1
Schouderslijtage (artrose)
en prothesen
Schouderslijtage (artrose) en prothesen
Klachten
Bij schouderartrose is er sprake van slijtage in het schoudergewricht. Botten zijn voorzien van een laagje glad kraakbeen, zodat ze soepel kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.
Op zich is het normaal dat bij het ouder worden het kraakbeen langzaam dunner wordt en verandert in samenstelling. Bij artrose echter treedt overmatige slijtage op van het
kraakbeen. Het gladde oppervlak wordt dun, brokkelig en/of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit niet meer repareren. Artrose kan optreden naarmate we ouder worden, maar ook als gevolg van een ontstekingsreactie van het gewricht
(bijvoorbeeld bij reumatoïde artritis) of door eerder letsel (bijvoorbeeld door een botbreuk).
Als gevolg van artrose wordt de schouder in de loop der jaren langzaam stijf en pijnlijk. De pijn is vaak hevig en ook in rust aanwezig. Bij bewegen is er startpijn en de
bewegingsmogelijkheden nemen af. Dit merkt u doordat simpele dagelijkse handelingen, zoals iets uit een kast pakken, aankleden en wassen, moeilijker worden.
Diagnose & behandeling
De orthopeden van Tergooi stellen de diagnose aan de hand van uw klachten en lichamelijk onderzoek. Aanvullend wordt er een röntgenfoto van de schouder gemaakt.
In een vroeg stadium kan gewrichtsslijtage behandeld worden met ontstekingsremmers, fysiotherapie of corticosteroïdeninjecties in het gewricht. Indien de klachten niet
voldoende verminderen, kan een operatieve ingreep waarbij het schoudergewricht geheel of gedeeltelijk wordt vervangen uitkomst bieden. Dit noemen we een schouderprothese, oftewel een kunstschouder.
2
Tijdens de operatie wordt het schoudergewricht van binnen bekeken. De schouderkop wordt vervangen (hemi prothese) en mogelijk ook de schouderkom (totale prothese). Dit is afhankelijk van wat de orthopedisch chirurg met u heeft besproken. Meestal wordt tijdens de operatie definitief bepaald of ook de schouderkom vervangen moet worden. Het
plaatsen van schouderprothese heeft als resultaat dat de pijn verdwijnt. De beweeglijkheid van de schouder wordt niet altijd verbeterd. Dit hangt af van meerdere factoren. Het risico op complicaties bij dergelijke operaties aan de schouder is klein.
Na de operatie
Afhankelijk van het beloop bedraagt het verblijf in het ziekenhuis na het plaatsten van een schouderprothese enkele dagen. Na een paar dagen verdwijnt de operatiepijn. Na de behandeling moet u ongeveer zes weken een sling dragen. De eerste twee weken na de operatie mag u alleen slingeroefeningen doen. Daarna wordt gestart met fysiotherapie. De totale revalidatieduur beslaat zes maanden tot een jaar.
Contact
Orthopedie - Polikliniek T 088 753 12 70
klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur
Schouder- en Elleboogcentrum T 088 753 12 70
Ma t/m vrij van 08:00 – 16:30 uur
Verpleegafdeling - Orthopedie B1 T 088 753 21 46
Ma t/m vr 08:00 – 17:00 uur.