• No results found

JARIG BESTAAN DEK ZENDINGS- 171 RMA C. KERSTEN &

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "JARIG BESTAAN DEK ZENDINGS- 171 RMA C. KERSTEN & "

Copied!
36
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

"

TER HERDENKING

VAN HET

150 JARIG BESTAAN

DER ZENDINGSFIRMA

C. KERSTEN & - Co,

PARAMARIBO

SURINAi'\E (HOll, GUIANA)

C·C

(2)
(3)

IS0

JARIG BESTAAN DEK ZENDINGS- 171 RMA C. KERSTEN &

C~

- ~--

(4)

r

t S i I

(5)

T ER HER DEN KI NG

VAN HET

150 JARIG BESTAAN

DER ZENDlNGSF1R~IA

C. KERSTEN & Co.

PARA/"\ARIBO

SURJNAI'\E (HOlL. GUJANA.l

C·C

~ ~ c c c c c c c c c c c c c c c c c c c c

(6)

r

(7)

De Evange lis c h e Bro e derg em ee nte z e ndt hare ee r ste bode n naar

S urinam e.

n het jaar 1'735 vaardigde de Broe- dergemeente, nadat men het met de directeuren van dc Sociëteit van Suriname over de voorloopige voorwaarèen ccns geworden was, hare r:erste boden naar Suriname af. om, zooals de korte instructic luidde. bij den "ordentlijken" arbeid tc zicn, of onder de wilden en moorcn iets voor den Heiland te win- nen zoude zijn. Een dezer drie broeders over- leed echter spoedig en de twee anderen verlieten ziek, een jaar na hun aankolllst. weder de kolonie.

Reeds in 1739 werden wederom 5 broedeh uitgezonden. In eene klcine woning i n de stad moesten zij zich kOlnmerlijk behelpen cn door eigen handenarbeid in hun onderhoud voorzien. Dat zou hen eçhter niet verdroten hebben, in-

(8)

r

dien zij daardoor de Indianen en de Negerslaven hadden kunnen bereiken. Zij ondervonden echter zooveel tegenwerkir.g en moeilijkheden. dat zij · de stad in het volgend jaar moesten verlaten en zich naar een nabijliggende, geheel vervallen kleine plantage moesten begeven. \Veinige jaren later, in het jaar 1745. moest deze geheeIe poging opgegeven worden, en de broeders gingen deels naar Berbice, deels naarPennsylvanië.

ER WORDT EEK NlEl'\\'E I'OG[KG GEDAAX.

In het jaar /752 besloot het Opperbestuur

"an de Broedergemeente tot een derde poging, om een werk in Suriname te beginnen. In die jaren breidde de Broedergemeente zich meer en meer uit, niet alleen op het vasteland van Europa, maar ook in Groot-Brittannië en Noord-Amerika.

In die jaren verkreeg de Broedergemeente en haar zendingswerk het internationaal karakter, dat haar heden nog kenmerkt. Ondertusschen is zij aangegroeid in Groot-Brittannië tot 45 gemeenten met 6574 leden, in Duitschland, Holland en Zwitserland tezamen tot 24 gemeenten met 8900 leden en in Noord-Amerika tot /27 ge-

meenten met 29375 leden.

Graaf Zinzendorf woonde in /753 met de

"Pelgrimsgemeente" , in wier handen toen de opperleiding van de gemeenten en van de zending in de verschillende landen lag, in Londen, waar hij een prachtig eigendom, genaamd "Lindsey House" aan de Theems bezat. Graaf Zinzendorf

(9)

was toen v:.tn plan, om de opperleiding van de Broedergemeente voor goed in Londen te vestigen, aangezien van Engeland uit de ver- binding eenerzijds met Noord-Amerika, anderzijds met het Europeesche vasteland het gemakkelijkst was. In Lindsey House werd besloten. dat de

2 broeders Dehne en Ralfs van Pennsylvanië naar Paramaribo zouden gaan. om opnieuw te zien. of er iets \'oor dcnHeiland te doen zoude zijn. In de eerste plaats zouden zij trachten.

of

zij door hunnen arbeid iets konden bijdragen tot het onderhoud van de zending onder de Indianen en daarbij tevens een open oog heb- ben voor nieuwe zich voordoende gelegenheden om deze zending uit te breiden. Eind 1754 kwamen de broeders Dehne en Ralfs. die beiden kleer- makers \'an beroep waren, in Paramaribo aan.

D E FIR~IA Mi\RCL'S RALFS & Co.

\\'at hun onderhoud aanging. waren de broeders nagenoeg geheel en al op zich zelven aangewezen, De steun, dien zij van Europa en Noord-Amerika ontvingen, \\'as geheel ongeregeld en van \\'einig beteekenis. De uittrekkenden ontvingen wat reisgeld. om tot naar de haven, waar zij zich moesten inschepen, te komen. Soms waren daar vrienden van de zending. die hen

\'erder hielpen; in \'ele gevallen vcrdicnden de broeders hun o\'ertocht als matroos of scheeps- timmerman of droegen de kosten ,'an hun pao sage geleidelijk af, wanneer zij op de plaats van hun

(10)

r

bestemming aangekomen waren en een of ander werk gevonden hadden. Zoo kwamen dan ook de broeders Dehne en Ralfs in Paramaribo aan, slechts voorzien van het noodzakelijkste. of juister gezegd nog niet eens daarvan, want, waar broeder Ralfs in een zijner eerste brieven om toezending van een hoed vraagt, omdat de zijne zoo oud en slecht was, dat hij zich schaamde, zich daar- mede te laten zien, kanlllen daaruit \relopmaken, dat zijn klacht, dat hij in Bethlehem slecht uit- gerust was, niet geheel ongegrond was.

Moeilijk zijn inderdaad de eerste tij Jen voor Je twee broeders geweest, waartoe ook veel bijdroeg, dat de toestanden in Suriname in die jaren in economisch, financieel, religieus en moreel opzicht zeer droevig waren. ~1aar onverdroten gingen zij aan het werk. Weinige maanden na hun aankomst maken de brieven reeds een veel hoopvoller indruk en 3 jaren later werkte broeder Ralf<; al met 8 à 10 knechts.

In een brief uit het jaar 1760 lezen wij, dat de kleermakerswinkel van Ralfs en Callenberg, die als assistent van Ralfs gekomen was, de grootste en meest gewilde. in Paramaribo was.

Intusschen was ook de oprichting van ver- schillende zendingsstations onder de Indianen in het binnenland tot stand gekomen. Behalve het reeds sedert 1740 in Berbice aan de Wironjekreek bestaande station Pilgerhut, werd in 1755 Saron aan de Boven Saramacca en in 1757 Ephrem aan de Corantijn opgericht; het laatstgenoemde

(11)

door broeder Dehne. die Paramaribo verliet.

zood at broeder Ralfs daar alleen achterbleef.

Zooveel mogelijk moesten ook deze nederzettingen door eigen aanplant in hun behoeften l'oOl'zien.

\-\'as dat onmogelijk. dan moest hroeder Ralfs I'oor het noodzakelijkste zorgen. I\'aartoe hem de opbrengst der kleermakerij, die ondêJ' de firma

;vfarClis Ra/Is & Co. gedrel'en \Iud, in staat stelde. Slechts in het uiterste geval kon van de hulp der moederlandsche gemeente gebruik gemaakt \I·orden. :\Ienigmaal ~teeg de nood hoog en wisten de broeders niet. lI'aar het noodigste vandaan te halen .

.\1aar er zouden nog moeilijker tijden komen. In korten tijd \\(IS de kleermakerij tot bloei gekomen en broeder Ralfs toonde een uitstekende kleermakersbaas te zijn. Op aandringen I'an het bestuur in Europa was aan de kleermakerij ook een handel in manufacturen bijgevoegd, Broeder Ralfs had daarvan niets willen \l'eten. Hij wist wel. dat hij claarvoor de Illan niet was, maar nam het ten slotte toch OJ) zich. Daarbij k\l'am nog, dat Ralfs veel ziek' \I'as en zijn ~ssistent Callenberg wegens ziekte de kolonie \I'eder moest verlaten. Daaronder lecd de zaak. Er was veel op crediet geleverd en men kon het geld niet binnen krijgen. Tc mic1clen van deze moeilijk- heden ol'erleed, op 10 December 1761, br. Ralfs:

men kan wel zeggen. bezweken onder den last van de op hem drukkende zorgen. Daarmede hield df" firma i\Iarcus Ralfs & Co. op te bestaan.

(12)

r

DE FIR~IA JESS. P ETERSE1\ & Co.

De leiding werd nu overgenomen door broeder Jess. Petersen, die korttevoren uit Europa gekomen was en de zaak nu voortzette onder de firma 'Jess. PeIerseli & Co. Doch ook broeder Petersen was niet in staat aan de zaak eene betere wending te geven. Daar hij voortdurend met ziekte te kampen had, ging de kleermakerij meer en meer achteruit en moest hi

i

haast alle knechts laten gaan. Op 10 September 1762 overleed ook hij.

DE FTR~IA D EHNE & Co.

Nu sprong broeder Dehne in. die zoo lang onder de Indianen gewerkt had, en de firma heette nu De/me & Co. Men kan zich best voor- stellen, dat door de vele ziekte- en sterfgevallen eene hopelooze verwarring in de zaak en vooral in de boeken ontstaan was. Dat moest inderdaad broeder Dehne ondervinden. Broeder Dehne \I'as toen reeds 50 jaar oud, had jarenlang in het binnenland onder groote ontberingen "geleefd en verlangde vurig naar Europa terug te mogen keeren.

DE FIR~IA

J.

Cl-IR. SCm1IDT & CO.

De aflossing liet ook niet lang op zich wach- ten. Op 12 Januari 1763 kwam broeder Andresen, lid van de Zendingsdirectie, ten einde eens per- soonlijk het Zendingswerk in Suriname te leeren kennen. Met hem kwamen, benevens eenige

(13)

anderen, ook de gebroeders Caspar en Christ.

Schmiclt, speciaal bestemcl voor de kleermakerij, Caspar overleed reecls 6 Maart, nog geen twee maanden na zijne aankomst. ~1aar Christiaan nam de leiding '"an cle kleermakerij o\"er, die

11\1 onder cic firma

y,

CÏI. SdI/md! & Co, ge,

drcven werd,

DE ARREI/) TE PJ\RA'I.\I~IBO \I'ORDT

\I"EDER OI'CH";E\'lè:\,

De zaak was nu echter eenmaal in cen ge- heel verkeerd \"aarwater gekomcn, maar, ofschoon bij cen nauwkeurig onderzoek gebleken \\'as, dat de zaak meer verward \I'as geweest dan slecht stond, ontstonden er toch \'ele moeilijkheden, ten deele ook tenge\"olg-e ,'an de processen, die gevoerd moesten \I'orden, om de uitstaande vor- deringen binnen te krijgen, De algemeene finan- cieële toestand in de kolonie was nog ongunstiger geworden en onder de militairen en de burgerij heerschte een ontelTedcn geest. Deze omstan- digheden werkten samen, om het wenschelijk te

locn schijnen, de geheele zaak met de kleerma- kerij, ten minste \'oor een tijd, geheel op te heffen en het van de \'erdere ontwikkeling der dingen te laten afhangen, of deze opheffing tijdelijk of voor goed zoude zijn, In dien zin werd door de Zendingsdirectie, in overeenstemming met de betrokken broeders hier in Suriname, besloten,

De kleermakerij werd door de gebroeders Schultz overgenomen, die haar in hetzelfde huis

(14)

r

voor eigen rekening voortzetten en ook de nog voorhanden goederen overnamen. Voorts werden de debiteuren en crediteuren opgeroepen, waarbij broeder Schmidt in een brief aan de l endings- directie de zucht uit de pen vloeit: ,.De men·

schen zijn en blijven hier echter zeer slaperig, als zij betalen moeten." Als agenten in Para- maribo werden de heercn Barendt & Christiaan Ceerke & Co. aangesteld, die ook op zich namen de nog uitstaande vorderingen zool'eeL mogelijk te innen. Slechts eene kleine kamer behielden de broeders in huur te Paramaribo, om bij een tijdelijk oponthoud in de stad een onderkomen te hebben.

In Juni 1764 vertrokken de broeders Dehne en Schmidt naar Holland en zoo vond de derde poging, om in Paramaribo tot eenc vaste neder- zetting te komen, haar einde.

H ET ZENDINGSBESTliUR IlESLUIT, MET DE1\

.\RREID TE PARM IARIflO \\'lmER TE BEGINNE:-I.

11\ September 1763 had het Z'!ndingsbestuur op voorstel der broeders in Suriname besloten, om de nederzetting in Paramaribo, ten minste voor een tijd, geheel op te heffen. Dat was ook geschied; de kleermakerij was aan anderen overgedragen, evenals de nog voorhanden goe- deren en de twee broeders Dehne en Christ.

Schmidt waren naar Europa vertrokken.

Niettegenstaande <11 de ondervonden moeilijk- heden, verliezen en teleurstellingen, niettegen-

(15)

staande de ontzettend vele ziekte- en sterfgevallen, was men echter volstrekt niet van plan om het eenmaal in Suriname begonnen werk te staken. Dat zien wij duidelijk uit de keuze van den nieuwen leider van het zendingswerk in Suriname, die in het jaar 1764 op broeder Andreas Lawatsch viel, een nakomeling van de Moravische broeders, die om hun ge\oofswille hun vaderland verlaten hadden, een man, die bij Graaf Zinzendorf en de gemeente in hoog aanzien stond, evenals zijne ook uit Moravië afkomstige eerste echt- genoote. Hr. Lawatsch had eerst de gemeente in Duitschland en Engeland gediend, ontving in het jaar 1752 in Londen door Graaf Zinzendorf de presbyter-wijding en was daarna g-edurende ongeveer 10 jaren in de gemeenten in Pennsyl- vanië werkzaam. Dat dez<; man als leider van het Zendingswerk in Suriname aangewezen werd, is een duidelijk bewijs, dat van een zich geleidelijk terugtrekken geen sprake II-as. Br. Lawatsch bracht ook bepaalde instructies mede voor het beginnen van eene zending onder de ITij nt::gers, waarom de Couverneur, die kort te voren \'rede met dezen gesloten had, de broeders reeds her- haalde keeren gevraagd had.

Korten tijd na zijn aankomst in de kolonie, op [I Juli 1764, schreef Br. Lawatsch aan het Zendingsbestuur, dat het voor het zendings"'erk in Suriname noodig II'as, dat er weder een broeder in Paramaribo wonen zou, De verschil- lende zendingsstations in het binnenland ll1oe~ten

(16)

r

toch van uit de stad van een en ander voorzIen worden; ,,'anneer iets te bezorgen \\'as b, v. voor Saron aan de Boven Saramacca, dali moest telkens een broeder naar de stad gaan, wat - het Saramaccakanaal bestond toen nog niet - niet alleen tijdroovend, maar vooral in den regen- tijd zeer bezwaarlijk en voor de gezondheid weinig bevorderlijk was. Voorts moest er in de stad een gelegenheid zijn, om goederen, bestemd voor de zendingsstations, een tijd lang op' te slaan, totdat er gelegenheid was om ze te verzenden.

Er moest iemand in Paramaribo zijn, die de uit Europa en Noord-Amerika nieuw aankomende broeders en zusters ontving en bij wien de ver- trekkenden eene scheepsgelegenheid konden af- wachten. Ook was het wenschelijk gebleken, dat er een broeder in de stad verbleef, die als agent der zending en vooral als haar vertegenwoordiger tegenover het Koloniaal Bestuur kOIl optreden.

Er was echter nog eene andere redeIl, die het wenschelijk maakte, spoedig weder met den arbeid in Paramaribo te beginnen. Dat was de financieele kwestie. De uitgaven voor de zending in de kolonie namen toe, vooral nu de zending onder de vrij negers cr nog bijgekomen was.

Inkomsten waren er echter nagenoeg geen. De geheele uitgaven kwamen ten laste der moeder- landsche gemeente. Deze kon echter op den duur al deze uitgaven niet dragen. Tenminste een gedeelte moest opgebracht worde\;! door den arbeid der broeders zelf, wat echter alleen in

(17)

Paramaribo, waar in die jaren een zendings- arbeid evenmin als op de plantages mogelijk was, kon geschieden.

Niet alleen br. Lawatsch drong er van Suri- name uit op aan, dat er in Paramaribo weder aangevangen werd; hetzelfde werd ook gedaan door br. Christ. Schmidt, die het laatst de leider der zaak geweest was en die vol ijver zich bereid verklaarde, opnieuw naar Suriname te gaan en te helpen, wederom eenen arbeid te Paramaribo in het leven te roepen.

DE BH.OEDERS CHRISTIAAN SCH:lIlDT El\' Cl-lRJSTOPI-1 KEH.STEl\' WORDEl\' üITGEZO:-iDEl\'.

Ook het Zendingsbestuur, dat intusschen van Londen naar Herrnhut was verplaatst, was van de noodzakelij kheid overtuigd 0111 spoedig weder in Paramaribo aan te vangen, en na rijpelijke overweging werd in een \'ergadering op 29 April

1765 besloten:

I. dat in Paramaribo weder een broeder- huishouding aangevangen zoude \I'orden.

2. dat de niellll'e broeder-huishouding zich niet met ham.lelszaken zou mogen inlaten en · volgens besluit van de synode bij het ambacht

moest blij veil.

3, dat begonnen zou \\'Orden met ongehu\I'de broeders,

4, dat de twee broeders Christiaan Schmidt en Christoph Kersten, beiden kleermakers van

(18)

r

beroep daarvoor naar Suriname uitgezonden zouden worden.

Er werd hun nog een derde broeder genaamd Krohn toegevoegd en in September 1765 kwamen zij in Paramaribo aan, waar zij onmiddellijk begonnen de hun gegeven opdracht uit te voeren.

,In den beginne ging het ~chter in alle deelen zeer zwaar en bij de slaven was niets uit te richten«, zoo schreef later eens br. Kersten .

. Men wilde echter voorkomen, dat deze nieuwe poging een gelijk verloop zoude kunnen nemen als de vorige. De uittrekkende broeders hadden eene nauwkeurige instructie mede gekregen waarin hun voorgeschreven Ivas, volgens welke beginselen zij de zaak moesten drijven. Zij mochten zich niet met credietgeven inlaten en hun werd aanbevolen, ook geen crediette nemen.

Voorts werd hun een behoorlijk voeren der reke- ning en der boeken en een geregeld berichten aan het Zendingsbestullr tot plicht gesteld. Aan den anderen kant zeide dit den noodigen steun toe. Alles was dus beter geregeld en voorbereid dan in het jaar 1754, toen de broeders Dehne en Ralfs uitgezonden werden.

Ol' NAA~1 \'AN DE FIR~IA

J.

Cl·IR. SCH~IlDT & CO.

WORDT HET EERSTE HUIS GEKOCHT.

Dat er weder broeders i n Paramaribo woonden daarmede was hun eene wensch vervuld. Zij waren daarmede echter nog niet voldaan. Hun hart koesterde nog eenen anderen wensch. Zij

(19)

wilden gaarne een eigen huis en erf bezitten, Dat deze wensch sterker en sterker werd, is alleszins te begrijpen, De huishuur, die betaald moest \I'orden, was hoog en dan waren er wel tijden, dat de broeders het goed konden \'inden met hun huisheer en de buren, maar dan bl'amen toch ook telkens weder zulke tijden, dat zij veel moeilijkheden ondervonden en aan allerhande onaangenaamheden blootgesteld waren, Nooit waren zij hun eigen heer en meester in huis,

Gedurende den tijd, dat er geen broeders in de stad woonden, was er een kleine kamer I'oor

r

50,- in het jaar gehuurd, waar zij bij een bezoek in de stad konden wonen, i\ [aar \'001' de hen begeleidende Indianen, die zij gaarne bij zich

\I'ilden hebben, \I'as er geen ruimte, De cige- naar \'an het huis hield niet \'an hcn en toen

br, Lall'atsch in ~u\'cmber 1764 eens \'an Sarun kl\'am, werd aan zijne 4 Indiancn het kippenhok aangel\'ezen 0111 er in te lugeeren, Dr, La\\'atsch schreef in een brief:

'Beneden op den grond \I'as het zeer 1110e- .rassig en bo\'en hun hangmatten zaten ,dan de kippen, Toen muest ik naar een ,ander bl"artier \'uor hen omzien,«

Het \'erlangen naar een eigen huis en err

IS du~ licht te begrijpen,

In ~u\'cmber 1766 zoude zich eene gelegen- heid I'oordoen. 0111 dezen \ITnsch in \'(;rnI1ling te duen g-aan, I:r zoude cen huis \'crkocht \\'orden.

lbt \:()or de bl'llcders bijzonder geschikt \1"aS,

(20)

r

Het lag iets buiten de stad en had een z66 groot erf, dat de broeders een moestuin en een eigen begraafplaats' konden aanleggen en er nog ruimte genoeg overbleef, om, wanneer dat eens noodig zoude worden, ook nog een kerk te bouwen.

Ook konden de Indianen en vrijnegers bij hun bezoeken in de stad zeer goed opgenomen worden.

Alleen voor de kleermakerij was het huis wat ver afgelegen.

Toen de broeders zagen, dat het huis voor verkoop "aangeplakt" was, hadden zij onmiddel- lijk het gevoel, dat zij ernstig in overweging moesten nemen, om dit huis te koopen. Br. Schmidt reisde naar Saron aan de Boven-Saramacca, om met den leider der zending, Br. Lawatsch, de zaak te bespreken. Aangezien echter bepaalde instructies van het Zendingsbestuur ontbraken en zij bovendien niet wisten, of geld voor den aankoop beschikbaar was, kwam men met de besprekingen niet veel verder. Ten einde raad, maar in het vertrouwen op den Heere, baden de broeders Hem nu, dat Hij hun zoude te kennen geven, wat zij moesten doen en op de vraag, of zij de plaats moesten koopen, ontvingen zij door het lot het antwoord: "Ja«,

Op IS Januari 1767 had de openbare ver- koop plaats, waarop de broeders huis en erf kochten ,'oor den prijs van f 4950. - Sur. ert.

of f 3375. - Hall. Crt. De kooppenningen waren te betalen in 3 termijnen binnen I jaar en 6

\I·eken. De koop \\'as gesloten op naam "an

(21)

Sdtmidt & C'o., want bI Chr. Schmidt was de leider der zaak, die onder zijn naam gedreven werd.

Het op 15 Januari 1767 door de broeders verworven eigendom is het erf, gelegen aan den hoek van de ?daagden- en de Steenbakkerijstraat, waarop nu het buis van den tweeden Hoofd- voorstander der zending en de Groote Stadskerk staat. Voor 150 jaar lag dit erf feitelijk nog buiten de stad en het dichtst bijgelegen huis stond op een afstand van meer dan 130 I'oet. Het huis was eerst Il'einige jaren te voren door B<lron van Canitz, die majoor in societeits-dienst gell'eest was, gebouwd.

Hoe blij waren de broeders, dat zij nu een eigen tehuis hadden en vol ijver gingen zij aan het werk, om het huis en erf voor hunne doel- einélen geschikt in te richten. Tn het huis werd voor een behoorlijke kleermakers Il'erkplaats gezorgd, een en ander op het erf veranderd en bijgebouwd en eene plaats voor eene begra3f- plaats bepaald.

Met de kleermakerij ging het in het nielme huis aardig \'ooruit. In Augustus 1767 schred een broeder da3rover:

"De kleermakerij neemt, sedert \\'ij bijna

"buiten de stad in ons klein en eng huisje

",,'onen. van week tot weck toe en wel met

"zulke klanten. die men niet gaarne laat gaan,

"zoodat tegenwoordig JO negers, knechts en

"jongens bij elkaar gerekend, niet voldoende

(22)

,

"zijn. Daarbij is er zulk een gebrek aan

"kleermakersknechts, dat ik in de geheele

"kolonie geen éen meer kan krijgen en de

"huur voor dezelve steeds hooger wordt.

"Och, waren wij toch in staat, om eigen

"jongens te koopen en die, in plaats van

"vreemde, te leeren. Dat zonde ons metter-

"tijd zoowat f [600. - in het jaar kunnen

"besparen in onze uitgaven en men had

"volk, waarop gerekend kon worden."

Lang zoude echter de vreugde, nu in een eigen huis te kunnen wonen, niet ongestoord blijven. Er heerschte veel ziekte onder de broeders en zusters, waarbij wel ook niet zonder invloed geweest zal zijn, dat de ruimte in het huis zeer beperkt was en veel te klein voor het aantal menschen, dat erin moest wonen, want er waren in den tusschentijd nog meer broeders en zusters uit Europa aangekomen. Een broeder schreef:

.,Onze grond, dien wij gekocht hebben, is

"wel groot, het gebouw echter, \\'aann IlïJ

"wonen, klein."

Op 26 Juli 1767 overleed br. Gartmann, die

\'oor de zending onder de Indianen aan de Sara- macca bestemd was, en vond als eerste zijne rustplaats op de i1ieuw verworven plaats. Op 2 Augustus tromvde br. ehr. Schm idt met zuster Anna Horn, die echter reeds 8 dagen later op

11 Augustus overleed en naast br. Gartmal1l1 begraven werd.

(23)

Tntusschen waren de termijnen voor het in Januari 1767 gekochte huis betaald en op

JO Mei 1768 ontvingen de broeders de op de firma Schmidt & Co. uitgeschreven kwitantie \'oor de geheele koopsom. De notarieele overschrijving zoude nu plaats hebben. maar op 27 'vlei over- leed br. Schmidt en zoo \'ond ook de firma

J

Chr. :;chmidt 8.:. Co. haar einde.

die tot

"eweest

"

op zich.

C. KERSTEN & Co.

29 Juni 1768.

den dood van br. Schmidt nam IllI BI'. Om's!op/i K('rs!eJI.

nu tot.: de assistent van br. Schmidt

\ras. cle leiding van dc kleermakerij

Op

29 Jlilli /168 had de notarieele o\'er-

~chrijving \'an het gekochte pand plaats. waarbij.

met den leider der kleermakerij. br. Christoph Kersten, compareerden: Renatus \'an Laar, die toe\'allig als gedeputeerde \'an het Zending~­

bestuur in Suriname \'ertoefde en 'de toenmalige leider van de zending in Suriname, bL Anton Andreas La\\'atsch, die anders zijn woonplaats in Saron aan dc Bo\'en :;aramacca had.

\Vij kunnen dus als het oprichtingsjaar der firma eKersten & Co, beschouwen !tet jaar 1168, omdat in dat jaar br. Chr. Kersten de lei- ding der zaak op zich nam, en in 't bijzonder del/ dag vtllt 29 JUli i, omdat hij op dien dag, I'Olgens de notarieeIe akte met de twee andere

(24)

r

genoemde broeders "tezamen in compagnie doende en dan de rato caveerende voor alle de andere Evangelische Vereenigde Broederen"

voor 't eerst optrad als medevertegenwoordiger van de zending. De zaak heeft zijn naam als firmanaam ontvangen, niettegenstaande hij zelf daarin persoonlijk niet in het minst geinteresseerd was.

Den firmanaam van C. Kersten & Co. heeft men niet meer veranderd. Hij is gebleven, ook toen br. Chr. Kersten de leiding weder in andere handen gaf. Daarvoor bestonden ook zeer gegronde redenen, want men had door het tel- kens weder veranderen der firma, ontzettend vele moeilijkheden ondervonden. Bij elke verande- ring moesten feitelijk de onder de eene firma begonnen zaken geleidelijk geliquideerd worden;

maar dat was vrijwel onmogelijk, waar het eene sterfgeval zoo spoedig op het andere volgde en de achterblijvenden voortdurend veel door ziekte te lijden hadden. De verwarring na den dood van br. Ralfs zoude waarschijnlijk niet zoo groot geworden zijn, als deze moeilijkheden er niet bijgekomen waren, waarvan vele onwillige be- talers een zoo ruim mogelijk misbruik gemaakt hadden. Zoo kon het gebeuren, dat schuldenaren weigerden iets aan Dehne & Co. te betalen, wat zij van Marc. Ralfs & Co. ontvangen hadden of probeerden de schuld geheel te ontkennen; 0

den broeders werd gevraagd, welke volmacht zij hadden voor boedel wijlen Jess. Petersen te

(25)

tcekcnen. Ook aan dergerlijke mocilijkheden lI'ildt men in de tockomst niet mccr bloot staan, O. a, wcrd het dcnkbccld geopperd, om de nrma J\[oravische Brocdcrs &, Co. tc nOtmcn, maar dit denkbeeld Il'erd weder verworpen, Prakti-ch heeft men cic kwestic zoo opgelost, dat men den firmanaam C. Kcrsten & Co. behield. ook toen bI'. Kersten lI'Cder terugtrad.

:\[oeilijk had men wel ten ander persoon kunnen \'inden, die lI'aardiger gell'cest zoude zijn, dat zijn n:1am wo lel'endig bthoudcn bleef in de geschiedenis der zending in SllI'inalllc, dan br. Chr, Kerstcn, Aan zijnen naam knoopcn zich nog meer belangrijkc gtbeurtcnissl:n I'ast.

Op 6 Januari 1771 doopte hij te Quama aan de BOI'en Surinamc, als eersteling van de lTij- negers, den kapitein Arabini, die den naam Jo- hannes ontving, op 20 Juli 1776 den eer-

"teling van de negcrslaven te Paramaribo, die dcn naam van Christiaan ontving, en op 31 J\Iei 1778 mocht hij dc cerste kerk der BrGedcr- gcmeente te Paramaribo i 11I1'ijden, \\. albers schrijft in zijne geschiedenis I'an Suriname daar- ol'cr:

"Bij de feestelijke inwijding dcr kerk, op

"dcn 31 sten :'Ilci 1778, lI'erd :een liefdemaal

"mct 52 negers gehoudcn. Blanken cn

"zlI'arten, vrijen en sla\'en aan eene tafel, ,,\\'e1 was dit een vreemd vcrschijnsel in

"Paramaribo. Doch de I-leer, die Zijn bloed

"voor de verzoening der geheele wereld

(26)

jP

"stortte, zag er met welgevallen op neder.

"Des namiddags hield bI'. Kersten de eerste

k "

"pree.

In het jaar [776 werd bI'. Kersten beroepen als hoofdvoorstander van de zending in Suriname, welk ambt hij tot Maart 1784 bekleed heeft.

Op 5 April van dit jaar verliet hij Suriname na '9 jaren getrouwen dienst, die hij deels in de stad, deels in het boschland doorgebracht heeft. Op 5 Februari [79Ó overleed hij in het 63ste levensjaar te Cnadau, eene broedergemeente in Duitschland.

Bescheidenheid, gewilligheid 0111 elk hem opgedragen werk op zich te nemen. offervaar- digheid en een rotsvast godsvertrouwen. dat zijn de eigenschappen, die bI'. Kersten in 't bijzonder kenmerken. Een eenvoudige kleer- maker, op wiens arbeid God de l-Icere een bij- zonder rijken zegen gelegd heeft.

TE[WGflUK OP DE ISO JARE:\ \'AN HET flE- STAAN DEi{ FJlUlA.

\ Vij zien nu op deze achter ons liggende

lSO jaren terug. Hoeveel is cr toch in deze 150

jaren anders geworden. De tijd der sla\'ernij is reeds lang voorbij en overal zijn christelijke ge- meenten met kerken en scholen ontstaan. Uit de eerstelingen, die bI'. Kersten mocht doopen, is eene groote gemeente geworden. De Zending onder de Indianen moest wel is waar opgegeven worden, maar onder de Boschnegers wordt nog

(27)

gewerkt en daarnaast bestaat nu eene zending onder dc Britsch-Indiërs en cle Javanen,

De stacl Paramaribo heeft een geheel ander aanzIen. Het eerst gekochte huis en erf, dat

150 jaar geleden nog buiten de stad lag, ligt nu ongeveer in haar middcn en uit cic bescheiden kleermakerij, waarmede Je broeders begonnen zijn, is een \'oor Suriname becluidend handcls- lichaam geworden, De kleermakerij zelf is vcr- dwcnen en el'enzoo tal van anderc bedrijl'en, dic in den loop der jaren ter hanel lIaren ge- nomen, woals een horlogelllakerij, schoenmakerij cn anderc meer, Aan dcn andercn kant zijn cr cchter andere bedrijven bijg'ekomen, en het voor- schrift, dat de broeders bij het ambacht mocsten blijven cn zich niet met handelszaken mochten inlaten, behoort ook reeds lang tot het I'crleden,

\'oortdurend moesten de broeders zich aan de tijdsomstandigheden aanpassen, NieulI'e tijden stcllen nieuwe eischen, \'Tcn moest uok onder-

I'inden, dat de primitiel'e en patriarchale wijze, waarojJ de zaak gedre\'en lIerd, nict meer ol'cr- cenkwam met cic eischen, di cic nieuwere tijd ging stellen, Tut hct cindc van de vurig-c eeuw was het regel, clat een nieu\I' aangekomen zendeling de eerste jaren in dcn \I'inkcl \I'erkte, De gecstelijke arbeid k\l'am voor hcm in dic jaren eerst in de tweede plaats, OjJ den duur moesten echter èn het eigenlijke zendingswerk èn de arbeid in de zaak daaronder lijden, Dc opleiding "an den zendeling moest \'Cel grondiger

(28)

r

geschieden dan vroeger en het was soms wel hard voor den nieuw aangekomen, met geest- drift bezielden zendeling, 0111 na deze opleiding genoten te hebben, jarenlang in den winkel te staan en een arbeid te verrichten, waarvoor men deze speciale opleiding niet noodig had, Boven- dien gingen daardoor vaak de beste levensjaren verloren en het was daarom een zeer weinig rationeel gebruikmaken der beschikbare werk- krachten, Ook voor de zaak was deze regeling en de daarmede verbonden voortdurende ver'

Il'isseling van personen, niet goed, Dat leidde

er toe, dat tegen het eind van de vorige eeuw broeders uitgezonden werden, die speciaal voor de zaak bestemd waren, waardoor de leiding ge, leidelijk in handen van vaklieden kwam, Op I

Januari 1900 werd de administratieve scheiding der twee takken van den arbeid: der Kerkelijke Afdeeling en der Afdeeling voor Zaken

( e.

Kersten

& Co,) doorgevoerd,

H ET DOEL WAARVOOR DE f'TR~IA II'ERKT, :-JA~IEl.lJK

zoo VEEL MOGELIJK ,'OOR HET Ol\'DERHOUD \'A1\

DE ZENDING Il\' SURINA:IlE TE ZORGEN IS I'AN DEl\' AANVANG AF ONVERANDERD GERLEI'El\',

Veel is in den loop dezer ISO jaren ver- anderd, maar het doel, waarvoor de firma

e.

Kersten & Co, gewerkt heeft en nu nog

werkt, is ten allen tijde hetzelfde gebleven, De eerstgekomen broeders moesten in hun <:igen onderhoud zelf voorzien en daarenbove!1 werd

(29)

nog van hen verwacht, dat zij zoo \'ecl ver- dienden, dat zij ook de in het binnenland wer- kenden broeders konclen bijstaan. Dat bker ook zoo, toen het zendings\\'erk in de kolonie om- vangrijker werd; hoe grootcr het zenclingswnk werd. de,; te meer moesten zij dnor hun arbeid verdienen, Zij konden inderdaad met dell gTootCIl heidenapostel Paulus zeggen: ,,\ V:tnt gij gedenkt.

"broeders onzcn arbeid cn moeite: \\';lI1t nacht .. en dag \I'erkenc\c. opdat \\'ij niemand onder u

"zouden lastig \'allen, hebben wij het e\ :lngelie ,,( ;Llds onder 11 gepredikt." (I Thess 2, 9,)

Inderdaad waren cle broeders, wat hun onderhoud aanging, in hLlofdzaak aangewezen op de opbrcngst van hun eigen arbeid. De moederlandsche gemeentc kon Jînanciëelen steun slccht~ in beperkten omvang \'er\eenen, Van de nieuwgewonnen \cden \· ... as geen bijdrage \'oor de kosten \'an het zendingswerk tc \'crwachten, want zij behoorden bijna uitsluitend tot den sla venstand,

De mede\l'erking van het Koloniaal Bestuur mochten de broeders \\'cl in \'erscheidene ge\'allen bij het aanleggen van nieuwe stations in de districten ondervinden. maar \'an geregc\cll'n financiëe\en steun was eerst sprake, toen in het jaar 1848 aan de Broedergemcente in Suriname als tegemoetkoming in de kosten \'an haar Eere- dienst het bedrag \'an f 2000 - 's jaars toe- gekend werd, welk bedrag in het jaar 1850 verhoogd werd op f 3000. -' Dit bedrag is dan

(30)

r

verder gedurende meer dan vijftig jaren om'er·

anderd gebleven, totdat het in het jaar 1904 gebracht werd op f 16000 en nuf 21000 bedraagt. Van verschillende hulpgenootschappen moch- ten de broeders krachtigen tinanciëelen steun ondervinden. Een daarvan was in Holland in het jaar 1793 voor de Hollandsche koloniën tot stand gekomen onder den naam: "Eene Broeder·

Sociëteit ter uitbreiding van het Evangelie onder de Heidenen", gewoonlijk kort genaamd; "Zeister Zendingsgenootschap". Dit genootschap wijdde zijn zorg, nadat Kaapland in het jaar 1806 Engelsch geworden was, in de eerste plaats aan Suriname,

Voorts werd in het jaar 1828 opgericht de

"Maatschappij ter bevordering van het gods-

dienstig onderwijs onder de slaven en verdere heidensche bevolking in de kolonie Surillame,"

De ontwerpers tot stichting dezer YIaat- waren de heeren:

Mr. E. L. Baron van lIeeckeren, Procureur- Ceneraal der Nederlandsche \ Vest-Indische bezit·

tingen; D. Janssen Eijken Sluijters, Predikant bij de Evangelisch-Luthersche Gemeente te Para- maribo; A. Roelofsz, Predikant bij de Hervormde Gemeente; Mr. H. R. Haijunga, Lid van het Hof ,·an Civiele en Crimineele justitie: en F. Beudeker, oüd Lid van het Hof van Politie, eigenaar en administrateur .

. In het schrijven, waarin de ont\\'erpers de stichting der maatsch:1ppij voorstelden, \\'erd het

(31)

doel uiteengezet OIls volgt:

"De or.dergeteekenden, zich overtui[d hou-

"dende van den heilzalllen invloed,

"welken, sedert ruim eene halve eeuw, de

"Moravische Broeders op de godsdienstige

"vorming der slaven en vrij lieden in deze

"kolonie gehad hebben, en wenschende aan

"deze belangrijke instelling meerdere uit-

"breiding te geven, hebben geoordeeld, dat

"ter bereiking van dit doel, alleszins dienst-

"baar zoude zijn de oprigting yan eene ,,?l1AATSCHAPPIJ of GENOOTSCHAP,

"ten oogmerk hebbende de be\'ordering van

"het godsdienstig onderwijs onder onze zwarte

"bevolking, door middel de:' Moravische

"Broederen ...

Deze maatschappij vestigde zich tegelijkertijd ook in den Haag en is heden nog bekend en werkzaam onder den n;:ialll van "Haagsche

~[aatschappij" .

Aan beide hu I pgenootschappen is de zend i ng in Suriname grooten dank verschuldigd \'oor clen grooten steun, dien zij gedurende zoo vele jaren, tot heden toe, \'an hen mocht ontvangen.

Hoe onschatbaar deze krachtige steu 11 ook gewee,;t is, de eigenlijke ;';osten van het zenc1ings-

\\'erk moesten toch opgebracht worden door den arbeid der broeders zelf. Het spreekt \'an zelf, dat de opbn:ngst daarvan schommelde en dat de broeders in sommige tijden met "eelmoeilijk- heden te kampen handen. ])aarkgenO\'er staat

(32)

r

echter, dat in de vorige eeuw gedurende lange perioden de uitgaven der zending in Suriname, voorzoover zij op het arbeidsveld zelf gedaan moesten worden, gehed gedekt werden door de opbrengst van den arbeid der broeders. In sommige jaren kon zelfs iets overgehouden worden voor moeilijker jaren, die dan ook niet uitgebleven zijn.

Toen eens omstreeks het midden van de vorige eeuw een broeder aandrong op uitbreiding der zaken, werd hem geantwoord: "vVij hebben

"geen grootere economIe noodig, maar wij hebben

"meer zendelingen noodig, die naar de plantages

"kunnen gaan!"

De volgende verklaring van de in het jaar

J 848 te Herrnhut vergaderde Synode geeft een duidelijk beeld hoe het in dien tijd met de finan- ciën der zending gesteld \\'as. "De uitgaven

"zouden ons geheel nedergedrukt hebben, indien

"niet door de bijdragen der negergemeente in ,,\ V est - I n d i ë een zeer belangrijk deel van

"de zendingshuishouding daar gedekt ware ge-

"worden, en tm~e van onze grootste zendings-

"districten S u rin a 111 c en Z u i cl -A fr i k a

"door de door onze broeders aldaar gedreven

"zaken, e\'enals in Lab rad 0 r door den handel

"in producten van het land, cic kosten van hun

"huishouding onder des Heeren zegen geheel

,.hadden kunnen betalen. \Vanneer ons echter

.,voor oogen gesteld werd, dat gedurende cle

"laatste 12 jaren ongeveer 4,3'75,000 Rheinische

(33)

"guldens aan ons geheel zendingswerk besteed .,zijn, zonder schulden te maken, dan weten wij

"niet, waar wij de woorden kunden vinden, onzen

"Heer voor zulk een wor.der der genade te danken.

Helaas, de stand Va!l zaken bleef niet op den duur zoo gunstig. De kosten van het zen' dingswerk in Suriname werden hooger en de inkomsten namen niet in gelijke mate toe, zoo- dat gedurende de laatste tientallen van jaren nog aanzienlijke bijdragen door de algemeene zen- dingskas bijgepast moesten \I'orden, niettegen- staande de bijdrag-e der firma, sedert de schei- ding der beide afdeelingcn, geleidelijk aanzienlijk kon verhoogd worden, De hoegrootheid dezer jaarlijksche bijdrage wordt telkens voor vijf jaren bepaald en wel zoo, dat ook uit commerciëel oogpunt beschouwd, een verdere ontwikkeling der firma op absoluut soliede en gezonde basis gewaarborgd blijft.

150 jaren inspannende, vaak afmattende arbeid, die zoo menig menschen1even gekost heeft, dat is het, ",at ons bij het terugzien op de geschiedenis der firma \'001' oogen staat.

i\Iillioenen guldens zijn in dcze 150 jaren \'(:1' ..

diend en al deze millioenen zijn weder besteed aan Suriname en zijne bevolking,

liET I1\TI"~i\7i\TIONAA'- ",\R" "TER \',\N lJE 1'II0lA,

Er is nog iets anders. dat bij den terugblik op deze 150 jaren in 't bijzonder de aandacht

(34)

trekt, vooral in deze tijden van felien strijd van het eene volk tegen het andere. Dat is het I

samenwerken der meest verschillende nationali- teiten bij het totstand komen van de zending in Suriname. Het besluit, dat de broeders Dehne en Ralfs van PeultsylvaJtië naar Parami'ribo zouden gaan, om daar den arbeid te beginnen, werd in het jaar 1754 te LOlUie1t gen<:>men; JO jaren later werd te Hermlmt besloten, dat de tijdelijk opge- heven arbeid door de broeders Schmidt en Kersten weder aangevangen zou worden, en later ge- schiedde de leiding van het Surinaamsche zendings- werk gedurende eenigen tijd van uit Betltleltem in Pe/lllsylvallië. Verdiept men zich wat meer in de aanvangsgeschiedenis der zending in Suri- name, dan treft men bij de broeders de grootste

\'erscheidenheid van nationaliteit aan, die men zich maar voorstellen kan. Het internationale karakter. dat de Broedergemcente reeds 150 jaar geledcn kenmerkte, is haar bijgebleven. \Vel is hare organisatie anders geworden. De Broeder- gemeente heeft nu niet meer ee n e centraic opperleiding, maar de gemeenten in Groot-Brit- tannie, lJuitschland en Noorcl-Amerika vormen nu zelfstandige "Uniteits-provin,;ies." Het zen- dings\\'erk \l'Ordt echter door deze \'erschillende provincies gemeenschappelijk gedreven. Teder dezer Uniteits·provincies tracht in deze tijden, waar zooV(·d verbindingen verbroken of verspercl zijn, zooveel in haar macht ligt mede te werken

0111 het over alle wereldcleelen \'Crspreide zen-

(35)

dillgs\\'erk Jer Broedergemeente gaandc te houden.

I -Iet internationale karakter der zending heeft

"'edurende den oorlo~' voor dl' firma weI menio'c

b ,,-, b

moeilijkheid gebracht, Illaar het is \\'ederom ook juist de reden geweest, dat de firma ongestoord heeft kUllncn doorwerken en dc Zend'ilg dienen.

\Velkc moeilijkheden zouden voor ons gebcel zendingswerk in Suriname ontstaan zijn, indien dat anders ware! :\ loge de tijd niet meer vcr zijn, dat de "erschilIende \'olkeren \reder \Teed- zaal11 samen kunnen werken, om Gods Koninkrijk uit te brei(lcn.

\Vanneer wij nog eens terugzien op deze nu achter ons liggende 150 jaren, dan kunnen wij God den Heen: slechts u i t het diepst van ons hart danl~en, dat Hij het \rerk \'ZUl zwakkc mcnschen zoo rijk gezegend heeft.

HDI ALLElèN ZIJ lJE EERE!

(36)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

intrek nemen in Het Terras, maar nu blijkt dat deze zich al defini- tief in een lokaal heeft gevestigd, dat niet meer voor de anderen toegankelijk is.. Voor al deze toe- standen

Commissariaat een aanvraag ingediend voor toestemming om via een omroepzender radio-omroep te verzorgen voor een bijzonder doel, met een beperkt bereik en van beperkte duur,

de afdeling van het bestuur, belast met de leiding van de mijnschool, zal bestaan uit 5 leden, waarvan twee door de Staatsmijnen in Limburg en twee door de

Gedenkboek bij het 200-jarig bestaan van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden.. zaken en volharding zou deelnemen aan het werk van de Oeconomische Tak. Het

Aangezien het gemeentelijk kunstbudget inmiddels een bestemming heeft gevonden en wij verder niet beschikken over (structurele) middelen voor de uitvoering van kunstprojecten in

Wanneer niet alleen de omzetting van glucose in de thermoreactor, maar ook de omzetting van azijnzuur in de fotoreactor niet volledig zou zijn, kan het proces niet continu verlopen

a sterke groei van de wereldeconomie b grotere vraag naar Canadese dollars. c exportwaarde van olie van Canada neemt toe d grotere vraag op

60 Het theater wat na de crisis tot stand komt kan in veel gevallen niet langer een voorstelling worden genoemd, maar is veel meer een event waar de toeschouwer zelf betrokken is