• No results found

Meer weten over... Nierkanker

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Meer weten over... Nierkanker"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nierkanker

Meer

weten

over ...

(2)

Februari 2019 © Kom op tegen Kanker

(is deze brochure ouder dan vier jaar, informeer dan of er een nieuwe uitgave van bestaat of raadpleeg

www.allesoverkanker.be/nierkanker)

v.u.: Marc Michils, Koningsstraat 217, 1210 Brussel In deze brochure leest u wat nierkanker is, welke onderzoeken u wellicht moet ondergaan, welke behandelingsmogelijkheden er zijn en waar u met al uw vragen terechtkunt. De brochure is vooral bedoeld voor patiënten, familie en vrienden die met de ziekte geconfronteerd worden.

(3)

WAT IS KANKER?

Kanker is een verzamelnaam voor verschillende kwaadaardige aandoeningen. Het is een ongecontro- leerde vermenigvuldiging van cellen. Alle weefsels en organen van het menselijk lichaam zijn opgebouwd uit ontelbare cellen: huidcellen, hersencellen, spier- cellen, bloedcellen enz. Normale cellen groeien en delen zich om oude cellen te vervangen. Kanker ont- staat als de normale groei van de cel plots versnelt waardoor kankercellen zich ongecontroleerd begin- nen te delen, doorgroeien in het omliggende weefsel en daar schade aanrichten. Bij de meeste kankers vormen deze cellen een knobbel of tumor.

Kankercellen kunnen zich via het bloed of het lym- festelsel verspreiden naar andere lichaamsdelen en zich daar verder ontwikkelen of lokaal groeien en de omliggende organen aantasten. De verspreiding van kankercellen via de bloed- of lymfebanen noemt men uitzaaiingen of metastasen. Er zijn regionale meta- stasen (dit zijn uitzaaiingen in de buurt van de oor- spronkelijke tumor, voornamelijk in de lymfeklieren) of metastasen op afstand (in andere organen, zoals de lever, de hersenen, het bot ...). Als een kanker uitge- zaaid is, dan wordt hij nog steeds genoemd naar de plaats waar de oorspronkelijke tumor ontstond. Een nierkanker bijvoorbeeld met uitzaaiingen in de longen, noemen we nog steeds nierkanker (met longmeta- stasen), en niet longkanker.

Er bestaan zowel goedaardige als kwaadaardige tumoren. Een goedaardige tumor is geen kanker. Deze brochure gaat alleen over kwaadaardige tumoren.

(4)

WAT IS NIERKANKER?

De nieren zijn twee boonvormige organen die slechte en overtollige stoffen uit ons lichaam filteren. Ze lig- gen achteraan in de buikholte links en rechts van de ruggengraat. Aan de buitenkant van de nier bevindt zich een stevig omhulsel: het nierkapsel (zie figuur 1).

Daaronder liggen de nierschors en het niermerg.

In het niermerg bevinden zich ongeveer een miljoen kleine filtertjes: de nefronen.

Het bloed stroomt permanent door de nefronen en wordt op die manier gereinigd: de afvalstoffen blijven achter in de vorm van urine. De urine komt via het

FIGUUR 1:

DWARSDOORSNEDE VAN EEN NIER

a. nierkapsel b. nierschors

c. niermerg en nefronen

d. nierbekken e. bloedvaten f. urineleider

Bron: brochure over nierkanker van KWF Kankerbestrijding Nederland

a b c d e

f

(5)

nierbekken en de urineleiders in de blaas terecht. De nieren vormen samen met de urineleiders, de blaas en de plasbuis de urinewegen (zie figuur 2).

SOORTEN NIERKANKER

Er zijn grosso modo twee soorten nierkanker. De meest voorkomende (ongeveer 85% van de gevallen) is het niercelcarcinoom. Bij het niercelcarcinoom worden er kankercellen aangetroffen in de nefronen.

Andere tumoren van de nieren (o.a. Wilmstumor bij kinderen, nierbekkencarcinoom en tumoren van het slijmvlies van de urinewegen) behandelen we niet in deze brochure.

De Stichting Kankerregister registreerde in 2016 in België 1815 nieuwe gevallen van nierkanker, waarvan 1182 bij mannen en 633 bij vrouwen. Nierkanker kan op alle leeftijden voorkomen, maar vooral tussen de 60 en 85 jaar.

FIGUUR 2:

DE URINEWEGEN

Bron: brochure over nierkanker van KWF Kankerbestrijding Nederland

a. nier b. urineleider

c. blaas d. plasbuis a

b

c

d

(6)

ONDERZOEKEN?

In een vroeg stadium veroorzaakt nierkanker nauwe- lijks klachten. Naarmate de tumor groeit, neemt de kans op klachten toe. De volgende klachten of symptomen kunnen wijzen op nierkanker: bloed in de urine, een voelbare massa in de zij of buik, aanhoudende pijn in de nierstreek (in de zij), lang- durige vermoeidheid zonder aanwijsbare redenen, aanhoudende koorts, nachtzweten, een algemeen gevoel van lusteloosheid, verlies van eetlust en een onverklaarbaar gewichtsverlies. Deze symptomen wijzen echter niet altijd op kanker: er zijn veel andere ziekten met gelijkaardige symptomen.

Bij een of meer van bovenstaande klachten, onder- zoekt de huisarts de buik en de rug. Vervolgens zal hij waarschijnlijk een urine- en bloedonderzoek voorstellen. Met het urineonderzoek controleert hij de concentratie van bepaalde stoffen in de urine. De arts controleert ook of er bloed in de urine aanwezig is. Met het bloedonderzoek kan hij de werking en de conditie van de nieren meten. De werking van de nie- ren is echter meestal totaal niet verstoord door de aanwezigheid van een niertumor.

Aanvullend onderzoek door de uroloog begint meest- al met een echografie (onderzoek met geluidsgolven).

Bij een echografie worden de nieren duidelijk in beeld gebracht en kan de arts een eventuele tumor goed zien. Als er een vermoeden van nierkanker is, kunnen nog andere onderzoeken volgen om te zien of er mogelijk uitzaaiingen zijn elders in het lichaam:

• een CT-scan (computertomografie): zeer gedetail- leerde röntgenfoto’s van het lichaam,

(7)

• een MR-scan of MRI (magnetic resonance imaging): een scan waarbij met een sterke magneet beelden van het inwendige van het lichaam gemaakt worden,

• een longfoto: om te zien of er uitzaaiingen zijn in de longen,

• een botscan (of isotopenscan): onderzoek na inspui- ting met een licht radioactieve stof om te zien of er uitzaaiingen in het bot zijn).

STADIA

Aan de hand van de resultaten van de hierboven beschreven onderzoeken kan de arts het stadium van de ziekte vaststellen, dat is de mate waarin de ziekte zich in het lichaam heeft uitgebreid. De arts houdt hierbij rekening met de grootte van de tumor, de eventuele doorgroei van de tumor buiten de nier en de aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren en/of organen of plaatsen elders in het lichaam.

Voor nierkanker onderscheiden we vier stadia. Ze worden aangeduid met Romeinse cijfers.

Stadium I: de tumor heeft een doorsnede van 7 centi- meter of minder en is beperkt gebleven tot de nier. Er zijn geen uitzaaiingen gevonden.

Stadium II: de tumor heeft een doorsnede van meer dan 7 centimeter en is beperkt gebleven tot de nier.

Er zijn geen uitzaaiingen gevonden.

Stadium III: er is aantasting, niet alleen in de nier maar ook in één lymfeklier dicht bij de nier of de tumor is door het nierkapsel gegroeid en er is één lymfeklier dicht bij de nier aangetast. Er zijn geen uit- zaaiingen in andere organen gevonden.

Stadium IV: de tumor is door het nierkapsel gegroeid en er zijn meerdere lymfeklieren aangetast of er zijn uitzaaiingen in andere organen.

(8)

BEHANDELING?

De behandeling van nierkanker wordt besproken en gepland in een overleg waarbij specialisten van ver- schillende disciplines en idealiter ook de huisarts betrokken zijn. Dit team van artsen houdt voor de keuze van de behandeling vooral rekening met het stadium waarin de ziekte zich bevindt en de algemene conditie en leeftijd van de patiënt. De behandelend arts bespreekt het behandelingsvoorstel vervolgens met de patiënt. In overleg met de patiënt legt de behandelend arts de uiteindelijke behandeling vast.

De belangrijkste behandeling van nierkanker is het wegnemen (geheel of gedeeltelijk) van de nier (chi- rurgie). Als de tumor volledig weggesneden is, is dit ook de enige behandeling. Voor meer gevorderde tumoren wordt daarnaast ook een behandeling met medicijnen (doelgerichte therapie; immunotherapie) of bestraling (radiotherapie) toegepast.

Als de ziekte beperkt is gebleven tot de nier en niet is uitgezaaid, zal de specialist wellicht een curatieve behandeling voorstellen. Dat is een behandeling die gericht is op genezing.

Is de ziekte echter niet meer te genezen, dan is een therapie toch nog mogelijk. Het doel van deze behandeling is dan de ziekte zo ver mogelijk terug te dringen en zo lang mogelijk onder controle te houden om zo veel mogelijk de overleving te verlengen en de levenskwaliteit te verbeteren. Men noemt dit een palliatieve of niet-curatieve behandeling.

Soms zijn er verschillende behandelingen of com- binaties van behandelingen mogelijk. Aarzel niet uw

(9)

arts vragen te stellen over de keuzemogelijkheden en over de bijwerkingen van de verschillende behan- delingen. Bij twijfel kan ook een tweede mening van een andere specialist verhelderend en nuttig zijn.

CHIRURGIE

Patiënten met nierkanker worden meestal geope- reerd. Als de tumor groot is, verwijdert de chirurg de volledige nier en het vetweefsel rond de nier. Soms worden ook de bijnier en de omringende lymfeklieren verwijderd. Als de tumor kleiner is dan 7 centimeter, wordt soms maar een deel van de nier verwijderd en blijft de rest van de nier gespaard.

Bijwerkingen

Als één nier wordt verwijderd (of gedeeltelijk ver- wijderd), heeft dat meestal geen ernstige gevolgen:

leven met één nier is goed mogelijk. De gezonde nier neemt dan de functies van de verwijderde nier over.

De belangrijkste klachten na een operatie zijn pijn bij het ademhalen (veroorzaakt door de operatiewonde) en slecht functionerende darmen. Beide klachten verdwijnen meestal na enkele dagen. Daarnaast kan er een gevoel van zwakte en vermoeidheid optre- den, dat meerdere weken kan aanhouden. Op lange termijn kan de patiënt geconfronteerd worden met nierfunctieverlies. Daarom wordt indien mogelijk de voorkeur gegeven aan een niersparende operatie.

Als beide nieren worden verwijderd (zeldzaam, bv. bij tumoren in beide nieren), moet de patiënt nierdialyse volgen of een niertransplantatie ondergaan. Bij een nierdialyse wordt het bloed kunstmatig gezuiverd.

Een niertransplantatie is een medische ingreep waarbij een gezonde en goedwerkende nier van een donor wordt getransplanteerd in het lichaam van de patiënt (meestal niet vroeger dan twee jaar na nier- wegname voor kanker).

(10)

ABLATIE

Ablatie betekent het verwijderen van weefsel door hitte of koude. Ablatie is vooral geschikt voor pati- enten die niet meer geopereerd kunnen worden, bijvoorbeeld door gezondheidsproblemen zoals hart-, vaat- en longziekten.

Ablatie kan op twee verschillende manieren gebeuren:

• Lokale verhitting met radiogolven. Deze techniek wordt radiofrequentie ablatie genoemd, afgekort RFA.

• Bevriezing. Deze techniek wordt cryoablatie of cryotherapie genoemd.

Bijwerkingen

Mogelijke bijwerkingen na ablatie zijn pijn in de buik, infectie in de nier en bloedingen. Soms ontstaat er een verslapping van de spieren van de buikwand aan de behandelde zijde. Dit is meestal tijdelijk, maar het herstel duurt al snel een half jaar. Heel soms ont- staat er een urinelekkage van de nier.

Uw arts kan u vertellen hoe u het best omgaat met deze bijwerkingen en/of hoe ze behandeld kunnen worden.

DOELGERICHTE THERAPIE

Door een betere kennis van het ontstaan van bepaalde kankers, is er de laatste jaren een nieuwe generatie medicijnen die veel doelgerichter de kankercellen beïnvloeden. Een van deze ‘doelgerichte therapieën’

(targeted therapies) die soms wordt toegepast bij gevorderde nierkanker zijn zogenaamde angiogene- seremmers. Dat zijn medicijnen die de vorming van bloedvaten in en rond de tumor tegengaan, waardoor de tumor niet meer kan groeien en afsterft. Deze behandelingen zijn dikwijls ook in pilvorm beschikbaar.

Voorbeelden van angiogeneseremmers bij nierkanker zijn sunitinib (merknaam Sutent), pazopanib (merk- naam Votrient), sorafenib (merknaam Nexavar) en axitinib (merknaam Inlyta).

(11)

Celcyclus-remmende medicijnen (ook celcyclus-rem- mers genoemd) zijn een andere soort doelgerichte medicijnen die soms worden toegediend bij gevor- derde nierkanker. Celcyclus-remmende medicijnen gaan de deling van kankercellen tegen. Dit vertraagt de groei en verspreiding van de nierkankercellen.

Voorbeelden van celcyclus-remmende medicijnen bij nierkanker zijn everolimus (merknaam Afinitor) en temsirolimus (merknaam Torisel).

Bijwerkingen

De ernst en frequentie van bijwerkingen verschillen van product tot product. Mogelijke bijwerkingen van angiogeneseremmers zijn hoge bloeddruk, mondont- steking, smaakstoornissen, diarree, huidproblemen, ontregeling van de schildklier ... Uw arts kan u vertel- len hoe u het best omgaat met deze bijwerkingen.

De werking van celcyclus-remmende medicijnen beperkt zich tot de kankercellen, waardoor de gezonde cellen grotendeels gespaard blijven. Deze behandeling heeft daardoor minder bijwerkingen dan bijvoorbeeld gewone chemotherapie en angiogeneseremmers.

IMMUNOTHERAPIE

Bij uitgezaaide nierkanker kunt u soms immunothe- rapie krijgen. Dit geldt vooral als u uitzaaiingen in de longen hebt.

Immunotherapie is een behandeling met medicijnen (bij nierkanker interferon of interleukine) die onze natuurlijke afweer of immuniteit stimuleren om de kankeruitzaaiingen terug te dringen. Sinds het gebruik van de doelgerichte therapieën wordt immunotherapie met interferon of interleukine minder toegepast. Door recent onderzoek is er sinds kort opnieuw meer inte- resse voor immunotherapie. Verwacht wordt dat het belang van immunotherapie in de toekomst opnieuw aan belang zal winnen.

(12)

Bijwerkingen

De meest voorkomende bijwerkingen van interferon en interleukine zijn vermoeidheid; griepachtige verschijnselen zoals koorts, koude rillingen, hoofd- en spierpijn; misselijkheid, braken en verminderde eetlust; verminderde werking van lever en nieren. Uw arts kan u vertellen hoe u het best omgaat met deze bijwerkingen.

RADIOTHERAPIE

Radiotherapie wordt bij nierkanker weinig gebruikt.

Als het wordt toegepast, is het meestal om sympto- men zoals pijn te bestrijden.

Radiotherapie is een behandeling met ioniserende stralen die kankercelgroei probeert te stoppen of vertragen. Bij nierkanker wordt uitwendige bestraling gegeven: de tumor wordt van buitenaf — door de huid — bestraald. De stralenbundel wordt gericht op de plaats van de pijnlijke uitzaaiing.

Bijwerkingen

De radiotherapeut-oncoloog zorgt ervoor dat de toegediende dosis en het bestralingsveld zodanig worden gekozen dat er zo weinig mogelijk schade wordt berokkend aan gezonde weefsels en orga- nen. Toch heeft bestraling, afhankelijk van de dosis, ook invloed op de gezonde cellen in het bestraalde gebied. Daardoor kan bij uitwendige bestraling de huid rood en gevoelig worden op de bestraalde plek.

Vermoeidheid is een andere vaak voorkomende bijwerking tijdens en de weken die volgen op de radiotherapie. De meeste bijwerkingen zijn tijdelijk.

Bespreek ze met uw behandelend arts die u raad kan geven hoe u er het best mee omgaat.

(13)

ONDERZOEK NAAR NIEUWE BEHANDELINGEN

De behandelend arts kan een patiënt vragen om deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek (ook een klinische studie genoemd). Voor patiënten betekent de deelname aan een studie vaak een extra behandelingsmogelijkheid. In klinische studies testen artsen of een nieuw geneesmiddel of een nieuwe behandeling veilig is en betere resultaten oplevert dan de bestaande standaardbehandeling.

Een patiënt doet echter alleen maar mee als hij/zij daar uitdrukkelijk en schriftelijk informatie over heeft gekregen en daar schriftelijk toestemming voor geeft.

Aarzel niet om uw arts uitvoerig vragen te

stellen over de voor- en nadelen van

uw behandeling.

(14)

NA DE BEHANDELING?

KANS OP GENEZING

De kans op genezing hangt bij nierkanker van veel dingen af: van het type kanker, van het stadium waarin de ziekte verkeert bij diagnose, van de leef- tijd en de algemene toestand van de patiënt, van de aan- of afwezigheid van uitzaaiingen, van het effect van de behandeling enz. Uw behandelend arts kan meer uitleg geven over al deze factoren.

Bij kanker wordt vaak gesproken in termen van vijf- jaarsoverleving, dit is het gemiddelde percentage patiënten dat vijf jaar na de diagnose nog leeft. In de eerste stadia van nierkanker bedraagt de vijfjaars- overleving 80 tot 95%. Als er uitzaaiingen zijn gevon- den, zijn de overlevingscijfers veel minder gunstig.

Algemeen geldt dat hoe kleiner de tumor is en hoe vroeger hij ontdekt wordt, hoe beter de geneeskan- sen zijn. Hou er rekening mee dat elke situatie uniek is en dat overlevingscijfers alleen een globaal beeld geven. Niemand kan voorspellen wat er in uw geval precies zal gebeuren. Praat erover met uw arts: hij of zij kent uw situatie het best.

NAZORG

Leven met kanker is een hele beproeving. Behalve de lichamelijke ongemakken die de behandeling met zich meebrengt, worden kankerpatiënten geconfronteerd met allerlei zorgen en onzekerheden.

Als de therapie met succes is afgerond, vragen pati- enten zich af wat er nog meer gedaan kan worden.

Als het met de therapie niet gelukt is de kanker uit

(15)

te schakelen, is het de vraag hoe de symptomen zo goed mogelijk bestreden kunnen worden en wie daarbij kan helpen. Hulp bij de praktische én bij de emotionele aspecten van de ziekte is vaak welkom.

Nazorg is in beide situaties erg belangrijk. Het begrip

‘nazorg’ houdt dan ook veel in: medische begelei- ding, oncorevalidatie (onder begeleiding bewegen en sporten om de fysieke conditie weer op te bouwen), psychische en sociale opvang en zo nodig palliatieve zorg.

Een uiterst belangrijk deel van de nazorg is ook een langdurige geregelde medische controle door het behandelend artsenteam, vooral met de bedoeling herval of mogelijke uitzaaiingen zo snel mogelijk op te sporen en te behandelen.

Niemand kan voorspellen hoe uw ziekte zal evolueren.

Praat erover met uw arts: hij of zij kent

uw situatie het

best.

(16)

VRAGEN?

UW ARTS

Praat met uw behandelend arts over mogelijke symptomen, bijwerkingen of fysieke, psychologische of emotionele problemen. Hij of zij kent uw ziekte en het verloop immers het best.

ANDERE HULPVERLENERS IN HET ZIEKENHUIS/DE THUISZORG

Alle kankerafdelingen beschikken over gespeciali- seerde zorgverleners die u kunnen helpen met prak- tische en emotionele problemen: verpleegkundigen, psychologen, sociaal werkers, diëtisten, logopedisten, kinesitherapeuten enz. Vraag naar hen in het zieken- huis of bij uw thuiszorgorganisatie.

ZORGVRIJWILLIGERS VAN KOM OP TEGEN KANKER

In een 40-tal ziekenhuizen en campussen in Vlaanderen en Brussel heeft Kom op tegen Kanker goed opgeleide zorgvrijwilligers. Zij verzekeren een permanentie op bepaalde afdelingen van het zieken- huis. Die zorgvrijwilligers nemen de tijd om naar u te luisteren, met u te praten, u te helpen zoeken naar geschikte informatie, uw problemen te signaleren aan de zorgverleners enz. Vraag ernaar op de afdeling waar u behandeld wordt of raadpleeg www.komoptegenkanker.be/wat-we-doen/zorg/

vrijwilligers-in-jouw-ziekenhuis.

LOTGENOTEN

Veel mensen voelen zich enorm gesteund door lot- genoten. Hoe vindt u iemand die hetzelfde heeft meegemaakt?

(17)

• Op http://forum.allesoverkanker.be: verhalen en ervaringen onder lotgenoten.

• Via een lotgenotengroep: zie www.allesoverkanker.

be/lotgenotengroepen.

DE KANKERLIJN

Stel uw vraag of signaleer uw probleem Voor een anoniem luisterend oor, deskundig advies of een bemoedigend gesprek:

• bel 0800 35 445 (elke werkdag van 9 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur)

• chat online (op maandag van 9 tot 12 uur en op woensdag van 14 tot 17 uur en van 19.30 tot 22.30 uur)

• mail kankerlijn@komoptegenkanker.be • stel uw vraag op www.kankerlijn.be

O.a. voor informatie over financiële hulp en andere sociale voorzieningen, thuiszorg, palliatieve zorg en over wetenschappelijke, medische en psychologische aspecten van kanker.

De Kankerlijn hoort ook graag waar u het moeilijk mee hebt als u of iemand in uw omgeving kanker heeft.

Zo kunnen wij problemen detecteren en waar mogelijk voor structurele oplossingen pleiten. Ook ideeën en suggesties om de zorg te verbeteren zijn welkom.

Laat het ons weten!

(18)

MEER INFORMATIE?

OVER NIERKANKER

• www.kanker.nl/bibliotheek/nierkanker

• www.cancer.gov/cancertopics/types/kidney (Engelstalig)

• www.cancer.org/cancer/kidneycancer/index (Engelstalig)

OVER KANKER

• http://forum.allesoverkanker.be: forum waar lotge- noten ervaringen uitwisselen

• www.allesoverkanker.be/verhalen: getuigenissen van mensen die kanker hebben (gehad) en duiding door zorgverstrekkers

• www.allesoverkanker.be/kanker-voorkomen-en- vroeg-opsporen

• www.allesoverkanker.be/radiotherapie

• www.allesoverkanker.be/doelgerichte-therapie

• www.allesoverkanker.be/immunotherapie

• www.allesoverkanker.be/klinische-studies

• www.allesoverkanker.be/socialevoorzieningen

• www.allesoverkanker.be/pijn-bij-kanker

• www.allesoverkanker.be/vermoeidheid-bij-kanker

• www.allesoverkanker.be/verzorging-en-make- voor-kankerpatienten: Look good, feel better, verzorging en make-up voor kankerpatiënten

• www.allesoverkanker.be/boeken: uitgebreide boekenlijst

• www.allesoverkanker.be/activiteiten: overzicht van activiteiten in Vlaanderen en Brussel voor mensen met kanker en hun omgeving: infosessies (over uw kanker, over nevenwerkingen, vermoeidheid ...), workshops, lezingen, ontmoetingsdagen ...

(19)

WAT DOET KOM OP TEGEN KANKER?

Kom op tegen Kanker is de voortrekker en het aan- spreekpunt in de strijd tegen kanker in de Vlaamse Gemeenschap. Samen komen we op voor minder kanker, meer genezing en een betere levenskwaliteit voor (ex-)kankerpatiënten en hun familie en omge- ving. Kom op tegen Kanker strijdt voor het recht van patiënten op de beste behandeling en zorg, en voor het recht van mensen op een gezonde leefomgeving.

Meer info: www.komoptegenkanker.be.

Deze brochure is gerealiseerd in samenwerking met

Met dank aan

prof. dr. Sylvie Rottey en prof. dr. Hendrik Van Poppel

Bronnen:

• American Cancer Society (VS), www.cancer.org

• National Cancer Institute (VS), www.cancer.gov

• Stichting Kankerregister (België), www.kankerregister.org

• www.kanker.nl

Belgische Vereniging voor Urologie Belgische Vereniging voor

Medische Oncologie vzw

(20)

Meer informatie over kanker?

www.allesoverkanker.be

Een uitgave van Kom op tegen Kanker Koningsstraat 217

1210 Brussel Tel. 02 227 69 69 Fax 02 223 22 00

Website: www.komoptegenkanker.be E-mail: info@komoptegenkanker.be Twitter: @KOTKanker

Facebook: Kom op tegen Kanker Rekeningnummer:

IBAN: BE03 4886 6666 6684, BIC: KREDBEBB

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Let op: u moet nuchter zijn vanaf 6 uur voor het onderzoek, u mag wel water drinken Deze regels lijken erg onvriendelijk.. Maar: een goede voorbereiding is

Voor vragen over de behandeling en voor het maken of verzetten van afspraken, kunt u contact opnemen met:. Polikliniek

In deze folder vindt u uitleg over uw voorbereiding op het onderzoek, en het onderzoek zelf.. Een paar dagen voor het onderzoek wordt er telefonisch contact met

Dit middel heeft geen bijwerkingen en zorgt ervoor dat de radioactieve vloeistof zo goed mogelijk door het lichaam wordt opgenomen. Hierna kunt u plaatsnemen in de wachtkamer van

• Medicatie kan normaal gebruikt worden, behalve indien uw radiotherapeut bepaalde medicatie verboden heeft voor deze CT-scan. Heeft u andere medicatie

Indien u wel een aanvraag heeft meegekregen, dan is het wenselijk dat u uiterlijk 3 dagen (maar niet eerder dan 3 maanden) vóór het onderzoek bloed laat prikken. Is de afspraak

Een zeldzame keer kan het zijn dat u en uw kind moeten over- nachten in het ziekenhuis, omdat uw kind langer blijft slapen van de verdoving die werd toegediend. 08

Let op: U moet nuchter zijn vanaf 6 uur voor het onderzoek, water drinken mag wel.. Hoewel deze regels erg onvriendelijk lijken, is een goede voorbereiding