• No results found

Archeologienota Antwerpen - Kastelweg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Archeologienota Antwerpen - Kastelweg"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapporten All-Archeo bvba 350

Archeologienota Antwerpen - Kastelweg

Natasja Reyns en Liesbeth Claessens

Temse

2016

(2)

Colofon Rapporten van het archeologisch onderzoeksbureau All-Archeo bvba

All-Archeo bvba Laagstraat 12 9140 TEMSE

Wettelijk depot nummer D/2016/12.807/47

© All-Archeo bvba

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

All-Archeo bvba aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

(3)

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 5

2 Verslag resultaten bureauonderzoek ... 7

2.1 Administratieve gegevens ... 7

2.2 Archeologische voorkennis ... 10

2.3 Onderzoeksopdracht ... 10

2.3.1 Vraagstelling en randvoorwaarden ... 10

2.3.2 Beschrijving geplande werken ... 10

2.3.3 Werkwijze ... 13

2.4 Assessmentrapport ... 14

2.4.1 Landschappelijke ligging van het onderzochte gebied ... 14

2.4.2 Historische beschrijving van het onderzochte gebied ... 19

2.4.3 Het onderzochte gebied in zijn archeologisch kader ... 21

2.4.4 Interpretatie van het onderzochte gebied ... 23

2.4.5 Synthese ... 23

2.4.6 Afweging noodzaak verder vooronderzoek ... 24

2.4.7 Samenvatting gericht op een gespecialiseerd publiek ... 25

2.4.8 Samenvatting gericht op een niet gespecialiseerd publiek ... 25

3 Bibliografie... 26

3.1 Publicaties ... 26

3.2 Websites ... 26

4 Bijlagen ... 28

4.1 Archeologische periodes ... 28

4.2 Plannenlijst ... 28

4.3 Fotolijst ... 28

(4)
(5)

1 Inleiding

De archeologienota werd opgemaakt naar aanleiding van de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning waarbij de totale oppervlakte van de ingreep in de bodem 5000 m² of meer bedraagt, de betrokken percelen volledig gelegen zijn buiten woongebied of recreatiegebied en waarbij de percelen helemaal buiten de archeologische zones liggen, opgenomen in de vastgestelde inventaris van archeologische zones,1 zoals bepaald in artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Het onderzoeksgebied valt niet binnen een beschermde archeologische site, noch binnen een gebied waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt.2

Alle coördinaten die weergegeven worden, zijn uitgedrukt in Lambert 72, tenzij anders vermeld.

De uitvoering van vooronderzoek zonder ingreep in de bodem gaat steeds de uitvoering van vooronderzoek met ingreep in de bodem vooraf. Het doel van een archeologisch vooronderzoek wordt immers met een minimum aan destructie van het archeologisch erfgoed bereikt.

1 https://geo.onroerenderfgoed.be

2 https://geo.onroerenderfgoed.be

(6)
(7)

2 Verslag resultaten bureauonderzoek

Het doel van de archeologische bureaustudie is de aanwezigheid, aard en bewaringsomstandigheden van de archeologische monumenten te kunnen inschatten, de landschappelijke opbouw van het gebied te kennen, om de impact van de werken op het aanwezige archeologische erfgoed in te schatten en daaruit concrete aanbevelingen te formuleren voor de verdere prospectiestrategie.

2.1 Administratieve gegevens

Projectcode: 2016G169

Erkend archeoloog: All-Archeo bvba, OE/ERK/Archeoloog/2015/00018

Locatie (provincie, gemeente, deelgemeente, adres, toponiem): Antwerpen, Antwerpen, Antwerpen, Kastelweg, Kastelweg

Bounding box x/y Lambert 72 coördinaten:

- 149457, 214890 - 149534, 214889 - 149490, 214729 - 149466, 214731

Kadastrale percelen: Antwerpen, afdeling 14, sectie A, nummer 453p partim en sectie C, nummer 11k partim

Kadastraal plan:

Figuur 1: Kadasterplan met aanduiding van het onderzoeksgebied in rood (http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/?local=nl_BE)

(8)

Oppervlakte onderzoeksgebied: ca. 8643 m² Topografische kaart:

Figuur 2: Topografische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://www.dov.vlaanderen.be)

Begin- en einddatum uitvoering onderzoek: 21/07/2016 – 06/09/2016

Relevante termen uit de thesauri bij de Inventaris Onroerend Erfgoed: bureauonderzoek, steentijd, late middeleeuwen, nieuwe tijd, nieuwste tijd, polder, dijk

Verstoorde zones: het historisch gebruik van het onderzoeksgebied heeft ervoor gezorgd dat het terrein vervuild is. In 1964 werd een vergunning verleend tot het exploiteren van een inrichting waar petroleumgassen en vloeibaar butaan, na eventuele stockage, gezuiverd, gemengd en gekraakt worden. In 1976 werd de gasproductie stilgelegd.3 Situering van het onderzoeksgebied op het plan van de vroegere installatie (Figuur 3), toont dat in het oosten van het onderzoeksgebied een pompinstallatie (H) aanwezig was.

In het oosten van het onderzoeksgebied, ter hoogte van P1 en P64, wordt de bodemsaneringsnorm voor arseen overschreden. De verontreiniging kan gerelateerd worden aan de historische activiteiten. Het in het gas aanwezige zwavel werd met behulp van arseen verwijderd. Het arseen bevindt zich zowel in het vast deel van de grond als in het grondwater en concentreert zich voornamelijk op een diepte tussen 1,5 en 2,0 m onder het maaiveld. De verontreiniging wordt echter niet beschouwd als een ernstige bodemverontreiniging voor mens of milieu.4 Sanering is niet nodig.

3 Vanloo/Van Vooren 2011, 7, 12

4 Vanloo/Van Vooren 2011, 10-11, 24, 29

(9)

Figuur 3: Aanduiding van de geplaatste peilbuizen en uitgevoerde boringen, weergegeven op het grondplan van de voormalig installatie

Figuur 4: Aanduiding van de met arseen vervuilde zone (dunne rode lijn) en aanduiding van het onderzoeksgebied (dikke rode lijn)

(10)

2.2 Archeologische voorkennis

Niet van toepassing.

2.3 Onderzoeksopdracht

2.3.1 Vraagstelling en randvoorwaarden

Naar aanleiding van de geplande verkaveling werd een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd.

Hierbij staat de vraag centraal wat de impact zal zijn van de geplande werken op het archeologisch bodemarchief. Op basis daarvan wordt een afweging gemaakt of verder archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem nodig is.

Volgende onderzoeksvragen worden behandeld:

- Welke aanwijzingen bevatten de bestaande bronnen over het archeologisch potentieel van het terrein?

- Wat is de landschapshistoriek en de gebruiksevolutie van het terrein?

- Wat is de impact van de geplande werken?

Randvoorwaarden: er zijn geen randvoorwaarden van toepassing.

2.3.2 Beschrijving geplande werken

Op het terrein wordt een installatie gerealiseerd voor het reinigen van containers (Figuur 5). De nieuwe vloerplaat kent twee niveaus. De hoogst gelegen vloerplaat is 3860 m² groot en bevindt zich rondom de site. De centraal gelegen vloerplaat is 4720 m² groot en ligt 7 cm lager dan de andere vloerplaat. Voor de aanleg zal eerst het terrein zuiver gemaakt worden. Dit omvat het wegnemen van het gras, het opbreken van de oude betonplaat en het wegnemen van de weegbrug. De bovenste laag grond van 50 cm wordt afgegraven, ter plaatse vermengd met cement en teruggelegd in functie van grondstabilsatie. Momenteel is over het volledige terrein een laag van ca. 30 cm steenpuin aanwezig. Bijgevolg zal de bodem over het volledige terrein met ca. 20 cm verstoord worden. Het geheel wordt genivelleerd en aangewalst. Daarbovenop wordt 30 cm cementgebonden betonpuin gelegd. In de hoger gelegen zone wordt 7 cm betonpuin gelegd. Daarbovenop wordt 30 cm beton gelegd.

Een groot deel van het terrein zal gebruikt worden voor de opslag van containers. Dit zal gebeuren op het niveau van het toekomstige maaiveld, dus bovenop het gewapend beton. In het kader hiervan zijn geen bijkomende bodemingrepen gepland. De burelen die ter hoogte van de Kastelweg voorzien worden, bestaan uit geprefabriceerde units met een oppervlakte van 108 m². Ze worden op sokkels van ca. 25 cm hoog geplaatst, die bovenop de betonplaat worden gezet. Ze betekenen bijgevolg geen bodemingreep. De burelen bevinden zich ter hoogte van een weg, die voorziet in een inrit en een uitrit met aansluiting op de Kastelweg. Deze weg is vandaag de dag aanwezig op het terrein en wordt herbruikt. Hier vinden geen bodemingrepen plaats.

Op twee locaties, de zone voor het reinigen van de containers en de werkzone polishing en technisch lokaal worden twee industriebouwen voorzien. De reinigingshal kent een oppervlakte van 180 m² en wordt voorzien van een luifel van 90 m². De herstellingshal kent een oppervlakte van 70,40 m² en wordt voorzien van een luifel van 193,60 m². De industriebouwen worden gebouwd op de betonplaat. De betonplaat dient als fundering. Er komen dus geen funderingen onder de betonplaat.

Er is bijgevolg geen sprake van een bodemingreep.

(11)

Figuur 5: Ontwerpplan (SL architecten bvba) met aanduiding van de begrenzing tussen de centraal gelegen vloerplaat en de vloerplaat rondom de site

(12)

Figuur 6: Detail doorsnedetekeningen vetvang (SL architecten bvba)

(13)

Figuur 7: Ontwerpplan met aanduiding van de te plaatsen vetvang, regenwaterputten en riolering (stippellijnen)

Ter hoogte van een vetvang installatie (Figuur 6) en de plaatsen waar regenwaterputten geplaatst zullen worden (Figuur 7), zal een diepere bodemingreep plaatsvinden. De vetvang zal een verstoringsdiepte hebben van ca. 1,15 m onder het huidige maaiveld en een oppervlakte van ca. 88 m². De regenwaterputten worden tot op ca. 2,45 m onder het huidige maaiveld aangelegd. Ze betekenen een verstoring over een oppervlakte van ca. 110 m². Ook de aanleg van riolering zal een diepere verstoring betekenen. Op zijn diepste punt, ter hoogte van de aansluiting op de Kastelweg, zal de riolering 2,00 à 2,50 m diep gelegd worden. De rioleringsbuis is 20 cm dik en wordt aangelegd in een sleuf van 60 cm breed.

2.3.3 Werkwijze

Het bureauonderzoek heeft betrekking op een zone die gekenmerkt wordt door een lage densiteit aan bebouwing in het verleden. Daarom wordt bijzondere aandacht besteed aan de landschappelijke opbouw en het landgebruik van het gebied.

Voor het bureauonderzoek zijn de aardkundige gegevens online opgezocht via www.dov.vlaanderen en www.geopunt.be. De geomorfologische kaart en de bodemerosiekaart zijn niet beschikbaar voor het onderzoeksgebied. Het historisch kaartmateriaal is gegeorefereerd geraadpleegd op www.geopunt.be.

Het belangrijkste beschikbare historisch kaartmateriaal werd geraadpleegd om de gebruiksgeschiedenis van het onderzoeksgebied van de laatste eeuwen zo goed mogelijk te kennen.

Met de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden en de Atlas der Buurtwegen worden twee momentopnames bekeken, namelijk 1771-1778 en 1841, voorafgaand aan de stafkaarten. De informatie afkomstig uit historisch kaartmateriaal kan een impact hebben op de inschatting van de kwaliteit van het eventueel aanwezige oudere bodemarchief.

(14)

Beschikbare stafkaarten en luchtfoto's van het onderzoeksterrein werden geraadpleegd op www.geopunt.be en op www.cartesius.be. Ze worden enkel weergegeven in voorliggende studie wanneer ze een relevante bijdrage kunnen leveren aan de onderzoeksvragen met betrekking tot de landschapshistoriek, de gebruiksgeschiedenis van het terrein of de evolutie van de historische bebouwing.

In het kader van de vraagstelling rond het archeologisch potentieel van het terrein werden de Centrale Archeologische Inventaris en de landschapsatlas geraadpleegd. De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris met zekerheid uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De aan- of afwezigheid van archeologische sporen dient met verder archeologisch onderzoek vastgesteld te worden.

2.4 Assessmentrapport

2.4.1 Landschappelijke ligging van het onderzochte gebied

Het onderzoeksgebied is gelegen in havengebied, ten zuiden van de Kastelweg en ten noorden van de Scheldelaan (Figuur 8). Hydrografisch behoort het terrein tot het Beneden-Scheldebekken. Ten zuiden van het terrein loopt de Zeeschelde, ten noorden ligt het Vijfde Havendok (Figuur 9).

Figuur 8: Luchtfoto van 2015 met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://www.geopunt.be/kaart)

(15)

Figuur 9: Hydrografische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://www.geopunt.be/kaart)

Figuur 10: Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM 1m, met aanduiding van het onderzoeksgebied

(16)

Figuur 11: Hoogteverloop van noord naar zuid van het terrein (www.geopunt.be/kaart)

Het onderzoeksgebied ligt in een zeer laaggeleden, vlak gebied (Figuur 10), met name poldergebied.

Het poldergebied vormt een lage vlakte, ten noorden van de Wase Cuesta. Het poldergebied is zeer vlak. Toch komen, weliswaar beperkte, niveauverschillen voor zoals te zien is op Figuur 11. Het terrein bevindt zich op een hoogte van ca. 5,5 tot 6 m TAW (Figuur 11).5

De tertiaire ondergrond (Figuur 12) bestaat voor het grootste deel uit de Formatie van Kattendijk, dat bestaat uit groengrijs tot grijs fijn zand en glauconiet- en plaatselijk kleihoudend is. In het uiterste noorden van het onderzoeksgebied bestaat de ondergrond van het terrein uit de Formatie van Lillo, dat bestaat uit groen tot grijsbruin fijn zand, dat weinig glauconiethoudend is en dat schelpen aan de basis bevat.6

Figuur 12: Tertiaire geologische ondergrond met aanduiding van het onderzoeksgebied. Groen: Formatie van Lillo; Blauw;

Formatie van Kattendijk (www.geopunt.be)

De quartairgeologische kaart (Figuur 13) geeft aan dat zich binnen het onderzoeksgebied getijdenafzettingen (mariene en estuariene) van het Holoceen bevinden. Daaronder komen fluviatiele afzettingen (organochemisch en perimarien incluis) voor, afzettingen van het Holoceen en mogelijk Tardiglaciaal (Laat-Weichseliaan). De eolische afzettingen, bestaande uit zand tot silt, van het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen), mogelijk vroeg Holoceen en de hellingsafzettingen van het

5 Jacobs et al. 2001, 6

6 www.geopunt.be/kaart

(17)

quartair zijn mogelijk afwezig, maar daaronder komen er nog fluviatiele afzettingen van het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen) voor.7 Uit bodemonderzoek op het terrein blijkt dat de quartaire deklaag er 10 m dik is.8

Figuur 13: Quartairgeologische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

De bodemkaart (Figuur 14) toont dat het onderzoeksgebied bestaat uit opgehoogde gronden (ON).9 Het terrein ligt momenteel braak en is verhard door middel van steenpuin (Figuur 15). Een beschrijvend bodemonderzoek uit 2004 toont aan dat zich binnen het onderzoeksgebied bovenaan opgevoerd materiaal bevindt. Het betreft een pakket zeer fijn tot fijn zand met schelpenresten. De dikte is wisselend en kan oplopen tot 4 m. Deze ophogingslaag is aangebracht voor 1995.10 Een topokaart uit 1892 dateert van voor de ophoging. Op dat moment is de ligging van het onderzoeksgebied weergegeven op een hoogte van ca. 1 m TAW (Figuur 16). Aangezien dat momenteel 5,5 à 6 m TAW is, bedraagt de ophoging gemiddeld 4,5 à 5 m.

7 www.geopunt.be/kaart

8 Vanloo/Van Vooren 2011, 6

9 www.geopunt.be

10 Vanloo/Van Vooren 2011, 7-11

(18)

Figuur 14: Bodemkaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

Figuur 15: Bodemgebruikskaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

(19)

Figuur 16: Topografische kaart uit 1892 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.cartesius.be)

2.4.2 Historische beschrijving van het onderzochte gebied

Het onderzoeksgebied is te situeren in havengebied. Het ligt ten zuiden van het Vijfde Havendok, dat gebouwd werd tussen 1956 en 1967. Ten oosten van het onderzoeksgebied was het dorp Oosterweel gelegen, dat verdween ten gevolge van de uitbreiding van de haven van Antwerpen.11

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden uit 1771-1778 (Figuur 17) is het onderzoeksgebied aangegeven als polder. De Scheldelaan is reeds aangegeven op de kaart. Op de Atlas der Buurtwegen uit 1841 (Figuur 18) is evenmin bebouwing te zien binnen het onderzoeksgebied.

11 Agentschap Onroerend Erfgoed 2016: Haven. In Inventaris Onroerend Erfgoed. Opgehaald van https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/120649 op 29-07-2016 13:38.

(20)

Figuur 17: Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (1771-1778). (www.geopunt.be)

Figuur 18: Atlas der Buurtwegen met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

(21)

Figuur 19: Luchtfoto uit 1971 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

Een luchtfoto uit 1971 (Figuur 19) toont dat het onderzoeksgebied in gebruik is door Fluxys nv. Ze hebben er zich gevestigd in 1959.12

2.4.3 Het onderzochte gebied in zijn archeologisch kader

In de buurt van het onderzoeksgebied zijn verschillende gekende archeologische waarden gelegen.

Ze kunnen inzicht bieden in het archeologisch potentieel van het onderzoeksgebied.

12 Vanloo/Van Vooren 2011, 4

(22)

Figuur 20: Overzichtskaart Centrale Archeologische Inventaris met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://geo.onroerenderfgoed.be/)

In de wijde omgeving van het onderzoeksgebied bevindt zich enkele resten uit de steentijd. Het gaat om locatie CAI ID 366359, waar twee silex bijlen werden aangetroffen,13 en locatie CAI ID 100216, waar eveneens twee gepolijste bijlen werden gevonden.14 Op dezelfde locatie werden vijf boten gevonden. Het gaat om typische riviervrachtschepen, die vermoedelijk alle vijf uit de 13de eeuw (late middeleeuwen).15

Verder hebben we in de omgeving te maken met enkele cartografische indicatoren, die op basis van de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (1771-1778) ten laatste gedateerd worden in de 18de eeuw. Het gaat om een fort op locatie CAI ID 366114,16 en om de historische dorpskern van Oosterweel op locatie CAI ID 366161.17 Op locatie CAI ID 160021 werd een dijk uit de 19de eeuw vastgesteld. 18

Tenslotte werden op basis van een cartografische studie van de Aloïs Scheepers-kaart19 uit 1886 enkele indicatoren aangeduid. Het gaat om de locaties CAI ID 36607320 en 366362,21 beide forten die de naam Noorderkasteel meekregen. Het werd gebouwd in 1862-1864.22

13 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 366114, Noorderkasteel 2 (geraadpleegd op 25 juli 2016)

14 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 100216, Lefèbvre-dok 1 (Steenborgerweert) (geraadpleegd op 25 juli 2016)

15 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 100216, Lefèbvre-dok 1 (Steenborgerweert) (geraadpleegd op 25 juli 2016)

16 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 366114, Piementel (geraadpleegd op 25 juli 2016)

17 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 366114, Austruweel 1 Oosterweel (geraadpleegd op 25 juli 2016)

18 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 160021, Haven-Scheldedijk (N163) Albertdok (geraadpleegd op 25 juli 2016)

19 SAA 12#8842

20 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 366073, Noorderkasteel (geraadpleegd op 25 juli 2016)

21 Centrale Archeologische Inventaris, CAI ID 366362, Noorderkasteel 1 (geraadpleegd op 25 juli 2016)

22 http://www.fortengordels.be/forten/fort-noordkasteel

(23)

De gekende archeologische waarden in de omgeving van het onderzoeksgebied dateren uit de steentijd, de late middeleeuwen, de nieuwe en de nieuwste tijd. Alle gekende archeologische waarden zijn ten oosten van het onderzoeksgebied te situeren.

2.4.4 Interpretatie van het onderzochte gebied

Voor de nieuwe en de nieuwste tijd tonen cartografische bronnen relevante archeologische waarden ten oosten van het onderzoeksgebied, maar niet ter hoogte van de onderzoekslocatie. De dorpskern van Oosterweel is eveneens meer naar het oosten toe te situeren. Uit deze periodes en wellicht ook uit de late middeleeuwen zijn daarom geen archeologische sites te verwachten binnen het onderzoeksgebied. Wel kunnen archeologische sites aanwezig zijn uit de steentijd tot de middeleeuwen.

2.4.5 Synthese

Na uitvoering van het bureauonderzoek kunnen de onderzoeksvragen die vooropgesteld werden, beantwoord worden.

Welke aanwijzingen bevatten de bestaande bronnen over het archeologisch potentieel van het terrein?

De ligging van het onderzoeksgebied ten opzichte van de Schelde maakt dat het terrein archeologisch potentieel kent. Historische kaarten geven geen relevante archeologische waarden aan binnen het onderzoeksgebied, net als de Centrale Archeologische Inventaris. Beide bronnen tonen wel verschillende relevante archeologische waarden aan ten oosten van het onderzoeksgebied. Verder dient opgemerkt te worden dat het terrein in het verleden opgehoogd werd met slib. De dikte van deze ophogingslaag moet op basis van een topografische kaart uit 1892 ca. 4,5 à 5 m bedragen.

Wat is de landschapshistoriek en de gebruiksevolutie van het terrein?

Historische kaarten tonen dat het onderzoeksgebied te situeren is in poldergebied. Tussen 1956 en 1967 breidde de haven van Antwerpen verder uit, met onder andere de aanleg van het Vijfde Havendok dat ten noorden van het onderzoeksgebied gelegen is. Vanaf dan wordt het terrein in gebruik genomen door een inrichting waar petroleumgassen en vloeibaar butaan, na eventuele stockage, gezuiverd, gemengd en gekraakt werden. In het kader daarvan werd het terrein verhard, grotendeels met steenpuin. Binnen het onderzoeksgebied werd een pompgebouw opgetrokken.

(24)

Figuur 21: Synthesekaart met aanduiding van de relevante landschappelijke en culturele elementen

Wat is de impact van de geplande werken?

De bovenste laag van 50 cm wordt afgegraven, ter plaatse vermengd met cement en teruggelegd.

Momenteel is over het volledige terrein een laag van ca. 30 cm steenpuin aanwezig. Bijgevolg zal de bodem over het volledige terrein met ca. 20 cm verstoord worden.

Daarbovenop worden industriebouwen en burelen voorzien. Ze worden gefundeerd op de betonplaat die aangelegd wordt na ophoging van het terrein. Daaronder komen geen bijkomende funderingen. Ze betekenen bijgevolg geen bodemverstoring. De belangrijkste bodemverstoringen vinden plaats bij de aanleg van een vetvang, de aanleg van regenwaterputten en de aanleg van riolering. Het betreft een bodemverstoring die erg beperkt is in omvang.

De vetvang zal een verstoringsdiepte hebben van ca. 1,15 m onder het huidige maaiveld en een oppervlakte van ca. 88 m². De regenwaterputten worden tot op ca. 2,45 m onder het huidige maaiveld aangelegd. Ze betekenen een verstoring over een oppervlakte van ca. 110 m². Bovendien wordt de vetvang aangelegd op de locatie waar zich in het verleden een pompgebouw bevond. De riolering wordt op een diepte van 2,00 à 2,50 m geplaatst, in een sleuf van 60 cm breed.

2.4.6 Afweging noodzaak verder vooronderzoek

De geplande bodemingrepen betekenen een globale verstoring van het bodemarchief over het hele terrein, over een diepte van 20 cm. Ter hoogte van een vetvang, regenwaterputten en riolering zullen diepere bodemingrepen plaatsvinden. Gezien het terrein 4,5 à 5 m opgehoogd is, betekent een maximale verstoringsdiepte van ca. 2,50 m dat het oorspronkelijke bodemarchief niet verstoord zal worden. Verder archeologisch vooronderzoek is niet nodig, omdat voldoende informatie gegenereerd is om een gemotiveerde uitspraak te doen over het al dan niet moeten nemen van

(25)

maatregelen. Aangezien de geplande bodemingreep beperkt blijft tot het opgebrachte pakket zijn geen bijkomende archeologische maatregelen vereist.

2.4.7 Samenvatting gericht op een gespecialiseerd publiek

Het onderzoeksgebied is gelegen in poldergebied, ten westen van het verdwenen dorp Oosterweel.

De ligging nabij de Schelde maakt dat het onderzoeksgebied archeologisch potentieel kent. Binnen het onderzoeksgebied is een ophogingslaag vastgesteld die 4,5 à 5 m dik is. Aangezien de geplande bodemingreep beperkt blijft tot het opgebrachte pakket zijn geen bijkomende archeologische maatregelen vereist.

2.4.8 Samenvatting gericht op een niet gespecialiseerd publiek

Het onderzoeksgebied is gelegen in poldergebied, ten westen van het verdwenen dorp Oosterweel.

De ligging nabij de Schelde maakt dat het onderzoeksgebied archeologisch potentieel kent. Binnen het onderzoeksgebied is een ophogingslaag vastgesteld die 4,5 à 5 m dik is. Aangezien de geplande bodemingreep beperkt blijft tot het opgebrachte pakket zijn geen bijkomende archeologische maatregelen vereist.

(26)

3 Bibliografie

3.1 Publicaties

Jacobs, P./S. Louwye/T. Polfliet/R. Adams/S. Vermeire/G. De Moor, 2001: Quartairgeologische Kaart van België, Vlaams Gewest. Verklarende tekst bij het Kaartblad (15) Antwerpen (1:50.000), Gent (rapport AKQ2100/00082).

Vanloo, V./H. Van Vooren, 2011: Oriënterend bodemonderzoek GCA, Scheldelaan 8 te Antwerpen, verslag nr. ORTEC1100277.

3.2 Websites

CadGis (2016)

http://ccff02.minfin.fgov.be/cadgisweb/?local=nl_BE Centrale Archeologische Inventaris (2016)

https://cai.onroerenderfgoed.be

Databank ondergrond Vlaanderen (2016) http://dov.vlaanderen.be

Felixarchief (2016)

http://zoeken.felixarchief.be/zHome/Home.aspx Fortengordels (2016)

http://www.fortengordels.be

Geoportaal Onroerend Erfgoed (2016) https://geo.onroerenderfgoed.be/

Geopunt Vlaanderen (2016) http://www.geopunt.be/

Inventaris Onroerend Erfgoed (2016) https://inventaris.onroerenderfgoed.be

Onderzoeksbalans Onroerend Erfgoed Vlaanderen (2016) https://www.onderzoeksbalans.be

(27)
(28)

4 Bijlagen

4.1 Archeologische periodes

4.2 Plannenlijst

Plannenlijst bureauonderzoek: projectcode 2016G169

Plan-

nummer Type Onderwerp Aanmaak-

schaal

Aanmaak-

wijze Datum

1 Kadasterplan Locatie onderzoeksgebied 1:1 Digitaal 2015

2 Topografische kaart Locatie onderzoeksgebied 1:10000 Digitaal 2009

3 Overzichtsplan Verstoorde zones 1:1 Digitaal 29/07/2016

4 Overzichtsplan Verstoorde zones 1:1 Digitaal 24/08/2016

5 Bouwplan Ontwerpplan 1:1 Digitaal 03/07/2016

6 Detailplan Doorsnedetekeningen vetvang 1:1 Digitaal 28/06/2016

7 Overzichtsplan Aanduiding van de geplande bodemingrepen

1:1 Digitaal 29/07/2016 8 Hydrografische

kaart

Locatie onderzoeksgebied 1:1 Digitaal 21/07/2016 9 Hoogtemodel Digitaal hoogtemodel terrein en

omgeving

1:1 Digitaal 21/07/2016

10 Doorsnede Terreinverloop 1:1 Digitaal 21/07/2016

11 Tertiaire geologische kaart

Locatie onderzoeksgebied 1:1 Digitaal 21/07/2016 12 Quartairgeologische

kaart

Locatie onderzoeksgebied 1:1 Digitaal 21/07/2016

13 Bodemkaart Locatie onderzoeksgebied 1:1 Digitaal 21/07/2016

14 Bodemgebruikskaart Locatie onderzoeksgebied 1:1 Digitaal 21/07/2016 15 Historische kaart Topografische kaart uit 1892 1:1 Digitaal 06/09/2016 16 Historische kaart Kabinetskaart van de Oostenrijkse

Nederlanden

1:1 Digitaal 21/07/2016

17 Historische kaart Atlas der Buurtwegen 1:1 Digitaal 21/07/2016

18 CAI-kaart CAI vondstlocaties 1:1 Digitaal 21/07/2016

19 Syntheseplan Synthese van het bureauonderzoek 1:1 Digitaal 29/07/2016

4.3 Fotolijst

Fotolijst bureauonderzoek: projectcode 2016G169

ID Type Onderwerp Vervaardiging Datum

F1 Luchtfoto Toestand terrein 2015 Digitaal 2015

F2 Luchtfoto Toestand terrein 1971 Analoog 1971

(29)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gezien voor de realisatie van dit project bodemingrepen uitgevoerd zullen worden, het terrein niet in een gebied ligt waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt, het

Het projectgebied bevindt zich niet in een vastgestelde archeologische zone, een gebied waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt of een beschermde

Ook de vvd schrijft in haar programma iets over dit thema en stelt voor dat de burgemeester rechtstreeks gekozen wordt door de bevolking.. Ook moet de burgemeester een

zwijkt niet voor de verleiding om wat retouches en nuanceringen aan te brengen in het verhaal van Galeano ten einde diens preek voor wie niet ver- ontrust wil worden

Organisaties zoals Soroptimist, maar ook gemeentebesturen en de overheid zetten zich dan ook geregeld in om meer mensen op de donorlijst te krijgen.. Iedere Belg

Deel twee en drie beschrijven achtereenvolgens de gevolgen van de veranderingen voor de professionals en het nieuwe leiderschap dat nodig is om deze professionals goed van dienst

In 1987 werd het park voor één gulden overgedragen aan de gemeente Baarn, die er een openbaar park van maakte onder voorwaarde dat de bijzondere botanische meerwaarde van het

 Fase 2 : 1 maand voor aanvang wordt een voorlopig uurrooster opgesteld dat enkel in onderling akkoord kan worden gewijzigd, of als er dringende nood is én de nieuwe mobiele