• No results found

Daklozen als politiek speelgoed

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Daklozen als politiek speelgoed"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

67

ste

jaargang • nummer 6 • woensdag 8 februari 2012 1,95 euro

Deze week :

• De twee gezichten va Bert de Graeve 2

• Afrikaners: wakker geworden? 3

• Roddels uit de Wetstraat 4

• An-Sofie Dewinter poseert 5

• Plat water drinken met Ludo 6

• Over domme Luikenaars 7

Daklozen als politiek speelgoed

Op 12 januari 2010 werd Haïti getroffen door een zware aard- beving. Een dag later besliste de Belgische regering het hulpverle- ningsteam van B-Fast naar Haïti te sturen. Een klein jaar geleden hetzelfde scenario, na een aardbeving in Turkije. Het B-Fast-team was één van de eerste Europese teams ter plaatse. Hun taak bestond erin een tentenkamp op te zetten dat bescherming zou bieden aan 2.000 slachtoffers. Werd niet het B-Fast-team uitge- stuurd, dan stond dokter Beaucourt met zijn hulpverleners klaar om te vertrekken.

Bovenstaande rampen zijn maar twee voorbeelden uit een reeks waarbij België onmiddellijk klaarstond om hulp te sturen, met één groot weerkerend kenmerk: al deze rampen waren niet voorspel- baar. Maar binnen de 24 uur besliste de regering hulp te sturen, en binnen de 48 uur zaten de hulptroepen op het vliegtuig rich- ting rampgebied. Kortom, als het moet, dan staat ons landje voor- aan om te helpen.

Terug naar eigen land. Een typisch kenmerk van onze jaargetij- den is dat een winter jaarlijks weerkeert, waarbij het even voorspel- baar minstens enkele dagen gaat sneeuwen en vriezen. Het klein- ste kind weet dat. Soms was er al eens een eerste sneeuwbui half november, andere jaren moeten we wachten op eerste sneeuw en vrieskou tot begin februari, zoals dit jaar. Maar van één zaak kun je hoe dan ook zeker zijn: in onze winter zal het sneeuwen en vriezen.

Al enkele jaren achter elkaar duiken telkens spookbeelden op van daklozen die bij vriesweer in open lucht moeten overnachten.

Los van het feit of dat asielzoekers zijn, gelukzoekers, pechvogels, bruin, zwart, geel of wit, iedereen moet humanitaire hulp krijgen om die dagen te kunnen overleven. Natuurlijk weten we wel dat alles begonnen is met een laks immigratiebeleid, heel veel jaren terug, maar laten we dit even terzijde laten. Overigens zijn niet alle daklozen asielzoekers, of afgewezen asielzoekers.

Het probleem is bekend. Het is al jàààren bekend. En toch duikt het probleem elk jaar opnieuw op, telkens de thermometer onder nul gaat. Precies of slapen onder een kartonnen doos bij 1 graad boven nul zoveel leuker is dan bij -1. Maar blijkbaar wordt de druk om in actie te schieten pas opgevoerd als het begint te vriezen.

Verleden jaar was er vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken een “Crisiscentrum” in het leven geroepen. Dat kan welis- waar geen beleid uitstippelen en mag alleen de situatie ter plekke onderzoeken en de betrokken diensten rond te tafel brengen. Er werd veel gebabbeld, soms ruzie gemaakt, maar vooral werd er wei- nig beslist. Dat het in november verleden jaar nog niet vroor, was op dat ogenblik een dankbaar geschenk uit de hemel.

Was verleden jaar dat bovengenoemde crisiscentrum nog verbon- den aan het ministerie van Binnenlandse Zaken, dan werd het in de nieuwe regering doorgeschoven naar de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, met name Maggie de Block, die op haar beurt toegevoegd is aan de minister van Justitie. Dat is Annemie Turtelboom, een dame die we de voorbije week zeer weinig in de media hebben zien opdui- ken. Toch niet in het daklozendossier. Waarschijnlijk was ze zelf te druk bezig om zich een nieuw dak te zoeken in het Antwerpse.

Dat het probleem van de daklozen zich concentreert in het Brusselse, is u misschien opgevallen. De voorbije dagen kregen we nauwelijks berichten over problemen bij de opvang van dak- lozen in Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge, terwijl ieder- een zeer goed weet dat ook daar een pak daklozen en asielzoe- kers vertoeven.

Veel, zo niet alles, heeft te maken met de houding en de stand- punten van de (Brusselse) PS inzake asielbeleid. Dus botst het weer eens op het terrein tussen Nederlandstaligen (De Block) en Frans- taligen (Yvan Mayeur), en tussen liberalen en socialisten. De voor- bije week konden we enkel vaststellen dat Maggie de Block niet direct uitblonk in daadkracht. Ze toonde zich op radio en televisie de kampioen in het ontwijken van lastige vragen en het opstape- len van mediablunders. Met als uniek hoogtepunt de open brief in De Standaard van een eigen medewerker.

Amper twee maanden na haar eedaflegging is haar blazoen onherroepelijk besmeurd. Nog maar eens werd bewezen wie het in dit land echt voor het zeggen heeft. Met enkele duizenden dak- lozen als politiek speelgoed.

In de weekeindeditie van De Standaard lazen we: “Magnette steunt plan W van Marcourt”. Een titel kan natuurlijk niet alles zeg- gen, maar deze is wel erg cryp- tisch. Daarom een korte hand- leiding voor de niet-specialisten.

“Magnette” is Paul Magnette, minister in de regering-Di Rupo en sterke PS-man van Charleroi.

“Plan W” is het plan om Wallo- nië meer op eigen benen te laten staan en wat los te komen van Bruxelles. “Marcourt” is Jean- Claude Marcourt, Waals minis- ter van Economie en lanceerder van dat Plan W-idee.

In De Standaard schreef de Brussels- Franstalige politicoloog Pascal Delwit onlangs dat één en ander niet zoveel voorstelt. Delwit vond het opmerkelijk dat vooral Luikenaars het project van Marcourt een warm hart toedragen.

Geen enkele vooraanstaande figuur uit Henegouwen was te zien, stelde hij half januari vast. Dat argument kan in de vuilnismand, nu Magnette uit de kast komt.

Opletten met politicologen, want hun eigen voorkeuren kleuren altijd sterk de zogenaamde wetenschappe- lijke analyses. Stel dat je als Fransta- lige een beeld van Vlaanderen vormt op basis van de analyses van Dave Sinardet, dan ga je natuurlijk een zwaar vertrokken realiteit als de ware opzui- gen. Wanneer Delwit komt vertellen dat aan dat Plan W niet te veel belang moet worden gehecht, zegt dat wel- licht alleen dat hij persoonlijk tegen dat Plan W gekant is. Delwit ten spijt, is die nieuwe opstoot van Waals regionalisme nog niet begraven.

Eenheidsregering

De slotzin van dat artikel in De Standaard is interessant. Magnette lan- ceert enkele ideeën over de toekomst van Wallonië en dan komt het: “Om die plannen te realiseren sluit hij een eenheidsregering met de PS, CDH, MR en Ecolo in 2014 niet uit.” Het woord eenheidsregering is hier meer dan op z’n plaats. Het idee oppositie zou dan in Wallonië zo goed als uitgeroeid zijn.

Alleen wat het FDF in Wallonië kan los- weken, opgeteld bij de restanten van de verscheurde PP van Modrikamen en de scherven die overbleven van het Waalse Front National, zou buiten de Waalse regering blijven.

Er zit een puur zakelijk-politieke afspraak achter Magnettes woorden. Er wordt al langer gefluisterd dat MR-baas Charles Michel de belofte kreeg van de PS dat zijn partij zal worden opgeno- men in de volgende Waalse regering, in ruil voor het doorknippen van de ban- den met het FDF. Magnette kent die afspraak, natuurlijk, maar ziet, als de verstandige man die hij is, Ecolo liever niet in de Waalse oppositie zitten om van daaruit zijn PS te kunnen aanvallen.

Dat Ecolo niet in de Belgische regering werd opgenomen, was een offer van de PS aan Open Vld. Op Waals niveau wil Magnette die tactische blunder niet herhalen. Lees verder op blz. 2

Waarom

stemmen? nog

(2)

De dingen dezer dagen 2

8 februari 2012

De twee gezichten van Bert de Graeve

Bert de Graeve, de topman van staaldraadproducent Bekaert, is een goede mana- ger. Een stelling die in de huidige omstandigheden als een provocatie klinkt. Hoe kan De Graeve een goede bedrijfsleider zijn, als hij 600 mensen ontslaat? Wel, niemand is onvervangbaar, maar zonder De Graeve was de kans reëel dat één van de weinige multinationals die Vlaanderen telt niet meer bestond. Ook Paul Buysse, de voorzitter van de bestuursraad, heeft een belangrijke rol gespeeld in het internationale bedrijf Bekaert. Was de Zwevegemse onderneming bij zijn oorspronkelijke activiteit geble- ven, prikkeldraad en staal voor omheiningen, dan was het wellicht een lokale Vlaamse speler gebleven.

Maar Bekaert heeft altijd niches gezocht en De Graeve en Buysse hebben dat altijd gesteund. Het is amper bekend bij de bevolking maar Bekaert maakt staaldraad dat in protheses wordt gebruikt. Ook het staal in bruggen en autowegen komt van Bekaert.

Bert de Graeve heeft tamelijk snel ingezien dat het bedrijf zich volop op de groeimark- ten moest richten. China, India, Brazilië,… daar worden massaal wegen en bruggen gebouwd. Bekaert levert de staaldraad. Dankzij die internationale activiteiten konden ook de Belgische sites overleven. De Graeve, die China goed kende van toen hij er voor Alcatel werkte, wist dat daar de toekomst lag.

De keuze voor innovatie ging zeer ver, weten we nu. Bekaert specialiseerde zich in zaagdraad voor zonnepanelen. De sector kende de voorbije jaren - vooral dankzij het subsidiebeleid van tal van overheden - een enorme groei. Op een bepaald moment zorgde dat segment voor bijna de helft van de winst van Bekaert.

Maar, aan alle mooie liedjes komt een eind. De sector kampt met overcapaciteit en de subsidies voor zonnepanelen worden afgebouwd. Het goudhaantje binnen de Bekaert- groep lijdt daaronder, met meer dan 600 ontslagen als rechtstreeks gevolg. Analisten zagen het aankomen. De beurskoers ging omlaag. Paul Buysse slaagde er nog in via zijn Britse contacten buitenlandse fondsen in Bekaert-aandelen te beleggen, maar het kalf was al verdronken. De ontslagen zijn onvermijdelijk en hoe hard het ook klinkt, soms zijn zo’n saneringen nodig om het bedrijf als geheel van de ondergang te redden.

Toch is dit geen reden om van De Graeve een held te maken. Dat men nu met zo’n herstructureringen op de proppen komt, heeft ook te maken met de verstrenging van het brugpensioen. De brugpensioenleeftijd bij herstructureringen, die tot voor kort op 52 jaar lag, wordt volgend jaar opgetrokken naar 55 jaar. Voor veel bedrijven is dit het moment om nog eens aan de boom te schudden en vlug een grote groep werkne- mers op brugpensioen te sturen. De Graeve is een sluwe vos. De verstrengde rege- ling van het brugpensioen heeft zeker een rol gespeeld bij de timing van die beslissing.

Maar De Graeve heeft ook veel onaangenamere kanten. Als één van de weinige BV’s onder de topmanagers - te verklaren door zijn passage aan het hoofd van de VRT - kan hij zich blijkbaar heel wat permitteren. De Graeve woonde een tijd in Ternat, niet ver van een parochiezaal. Hij wou die doen sluiten omdat de gepensioneerdenbond die er vergaderde te veel lawaai maakte. Hij ving bot en verhuisde naar Knokke.

De Graeve heeft de voorbije jaren probleemloos zijn anti-Vlaams credo kunnen ver- kondigen. In tv-uitzendingen liet hij zich altijd laatdunkend uit over Vlaams-nationale partijen, op een weinig originele manier. De Graeve hanteert het klassieke vocabula- rium: de Vlamingen zijn bekrompen, in zichzelf gekeerd, xenofoob, halve nazi’s… Hij kreeg er een baronnentitel voor. In een interview met Terzake-anker Kathleen Cools in 2008 legde hij zelfs een rechtstreeks verband tussen zijn titel en zijn anti-Vlaamse strijd. Het kan geen kwaad een deel van dat gesprek af te drukken:

Cools: “Ja, meneer De Graeve, ik moet u eigenlijk aanspreken met baron. U hebt die titel net gekregen. Waarom hebt u hem gekregen, denkt u?”

De Graeve: “Ik vermoed dat dat eigenlijk voor een stuk een erkenning is, niet zozeer voor de persoon De Graeve, maar misschien wel voor de mensen die samen met hem toch wel een aantal zaken hebben verwezenlijkt. Ik denk hierbij toch wel vooral aan de VRT. Ik denk dat we de publieke omroep terug zijn plaats gegeven hebben binnen het Vlaamse landschap...”

Cools: “Denkt u dat het daarmee te maken heeft?”

De Graeve: “Ik denk dat dit daar heel duidelijk mee te maken heeft. Ik denk dat het ook te maken heeft met een toch wel onverdroten strijd, wat mezelf betreft, ook bin- nen dit specifieke huis, tegen de bijzonder enge manier van kijken naar een maatschap- pij en mijn eeuwige strijd tegen het Vlaams Belang. (...) Eigenlijk is het zelfs niet eens een zweeppartij, het is een roeppartij. (...) Omdat ik uiteindelijk ook volmondig heb ingestemd met een redactiestatuut en een deontologische code die stelde dat dit geen partij is zoals een andere. Ik denk dat we zoals een verstandige democratie de moed moeten durven hebben om te zeggen dat dit inderdaad zo is en dat bepaalde zaken gewoon niet kunnen.”

Sommigen halen familiale redenen aan voor het anti-Vlaamse discours van De Graeve.

Hij is de schoonzoon van wijlen Maurice de Wilde. Toch overtuigt dat argument niet.

De Graeves vader was een overtuigde aanhanger van Joris van Severen en het Verdi- naso. Heeft De Graeve jr. zich daar tegen willen afzetten? We weten het niet.

Angélique VAnderstrAeten

Uit de smalle beursstraat

De schaamteloosheid voorbij

Iedereen heeft recht op zijn of haar antwoord op deze meerkeuzevraag. De conclusie kan echter moeilijk anders dan eensluidend zijn. De peperdure circusact voor en door “de beteren” der Belgen zegt veel, zoniet alles over die beteren. In tijden dat de modale burger de rekeningen betaalt van jaren wanbeleid door of met de steun van dezelfde “lichamen”, zouden die er beter aan doen de luwte op te zoeken. Zoals ze dat vorig jaar moesten doen toen de koning zijn nieuwjaarsreceptie afgelastte omwille van de politieke crisis en zijn vrees voor het eigen postje. Nu het om een crisis gaat die enkel de burger treft, kon Le Palais/ Het Paleis met de “traditie” heraanknopen.

Wie met kennis van zaken, eigen aan dit onland, “le roi” en de door hem gelanceerde PS-premier van “la Belgique” bezig zag en hoorde, kon lachen met de door beide heren verkochte verbale kolder, of wegzappen om geen door ergernis veroorzaakte appel- flauwte te riskeren. Ik verkoos, in functie van deze bijdrage, het eerste. Maar de bijge- dachte “de schaamteloosheid voorbij” eiste nadrukkelijk bestaansrecht.

Lichtje

Ik kan er begrip voor opbrengen dat Albert Second “in zijn nopjes was”, zoals de medialakeien collectief toeterden. Ik ben zelfs bereid een pluim te geven aan de wak-

kere schrijvelaar die een “attente koningin Paola” had opgemerkt die zowaar aan een medewerker vroeg om een lichtje op het spreekgestoelte aan te knippen, toen haar gemaal zijn redevoering wou beginnen. Als dat geen beklijvende nieuwsgaring is, wat dan wel? Spijtig dat “le roi” de door een mede- werker van “zijn” premier geschreven tekst amper of niet had doorgenomen, voor die ten gehore te brengen. Er zou hem mogelijk een lichtje zijn opgegaan dat kolder zijn gren- zen heeft. Wat nog ontbrak was de belofte om, uiteraard op kosten van de gemeen- schap, een standbeeld op te richten voor Di Rupo, het absolute symbool van geduld, volharding en moed in de ultieme strijd voor het behoud van “la Belgique unitaire et indi- visible”.

Het kon moeilijk anders of het weder- woord van de premier bevatte, als tweede luik van het volgens plan uitgevoerde één- tweetje, nagenoeg dezelfde lofbetuigingen voor zijn medespeler als die uitgebracht aan zijn adres. De N-VA werd niet als dusda- nig genoemd, toen eventjes duiding diende verstrekt over het belangrijkste dreigende

“gevaar” voor onze modelstaat. De schrij- velaars van de tweevoudige lofrede hadden de onderrichtingen goed begrepen. Ze lie- ten daar, tussen de door vorst en premier af te lezen regels, geen twijfel over bestaan.

Wat stoorde nu het ergst of had het meeste recht op het label “schokkend” of

“gênant”? Was het de ten paleize neergestreken verzameling “gestelde licha- men” die daar, hoogst tevreden met zichzelf, zat te pronken? Was het de door die “lichamen” met “spontaan” applaus beloonde prietpraat van vorst en pre- mier voor elkaars “enorme verdiensten”? Of was het eerder dat schrijnende con- trast tussen de “glitter en glamour”-schertsvertoning van een koninklijke nieuw- jaarsreceptie en de tv-beelden van wanhopige mensen die in de barre vrieskou op straat moesten overnachten?

Spiegel

De excellenties, hun partners en geves- tigde establishmentwaarden genoten met volle teugen. Vlaams minister van Onder- wijs Pascal Smet had zijn echtgenoot meege- bracht. Vrijgezel Di Rupo speelde solo. Een glas schuimwijn in de ene hand en een hapje in de andere vond de kersverse staatssecre- taris voor Asiel, Maggie de Block, het noch de juiste locatie noch het juiste moment om over overnachtingsellende op straat te pra- ten.

Later deed ze dat wel en verkondigde ze de blijde mare dat ze 60 van 1.500 asiel- zoekende zielenpoten een bed had bezorgd.

Voor verdere opvang was ze niet te vinden vanwege het aanzuigeffect.

Dat klinkt al anders dan “dit nooit meer”

dat haar voorgangers luidkeels en “geschokt”

toeterden in de winters van 2009, 2010 en 2010-2011. Het resultaat in de winter 2011- 2012 is meer van hetzelfde, of erger. En zeg- gen dat de politieke besluiteloosheid om

alleen nog maar dat probleem aan te pak- ken, een gevolg is van de politieke beslui- teloosheid om een ernstig migratiebeleid te voeren, in plaats van de huidige chaos te creëren, die neerkomt op schuldig verzuim.

Ik citeer dat probleem als spiegel voor al die andere, die met de vaart van een hogesnel- heidstrein op “de mensen” afkomen.

Dat beeld staat haaks op wat belgicist

“numero uno” Luc van der Kelen in Het Laatste Nieuws in zijn opiniestuk oreerde, over de moeder van alle heildronken. Geniet mee: “Er hing een sfeer van algemene opluch- ting in de Troonzaal.

Een zaal vol “gestelde lichamen” gaf de koning en zijn eerste minister een gloeiend applaus, de erkentelijkheid om het land uit een politieke “dead end street” te hebben gehaald.”

Vooral die “algemene opluchting” heeft me diep getroffen. Zo diep, dat enkel inge- togen stilte past bij de unieke, waardevolle gedachte van de auteur. d.Mol

Vervolg van blz. 1

Daarmee is de boodschap aan de Waalse kiezer duidelijk: stem voor wie je wilt, het speelt toch niet echt een rol, want het zijn allemaal koekjes van hetzelfde deeg. Politieke tegenstellingen? Alternatieve programma’s?

Afgeschaft, achterhaald. Als het over Europa gaat, denkt Magnette nog wel iets ideologi- scher, hebben we kunnen vaststellen, maar in Wallonië blijkt iedereen wel ongeveer het- zelfde te denken.

Stadslijsten

Alleen in Wallonië? Als we zien dat Patrick Janssens in Vlaanderens grootste stad een kartel op poten zet met CD&V, en daar nu ook Open Vld voor uitnodigt, dan schijnen de grote beginselen aan de oevers van de Schelde hun beste tijd gehad te hebben. In Gent wordt iedereen geacht burgemeester Termont te aanbidden.

Wee degene die zelfs maar de indruk wekt dat er een alternatief zou kunnen bestaan. Er worden gemeentelijke kartels opgezet in alle soorten kleurencombinaties. Dat gebeurt niet alleen op dorpsniveau, waar de lijsten van de burgemeester tot het politieke erf- goed behoren, maar nu ook in steeds meer steden.

Blauw-groen; rood-groen; blauw-oranje - noem een combinatie, er past wel een stad

Waarom nog stemmen?

en een populaire maar bedreigde kop bij.

Op Belgisch niveau kregen we een regering met de drie klassieke partijen.

Crombez en De Block in één regering: geen probleem. Onkelinx en Vanquickenborne samen aan de beleidstafel: moet kunnen. Als kiezer kan je alleen maar besluiten dat de partijen slechts variaties op één thema vor- men. Wat valt er nog te kiezen in dat grijze eenheidslandschap?

De twee partijen die zich Vlaams-natio- naal noemen, hebben de eer en het genoe- gen niet ten dans uitgenodigd te wor- den. Omdat N-VA en Vlaams Belang niet actief zijn in Wallonië, kan Magnette een echte eenheidsregering suggereren. In Vlaanderen is dat eenheidsidee wat over- trokken, als een politiek marktaandeel van 40 %, met groeivooruitzichten, buitenspel wordt gezet.

De boodschap die het Vlaams Blok/Belang zo lang uitdroeg en die N-VA vandaag gre- tig overneemt, namelijk dat er “allen-tegen- één” wordt gespeeld, klinkt behoorlijk geloofwaardig, omdat de andere partijen dat in alles wat ze doen bevestigen. Ze getroos- ten zich weinig moeite tegen te spreken dat één politiek thema overblijft als verschilpunt:

Vlaams-nationaal of niet. That’s the question,

blijkbaar. J.K.

(3)

3

De dingen dezer dagen

8 februari 2012

Afrikaners: wakker geworden?

Komt er eindelijk meer aandacht voor de afgrijselijke plaasmoorde, de moorden op blanke boeren, in Zuid-Afrika? Het lijkt er alleszins op dat een gecoördineerd offen- sief aan de gang is. Op 1 februari kon Henk van de Graaf, secretaris van de pas opge- richte Boere-Afrikaner Volk een perscon- ferentie in het Europees Parlement geven.

(zie hieronder) Tevoren had Philip Claeys (Vlaams Belang) samen met het Oostenrijkse FPÖ-lid Andreas Mölzer en Fiorello Provera van Lega Nord een resolutie in dat parle- ment ingediend om die moorden aan te kla- gen. En in het Vlaams Parlement werd door Frank Creyelman, Christian Verougstraete en Marijke Dillen (allen VB) een gelijkaar- dig initiatief ondernomen. Deze acties ston- den niet alleen. Ook in Nederland hadden leden van de PVV, de partij van Wilders, en de Staatkundig Gereformeerde Partij de zaak ten berde gebracht. Ook daar werden de achteruitgang van het Afrikaans, de plaas- moorde en de omstreden mediawet op de korrel genomen. Zij het dat de motie uit- eindelijk werd verworpen door een mon- sterverbond van de twee regeringspartijen, CDA en VVD, met de socialistische PVDA.

Dit alles schrikte initiatiefnemer Bosma van de PVV (en anderen) trouwens niet af - ook al omdat andere linkse partijen de motie wel steunden. Intussen zijn ze onder colle- ga’s een handtekeningenactie begonnen ter ondersteuning van het Afrikaans op de uni- versiteiten - welke zich reeds naar Vlaande- ren uitbreidde.

Het werd tijd

Het werd tijd dat de belangstelling voor de plaasmoorde een meer internationaal karak- ter kreeg. Midden september verhoogde de Amerikaanse ngo “Genocide Watch” de status van Zuid-Afrika van 5 naar 6 op een schaal van 8. Met 6 bedoelt men dat er teke- nen zijn dat een georganiseerde genocide zou worden voorbereid. Als bewijs wordt o.m.

verwezen naar de houding van ANC-jeugd- leider Malema, die niet alleen het zingen van het lied “Dood de Boer” promootte, maar eveneens de grondonteigening in Zimbabwe als voorbeeld voor Zuid-Afrika stelde. Male- ma’s beroep tegen zijn vijfjarige schorsing – die hij officieel opliep omdat hij de regering door zijn negatieve uitlatingen over Bots- wana in verlegenheid bracht (in werkelijk- heid omdat hij zich tegen de herverkiezing van Zuma verzette) - werd intussen verwor- pen, maar dat belet niet dat hij aan de zijlijn blijft stoken.

Zwakke reacties

De Afrikaners hebben nog grieven. De achteruitgang van hun taal op alle vlakken van het openbaar leven, en de positieve discrimi- natie ten voordele van niet-blanken op het werk en in de sportwereld, hebben kwaad bloed gezet. Toch was het verzet de voor- bije jaren door apathie en onderlinge ver- deeldheid vrij mager. De Volkstaatsraad die na 1994 plannen moest uitwerken voor een eigen thuisland, sloot in 1999 de deuren. Het Vrijheidsfront dat de belangen der Afrikaners wilde verdedigen, kreeg maar een beperkt succes en kalft af met de jaren.

Dat partijvoorzitter Mulder in 2009 de functie van onderminister in de regering- Zuma aanvaardde, werd hem zeker niet door iedereen in dank afgenomen. Heel wat andere organisaties zagen het daglicht, zoals de Afrikaanse Taalraad, maar het oprichten ervan vergde jaren en uiteindelijk bleef het beperkt tot onderlinge discussies en samen- komsten van intellectuelen.

Haar op hun tanden

Wie het ANC wel geregeld het leven zuur maakt, is de vakbond Solidariteit, gegroeid uit de in 1902 opgerichte Mijnwerkersunie.

Tot de machtsoverdracht in 1994 was het een organisatie die de voorrechten van de blanke mijnwerkers verdedigde. Na 1994 leidde de vakbond een sluimerend bestaan, tot in ’97 Filip Buys secretaris-generaal werd. Onder hem steeg het aantal leden van 30.000 tot meer dan 150.000. Solida- riteit houdt zich trouwens niet alleen met syndicale acties bezig. Via de nevenorgani- satie Solidariteit Helpende Hand probeert men het lot van de arme blanken, waarvan het aantal de laatste decennia is toegeno- men, te verlichten. Maar vooral Afriforum, een andere nevenorganisatie, heeft zich de laatste jaren in de kijker gewerkt, door het systematisch aanklagen van alle vormen van discriminatie waarvan de minderheden het slachtoffer zijn. Zo werd onlangs de organi- satie “Red Afrikaanse scholen” opgericht om die scholen te steunen die verplicht werden ook Engels als medium in te schakelen. Meest bekend is echter de rechtszaak in september vorig jaar, waarbij de rechter de ANC-jeugd- liga het verbod oplegde het beruchte lied nog te zingen.Gelet op de successen van Solidari- teit en Afriforum is het duidelijk dat de klei- nere groepen in Zuid-Afrika enkel resultaten kunnen boeken wanneer ze van zich afbijten.

Met eindeloos praten en geleerde referaten

komt men er niet. ReizigeR

Afrikaner drukt Europa met de neus op boerenmoorden

Op initiatief van die ene VB-vertegen- woordiger in het Europees parlement, Philip Claeys, gaf Henk van de Graaf, ondervoorzitter van de TLU (Trans- vaalse Landbou Unie) op een zeer goed georganizeerde internationale konferen- tie in de Brusselse EU-gebouwen een ste- vig gestoffeerde en met pakkend beeldma- teriaal onderstreepte uiteenzetting over de wereldwijd doodgezwegen volkeren- moord waarvan de boerengemeenschap in Zuid-Afrika nu al meer dan twintig jaar het slachtoffer is. Zuid-Afrika’s kende een heel trieste start van het nieuwe jaar, begon hij zijn ademloos beluisterde verhaal, want op 3 januari is al de eerste boer van het jaar vermoord en eer de eerste week van 2012 verstreken was, moest reeds num- mer zes worden betreurd. Maar wat wil je, als je zit opgescheept met een ANC (African National Congress) en een PAC (Pan African Congress) dat bekend raakte met zijn oproep “One settler, one bullet”

(een kogel voor elke boer)? Sinds 1990 zijn al 1554 van onze commerciële boeren ver- moord, klonk het, en daarmee hield Van de Graaf het voorzichtig bij een getal dat met zekerheid kan worden gestaafd, want officieus wordt gesproken van al meer dan 3000. En dan de soms beestachtige manier waarop: gefolterd onder de ogen van weer- loze familie, verhangen, aan hun eigen “bak- kie” (bestelwagen) rond hun erf gesleept, enz.. De gruwelverhalen zijn legio!

Regering-Zuma: faits-divers?

Schrijnend klonk mij de zakelijke verkla- ring van vriend Van de Graaf in de oren dat die verschrikkelijke “plaasmoorde” voor de regering-Zuma van ANC en kommunisten geen prioriteit zijn. Straffer nog, regerings- partij ANC schaart zich aan de kant van de beruchte “jeugdleider” Julius Malema die volhardt in het zingen van het haatlied “Kill the Boer, kill the farmer”. De TLU heeft bij het Internationaal Strafhof in Den Haag klacht ingediend tegen de ANC-regering wegens oproepen tot haat en vreest dat er achter de door de regering gedoogde moordpartijen een politieke agenda zit. De internationale toehoorders zaten daar alle- maal stilletjes naar te luisteren en achteraf werden opvallend veel vragen op Henk van de Graaf afgevuurd, waaruit veel begrip bleek voor de bedreigde boeregemeen- schap in het verre Zuid-Afrika, waar de naam Philip Claeys, die de “plaasmoorde”, samen met Mölzer (FPÖ) en Provera (Lega Nord) op het internationale forum zette, ongetwijfeld met dankbaarheid zal worden doorgegeven. En nu maar afwachten wan- neer het Wereldgeweten gaat beseffen dat volkenmoord in Zuid-Afrika even verwer- pelijk is als volkenmoord in Turkije. (In het EU-parlement is Henk van de Graaf ook op onze Praatstoel gaan zitten, maar dat is voor later).

hvo

Kwestie van pech

Het “Minderhedenforum”, de bekendste organisatie van “nieuwe Vlamingen”, heeft er zich in de media over beklaagd dat er voor de gemeenteraadsverkiezingen in oktober te weinig allochtonen op de kieslijsten staan.

Het is pech hebben, dat net nu twee Turkse schepenen in Beringen door de burgemees- ter een maand op non-actief gezet werden.

De heren Selahattin Koçak en Ahmed Koç blinken in het oud-mijnstadje vooral uit in de blijkbaar voor hun “cultuur” edele kunst van het spijbelen.

Voor de volledigheid, kameraad Selahattin werd naar de hoogste toppen van de multi- culturele roem gekatapulteerd door de vrien- den van knalrood productiehuis Woestijn- vis in “De slimste mens”. Tussen recht doen geldende mandaten en die invullen zoals het hoort, gaapt een multiculturele kloof die het Minderhedenforum ontgaat.

in lood veranderd

Wouter van Bellingen was de eerste zwarte schepen van Vlaanderen. In 2007 werd hij in heel Vlaanderen en ver buiten de grenzen beroemd, door het onbevestigde verhaal dat twee koppels hadden geweigerd zich door hem te laten trouwen omdat hij zwart was.

Waarschijnlijk was dat een stunt, die uit- mondde in een multiculturele, politiek hyper- correcte apotheose: een grote symbolische trouwpartij op de Grote Markt van Sint- Niklaas.

De Morgen kwijlde bijna van extase en schreef dat de socialisten nu “electoraal goud” in handen hadden. Maar, dat viel een beetje tegen. In 2007 werd Wouter niet ver-

kozen op de kartellijst sp.a-spirit. In dat jaar werd hij nationaal secretaris van de partij VlaamsProgressieven, maar in 2008 verliet hij het zinkende schip. Ook in 2009 en 2010 werd hij niet verkozen, op een lijst van sp.a.

Hij bleef schepen, voor de lokale partij SOS 2012, in een kartel met sp.a en Groen!.

Na die vele overstappen naar nieuwe par- tijtjes is het spel nu uit: de socialisten en de Groenen blazen het kartel op. Van Bellingen wordt gedumpt.

Het electorale goud bleek gewoon onhan- delbaar lood te zijn. Of zou er een greintje waarheid steken in het gerucht dat Willockx hem heeft geliquideerd, om een electorale concurrent kwijt te raken?

Siegfried Bracke,

Bevlogen Beeldenstormer, Gent

Gij Vermetel Klein Pierke,

Als ik zeg dat het niet uw eigen vrije keuze was de strijd om de Gentse tricolore sjerp aan te gaan, zult gij dat met zeker- heid ontkennen. Zover zijt gij alleszins al gevorderd, op het wereldvreemde pad van “de politiek”, dat waarheid erkennen als een teken van zwakheid gezien wordt.

Veel moeite kan de “aanpassing” u niet gekost hebben. Uw vorig leven als waar- heid bestrijdende en/of manipulerende journalistieke dienstplichtige van de rode VRT-burcht en de partij der kameraden en gezellinnen, was een ideale leerschool om van wit zwart te maken. Of omgekeerd, als het in het kraam van rood paste.

Ook dat zult gij krachtig ontkennen.

Ondergetekende herinnert zich echter dat de zelfverklaarde objectief berichtende en duidende “Vlaamse” staatszender in haar rangen geen coryfee van uw niveau meer heeft geteld, tenzij ik zou vergeten zijn dat gij niet de enige zijt die de krachttoer heeft gepresteerd een ver vrouwelijk fami- lielid vanuit Gent naar de hoogste rode politieke top te piloteren. Meer geholpen door fraaie benen dan door hersens, dat wel, maar in mijn ogen blijft het van uwent- wege een moeilijk te evenaren toppres- tatie. Nu gij uw journalistiek rode jasje ingeruild hebt voor dat van opportunisti- sche neo-Vlaams-nationalist, in een par- tij met de wind in alle zeilen, zou het een godsgeschenk zijn, mocht gij in uw nieuwe stiel oogsten van uitgestrooid zaad in uw vorige stiel.

Het zou uw imago van bevlogen beel- denstormer op de rode Gentse burcht gevoelig opkrikken. Helaas zit gij niet alleen in de “verkeerde partij” om aan dat zaad te mogen herinneren, uw eigen politiek gewicht weegt volgens de peilingen nog een paar kilootjes te licht om met geves- tigde Gentse grootheden kersen te kun- nen eten. Gij zult het me hopelijk niet ten kwade duiden als ik u voor burgervader- lijke pretenties eerder de rol van een ver- metel klein Pierke toebedeel dan die van topfavoriet in de in oktober op stapel

staande bollekenskermis, met de Gentse burgemeesterssjerp als te veroveren tro- fee.

Over Klein Pierke gesproken, dat ge het van uw vrienden moet hebben, zult gij inmiddels geweten hebben. Het is niet dat gij, als notoir ex-lid van de verenigde VRT-kameradenclub, niet aan de media- bak komt, in het segment(je) N-VA. Wat gij eertijds als manipulator van de open- bare opinie hebt betekend en wat gij van- daag betekent als medeboegbeeld van een

“verkeerde” Vlaamse partij is, eufemistisch gesteld, niet van dezelfde orde. Wel kent gij de interne, manipulerende keuken van het huis van wantrouwen aan de Reyer- slaan, beter dan wie ook, inclusief onder- getekende.

Gij zult mij niet willen tegenspreken, als ik zeg dat gij in uw stoutste dromen niet durft te denken aan zelfs maar een vierde deel van de omvang van het propaganda- schild, waarop Klein Pierke Martin Heylen de Gentse burgemeesterlijke titelverdedi- ger Daniël Termont heeft getild, tegen wie gij in oktober storm wilt lopen.

Die vaststelling moet u pijnlijk treffen.

Gij kunt gebeurlijk troost zoeken en moge- lijk vinden in de vaststelling dat, als er één prestatie dicht in de buurt komt van uw destijds even legendarische als bijvalrijke kruistocht voor mooie Freya, het de bijna- zaligverklaring van kameraad Daniël door de VRT moet zijn, in haar rol van rode pau- selijke nuntius, ook al heet die dan Klein Pierke. Een vorm van troost kan berusten in de overweging dat er tussen nu en okto- ber nog acht maanden liggen. Niets wordt zo snel door vergeetachtigheid aangetast als het kiezersgeheugen.

Desondanks kunt gij er beter vanuit gaan dat uw slaagkansen als bevlogen beelden- stormer ter verovering van een tricolore sjerp niet hoger liggen dan die voor het winnen van de Nobelprijs Letterkunde door

Brief aan

(4)

De dingen dezer dagen 4

8 februari 2012

Roddels uit de Wetstraat

• Niet wat het lijkt

In de commissie Landsverdediging valt altijd wel wat te beleven met Pieter de Crem.

Erg gevat en onverschrokken als hij is, ant- woordt hij altijd met de nodige zwier en zelfs met een vleugje ironie op de vele vragen die op hem afgevuurd worden. Eén van de vaste vraagstellers is Karolien Grosemans van de N-VA. Door haar vele vragen en de inhou- delijke techniciteit lijkt het wel alsof zij een absolute kenner is van wapensystemen en allerhande specialismen.

De minister geeft haar dan de door zijn medewerkers voorbereide antwoorden, keu- rig zoals het hoort. Maar met de beknopt- heid en oppervlakkigheid van haar replieken daarop verraadt Karolien herhaaldelijk dat het allemaal niet is wat het lijkt. Ze gaat tij- dens haar replieken meestal niet ten gronde in op wat ze als antwoord op haar vragen kreeg. Ze dankt de minister voor zijn ant- woord en belooft de zaak verder op te volgen.

Dat gold mutatis mutandis ook voor haar vragen vorige week in de commissie Sociale Zaken. Het viel elke aandachtige waarnemer op. Karolien beschikt – net als de minister – over uitstekende medewerkers die op de hoogte zijn van één en ander en er een sport van maken moeilijke en technische vragen voor te bereiden. Karolien is de spre- kende handpop van haar medewerkers, zoals de ministers dat zijn van hun medewerkers.

Het is in feite een gesprek van handpop tot handpop. Kortweg: het is vaak een echte poppenkast.

• Niet ernstig

In de commissie Volksgezondheid stond een stapel vragen op de agenda. Uiteinde- lijk bleek dat slechts twee vragen werden gesteld. Vragen waren ingetrokken, andere waren omgezet in schriftelijke vragen, nog andere werden uitgesteld. In totaal waren er dat zo negen. De vergadering was al na twaalf minuten afgelopen. Probeer op zo’n manier maar eens ernstig te werken. Wie er was, stond erbij, keek ernaar en droop dan maar weer af. Nu de besparingswoede in de Kamer overheerst, zou men hieraan eens iets moeten doen. Zo’n commissievergade- ring bijeenroepen brengt heel wat met zich mee: Kamerbedienden moeten op post zijn, koffie, frisdrank, elektriciteit, verwarming, een tolk…

• Slaapverwekkend

Twee volle zittingsdagen in de plenaire ver- gadering werden besteed aan de begrotings- besprekingen. Nu ja, besprekingen is veel gezegd. Meerdere praatbarakkers kwamen namens hun fracties hun in vele gevallen ver- plicht nummer opvoeren, en klaar was Kees.

Er werd naast elkaar gesproken dat het een lieve lust was.

Niemand kon iemand anders overtuigen, of tot andere inzichten brengen. Bovendien komen er tijdens zo’n festiviteiten maar wei- nig fluweelzitters opdagen om te luisteren naar de collega’s. De tussenkomsten zijn lange epistels en in sommige gevallen zelfs erg technisch. Veel vreugde was er niet te rapen. De uiteindelijke stemming was voor- spelbaar. Daar had madame Blanche haar glazen bol niet eens voor nodig…

• Stoorzender

Soms gaan parlementsleden uit verveling en omwille van camera’s in de buurt wat sto- ren, om de tegenstrever uit z’n evenwicht te krijgen. Patje “Brillantine” Dewael, bijvoor- beeld. Bijwijlen krijgt hij het zo op zijn heu- pen als er een N-VA’er aan het woord is, dat hij meent te moeten onderbreken en vervelende opmerkingen te moeten maken.

Peter Luyckx was zo’n “slachtoffer”. Het is allemaal weinig verheffend, maar het hoort klaarblijkelijk tot de gebruiken. Gelukkig bleef Peter kalm en liet hij zich niet uit het lood slaan.

• Bijna werkloos

Niet zo lang geleden kreeg de parlemen- taire bibliotheek een nieuwe huisvesting. Een nagelnieuw gebouw met de allernieuwste snufjes werd in gebruik genomen, aan de overkant van de Leuvenseweg. De Kamer beschikt over een unieke verzameling boe- ken, tijdschriften en andere druksels, maar door de digitalisering en de elektronische ontwikkelingen, via de computers op alle kantoren, wordt de bibliotheek steeds min- der bezocht door de medewerkers van de Kamerleden. Wie nog een beroep doet op de bibliotheek, doet dat om heel specifieke dingen te pakken te krijgen. Dat gebeurt niet elke dag. Tot voor enkele jaren krioelde het

in die bibliotheek van de bezoekers en was het vaak aanschuiven om bediend te worden.

Vandaag zitten veel bibliotheekmedewerkers vaak met hun duimen te draaien. Jammer dat die nieuwe bibliotheek zoveel geld heeft gekost. Dat had men toch kunnen inschat- ten?! Maar naar verluidt was dat één van de paradepaardjes van voormalig Kamer- voorzitter De Croo, dus moest dat project er komen, koste wat het kost… Dank u wel, belastingbetaler.

• Baas boven baas

André Baas Ganzendonk Flahaut voelt zich duidelijk in zijn sas als Kamervoorzitter. Als een voldane en zelfvoldane baron met wel- vaartsbuik - na een geregeld droogje en een natje -, schrijdt hij geregeld door “zijn” Paleis der Natie. Hij weet dat hij gebeiteld zit met de onvoorwaardelijke steun van de PS, die via hem een heel dikke vinger in de pap heeft als het om het bestuur van de Kamer gaat.

Flahaut heeft de Kamer als geen eerdere voorzitter in zijn greep. Daarbij gaat hij erg sluw te werk. Hij geeft de indruk de voorzit- ter te zijn van àlle Kamerleden, ook van de uitgespuwden, en de sanitair gecordoneer- den. De Croo, Van Rompuy en Dewael moes- ten andere trucen uithalen, waar vaak bloed, zweet en tranen bij te pas kwamen, om de troepen van de diverse strekkingen en obe- diënties op één lijn te houden.

Rita Gorr (18 februari 1926 - 22 januari 2012)

Gents arbeiderskind

Gorr ziet het levenslicht in de wijk Klein Rusland in Zelzate omdat de Gentse stuka- door Jules Geirnaart daar werk vindt. Als ze zes jaar is, keert ze met de familie terug naar Gent. Ze volgt er onderwijs tot haar zestiende. Een Franse biografie meldt dat ze geen Frans kent, maar dat is nonsens. Ieder vooroorlogs kind kent wel wat Franse woor- den en is er zich zeer van bewust dat hij een Vlaamse armoedzaaier blijft als ie niet de taal leert van de boven hem gestelden.

De jonge Marguerite Philomène wordt meid bij een rijke Franse familie in Sint- Amandsberg. Die zal niet iemand aanvaard hebben die alleen maar haar moedertaal kent (Gents, want ze spreekt nooit behoorlijk Nederlands). Haar “patron” hoort haar als ze meezingt met de radio en spreekt zijn broer Félicien Lecomte aan, een “parfu- meur”.

De man gelooft in haar talent, moedigt haar aan zang te studeren en betaalt die studies. Zoals in de operawereld usance is, wordt het talent verondersteld daar iets tegenover te stellen, zoals een huwelijk, al is de financier tientallen jaren ouder. Ze stu- deert vlijtig. Geleidelijk ontwikkelt de stem zich tot een prachtige mezzosopraan. De volgende stap, volgens de in memoria, is de eerste prijs in de bekende zangwedstrijd van Verviers. In werkelijkheid is de Waal Gilbert Dubuc de winnaar; de latere bariton van de KVO die beter Nederlands zingt dan 90 % van de Vlaamse zangers. Rita Geirnaert krijgt alleen een “prix d’honneur”.

Ze studeert verder en treedt af en toe op in een concert, nog altijd onder eigen naam, tot Lecomte er het beter klinkende Gorr van maakt. Ze doet her en der auditie, tot ze in Straatsburg een contract krijgt.

Maar eerst maakt ze haar operadebuut - ze kan onverwachts inspringen - in 1949 in Antwerpen, als Fricka in Die Walküre, in het Nederlands. In Straatsburg speelt ze drie jaar lang kleine en grote rollen. Ze leert het vak al doende. Dan krijgt ze een contract voor de twee Parijse operatheaters, waar ze haar repertoire uitbreidt en ook rollen uit het Duitse en Italiaanse repertoire in het Frans zingt, zoals de gewoonte is. Ze debuteert in Gent en in de Brusselse Munt.

Na drie jaar gaat ze freelance zingen, in

Frankrijk en in eigen land. Feitelijk blijft ze te lang het Gentse arbeiderskind dat denkt dat Parijs de navel van de wereld is. In 1957 wordt ze voor de eerste keer gevraagd een rol te zingen voor een plaat (Le Roi d’Ys).

Haar stem is een sensatie. Ze begrijpt ein- delijk dat er buiten Frankrijk nog schouw- burgen zijn en ze studeert haar Italiaanse en Duitse rollen in de originele taal. Zo Vlaams is ze wel dat ze daar geen problemen mee heeft.

De gebroeders Wagner zijn de eersten die deze internationale parel ontdekken. Ze halen haar naar Bayreuth, waar ze in 1958 drie rollen zingt, voor weinig geld. Veel werk maar met grote naamsbekendheid. Het vol- gend jaar begint de internationale loopbaan met optredens in Rome en Londen.

In het najaar 1959 verschijnt haar eer- ste LP-recital, een sensatie, maar het toont de zwakke plek van vele mezzosopranen.

Gorr heeft goede topnoten en ze zingt gere- geld beter betaalde sopraanrollen die fei- telijk niet passen bij het centrale deel van haar stem. De twee grootste operaschouw- burgen ter wereld kloppen aan de deur. La Scala vraagt haar voor Aida, maar biedt haar tenslotte Kundry (een sopraanrol) aan in Parsifal, want de grote Italiaanse mezzo Giulietta Simionato eist dat Gorr geen Italiaanse of Franse rollen in Milaan zingt. In de belangrijk- ste opera ter wereld - de Met in New York - heeft Simionato niets te zeggen en daar doet Gorr de monden openvallen… gedu- rende drie seizoenen.

In 1964 neemt ze een tweede (Italiaans) recital op. Schitterend, maar met de ken- nis van achteraf horen we dat er iets schril in de stem is geslopen. Het jaar daarna is er de vocale crisis, tijdens een plaatopname van Lohengrin. Het is nog altijd niet te begrijpen dat RCA haar niet de mogelijkheid biedt haar rol op een later, beter moment op te nemen, want dit is gillen en krijsen. Maar het is geen tijdelijke crisis. Ook in 1966 zijn er veel min- dere dagen. Feitelijk is dat het laatste jaar van haar wereldloopbaan. In het onverbiddelijke haaienwereldje van de opera doet onmiddel- lijk het gerucht de ronde dat het voor Gorr voorbij is. Ze krijgt nooit meer een platen- contract voor een hoofdrol.

Alleen Vlaams in naam

Het jaar daarna hoor ik haar voor het

eerst live. Het volume is buitengewoon (“the house-rattling amplitude of Rita Gorr”

schrijven Engelstalige critici). Het timbre is prachtig met een schitterend vibrato (geen tremolo) en de voordracht is nobel. En inderdaad, de topnoten zijn schel en klinken wat vals. Maar op goede dagen maakt ze nog een overweldigende indruk. Ik herinner me een voorstelling van Adriana met de onder- gewaardeerde Vlaamse sopraan Jacqueline van Quaille - een wereldstem die zich in Graz begroef - waarbij de haartjes op de armen recht kwamen.

Gorr moet een afdeling lager zingen. Bui- ten een paar uitschieters in Londen wordt het weer Frankrijk en veel in eigen land:

Gent, Antwerpen, Brussel, Luik en Verviers.

Ze woont vanaf 1972 in een prachtige villa in Sint-Martens-Latem waar ze voor haar bejaarde en zieke man zorgt. Later beweert ze dat hij niet meer wil reizen en daarom aan- biedingen en contracten voor haar verbergt.

Ik vrees dat de echte redenen prozaïscher zijn, zoals het concert Lionsclub Antwerpen 1972 bewijst: het middenregister is nog altijd rijk en sterk, maar de hoge noten klinken als een reusachtige vork in een grote ketel.

Maar ze is een korte tijd een wereld- ster geweest en wil geen stapje terug zet- ten. Bart Lottigiers, directeur in Gent en vandaag beter bekend als grootvader van die andere “wereldster”, wil haar zelfs niet meer engageren, tot grote woede van haar Gentse fans die stekeblind en stokdoof zijn.

Haar man sterft in 1976. Geleidelijk dringt het tot haar door dat ze moet kiezen: stop- pen of kleine rolletjes aanvaarden. Het wordt het laatste, maar het duurt jaren vooraleer ze er zich mee verzoent. In 1980 geeft de grote Italiaanse tenor Carlo Bergonzi een recital in Gent en ik geef een voordracht over hem voor de Gentse Vrienden van de Lyrische Kunst. Gorr, het belangrijkste ere- lid, schrijft een bittere ontslagbrief: voor- drachten hebben een opera als onderwerp en geen zangers en als er een uitzondering gemaakt werd, dan moest zij het onderwerp van zo’n voordracht geweest zijn. Het briefje is in het… Frans.

De tweede botsing gebeurt negentien jaar later. De Vlaamse Opera heeft haar uitge- nodigd om een kleine maar mooie rol te zingen, in Tsjaikovsky’s Schoppenvrouw, en wil tevens de 50ste verjaardag van haar

debuut vieren. Zij zit mee aan, op de pers- conferentie. Ze is niet op haar gemak. Dit is niet de gezellige slodderschouwburg van vroeger, waar iedereen Gents en een tra- vestie van Frans sprak. Dit zijn niet de gebroken-armen-en-benenjournalisten die er ook nog de opera bij deden. Ze begint te praten in het Frans en kijkt dan in de woedende ogen van de journalist die haar toesist: “Nederlands!!!” Ze stopt onmiddel- lijk en zegt geen woord meer. Misschien niet mijn “finest hour”, maar iemand die bereid is een nieuwe rol in het Russisch te leren, kan wel drie zinnen correct Nederlands studeren, of desnoods Gents spreken. De viering gaat bijna niet door. Regisseur Guy Joosten heeft natuurlijk een schitterende acteur maar een ellendige zanger geko- zen voor de tenorrol, want zangtalent is in de opera niet meer nodig. De man ver- liest zijn stem. Gelukkig arriveert nog een echte zanger, één uur voor de voorstelling.

Hij zingt vanuit een loge en de tenor acteert.

Gorr wordt gevierd, maar het is duidelijk dat er van haar stem geen spatje overblijft.

Ze treedt tot in 2007 nog op. Ze woont in Spanje met haar Waalse vriendin-secreta- resse. De verhalen over hun gedrag - zeker in geldzaken - zijn allesbehalve fraai.

Laat ons toch vooral de schitterende zan- geres gedenken. Ik heb al de grote mezzo’s van de laatste vijftig jaar gehoord: Cossotto, Ludwig, Verrett, Bumbry, Bartoli, Zajick.

Geen van hen kon tippen aan Gorr op haar beste momenten. Dat zeg ik niet uit chauvi- nisme, want ze was alleen “flamande” in de geografische betekenis.

Jan neckers De grootste “Vlaamse” operazangeres stierf 14 dagen geleden in Spanje. Over dat “Vlaams” van Gorr hieronder wat

meer. Vlaams was wel de reactie in de media: oppervlakkig, wollig en bewust de realiteit negeren, om geen verkeerd woord te zeggen.

Kleef en win!

Wie een zelfklever van ‘t Pallieterke op zijn wagen (of iets anders dat rijdt, vaart of vliegt, ongeacht het aantal wielen) kleeft, maakt kans op een prijs. In januari noteerden we 2 win- naars: de eigenaar van de wagen met nummerplaat 749-BXD en de eigenaar van de wagen met nummerplaat TBH-286. De gelukkigen winnen een abonnement van 3 maanden.

(5)

De dingen dezer dagen

8 februari 2012

5 Echo’s uit de

Koepelzaal

Onderwijzeres

Een enkele lezer meende dat wij vorige week een tikkeltje denigrerend schreven over Vera Celis (N-VA), omdat zij “maar”

een regentes was, wat beslist onjuist is.

Het diploma dat mevrouw Celis behaalde interesseert ons nauwelijks, of zelfs hele- maal niet. We weten maar al te goed wat daar de (bijzonder betrekkelijke) waarde van is. We zouden ze niet graag de kost geven, de (eventueel zelfs meervoudig) universitair gediplomeerde onnozelaars of karakterloze nitwits. Als wij voornoemde mevrouw maar een vrij oninteressant par- lementslid vinden, is dat om heel andere redenen. Zo is er – bijvoorbeeld – Katleen Martens (VB) die deze week (terecht) op lovende wijze de kolommen van het week- blad “Knack” haalde. In een goed gestof- feerd artikel - onder de veelzeggende titel

“Miljoenendans rond lege dozen” over de door de nv Antwerps Sportpaleis geplande investering van twaalf miljoen euro in de Grenslandsite in Hasselt (met de Ethias Arena als blikvanger) - staat daar letter- lijk te lezen: “De enige kritische gelui- den over de gang van zaken kwamen van Katleen Martens (Vlaams Belang), maar die werden niet ernstig genomen…”

Mogen wij, gewoon als aanvullende infor- matie, vermelden dat Katleen Martens onderwijzeres van opleiding is?

Dochter steunt papa

Zonder erom gevraagd te hebben, wordt VB-fractieleider Filip Dewinter op wel bijzonder fraaie wijze “bijgesprongen”

door zijn dochter An-Sofie. Gekleed in een niet al te groot uitgevallen bikini en een nikab. Het gaat wel degelijk om een poli- tiek standpunt: “Vrijheid of islam? Dur- ven kiezen”. Of zoals ze zelf verklaarde aan www.clint.be: “Vrouwen hebben de keuze om voor de ene of de andere rich- ting te gaan: het inperken van hun vrij- heden door het dragen van een boerka of nikab, of een bewuste keuze voor vrij- heid. (…) Ik heb zelf gekozen om papa te steunen. Toen we thuis over de campagne bezig waren, stelde ik het voor vanwege het achterliggende idee. Hij heeft het me niet gevraagd.” Dat willen we best aan- nemen, maar toch blijft de – wellicht een tikkeltje “naïeve” vraag wie haar als dus- danig herkend heeft?

Verhofstadt maakt school!

In de plenaire zitting van vorige week werd vrij uitvoerig gedebatteerd over de hervorming van het registratierechtenstel- sel, waarbij men zou afstappen van het kadastraal inkomen als belangrijke (maar onrechtvaardig bevonden) parameter of medeheffingsgrondslag. Vanwege het VB kwam Jan Penris meermaals tussenbeide, net als Liesbet Homans (N-VA). De ene had behoorlijk wat kritiek op minister Muyters, de andere trachtte hem zoveel mogelijk uit de wind te zetten. Daar- bij kwam ze een paar keren onzacht in frontale aanvaring met Peter Reekmans (LDD) die de nieuwe term pinoccio-atti- tude in de mond nam. Bij sommige par- tijen staat er geen maat op de creativiteit van haar mandatarissen…

Iedereen dacht dat de kaarten voor de Antwerpse gemeenteraadsverkie- zingen al op tafel lagen: het Janssens-kartel CD&V/sp.a als “zittende coali- tie”, versus Bart de Wever als uitdager, en Filip Dewinter als outsider. Maar laatstgenoemde heeft nu voor dé verrassing van de campagne gezorgd, door zijn bevallige dochter An-Sofie met nikab én bikini publiek te portretteren, onder het motto: “durven kiezen”. Gedurfd, gewaagd, provocerend. Alhoe- wel. Slogans zijn per definitie niet bedoeld om bij na te denken, maar ik doe het toch even voor u.

Nikab en bikini: een explosief duo

An-Sofie Dewinter poseert

alle vrouwen willen dit ensemble dragen en alle mannen willen ernaar kijken, in afwach- ting dat de sluiers vallen. Het is gewoon des Menschen. Het feit dat alle Antwerpenaren het sprookje van duizend-en-één nacht wil- len beleven, zou dan de Janssens en de De Wevers naar het dinosaurussentijdperk kata- pulteren.

De vraag “Vrijheid of islam?” is zeker pertinent, gelet op bijvoorbeeld de hysterie rond de Mohammed-cartoons. Maar tegelijk moeten we ons de vraag stellen of de secu- liere Vlaamse samenleving niet moet afreke- nen met àlle religieuze dogma’s en fatwa’s, van welke kant ook.

Het zijn de imams (rechtstreekse import uit Saudi-Arabië), en in hun zog de funda- mentalistische zeloten van het slag Abu Imran, die de boel verzieken. Achter hen lopen dan de allochtone schoelies die homo’s schofferen en kortgerokte meisjes voor hoer uitschelden.

Eén ding staat vast. De Antwerpse verkie- zingen van oktober worden de spannend- ste, opwindendste, grappigste, ernstigste, interessantste, meest modebewuste, meest puriteinse en meest geërotiseerde - super- latieven genoeg te bedenken - stembusslag.

Wanneer vallen de sluiers? Het is dé ham- vraag anno 2012 in de sinjorenstad. JS Vermits An-Sofie beide kledingstukken

draagt en geen ervan reeds heeft gede- poneerd, heeft ze duidelijk nog niet geko- zen. Misschien houdt ze haar keuze nog in beraad, maar haar ogen verraden dat er geen haast bij is. De vraag is ander- zijds, móét An-Sofie wel kiezen tussen de nikab en de bikini, bien étonnés de se trou- ver ensemble.

Duizend-en-één nacht

Ahum, de islam en erotiek, dus. Twee tegenpolen, dacht u? Al in de negende eeuw schreven Arabische artsen hand- leidingen voor goede seks. Daarmee zet- ten ze een antieke traditie voort, die pas door de opkomst van het christendom was doorbroken. In de sprookjes van

“Duizend-en-één nacht” (een stuk wereld- literatuur dat nu in de meeste islamitische landen op de index staat) komt eveneens een heel andere Arabische cultuur naar voor, waarin seks en erotisch raffinement zeer vrijmoedig aan de orde zijn. De sluier is daar met name meer een striptease-attri- buut, hetgeen dan eigenlijk naadloos aan- sluit bij, jawel, het zuinige badtextiel van An-Sofie.

In zijn boek “Die Kultur der Ambiguität.

Eine andere Geschichte des Islams” zet de Duitse arabist Thomas J. Bauer (1961) dan ook één en ander recht. Hij poneert name- lijk dat de islamitische cultuur tot aan de 19de eeuw helemaal niet preuts of into- lerant was. Wij waren toen namelijk de preutse kwezels. Het victoriaanse tijdperk gebruikte de Arabische cultuur net als een afschrikmiddel: een wereld van verdor- ven zwoelheid waartegen het Westen zich moest afzetten. Het bizarre is, dat de islam zich vanaf de 19de eeuw aan die westerse bronnen heeft gelaafd en dat puritanisme is gaan importeren. Vanaf dan was het gedaan met de wilde haremverhalen en de eroti- sche handboeken. Vanaf dan duikt, vreemd

genoeg, de islam als totalitaire ideologie op, tot en met Al Qaida. Seksuele onthouding leidt namelijk tot sublimatie (Allah Akbar!) of agressie (de Jihad), of een cocktail van beide. Meteen kwam ook het hiernamaals in beeld, als een harem die enkel voor kuise martelaren was voorbehouden.

Voor Said Qutb - de ideoloog van de Egyptische Moslimbroederschap, “grond- legger” van het islamisme in de Arabische wereld en goeroe van Osama bin Laden - was bijvoorbeeld de Franse arts en katho- lieke fundamentalist Alexis Carrel (1873- 1944) dé inspiratiebron. Carrel, overigens een eminent wetenschapper, veroordeelde de “barbarij” van de moderniteit, en verde- digde een katholiek opus-dei-achtig elita- risme. Tot op vandaag vinden we dit reac- tionair-puriteins denken terug in bepaalde conservatief-christelijke kringen, maar ook bij cultuurpessimistische moraalrid- ders zoals Theodore Dalrymple en diens pupil Bart de Wever. Andermaal: bien éton- nés de se trouver ensemble…

Politiek dynamiet?

Terug naar An-Sofie en haar ambivalente dress code. We zien dat de bedenkers van de affiche nikab en bikini als een ensemble hebben uitgewerkt, een zwart-witte fan- tasie. En let u vooral op de roodgelakte teennagels. Niets vloekt hier, alles is per- fect assorti, zoals de dames zeggen. Zou het kunnen dat er zelfs een polyculturele bood- schap in zit, een aansporing om beide kle- dingstukken te bezigen, samengetrokken tot nikabikini, en dan vooral in de sfeer van de pikante lingerie en de nachtelijke ont- spanningsmomenten?

U begrijpt: dit is politiek dynamiet.

Ofwel leverde de Spielerei van de fami- lie Dewinter de slechtste verkiezingsaffi- che aller tijden op, ofwel de beste. In het laatste geval verwerft het Vlaams Belang in oktober de absolute meerderheid, want

alle vrouwen willen dit ensemble dragen en alle mannen willen ernaar kijken, in afwach-

CIRCUS ASIEL

Het land wordt nog maar eens in rep en roer gezet om asielzoekers en daklozen een warm onderkomen voor de ijskoude nach- ten te geven. Maggie bezweek alras onder de politieke en mediadruk. Tussendoor klonk de jammerklacht dat er eindelijk eens struc- turele maatregelen moeten worden geno- men, maar in Franstalig Brussel wordt daar eens goed mee gelachen. Straks, als de win- ter voorbij is, gaat alles weer zijn gewone gan- getje en worden de structurele maatrege- len vakkundig op de lange baan geschoven.

OP NAAR BRUSSEL

Wie Brussel wat kent, weet goed dat daar duizenden illegale vreemdelingen leven. Asiel- aanvragen vormen meestal een alibi om zo snel mogelijk de wijk te nemen naar Brussel, de stad waar zowat alles kan. Intussen gaat de instroom rustig door. In 2011 werden er in ons land 25.479 asielaanvragen ingediend, 27,8 % meer dan in 2010. De belangrijkste landen van herkomst: Afghanistan, Guinee, Irak, Rusland en Kosovo.

67,13 % van alle beslissingen waren wei- geringsbeslissingen, waarvan het merendeel gewoon in België blijft. Nu al kost één dag opvang ons 1 miljoen euro, terwijl 85 % van de asielzoekers onterecht in de procedure zit.

29 % van de opvangcentrabewoners heeft niet eens een asielaanvraag lopen. Van de rest is een groot deel meervoudig asielaan- vrager. Die moesten eigenlijk allang zijn uit- gewezen.

INERTIE

De PS - het symbool bij uitstek van poli-

tieke inertie en tegenwerking - wijst elke ver- antwoordelijkheid in de asielcrisis af. De PS is nochtans verantwoordelijk voor het beleid.

Yvan Mayeur, voorzitter van het Brusselse OCMW en Kamerlid, speelt met het idee een nieuw spreidingsplan in te voeren. Van het vorige spreidingsplan weten wat dat maar liefst 88 % van de asielzoekers naar Vlaamse gemeenten werd doorgestuurd, en slechts 11

% naar Waalse.

Zo weten we alweer wie de rekening zal betalen. De staatssecretaris voor Sociale Zaken, Philippe Courard (PS), kwam op het

“lucide” idee in de begroting 60 miljoen euro te voorzien voor financiële steun aan asiel-

zoekers, hoewel destijds duidelijk is afgespro- ken enkel nog materiële steun te voorzien.

AANZUIGEFFECT

Onze steden lopen letterlijk over van nieuwkomers, asielzoekers en illegalen, maar voor CD&V, sp.a en Open Vld is dat absoluut geen politieke crisis waard.

N-VA en Vlaams Belang zijn de enige par- tijen die effectief in het verweer gaan, de andere partijen doen er zedig het zwijgen toe.

Voor beide partijen is het duidelijk: er is geen gebrek aan plaatsen, wel aan een door- tastend beleid en een langetermijnaanpak.

Nochtans was het de partij van staatssecre- taris De Block die een ommekeer beloofde, maar er verandert weinig. De oplossing ligt in het uitwerken van een kordaat uitwijzings- en een terugkeerbeleid.

Filip de Man (Vlaams Belang) pleit ervoor het probleem bij de wortel aan te pakken:

“Er blijft een aanzuigeffect. Vreemdelingen komen naar hier omdat ze hopen dat ze uit- eindelijk toch zullen kunnen blijven. Verder krijg je in België natuurlijk veel te makke- lijk toegang tot de sociale zekerheid. Om dit aan te pakken, moet men iets doen aan het aanzuigeffect.”

Om in dit land fundamenteel iets te ver- anderen, zal heel veel politieke moed nodig zijn, maar onze “politieke leiders” zijn angst- hazen die ieder conflict met de PS bang uit de weg gaan.

De Block ligt weer onder vuur

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is mogelijk dat de huidige opvoedinterventies in de vroege kindertijd niet effectief zijn, omdat ouders moeite hebben met het veranderen van hun opvoedpraktijken

De heer Polder noemt de uitslag duidelijk en vindt dat de keuze van de kiezer gerespecteerd

Maar onze gemeenteraad heeft altijd een gezamenlijk vertrekpunt: wij willen het beste voor onze gemeente. Dat betekent in de praktijk dat de politieke verschillen vooral

onderzoek zou mbo-studenten gevraagd kunnen worden naar hun beweegredenen om voor een opleiding te kiezen en de rol die reisafstand hierin

Naast een basisinkomen, waarbij de overheid slechts een minimum aan gegevens over zijn burgers nodig heeft, betekent het dat allerlei voorzieningen in de samenleving uit de

- het hebben van bestuurlijke functies in of namens een politieke partij in het Europees Parlement, d.c Eerste en Tweede Kamer der Staten Generaal, Provinciale Staten,

De pasta dient in minstens 10 keer zijn eigen gewicht aan water gekookt te worden, zodat het 1,6-1,8 maal zijn eigen gewicht aan water kan absorberen, en het ontsnapte

Als er in totaal 8 verschillende vlippo’s zijn, dan zou het natuurlijk leuk zijn als je die alle 8 hebt na het kopen van precies 8 zakken knabbelchips.. De kans dat zoiets gebeurt,