• No results found

TRANSITIETRAJECTEN LIMBURG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "TRANSITIETRAJECTEN LIMBURG"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

TRANSITIETRAJECTEN LIMBURG

Promotor Arktos vzw

Projectverantwoordelijke Veerle Vanstechelman

Contact vvanstechelman@arktos.be

Werkingsgebied Provincie Limburg: vertrekken vanuit de zes gemeenten en steden die hoog scoren op ongekwalificeerde uitstroom:

- Hasselt

- Heusden-Zolder - Beringen

- Leopoldsburg - Maasmechelen - Tongeren

METHODIEK

Een transitietraject is een traject waarbij de school, het CLB en de promotor met de leerling (tweede of derde graad beroepssecundair onderwijs en geïdentificeerd als potentieel vroegtijdige schoolverlater) twee doelen nastreven:

1. De jongere aanmoedigen om de onderwijskwalificatie alsnog succesvol af te ronden door perspectief te bieden op het vervolgtraject: op de arbeidsmarkt of via vervolgopleiding.

(2)

2 2. Waarborgen dat de jongere na het verlaten van het secundair onderwijs een duurzame loopbaan kan aanvatten.

Om dit te realiseren wordt een transitietraject opgezet op maat van elke individuele jongeren, waarbij die zo kort als mogelijk en zo lang als nodig duurt.

De wijze waarop de begeleiding georganiseerd wordt, voorziet het maximaal inzetten op de aanwezige kwaliteiten en talenten van de betrokken leerling en het netwerk.

IDENTIFICATIE

De secundaire school stelt leerkrachten aan die verantwoordelijk zijn om de identificatie te stellen en het perspectiefgesprek te voeren. De betrokken CLB medewerker verbonden aan de school zal hierbij ondersteunend werken ten aanzien van de cel leerlingenbegeleiding en het overleg met de leerkracht.

Tevens wordt er een leidraad voor de betrokken leerkracht aangereikt waardoor hij vlot aan de slag kan gaan.

Om het verloop van de identificatie te ondersteunen zal de nodige ondersteuning voorzien worden voor leerkrachten en ondersteunend personeel binnen de school: o.a. een vorming/workshop richting leerkrachten ifv identificatie vanuit de ontwikkelde methodieken van het project Jongerencoach. Naast de, eerder objectieve, criteria is er ook oog voor de subjectieve beleving van de jongere zelf en de leerkracht(en)

Het identificeren van deze jongeren is niet voldoende om hen optimaal te kunnen ondersteunen. Dit vraagt een gecoördineerde aanpak van alle betrokkenen. Het realiseren van een gemeenschappelijke visie en aanpak van scholen, doorverwijzers, trajectbegeleiders, leerkrachten, CLB-medewerkers, pedagogische begeleidingsdienst… is hierbij van wezenlijk belang. De coach zal de school en alle betrokkenen ondersteunen om te komen tot deze gemeenschappelijke visie en aanpak.

Reeds bij de fase van identificatie wordt al een mogelijke link gelegd met het lokale bestuur en lokale actoren die tevens in contact komen met gezinnen met bijzondere vragen en noden. Er wordt binnen het project afgesproken op welke wijze, externe diensten van de school, tevens signalen en bezorgdheden richting leerlingen kunnen aanleveren in functie van een aanmelding bij het transitieproject.

(3)

3

PERSPECTIEFGESPREK

De secundaire school is verantwoordelijk om een perspectiefgesprek te voeren met de leerlingen die ze identificeerden als potentieel vroegtijdige schoolverlaters.

Hierbij is het belangrijk van alle betrokkenen aanwezig te hebben om te benadrukken dat de jongere er niet alleen voor staat en dat alle noodzakelijke info gedeeld is bij iedereen. De coach is aanwezig tijdens het perspectiefgesprek. Dit is het startpunt van samenwerking en ondersteuning.

Verschillende methodieken kunnen ingezet worden op maat van elke leerling en de schoolcontext.

Tevens wordt er aandacht geschonken aan mogelijke noden en/of vragen van de ouders. Hierbij kunnen belangrijke externe partners gecontacteerd worden, waarbij het CLB een actieve doorverwijzingsrol opneemt ; bv. OCMW, gezinsondersteuning, CAW, enz.

Nadat de jongere in samenspraak met de ouders instemt met de deelname aan het project, kan er overgegaan worden naar de trajectbepaling. Hoe het traject opgezet wordt en met wie wordt steeds met de jongeren vooraf besproken en geconcretiseerd.

TRAJECTBEPALING

Deze gebeurt enerzijds op basis van een verkenning van de huidige situatie van de jongere op verschillende levensdomeinen en anderzijds op basis van het ontdekken van eigen talenten en sterktes.

Exploratie van Missing Link: We gaan samen met de jongere bekijken waar hij staat en waar hij naartoe wil. Hiervoor kunnen we onder meer gebruik maken van de Exploratie, een gesprekstechniek die aan het begin van een traject wordt gebruikt om een visueel overzicht te maken van de situatie van de jongere op verschillende levensdomeinen. Het werken vanuit dit integraal perspectief, de interactie en invloed van acties in het ene levensdomein op het andere levensdomein, biedt opportuniteiten en mogelijkheden voor de jongere.

Gelinkt aan de zgn. exploratie wordt er binnen de trajectbepaling verder ingezet op het netwerkgericht werken. Immers heeft het netwerk binnen en buiten de school heel wat coachende krachten die de leerling ondersteunen.

Deze dienen maximaal ruimte te krijgen om in te zetten en om duurzame effecten te bekomen bij elke leerling.

(4)

4 Alle levensdomeinen, gelinkt aan de 5 sleutelcompetenties, in beeld krijgen en tegelijkertijd kijken welke partners we nodig hebben om stappen te zetten ifv eigen loopbaan.

Evoluator van Missing Link: Via dit instrument worden diverse eigen competenties en attitudes, of ook wel ‘soft skills’ gescoord door de jongere. Dit instrument laat een jongere reflecteren over zichzelf en geeft tevens een goed beeld over het zelfinzicht. De resultaten hiervan kunnen meegenomen worden in het verdere traject. Zo kunnen er items bepaald worden waarin de jongere wil groeien. Deze test wordt minimum tweemaal afgenomen en altijd bij afsluiting van het traject. Op die manier fungeert dit instrument ook als evaluatiedocument.

ACT meting met focus op het ontdekken van eigen sterktes, competenties en ontwikkelingspotentieel.

Vervolgens wordt het actieplan opgemaakt aan de hand van het stramien van “1 Leerling 1 Plan” waarbij zowel het eigenaarschap bij de jongere gegarandeerd wordt als de continuering van de ondersteuning ongeacht de coach of organisatie die de ondersteuning verder voorziet na het Transitietraject.

TRAJECTBEGELEIDING

Een transitietraject duurt zo kort als mogelijk, zo lang als nodig.

In samenspraak met de jongere zal een coach aangeduid worden die de trajectbegeleiding opneemt. De expertises aangeleverd door de coaches van de verschillende organisaties wordt maximaal ingezet gelinkt aan het voorzien van maatwerk en voldoende flexibiliteit.

Voornamelijk individueel, vertrekkend vanuit maatwerk en differentiatie. Deze begeleiding kan zowel binnen als buiten de school doorgaan. Tijdens de individuele begeleiding maakt de coach tijd om samen met de jongere te ontdekken waarbij hij/zij ondersteuning in kan gebruiken en stappen in wil zetten en deze helder te formuleren. Het actieplan is hierbij het kompas, waarbij tevens aandacht is voor het vormen van het eigen netwerk, rekening houdend met belangrijke personen én de trajectbepaling .

Vanuit de individuele begeleiding kan een leerling deelnemen aan een wekelijks groepsaanbod, waarbij dit aanbod steeds een onderdeel uitmaakt van het de individuele begeleiding en het eigen actieplan ‘1leerling 1 plan’.

Deze groepsvormingen zijn gericht op het peilen naar de sterkten en ontwikkelingspunten van de jongeren, met oog op een duurzame doorverwijzing naar bestaande arbeidsmarkt(actoren) of onderwijs(actoren).

(5)

5 Tevens kan er beroep gedaan worden op externe partners om hun expertise binnen te brengen tijdens bestaande groepsmomenten van het project. Indien mogelijk kunnen leerlingen ook deelnemen aan een groepsaanbod van externe partners, wat aanvullend is op het eigen groepsaanbod van het project.

In deze groepsvormingen staat motivatie en activering centraal. De coach maakt tijdens deze vormingen gebruik van de methodiek actieve vorming. De coach laat de inhoud van de vormingen zo veel mogelijk aansluiten bij de leefwereld van de jongeren, en gaat zo veel als mogelijk participatief aan de slag. De jongeren worden gestimuleerd om verantwoordelijkheid op te nemen.

Bij de inrichting en de keuze voor een leeromgeving staan de doelstellingen, leefwereld en interesse van de deelnemers centraal.

We maken binnen de leeromgevingen verbinding met de volledige context van jongeren. Dit kan resulteren in een breed partnerschap met diverse actoren én versterkt tevens het persoonlijk traject en de (school)loopbaan. We houden tijdens de begeleiding maximaal rekening met de diversiteit in en heterogeniteit van de doelgroep, zowel tijdens de individuele begeleiding als tijdens de leeromgevingen. We vertrekken vanuit de individuele noden en behoeften van de jongere om van daaruit een traject op maat uit te werken.

We stimuleren de groei van de jongere door samen competenties te verkennen, te herkennen en te ontwikkelen. We volgen het tempo van de jongere met oog op het behalen van duurzame resultaten.

Tussentijdse en eindevaluatie met alle betrokkenen: jongere, school, CLB, ouders en coach. Het actieplan en evoluator worden gebruikt als evaluatie instrument.

NAZORG

Na transitie van een jongere van onderwijs naar arbeidsmarkt of tussenstappen op die arbeidsmarkt om een duurzame loopbaan aan te vatten of naar een vervolgopleiding, blijven we de nodige en/ of gewenste ondersteuning bieden. We spreken hierbij niet van nazorg, maar van gecontinueerde zorg, waarbij engagementen van de jongere en het netwerk helder uitgesproken worden naar mekaar.

Nazorg wordt bepaald tijdens het eindgesprek met alle betrokkenen en netwerk. Hierbij is er tevens aandacht voor de nodige continuering van de ondersteuning via de digitale tool “1 Leerling 1 Plan”.

Op maat voor zowel de duur als frequentie van de begeleiding en ondersteuning

(6)

6 Terugkoppeling van de nazorg naar school en CLB, in samenspraak met de jongere; via bestaand overleg, bespreking bestaande en afgesloten trajecten Bij heroriëntering naar een andere school voorzien we opvolging via het CLB van de huidige en nieuwe school.

Vanuit het project wordt er tevens ondersteuning voorzien voor jongeren én de werkplek waar ze terecht komen na het beëindigen van de schoolloopbaan.

PARTNERS

Begeleiders van de transitietrajecten:

Voor de effectieve uitvoering van het project sluit Arktos een partnerschap met Groep Intro, Profo en de CLB’s. Dit betekent dat de vier organisaties de nodige coaches zullen voorzien voor de effectieve projectuitvoering tijdens de verschillende fases en op projectniveau

Er wordt steeds vertrokken vanuit het perspectief van SAMEN; we bundelen krachten, ervaringen en expertises ten gunste van de vooropgestelde doelen en de doelgroep. Binnen het partnerschap zal er veel aandacht zijn voor het werken vanuit een gedeelde visie waarbij openheid en transparantie centraal staan.

Begeleiders van de transitietrajecten

Identificatie en perspectiefgesprek Trajectbepaling, trajectbegeleiding en nazorg

Secundaire scholen

CLB verbonden aan de school

Coaches van de verschillende partners van het samenwerkingsverband (Arktos, Groep Intro, Profo en CLB)

Andere partnerorganisaties

Voorts zal er een brede samenwerking opgezet worden vanuit het partnerschap richting diverse organisaties, diensten en lokale besturen:

- VDAB Limburg - Leerwinkel - GTB Limburg - DOP Limburg - ACT Limburg - CAW Limburg - Emino

- Vrij CLB - CLB GO!

- PCLB

- Secundaire scholen in Limburg - …

(7)

7 Voor meer info: www.arktos.be/transitietrajecten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Samen met onderwijs-en zorgexperts zijn onderwijsprogramma's vormgegeven voor het mbo-certificaat Individuele ondersteuning van de cliënt met (verstandelijke) beperking (niveau

Levensvragen zijn alledaagse vragen: ‘wat maakt voor iemand de dag de moeite waard?’ of waar.. ‘doet iemand

Wanneer de overledene verbonden was aan de school en dus door meerdere of alle leerlingen gekend was (als leerling, leerkracht, directeur, onderhoudsmedewerker,

(Bouwer: Zierer) De kiddie coaster is bedoeld voor een jongere doelgroep die Walibi bezoekt, en staat volledig in het thema van de luchtpostdienst.. Deze opstapcoaster wordt 190m

Door de combinatie van kennis en vaardigheden sluit haar ondersteuning zoveel mogelijk aan bij de wensen en mogelijkheden van de cliënt(en) en wordt de zelfredzaamheid, eigen regie

Dit betreft het aantal koppelingen die er door Incluzio zijn gemaakt tussen inwoners met een individuele hulpvraag en een vrijwilliger en de inzet van vrijwilligers bij

• Het is bedoeld voor de inzet van extra zorgpersoneel voor cliënten ZZP en VVT 4 t/m 10 (verzorgenden, verpleegkundigen, helpende, behandelaren, geestelijk verzorgenden,

Customer Engagement moet een platform zijn waarop alle afdelingen en disciplines samenwerken, inclusief het management.. Het is een mindset voor alle afdelingen en