld met het lawaai van tientallen gesprekken: eindelijk het ein- de van de lessen! Na een paar seconden fleuren de gezichten van de twee jonge meisjes op. Zelfs met het mondmasker aan, zie je een glimlach op hun gezich- ten. Hun vriendin is er, ze omhelzen el- kaar. Een jonge man is erbij, ze praten

snel, luid en vreugdevol. Net zoals hun kameraden om hen heen.

Quentin Vidberg Quentin Vidberg komt uit Rennes (Frankrijk) en is Erasmusstudent aan de opleiding journalistiek Erasmusho- geschool.

> OP DE BANK

Elke maand strijkt een reporter van De Vijfhoek neer aan de halte en vraagt aan een buurtbewoner of passant hoe het met hem of haar gaat en wat er zich in zijn of haar le- ven afspeelt. Deze maand ontmoe- ten we Yasmine en Sofia.

© QUENTIN VIDBERG

Milieu d’après-midi à la gare Bruxel- les-Chapelle, sous un ciel gris. Il n’y a presque personne. A quelques cen- taines de mètres de là, la station de métro Anneessens est bondée, le contraste est saisissant. Sous les rails, les murs sont couverts de street art et de tags. Les tunnels et les escaliers sentent l’urine. Un train est parti il y a quelques instants, le prochain n’ar- rivera que dans cinquante minutes.

Un homme est assis sur un banc sur le quai, il mange un sandwich au-dessus d’un sac plastique, la tête tellement penchée qu’elle tombe presque de- dans. En haut de la rue un petit peu plus occupée, deux jeunes filles atten- dent depuis une dizaine de minutes.

Elles s’appellent Yasmine et Sofia, et attendent leur amie, qui doit sortir bientôt du Sint-Jan Berchmanscolle-

ge. Yasmine me dit qu’elle aimerait travailler dans la médecine plus tard, Sofia pense faire du droit.

La gare fut inaugurée en 1952, et sert de halte ferroviaire sur la ligne S1 du RER bruxellois. Doit-elle être fermée maintenant? “Ça ne peut pas, il y a des gens qui en ont besoin,” dit Sofia, parlant au-dessus du crissement d’un train passant sans s’arrêter.

D’un coup, les grandes portes boisées s’ouvrent. Un déferlement d’adoles- cents se rue devant nous. La rue si- lencieuse il y a quelques instants se remplit du bruit de dizaines de conver- sations: enfin la fin des cours!

Leur amie est sortie, elles se prennent dans les bras. Un jeune homme est avec elles, ils discutent rapidement, bruyamment, et avec joie, comme tous leurs camarades les entourant.

Résumé

(6)

BUREN VAN DE MARKTEN

Leo Vigneron woont tussen station Kapellekerk en de kerk zelf, in een zijstraatje van de Hoogstraat. Hij ontvangt ons hartelijk in zijn ruim en gezellig appartement, drie hoog, met groot terras en prachtig uitzicht op het Justitiepaleis. De halte van de maand is vlakbij, op ongeveer 100 meter van zijn woning. Hij woont al zijn hele le- ven lang in dezelfde omgeving en kent de geschiedenis van de wijk heel goed.

De Vijfhoek: Leo, je bent een geboren en getogen Brusselaar?

Leo Vigneron: Inderdaad, in 1934 zag ik het levenslicht in het huis hier om de hoek, Hoogstraat 57. Mijn ouders had- den daar hun familiebedrijf. Ik ben een echt Brussels ketje die de gloriejaren van de buurt heel goed gekend heeft. Maar men zegt dat om een echte Brusselaar te zijn, je grootouders en ouders ook in Brussel geboren moeten zijn. Ik ben dus geen rasechte Brusseleir. Papa was afkomstig van Tienen en had ook het zangerige accent van die stad. Ik ken

zelfs, na al die jaren, nog een typische uitdrukking in het Tiens dialect: Wèlle spelde vreuger bè de mais oep de braai van't kottegoar. (vertaling: wij speelden vroeger met de knikkers op de stoep van het politiebureel)

Wat voor een zaak hadden je ouders vroeger?

Het familiebedrijf, kortom de winkel, werd door mijn grootouders opgericht en was meer dan honderd jaar open! Na mijn grootouders en ouders waren mijn broer Albert en zijn echtgenote de laat- ste eigenaars. De winkel sloot eind 2000 zijn deuren. Een stukje geschiedenis verdween. De zaak leed onder de con- currentie van de grootwarenhuizen en er kwam steeds minder en minder volk over de vloer.

Wat werd er allemaal verkocht?

De winkel had als naam De gouden kam/

Le Peigne d’ Or en was een begrip in de Marollen.

Het was een soort bazaar waar je alles

kon vinden en je een keuze had uit meer dan duizend artikels. Gaande van valie- zen, kinderwagens, speelgoed, kantoor- artikelen, schoolgerief.

Op het einde van de grote vakantie, voor het begin van het nieuwe school- jaar liep het altijd storm in onze winkel.

Grappig is dat wanneer ik hier in de om- geving wandel, ik nog volk tegenkom dat nog Monsieur Peigne D’Or tegen me zegt. Waarschijnlijk kwamen die oude- ren als kind in onze winkel hun potloden kopen. Ze verwarden mij zeker met mijn broer die zaakvoerder was en op mij leek, want ik zelf heb nooit in de winkel achter de toonbank gestaan. Ik deed wel de administratie.

Er waren toen nog veel winkels in de Hoogstraat?

Vast en zeker. Drogisten, bakkers, been- houwers, kledingzaken, de ene naast de andere. Van oorsprong waren al die handelaars Vlamingen. Er waren er bij die welluidende bijnamen hadden zoals Dikken Tisch en Jeanne van Litte (lacht).

Voor de bekendere kledingzaken zoals Alba en Michiels kon men zelfs in het Pajottenland reclame voor hun winkels aantreffen. Dat is nu allemaal gedaan.

Wie komt er nu nog naar Brussel cen- trum of de Marollen om te winkelen?

De grote shoppingcentra bevinden zich aan de rand van de stad. Onder andere omwille van parkeergelegenheid gaan de mensen daar liever naartoe. In Brus- sel centrum zijn er ook nog steeds veel openbare werken en het circulatieplan

vind ik ook niet helemaal geslaagd. De klanten vinden er hun weg niet meer in terug.

Je ging naar school in het Sint-Jan Berch- manscollege, hoe was dat?

Mijn kleuterschool heb ik bij de nonnekes doorgebracht, die toen in de Priemstraat gevestigd waren. Daarna heb ik de vol- ledige cyclus, vanaf de voorbereidende tot de retorica doorlopen, het laatste jaar van de toenmalige humaniora. Ik zat er in de Grieks-Latijnse.

Het was wel heel handig voor mij dat het college zo vlakbij lag. Op een vijftal mi- nuten was ik op school. ’s Middags kon ik thuis middageten. Voor de leerlingen die uit de rand of verder kwamen was dat wel iets anders.

Hoe verliepen de lessen toen?

Voor mij was dat daar avant-garde on- derwijs. In het voorlaatste jaar stond er tijdens de Nederlandse les die, door een pater jezuïet gegeven werd, het boek Kaas van Willem Elsschot op het programma. In de jaren 1950 was dat enorm merkwaardig. In het laatste jaar bespraken we het boek dat in deze tijden zeer hedendaags is: De Pest van Albert

Camus. Ik heb het boek hier nog en heb het recent nog eens herlezen. Ik heb al- leen maar goede herinneringen aan het Sint-Jan Berchmanscollege en zeker aan de literatuurlessen. In 1951 verliet ik het college en vatte mijn rechtenstudies aan.

Na het behalen van mijn diploma rechten kwam ik in de wereld van de verzekerin- gen terecht met als specialiteit het verze- keren van kerncentrales.

Was het college in de jaren ‘50 elitair?

Ja en nee, ik had dat gevoel niet. Het was wel Vlaamsgezind. Er was in die tijd nog een Franstalige afdeling maar die is defi- nitief verhuisd naar Saint-Michel in Etter- beek. Daarna werd het college volledig Nederlandstalig. Nu kan men stellen dat de hele Brusselse adel de koninklijke fa- milie gevolgd is door hun kinderen ook naar het college te sturen.

Hoe waren de donkere oorlogsjaren in de Marollen?

Om te beginnen was er toen geen lock- down zoals we die nu kennen. Er was wel een avondklok. Gedurende de hele be- zetting zijn de winkels opengebleven en is het openbare leven blijven functione- ren. De zwarte markt tierde in die dagen welig op het Vossenplein.

De Radijsstraat was de plaats bij uitstek om aan eten te geraken. Wit brood en hesp waren zeldzaam te verkrijgen. Om ons huis te verwarmen kocht mijn vader spriet, bruinkool als goedkope brandstof voor de kachels. Als kind heb ik nooit cen- trale verwarming gekend.

Leo Vigneron

Om een echte Brusseleir te zijn moeten je grootouders

en ouders ook in Brussel geboren zijn

©LUC AUWAERTS@STADSBIOGRAFIE

(7)

Wat gebeurde er op 10 mei 1940 in de wijk?

Vlak na de Duitse inval in België begonnen de Brusselaars de winkels te plunderen.

Tegenover onze winkel bevond zich de Sarma die helemaal werd leeggehaald.

Dat was een andere vorm van hamste- ren: niet kopen maar stelen. In onze win- kel werd er niets meegenomen aange- zien mijn ouders al snel de rolluiken naar beneden lieten.

Na de Duitse inval ging het dagelijks le- ven verder. De Duitsers kwamen ook in onze winkel hun inkopen doen. Maar dat klimaat verergerde met de jaren.

Hoe bedoel je?

De handelaars waren verplicht om de winkelvitrines volledig te beschilderen, er mocht alleen een kleine opening ge- laten worden zodat men kon zien wat er in de winkel verkocht werd. Waarom? De Duitse soldaten waren jaloers omdat er in België veel meer in aanbieding was dan in hun vaderland: economisch gezien was het hier veel beter dan bij hen. De solda- ten hadden blijkbaar hun beklag gedaan.

Wanneer ze thuis in verlof gingen konden

ze bij hen niet zoveel kopen, ze hadden minder keuze dan hier in Brussel.

Een andere memorabele datum hier, was 3 september 1944.

Ik heb die dag de koepel van het Justi- tiepaleis naar beneden zien vallen. Bij de aftocht hadden de Duitsers die in brand gestoken. Onder die koepel bevond zich hun communicatie- en commandocen- trum en dat bewijsmateriaal moest na- tuurlijk vernietigd worden. In die dagen, misschien door dezelfde plunderaars als in 1940, werden de kelders van het Jus- titiepaleis leeggeroofd. Schnaps (sterke, alcoholische drank) en de drankreserve van het Duitse leger was daar gestoc- keerd. In de omgeving zag je de mensen hollen met zoveel mogelijk flessen in hun handen.

De Marollen was voor kinderen een hele leuke omgeving om te spelen met al die plekjes en steegjes?

Wij speelden altijd op straat, we moesten niet op onze hoede zijn voor de auto’s. Er was toen heel weinig tot geen verkeer.

Alleen bij het passeren van de trams wa- ren we voorzichtig. Je kan onze kindertijd vergelijken met het dagelijks leven uit de stripverhalen van Kwik en Flupke door Hergé. Een stripverhaal dat ik trouwens graag las en waarvan er thuis altijd rond- slingerden.

Je bent ook jarenlang lid geweest van het comité dat de Breugelfeesten orga- niseerde?

Ik hield me veel bezig met de folklore in de Hoogstraat als lid van het comité van de braderie. De reuzenstoet was een wel- bekend begrip in de Marollen. De kleer- makers uit de buurt ontwierpen de kleren voor de reuzen, die gestockeerd werden in een ruimte onder het Centraal Station.

Tijdens die feesten kwamen de bezoe- kers van heinde en verre om zich hier te amuseren. Ik herinner me een bepaald jaar dat er bijna 100.000 mensen rond- liepen, met zelfs veel bezoekers uit En- geland en Japan. Er werd gefeest tot een gat in de nacht. Dat is een periode uit het leven in de Marollen die jammer genoeg volledig verdwenen is. Er rest ons nog de kleinschalige jaarlijkse stoet dat uit één fanfare en een paar reuzen bestaat.

Was er vroeger veel armoede in de Ma- rollen?

Ik vind dat er nu meer armoede is dan vroeger. Toen werd dat goed opgevan- gen. Mijn vader engageerde zich in de liefdadigheidsvereniging Sint Vincentius a Paolo. Hij was peter van een arme fami- lie en ondersteunde die financieel. Ieder lid van de vereniging had zo een zoge- naamde familie, dat was in die tijd een vorm van hulp aan arme mensen. Nu is er vooral de vzw Nativitas die zich sinds meer dan 40 jaar inzet voor kansarme mensen van alle leeftijden, afkomsten, culturen en godsdiensten. Hun doel is om geïsoleerde en kansarme mensen een gastvrije plek te verschaffen. In hun lokalen kan je elke middag een goedkope maaltijd krijgen. Je hebt ook organisaties

zoals Poverello en de Vrienden van het Huizeke die zich in de wijk voor de mede- mensen inzetten.

Leo, tijdens ons gesprek valt me op dat je mooi algemeen Nederlands praat.

Spreek je ook Brussels?

Leo schakelt plotseling vlot over in het Brussels en stelt voor dat hij een gedichtje voordraagt. Hij verrast ons met een ge- dicht van ‘t Ketje (Renaat Grasssin): “Van e giel klaa mooëzeke en van e fleske konjak”.

Bij gelegenheid draag ik nog Brusselse gedichten voor.

Je bent ook vrijwilliger in de Kapellekerk?

Ik ben nog altijd penningmeester van de kerkfabriek. Ik heb de evoluties van de kerk van dichtbij meegemaakt. Er kwa- men steeds minder en minder kerkgan- gers over de vloer. In de jaren 1950 was de klassieke zondagse elfuurmis zelfs in het Nederlands, wat toen een primeur was. Ik herinner me nog dat in de vasten de theologen van verschillende strekkin- gen zoals de Kapucijnen en de Dominica- nen in de kerk hun speciale vastenpreek hielden vanop de preekstoel. Ik heb nog geweten dat de Kapellekerk over een pastoor en een onderpastoor beschikte.

Nu wordt de kerk gebruikt door de Pool- se gemeenschap, die vijf missen orga- niseren op zondag. In Brussel heeft elke christelijke gemeenschap zijn kerk.

Voor de Zuid-Amerikanen is dat de Rijke Klarenkerk in het centrum. Sint-Jakob- op-de-Coudenberg huisvest de Engelse en Duitse kerkgemeenschap. Nu is er

iemand uit de Poolse gemeenschap die mijn taak wil overnemen.

Tot slot onze traditionele afsluiter: neem of nam je geregeld de trein aan het stati- on Kapellekerk?

Zelf heb ik nog de laatste werken aan de Noord-Zuidverbinding meegemaakt en heb ik in het station een paar keer de trein genomen om naar het Zuidstation te rijden, waar ik dan een internationale verbinding nam. Ik weet dat er onder het station nog een passage is die naar het Walenplein leidt. De halte bestaat nog en er stoppen nog enkele treinen, maar ik denk dat het station gedoemd is om te verdwijnen. En dat zou heel spijtig zijn voor de wijk.

Hartelijk bedankt voor dit gesprek, Leo.

De halte bestaat nog en er stoppen nog enkele treinen,

maar ik denk dat het station gedoemd

is om te verdwijnen

BUREN VAN DE MARKTEN

Leo Vigneron vit entre la gare de Bruxelles-Chapelle et l'église dans une rue latérale de la rue Haute. Toute sa vie durant, il a vécu dans le même quartier et connaît parfaitement l'his- toire du quartier. Il est né et a grandi à Bruxelles, ses parents possedaient un magasin dans la rue Haute. Leo a également été pendant de nombreu- ses années membre du comité orga- nisateur des Fêtes de Bruegel dans les Marolles. Aujourd’hui, malgré son âge avancé, il est encore bénévole à l’égli- se Notre-Dame de la Chapelle.

Résumé

©LUC AUWAERTS@STADSBIOGRAFIE LEO OP ZIJN TERRAS MET OP DE ACHTERGROND DE KAPELLEKERK

(8)

BRUSSELSE ARCHITECTUUR

>KAPELLESTATION

Het Kapellestation ligt er verlaten en verwaarloosd bij, de omgeving is er niet veel beter aan toe. Tien jaar gele- den1 schreven we een eerder positief verhaal over deze buurt, vandaag lijkt de ziel eruit.

Twee jaar geleden verdreef de IJzeren wet van de IJzeren weg Recyclart uit het station. Brandveiligheid was het door- zichtig excuus dat de stadsvreemde ambtenaren van de spoorwegen aan- voerden. Als er een kraan lekt roep je een loodgieter, maar verklaar je je huis niet onbewoonbaar: ook brandbeveili- ging kan verholpen worden à fortiori in een betonnen bunker onder het spoor.

De NMBS getuigt wel meer van anti-ste- delijke reflexen, langs de Europa-espla- nade (Zuidmarkt) en de Fonsnylaan onder de sporen staan er honderden vierkante meter leeg die in een ‘bruisen- de stad’ commercieel en inventief zou- den kunnen geëxploiteerd worden.

Soit, de creatieve impuls van Recyclart is weg en ondanks vele investeringen in de omgeving, Ateliers des Tanneurs, sociale woningen het Rad, Groep S, ligt deze op apegapen. Het oude Walenplein, inder- haast heraangelegd onder impuls van Recyclart, heeft zijn kleur en zijn animo verloren. De tunnels onder het spoor mooi opgefleurd door fresco’s. Verwaar- loosd en dan maar gezandstraald? Aan de andere kant van de sporen wordt het

‘voorschoot’ grote Brigittinepark voor de derde keer heraangelegd. Ooit (jaren 1980) was de grasberm tegen de par-

kingsokkel onder het Brigittine woning- complex Marolle Plage en werd deze zonnige zijde in de zomers door vele migrantenfamilies als ligweide gebruikt.

Daarna (begin jaren 90) kwam een eer- ste aanleg, een elementair sportplein en twee malheureuse skatebowls. Later werd er wat meer fantasie gebruikt en een poging ondernomen om de sokkel boven de parkings te integreren, de ska- tebowls gedicht en vervangen door één zielloze helling. Vandaag is alles terug opgebroken. Nieuw project in het kader van een ‘duurzaam’ wijkcontract, duur- zaam? Driemaal herbeginnen in minder dan dertig jaar!

De ‘Waelsche Plaetse’ was sedert 1321 gekend in Brussel. Einde 18de eeuw en begin 19de eeuw was ze nog steeds een nijverig knooppunt waar Huidevetters- straat en Priemstraat samenliepen, de rechte weg naar de Grote Markt. Daar sloten de dwarsstraten, Radstraat en Brigittinnestraat aan en leidde de Ursuli- nenstraat naar de Kapellekerk. In tegen- spraak met de alom gekopieerde onzin, was het geen groot plein2 maar eerder een driehoekige dries, amper 50x20 m.

Het was wel een referentie die iedere stedeling kende en waarnaar verwe- zen werd, zoiets als het Katelijneplein vandaag, alle zoekertjes in toenmalige kranten vermelden ‘près de la place des Wallons’. Huidevetterstraat, Walenplein, Priemstraat waren winkelstraten; cafés, bakkers, drogisten, herenhuizen zorgden er voor leven. In 17923 verkocht Mme la Marquise de Laspiur4 er een koets, haar

buurman Mr Vanderdilft had in 1797 een

‘très bonne birouche’ in de aanbieding, wat volgens de dictonnaire Wallon – Français een licht voertuig op twee wie- len – een cabriolet is. In 1840 verkocht notaris Barbanson ‘une vaste maison’

met inrijpoort, en op de verdieping meer- dere mooie salons voorzien van spiegels en marmeren schouwen en een ach- terbouw met ‘cour et jardin’. Het waren geen sukkelaars daar op het Walenplein.

In 1853 werd de naam ‘Place de Wallons’

uit de stratenlijst geschrapt. In de jaren dertig van de 20ste eeuw werd de ooste- lijke zijde van Ursulinen- en Huidevetters- straat weggemaaid voor de spoorweg.

Merkwaardig detail: het Office Natio- nal pour l’Achèvement de la Jonction

Nord-Midi, Ursulinestraat 15, had er tus- sen de twee oorlogen zijn zetel.

Een levende wijk werd vorige eeuw zonder pardon geofferd aan het spoor, op kleinere schaal werd een poging tot reanimatie recent gesaboteerd. We zou- den mogen verwachten dat de Brussel- se overheden wat meer op hun strepen staan en zoiets niet meer laten gebeuren.

Marcel Rijdams

Foto’s: foto’s Hemels Brussel, KIK en NMBS Kaart: Popp Kadasterkaart, 1866 KBR 1 Vijfhoek januari 2010

2 Jean d’Osta Dictionnaire des rues: ‘vaste place’

3 Anecdotes met dank aan Jacques Dubreucq Bruxelles une histoire Capitale Volume 2

4 Ook eigenares van het Papenkasteel in Ukkel

La gare Bruxelles-Chapelle est déserte et négligée. Les environs ne sont pas mieux. Il y a deux ans, Recyclart, haut lieu de culture underground, a été con- traint de rendre les locaux à la SCNB pour des raisons injustes mettant à mal l'impulsion créative de Recyclart. Mal- gré de nombreux investissements dans le domaine, il tente tant bien que mal de survivre. Un quartier vivant a été sa- crifié sans pardon. A plus petite échelle une tentative de réanimation a été ré- cemment sabotée. On peut s'attendre à ce que les autorités bruxelloises soi- ent un peu plus vigilantes et ne laissent pas une telle chose se reproduire.

Résumé

STATION KAPELLEKERK IN AANBOUW 1940 WALENPLEIN 1866

BRIGITTINE 1980

(9)

HALTE VAN DE MAAND

>SINT-JAN BERCHMANSCOLLEGE

Vlak na de Belgische onafhankelijk- heid vond de Brusselse katholieke bourgeoisie dat er in de hoofdstad nood was aan een katholieke tegen- hanger van het prestigieuze Brusselse atheneum. Dat atheneum was in de ogen van de katholieke elite immers véél te antiklerikaal. De jezuïeten lij- ken de ideale orde voor de oprichting van een katholieke school maar de sociëteit houdt de boot aanvankelijk af: ze zijn zelf pas heropgericht (na een verbod van bijna zestig jaar) en beschikken niet over voldoende perso- neel noch geld.

De eerste jezuïetencolleges die in het kersverse België worden opgericht zijn die van Aalst en Namen (1831) en dat van Gent (1833). Toch stuurt de socië- teit twee jezuïeten naar de hoofdstad.

De pastoor van de parochie van Sint- Jacob-op-de-Coudenberg stelt hen een gebouw ter beschikking in de Proosdij- straat vlakbij de Kapellekerk. De straat zou later omgedoopt worden tot Ursu- linenstraat. De twee pioniers-jezuïeten gaan naarstig op zoek naar geld, loka- len en personeel. In 1834 doet zich een buitenkansje voor: de graaf de Lalaing verkoopt het oude stadspaleis van de familie de Hornes in de Proosdijstraat.

Het paleis dateert uit de zestiende eeuw, werd herbouwd na het bombar- dement van 1695 en was lange tijd de residentie van de pauselijke nuntii.

De jezuïeten krijgen de steun van de plaatselijke clerus, van de conservatieve

politieke elite en, last but not least, van de aartsbisschop in Mechelen, kardinaal Sterckx. Op 29 september 1835 opent het college zijn deuren voor de eerste twee klasjes (het zesde en het vijfde). In 1841 beschikt het college over een volle- dige humanioracyclus: van het zevende, voorbereidende jaar tot de retorica. En-

kele jaren later richten de jezuïeten zelfs een internaat op aan de overkant van de straat en in 1895 telt de school al meer dan 1000 leerlingen.

Het succes van het college is zo groot dat gedurende de komende vijftig jaar de paters vindingrijk zullen moeten om- springen met een nijpend ruimtegebrek:

naburige huizen worden opgekocht, lo- kalen krijgen een andere bestemming, een binnentuintje wordt opgeofferd, een deel van de kerk omgevormd tot zaaltje, … Het resultaat? Aan het begin van de twintigste eeuw is het college een doolhof van talloze huisjes, perceel- tjes, opgevulde binnenruimte, onver-

lichte binnenkoertjes, schots en scheve trappenhallen.

Bovendien kwam daar nog eens bij dat ondertussen het Collège Saint-Michel niet meer de enige katholieke school was in Brussel: ouders konden voortaan ook hun kinderen naar Saint-Boniface in Elsene sturen, of naar Saint-Louis vlakbij het Noordstation. De jezuïeten zien zelf ook de buurt ten kwade veranderen: de bourgeoisie en aristocratie trekt weg, studenten eten ’s middags hun boter- hammen op in louche cabarets en ca- fés in de nabij gelegen Marollen. En tot overmaat van ramp vestigt de partij van die goddeloze socialisten zich ook nog eens op een steenworp van het college!

Na enkele pogingen om het college onder te brengen in het Egmontpaleis en de Royal Skating in Sint-Gillis, wordt besloten om een geheel nieuwe cam- pus op te richten in Etterbeek, langs een pas aangelegde boulevard. Onder- tussen dreigt de overheid om een deel van het college in de Ursulinenstraat te onteigenen voor een megalomaan pro- ject: de Noord-Zuidverbinding! De hele oostelijke wand van de straat, met het oude stadspaleis van de Hornes, gaat tegen de vlakte. De jezuïeten krijgen een schadevergoeding en in 1908 bouwt architect Georges Cochaux voor hen een compleet nieuw college in de Ursuli- nenstraat. In 1921 wordt het college her- doopt tot Sint-Jan Berchmans. Pas in de jaren 1950 wordt het college helemaal

“geflamandiseerd”.

Stefan Moens

(10)

>STADSBERICHTJES

CECI N’EST PAS UN BAR

Tot in Amerika haalden we de kranten met waar België en bij uitstek Brussel het meest bekend voor is: bier en surre- alisme. En de combinatie van die twee.

Op 8 oktober titelde de Associated Press: “Bar or restaurant? The big is- sue in pandemic-struck Brussels. New coronavirus restrictions have put a spotlight on two Belgian classics this week: beer and surrealism.”

En nu alle latten weer gelijk liggen, is het toch de moeite om even terug te blikken op enkele bizarre weken voor de horeca in Brussel.

Eerst, op 28 september, kwam de beslis- sing dat cafés moesten sluiten om 23u i.p.v. om 01u. Op zich is dit al een gekke beslissing, want aangezien in de meeste restaurants de keuken rond 22u-22u30 sluit, zijn het tot 01u dan toch ook ge- woon drankgelegenheden?

Dezelfde dag nog lazen we in Bruzz dat nochtans “ook cafés-restaurants open mochten blijven tot 1 uur”. De basis van de opsplitsing was toen de NACE-code, die aan elke onderneming wordt toege- kend op basis van de economische acti- viteit. Zo vallen onder code 56 de restau- rants en cafés:

• 56.101 Eetgelegenheden met vol- ledige bediening

• 56.102 Eetgelegenheden met be- perkte bediening

• 56.210 Catering

• 56.301 Cafés en bars

Maar uiteraard is het mogelijk om meer dan één code te hebben, en is een zaak niet verplicht alles te doen waarvoor het een code heeft… Toch nog de moeite om na 23u eens buiten te komen als je nog zin had in een glaasje.

Vanaf 8 oktober moesten de cafés en bars in Brussel voor minstens een maand volledig dicht blijven. Opnieuw verwarring alom, want deze keer werd niet meer naar de NACE-code geke- ken, maar de samenstelling van de me- nukaart werd doorslaggevend. Of de vraag of de hoofdactiviteit van de zaak eten was dan wel drank. Maar eerlijk gezegd, ik heb niet begrepen wanneer een café een café was en wanneer een café, of een koffiezaak, plots als restau- rant beschouwd mocht worden. Met de juiste menukaart, maar zonder afstand tussen de tafels, noch binnen, noch op

het terras, mochten ze openblijven: hier een café, daar een koffiebar, en nog er- gens anders een café-bistro of een pub.

Weliswaar met een kommetje kaas en enkele stukken stokbrood op tafel bij de wijntjes, of een potje nootjes bij de cocktails, een stukje taart bij de koffie, of een lege soepkom die de hele avond naast je pintjes blijft staan. Je zal tijdens deze periode maar een hardwerkende cafébaas geweest zijn, van wie de huur niet kwijtgescholden werd tijdens de lockdown en die met overmaat aan zorg de 1,5 meterlat gehanteerd heeft sinds de heropening begin juni…

Maar nog belangrijker: dacht men met deze opsplitsing echt de pandemie te kunnen indijken?

Daarom is het dus wel goed dat de dui- delijkheid is weergekeerd. Alles dicht en avondklok voor iedereen. Alhoewel…

STUDENTENLEVEN IN CORONATIJDEN

Als je zelf geen student bent, of stu- derende kinderen hebt, sta je er niet zo bij stil. Ik bedoel dan bij de kleine, dagelijkse dingetjes van het studen- tenleven. Niet de grote doopceremo- nies of de cantussen en zuipavonden.

Maar bij de stages in de lerarenoplei- dingen bijvoorbeeld, die rond deze tijd ook beginnen. Dit wordt een moeilijke, zo niet onmogelijke opdracht nu de co- dekleuren verdonkeren. Er blijken zelfs nog derdejaarsstudenten te zijn die hun stage van vorig jaar nog moeten inhalen…

Of bij de vraag hoe een eenvoudige lunch verloopt voor een student. Je koopt een broodje, in het studenten- restaurant bijvoorbeeld, maar waar eet je het op? Tafels en stoelen zijn aan de

kant geschoven om samenscholing te voorkomen, en buiten wordt het als- maar kouder.

Bij gebrek aan horeca is er veel een- zaamheid bij nieuwe studenten in de hoofdstad. Nog nooit waren ze zo blij

dat het weekend eraan komt en ze naar huis kunnen gaan, weg van hun alleen zitten op kot.

En dan maar hopen dat het dat maar is, en niet het positief getest geweest zijn, of iemand van de familie of vrien- den hebben die ziek zijn. Het kan altijd erger.

© VRT

Stadsberichtjes door Greet Callaerts

(11)

>GEMEENTERAAD:

SCHEIDEN DOET LIJDEN

De gemeenteraadszittingen van 21 september en 5 oktober 2020 vinden plaats in het Institut des Arts et Mé- tiers, op de gevel in de Slachthuislaan merkwaardig vertaald als Gesticht voor Kunsten en Ambachten.

Gemeenteraadslid Mie-Jeanne Nyanga- Lumbala (CDH) kondigt aan dat ze over- stapt naar MR. Ze is sinds 20 jaar politiek geëngageerd, maar ze zegt zich sinds enkele jaren niet meer thuis te voelen in de CDH-groep. CDH-gemeenteraadslid Fatima Moussaoui verklaart voortaan als onafhankelijke te zetelen. Ze ziet de par- tij een meer conservatieve richting uit- gaan en dit stemt niet overeen met haar persoonlijke politieke ideeën.

Schepen van gelijke kansen Khalid Zian (PS) presenteert een actieplan voor in- clusie en de strijd tegen discriminatie van LGBTQI+ personen (=lesbiennes, gays, biseksuelen, transpersonen, queers, interseksuelen). De cel Gelijke Kansen van de stad werkt hiervoor samen met contactpersonen van alle departemen- ten van de stadsadministratie en lokale verenigingen zoals L(esbienne)-Tours, Rainbow Ambassadors (vrijwilligers die zich inzetten om een LGBTQI+-beleid in de professionele senioren- en mantel- zorg te bevorderen). Iedereen moet zich vrij voelen om zichzelf te zijn, verklaart de schepen, er is nog te veel discrimina- tie. De cel Gelijke Kansen voorziet in een vorming bij de lokale politie en zorgt voor logistieke steun aan de deelnemers van dit actieplan. Een subsidie van € 35.000

wordt voorzien. De stad zal administra- tieve formulieren aanpassen. Een LGBT- QI+-raad wordt opgericht. Een spandoek aangebracht op het Actirisgebouw in de Paul Devauxstraat met een beeld ge- maakt door fotograaf Pierre Debussche- re en de tekst ‘embrace diversity’ maakt deel uit van het actieplan. Een evaluatie volgt over twee jaar.

De stad verhuurt de Magdalenazaal aan vzw Brussels Expo tegen een huurprijs van € 300.000 per jaar. Gemeenteraads- lid Geoffroy Coomans de Brachène is verbolgen over het feit dat deze huurprijs plots vermindert naar € 120.000. Sche- pen van stadseigendommen Khalid Zian meldt dat de oorspronkelijke huurprijs bedoeld was voor de Magdalenazaal en het Koninklijk Circus samen. Dit wordt betwist door het gemeenteraadslid waarna een welles-nietesdiscussie volgt.

Op 5 oktober volgen enkele gemeente- raadsleden, al dan niet in quarantaine, de zitting thuis via zoom. Gemeenteraads- lid Mathias Vanden Borre (N-VA) klaagt over het ondermaats comfort van de zaal waarin vergaderd wordt. Plaatsvervan- gend voorzitter Mohamed Ouriaghli (PS) stelt hem meteen gerust, vanaf volgende gemeenteraad zal de zitting plaatsvin- den in Square, het congrescentrum op de Kunstberg.

En dan is het de beurt aan gemeente- raadslid Bertin Mampaka die vorige ge- meenteraadszitting niet aanwezig kon zijn. Hij zegt dat het voor niemand nog een verrassing is, zijn overstap van CDH naar MR. Hij voelde zich niet meer ge-

hoord en gerespecteerd in de CDH-groep en voegt eraan toe dat hij zijn kiezers niet in de steek laat. Een politieke overstap maken is als een echtscheiding, meent hij. Verder houdt hij een uiteenzetting over al zijn verwezenlijkingen (te veel om op te sommen). Vanaf nu zetelt hij in dezelfde fractie als gemeenteraadslid Coomans de Brachène, waarmee hij in het verleden ernstige aanvaringen had.

Zo beschuldigde zijn nieuwe partijgenoot hem onder meer van buitensporige ver- kiezingsuitgaven, en tijdens Mampaka’s beleid als schepen van sport voor het be- voordelen met extra subsidies van sport- verenigingen die door kennissen van hem werden geleid. Uiteindelijk diende Bertin Mampaka een klacht in tegen Geoffroy Coomans de Brachène wegens laster en eerroof. Deze laatste werd buiten vervol- ging gesteld. Om kwatongen de mond te snoeren, aldus Bertin Mampaka op deze gemeenteraadszitting, deel ik u mee dat er tussen Geoffroy Coomans de Brachè- ne en mezelf geen problemen zijn. Alles koek en ei, dus…

Gemeenteraadslid Riet Dhont (PTB*PV- DA) zegt akkoord te gaan met de mond- maskerplicht. Ze is verontwaardigd over de hoge boete van € 350 bij niet-naleving van deze verplichting. Burgemeester Phi- lippe Close (PS) meldt dat de stad hier- voor gasboetes hanteert en die bedragen (minimaal) € 75 euro. Tot nog toe werden er 1.537 boetes uitgeschreven.

Riet Dhont vraagt aan schepen van open- bare ruimte Ans Persoons (SP.A) uitleg over een uitgave van € 90.000 voor een

kunstwerk in het Fontainaspark. Sche- pen Persoons preciseert dat het om een artistiek project gaat op het Fontainas- plein. Het wordt een sociaal-artistieke geluidsinterventie op een plaats waar veel voetgangers langskomen en die een kruispunt van verschillende wijken is. De geluidskunst zal gebaseerd zijn op getui- genissen van bewoners en passanten.

Voormalig OCMW-voorzitster Karin Lal-

ieux (PS) neemt het woord. Ze is nu mi- nister van Pensioenen, Maatschappelijke Integratie, belast met personen met een beperking, en Armoedebestrijding, in de federale regering. Ze blijft ook gemeen- teraadslid. Ze krijgt felicitaties en vele gemeenteraadsleden wensen haar suc- ces in haar nieuwe functie.

Mireille Willems

SPANDOEK OP HET ACTIRISGEBOUW “EMBRACE DIVERSITY”

(12)

BERICHTJES VAN HIER EN GINDER

Werkten aan dit nummer mee:

Grigore Ionita, Etienne Philips, Hanne De Nil, Jef Deyaert, Marcel Rijdams, Stefan Moens, Luc Auwaerts, Charles Six, Mireille Willems, Greet Callaerts en Quentin Vidberg.

Foto’s: De Markten en ingezonden Lay-out en druk:

Drukkerij Atlanta Schaffen Oplage: 5.000

Advertentiewerving:

De Markten, 02 512 34 25, demarkten@demarkten.be Verantwoordelijke uitgever:

Isolde Boutsen

De Vijfhoek is het maandblad van De Markten, Oude Graanmarkt 5, 1000 Brussel, 02 512 34 25, demarkten@demarkten.be, www.demarkten.be

www.facebook.com/demarkten.brussel 0448.654.692 RPR Brussel

Met de steun van de Vlaamse Gemeen schapscommissie.

De Markten maakt deel uit van N22, het netwerk van de 22 Brusselse gemeenschapscentra.

Steun De Vijfhoek:

Uw steun blijft welkom op rekeningnum- mer BE62 4331 1470 6161 van De Mark- ten met vermelding "steun De Vijfhoek".

Voor het decembernummer van De Vijfhoek zijn teksten en aankondigin- gen welkom tot uiterlijk 12 november.

Artikelwerving: De Markten, 02 512 34 25, demarkten@demarkten.be

De redactie behoudt zich het recht voor om teksten in te korten of aan te passen.

Openingsuren onthaal:

maandag tot donderdag van 9 tot 20u, vrijdag van 9 tot 17u en zaterdag van 9 tot 13u (behalve tijdens de schoolvakan- ties) De Markten is gesloten op zondag 1, maandag 2 en woensdag 11 november.

C O L O F O N

Wie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woont, kan De Vijfhoek gratis ontvangen.

Woont u buiten Brussel?

Dan krijgt u De Vijfhoek door € 12,50 over te schrijven op rekeningnummer BE62 4331 1470 6161 met de vermelding van 'Abonnement De Vijfhoek'.

Wist je dat je al onze publicaties ook online kan bekijken?

Surf naar www.demarkten.be/publicaties. Wil je onze e-nieuwsbrief ontvangen? Mail naar demarkten@demarkten.be of schrijf je in op www.demarkten.be.

De Markten respecteert je privacy. Je contactgegevens gebruiken we uitsluitend om je De Vijfhoek toe te zenden en je op de hoogte te houden van eigen activiteiten van Gemeenschapscentrum De Markten en aanverwante organisaties in de Vlaamse gemeenschap te Brussel. Je kan op elk moment een adreswijziging doorgeven of aan- geven dat je onze informatie niet langer wilt ontvangen via demarkten@demarkten.be of De Markten, Oude Graanmarkt 5, 1000 Brussel. Voor meer informatie over je overige rech- ten conform de privacywetgeving, raadpleeg www.demarkten.be/uw-privacy.

VERENIGINGEN EN ACTIVITEITEN

12

H a a l m e e r u i t j e w i j k !

O n t m o e t i n g - v e r r a s s e n d e pa r t n e r s c h a p p e n -

m a at s c h a p p e l i j k e r e l e va n t i e

Deadline 9 december 2020

Meer info in het ONLINE aanvraagformulier

https://brusselsculture.formstack.com/forms/stadsmakers Werp een blik op het

www.brussel.be/sites/default/files/bxl/Cultuurbeleidsplan.pdf

EEN INITIATIEF VAN ANS PERSOONS, SCHEPEN VAN NEDERLANDSTALIGE AANGELEGENHEDEN V.U. : Denis Laurent, Sint-Katelijnestraat 11, 1000 Brussel.

CULTUURBELEIDSPLAN LOKAAL

Je kan deelnemen als individu, c ollec tief of vereniging

Projectoproep Nederlandstalige Aangelegenheden 2021

ONLINE

LEZING

POËZIECAFÉ: LONELY AS A CLOUD…

MAAR DAN WEL ALLEN TEZAMEN!

De Markten brengt, in samenwerking met het Brussels Ouderenplatform (BOp) en Muntpunt maandelijks po- ezienamiddagen. De voordrachtge- ver is Ivo van Strijtem: dichter, ver- taler, essayist, bloemlezer en leraar literaire creatie. Zowel de grote teno- ren van de poëziegeschiedenis als de Nederlandstalige poëzie krijgen de volle aandacht.

We graaien onbeschaamd in de gro- te grabbelton van de Engelstalige po- ezie. Zo luisteren we wis en zeker naar William Wordsworth, maar even- zeer naar Philip Larkin, Robert Frost, Carol Ann Duffy, Wendy Cope, of Brian Patten. Cees Buddingh, anglofiel in hart en nieren, mag zeker niet ontbreken.

• Woensdag 18 november 2020 van 14 tot 16u in de Spiegelzaal van De Markten.

Inschrijvingen en info: 02 210 04 60, info@bop.brussels, www.bop.brussels Tickets: € 6 met BOp-kaart, € 5 met

Paspartoe tegen kansentarief, gratis mits 15 omruilpunten Paspartoe.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The aim of this study is to investigate the biosocial linkages between South African society in a developing country and the biophysical environment by means of

Gezien deze en de andere feiten kan de conclusie worden getrokken, dat het gebruik van gewone stenen potten in het bizonder voor het nemen van proeven moet worden afgewezen en

Onderwerpen, die mogelijk voor nader onderzoek in aanmerking ko- men zijn de ervaringen van voormalige boeren, die een opleiding volgen aan een van de centra voor vakopleiding,

To measure how the different NGOs and the UN perceive gender equality and awareness and the different needs of former female child soldiers, a gender awareness criteria

My innige dank en waardering ook aan d1e personeel van die Pretoriase Staataargief vir hulle hulpvaardigheid en uitmun- tende diens... Beheer van die

Items met betrekking tot de voor- en nadelen van thuiswerken tijdens de lockdown, geordend naar zes kerndimensies: Percentages antwoorden eens/geheel eens voor 236

To be endorsed for adoption by IOSCO members, a standard has to be able to serve as a baseline for consistent and comparable approaches to mandatory

In het najaar en de winter wordt in de teelt van sla op een aantal bedrijven wortelafsterving geconstateerd of valt een flink percentage planten uit. Het is niet duidelijk wat