• No results found

Inspectierapport De Rammelaar (KDV) Oldenzaalsestraat AP HENGELO OV Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Rammelaar (KDV) Oldenzaalsestraat AP HENGELO OV Registratienummer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Rammelaar (KDV) Oldenzaalsestraat 61 7551AP HENGELO OV

Registratienummer 230098599

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek...3

Observaties en bevindingen ...4

Pedagogisch klimaat ...4

Personeel en groepen...6

Inspectie-items...8

Gegevens voorziening... 10

Gegevens toezicht... 10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle inspectie-items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectie-items die bij deze inspectie worden getoetst richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk.

Beschouwing

Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

Feiten over het kindercentrum

Locatie De Rammelaar is onderdeel van de kinderopvanginstelling Kinderopvang Hengelo B.V.

De organisatie is onderdeel van Kindernet B.V.

Naast deze locatie heeft Kinderopvang Hengelo nog drie kindcentra:

 KDV de Rakkertjes, BSO Rakker en BSO Bikkels aan de Achterhoekse Molenweg;

 KDV en BSO De Parel aan de korenbloemstraat;

 BSO De Kanjers aan het Dr. A. kuiyperplein.

Kinderdagverblijf ‘Rammelaar’ is met drie stamgroepen en maximaal 39 kindplaatsen gevestigd in een pand aan de Oldenzaalsestraat te Hengelo. In het pand is eveneens BSO Bengels gevestigd.

Inspectiegeschiedenis

De afgelopen jaren hebben de volgende inspecties plaatsgevonden:

 02-06-2014 heeft een onderzoek voor registratie in verband met een houderwisseling. De locatie is 25-06-2014 opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;

 24-09-2014 heeft een onderzoek na houderwisseling plaats gevonden waarbij werd voldaan aan de getoetste voorwaarden;

 07-07-2015 een jaarlijks onderzoek waarbij aan de getoetste voorwaarden werd voldaan.

Bevindingen op hoofdlijnen

De houder voldoet aan de meeste voorwaarden die bij deze jaarlijkse inspectie zijn onderzocht.

Binnen het domein personeel en groepen is een overtreding geconstateerd; een stagiaire is niet in het bezit van een geldige verklaing omtrent gedrag.

Advies aan College van B&W

De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.

Rekening houdend met de verzachtende omstandigheid dat de houder direct na de inspectie met de stagiaire heeft gesproken en ze niet op de groep werkzaam zal zijn tot dat ze in het bezit is van een geldige VOG.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein worden de inspectiebevindingen belicht over het domein pedagogisch klimaat.

Per aspect wordt eerst de praktijkobservatie beschreven. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.

Pedagogische praktijk

Er heeft een interne verhuizing plaatsgevonden: de peuters 2½-4 jaar zijn verhuisd naar de

blauwe groep, de verticale groep 0-4 jaar (tevens de groep waar kinderen met een flexibel contract worden opgevangen) is verhuisd naar de groene groep.

De groepen zijn opnieuw ingericht met voldoende ruimte en mogelijkheid voor verschillende activiteiten tegelijk.

Geobserveerd is of de beroepskrachten in de praktijk van de opvang handelen naar de pedagogische basisdoelen in het algemeen en het pedagogisch beleidsplan specifiek.

Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basisdoelen vanuit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen;

 Emotionele veiligheid

 Sociale competentie

 Persoonlijke competentie

 Overdracht normen en waarden

Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar (januari 2015). Daarin staan

beschrijvingen van de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. De betreffende indicator uit dit Veldinstrument zijn in de tekst hierna cursief weergegeven.

Emotionele veiligheid

De beroepskrachten communiceren met de kinderen.

Paarse groep 0-1½ jaar

Pedagogisch medewerkers (pm'ers) weten op welke wijze zij kunnen aansluiten op bioritme en afspraken voor individuele baby’s. Er is informatie over iedere baby bekend bij de pm'ers. Binnen de groepsroutine houden ze rekening met de eigenheid van ieder kind en zijn thuisgewoontes (knuffel, muziekje, drinktempo).

De sfeer is ontspannen. De baby's zijn hoorbaar en zichtbaar bezig: geluidjes, kruipen, spelen op een speelmat met groepsgenootjes en de pm'er.

Groene groep 0-4 jaar (inclusief flexibele opvang)

Een kind dat nog in de wenperiode zit, wil niet slapen.Dit blijkt thuis eveneens het geval. De pm'er heeft het bed op een rustige plek in de groep gezet en zit naast haar terwijl ze het meisje zachtjes toespreekt.

Het lukt na enige tijd om haar in slaap te krijgen: ze heeft uiteindelijk 20 minuten geslapen. De bedoeling is om geleidelijk het meisje in de slaapkamer te laten slapen.

Persoonlijke competentie

Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.

Blauwe groep 2½-4 jaar

Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden.

(5)

Er zijn verschillende activiteiten hoeken in de groep en het spelmateriaal is grotendeels zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen.

Tijdens de observatie zit een groepje kinderen aan tafel te knutselen. De pedagogisch medewerker stemt haar ondersteuning af op de behoefte van de kinderen: ze toont belangstelling,

communiceert met ze en is beschikbaar indien nodig.

Een meisje geeft b.v. aan dat ze een andere activiteit wil gaan doen. Als ze niet direct wat weet, vraagt de pm'er: "Zullen we even samen in de kast kijken?".

Er wordt in de peutergroep gewerkt met de VVE-methode Uk en Puk. In het kader van het huidige thema "Hoera! een baby!" is een Pukhoekje ingericht.

Aan het eind van de middag gaan de kinderen buiten spelen.

Sociale competentie

De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie.

De pedagogisch medewerkers laten kinderen samen activiteiten uitvoeren.

De pm'er in de blauwe groep vraagt b.v.: "Gaan jullie samen even de playmobiel opruimen?"

In de babygroep "aait" een baby een groepsgenootje wat hard. De pm'er kijkt het even aan en zegt: "Zachtjes aaien hè?" De andere baby geeft aan dat ze het niet leuk vindt door zacht te huilen. De pm'er verwoordt dit en de andere pm'er neemt het huilende meisje op schoot om haar te voeden.

Overdracht van normen en waarden

Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen.

De pm'ers treden op een professionele manier op in de omgang met andere volwassenen,

zoals collega's en ouders. Zij gaan respectvol met collega's en ouders om, zijn vriendelijk, luisteren en tonen begrip en betrokkenheid.

Een ouder die haar kind wat eerder ophaalt vanwege een verjaardagsfeestje, wordt vriendelijk ontvangen en op de hoogte gebracht hoe het met de zindelijkheidstraining is gegaan.

Conclusie

De voorwaarden behorende bij de pedagogische praktijk worden voldoende gewaarborgd.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw E. van der Mast (assistent- leidinggevende))

 Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

 Observaties (paarse, groene en blauwe groep)

(6)

Personeel en groepen

Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op het hebben van een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De stagiaires zijn gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van de beoordeling van het aantal aanwezige kinderen en het aantal beroepskrachten tijdens de dag van inspectie.

Verklaring omtrent het gedrag

Tijdens een voorgaande inspectie zijn de Verklaringen omtrent gedrag van de beroepskrachten reeds ingezien. Deze VOG's voldoen aan de gestelde voorwaarden.

Tijdens de huidige inspectie zijn de VOG's ingezien van drie nieuw aangestelde beroepskrachten.

Deze VOG's voldoen aan de gestelde voorwaarden.

De VOG's van de stagiaires zijn ingezien: één stagiaire is in het bezit van een Duitse VOG, die echter niet aan de voorwaarden voldoet. De VOG is niet specifiek gericht op kinderopvang/ zeden.

De betreffende functie-aspecten ontbreken.

Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Tijdens een voorgaande inspectie zijn de diploma's van de beroepskrachten ingezien.

Deze diploma's voldoen aan de gestelde voorwaarden.

Tijdens de huidige inspectie zijn de diploma's ingezien van de nieuw aangestelde beroepskrachten.

Conclusie

Alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen.

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen:

 in de Paarse groep worden maximaal 9 kinderen opgevangen in de leeftijd van 0 tot en met 1.5 jaar;

 in de Groene (verticale) groep worden maximaal 16 kinderen opgevangen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar;

 in groep Blauw, een peutergroep, worden maximaal 14 kinderen opgevangen in de leeftijd van 2½-4 jaar.

Er wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen.

Beroepskracht-kindratio

(7)

Tijdens het inspectiebezoek zijn voldoende beroepskrachten ingezet in relatie tot het aantal aanwezige kinderen.

Paars 0-1½ jaar: 7 kinderen met 2 beroepskrachten;

Groen 0-4 jaar: 8 kinderen met 2 beroepskrachten en een stagiaire;

Blauw 2½-4 jaar: 7 kinderen met 1 beroepskracht en een stagiaire.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mw E. van der Mast (assistent- leidinggevende))

 Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

 Observaties (paarse, groene en blauwe groep)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Presentielijsten (week 10)

 Personeelsrooster (week 10)

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OFDe stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Rammelaar

Aantal kindplaatsen : 39

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Kinderopvang Hengelo B.V.

Adres houder : Postbus 4225

Postcode en plaats : 7200BE Zutphen

KvK nummer : 60588292

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Twente

Adres : Postbus 1400

Postcode en plaats : 7500BK ENSCHEDE

Telefoonnummer : 053-4876700

Onderzoek uitgevoerd door : Nettie Termijtelen Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Hengelo (O)

Adres : Postbus 18

Postcode en plaats : 7550AA HENGELO OV

Planning

Datum inspectie : 10-03-2016

Opstellen concept inspectierapport : 21-03-2016

Zienswijze houder : 05-04-2016

Vaststelling inspectierapport : 06-04-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 07-04-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 07-04-2016

Openbaar maken inspectierapport : 27-04-2016

(11)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

Aan de GGD Twente

Toezichthouder GGD Twente

Datum : 5 april 2016

Geachte mevrouw Termijtelen,

Op 10 maart 2016 heeft u een inspectiebezoek afgelegd op onze locatie de Rammelaar te Hengelo.

U geeft aan dat er tekortkomingen zijn geconstateerd op het gebied van personeel en groepen.

een stagiaire is niet in het bezit van een geldige verklaring omtrent gedrag.

Deze stagiaire is woonachtig in Gronau, Duitsland en de VOG is Duits.

Zoals aangegeven in hoor/wederhoor na de inspectie hebben we met de stagiaire gesproken en wordt er een nieuwe VOG aangevraagd. Tot dat de stagiaire in het bezit is van een geldige VOG zal ze niet op de groep werkzaam zijn.

Met vriendelijke groet,

Namens Kinderopvang Hengelo E. Kappert

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden, stelt jaarlijks voor elke locatie voorschoolse educatie een opleidingsplan vast dat in elk geval

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

De houder voldeed niet aan alle voorwaarden binnen de domeinen personeel en groepen en veiligheid en gezondheid. Bevindingen

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 4 lid 3 onder d en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat een concrete beschrijving