• No results found

Advies nr. 105/2018 van 17 oktober 2018 Betreft:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Advies nr. 105/2018 van 17 oktober 2018 Betreft:"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1/4

Advies nr. 105/2018 van 17 oktober 2018

Betreft: Advies over het voorontwerp van wet tot invoeging van een nieuw artikel 323/2 in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (CO-A-2018-097)

De Gegevensbeschermingsautoriteit (hierna "de Autoriteit");

Gelet op de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, inzonderheid op artikel 23 en 26;

Gelet op het verzoek om advies van de heer Johan Van Overtveldt, Minister van Financiën, ontvangen op 5 september 2018;

Gelet op het verslag van de heer Willem Debeuckelaere;

Brengt op 17 oktober 2018 het volgend advies uit:

(2)

Advies 105/2018 - 2/4

I. ONDERWERP VAN DE ADVIESAANVRAAG

1. De Autoriteit ontving op 5 september laatstleden een adviesaanvraag van de Minister van Financiën over het voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen betreffende Belastingvermindering voor kosten van kinderopvang.

2. Dit voorontwerp van wet voorziet in de verplichte afgifte van een attest lastens de organisaties en personen die kinderopvangdiensten leveren die recht geven op een belastingvermindering, alsook in de mogelijkheid om de daarmee verband houdende informatie elektronisch mee te delen aan de administratie van financiën met het oog op het vooraf invullen van de fiscale aangiftes van de gebruikers van deze diensten en dit om hun taken als belastingplichtige te vereenvoudigen. In dit kader wordt ook het gebruik van het rijksregisternummer geregeld.

II. ONDERZOEK TEN GRONDE

3. De wijziging aan artikel 145/35 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen verplicht de afgifte aan de belastingplichtigen van een attest van de uitgaven voor de kosten van kinderopvang en strekt ertoe de in gebruik zijnde modellen te harmoniseren waarbij aan de Koning de bevoegdheid wordt gegeven een verplicht model vast te stellen. Na lezing van dit model dat bij de adviesaanvraag is gevoegd, blijken de persoonsgegevens die hiermee worden ingezameld ter zake dienend, toereikend en noodzakelijk uitgaande van het doeleinde dat er in bestaat de bedoelde belastingvermindering toe te passen.

4. Artikel 323/2, §1 in ontwerp van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen bepaalt dat de organismen die kinderopvangdiensten leveren die recht geven op belastingvermindering jaarlijks de daarmee verband houdende gegevens elektronisch kunnen verzenden naar de administratie van financiën.

5. De Autoriteit vestigt de aandacht van de auteur van het voorontwerp van wet op het feit dat hij op die manier geen verplichte mededeling van persoonsgegevens oplegt aan de betrokken personen en organismes. Die laatsten zullen zich daarom niet kunnen beroepen op artikel 6.1. van de Verordening (EU) 2016/679 (hierna genoemd de "AVG") als rechtsgrond voor hun mededelingen van persoonsgegevens aan de administratie van financiën.

(3)

Advies 105/2018 - 3/4

6. Wanneer deze wettelijke verplichting niet bestaat, zullen de betrokken personen en organismen deze informatie enkel kunnen meedelen aan de administratie van financiën nadat zij van de betrokkenen hun vrije en geïnformeerde toestemming hiervoor hebben verkregen. Hiermee kan ook ten aanzien van de betrokkenen worden ingestaan voor een correct voorzienbaarheidsniveau over dit gegevensverkeer aangezien de wetgever ervoor kiest om dit over te laten aan de goede wil van de organismen die kinderopvangdiensten leveren. Opdat deze vereiste zou worden nageleefd door de bedoelde organismen, moet artikel 323/2 in ontwerp verder worden aangevuld door erin te voorzien dat de jaarlijkse gegevensmededeling enkel plaatsvindt nadat de betrokken belastingplichtingen hun voorafgaande, geïnformeerde en vrije toestemming hiertoe hebben gegeven.

7. Het 2de lid van deze bepaling in ontwerp geeft aan de Koning de bevoegdheid om niet alleen termijn en vorm van de geplande mededeling te bepalen maar ook de gegevens die moeten worden meegedeeld. De Autoriteit is van mening dat de lijst met persoongegevens al kan worden vastgesteld in het voorontwerp van wet dat voor advies voorligt aangezien ze reeds is opgenomen in het attestmodel dat bij de adviesaanvraag is gevoegd. De auteur van het voorontwerp van wet moet artikel 323/2 in ontwerp in die zin aanpassen en de delegatie aan de Koning schrappen of beperken, desgevallend tot het bepalen van de categorieën organismen die onderworpen zijn aan de verplichte jaarlijkse gegevensmededeling aan de administratie van financiën vanaf een bepaalde datum. Bij het vaststellen van de lijst met mee te delen gegevens in dit kader aan de administratie van financiën, moet het bedrag van de gemaakte kosten voor kinderopvang een kopie zijn van de bedragen die de belastingplichtige moet meedelen in zijn belastingaangifte en dit met het oog op het doeleinde van deze gegevensmededeling aan de administratie van financiën.

8. Artikel 323/2, §3 in ontwerp machtigt de organismen die kinderopvangdiensten leveren die recht geven op belastingvermindering om het rijksregisternummer of het identificatienummer bis van de Kruispuntbank van de Sociale zekerheid te verzamelen, te verwerken en mee te delen en dit uitsluitend om deze mee te delen aan de administratie van financiën tijdens de jaarlijkse gegevensmededeling betreffende de kosten voor kinderopvang die werden betaald door de belastingplichtige(n). Er is ook bepaald dat het hergebruik van dit nummer voor dit doel mogelijk is als het bedoelde organisme dit al in zijn bezit heeft voor anderen doeleinden. De verantwoording als opgenomen in de Memorie van Toelichting stelt dat het de bedoeling is om vergissingen tussen personen met dezelfde naam te voorkomen in de hierboven bedoelde elektronische mededelingen.

9. Er kan met een wet in de strikte betekenis van het woord worden afgeweken van de machtigingsbevoegdheid van het Sectoraal Comité van het Rijksregister. De Autoriteit heeft over deze machtiging geen opmerkingen behalve dat deze zinloos is voor het identificatienummer bis

(4)

Advies 105/2018 - 4/4

van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aangezien het gebruik ervan geheel vrij is krachtens artikel 8, §2 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. De Autoriteit herinnert eraan dat iedere persoon die het rijksregisternummer gebruikt, binnen zijn organisatie en naast zijn eigen personeel, een consulent inzake informatieveiligheid moet aanduiden (art. 8, §2 en 10 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen).

OM DEZE REDENEN,

brengt de Autoriteit een gunstig advies uit over het voorontwerp van wet op voorwaarde dat rekening wordt gehouden met de volgende opmerkingen:

1. In artikel 323/2 in ontwerp de verplichting inschrijven voor de bedoelde organismen om de vrije en geïnformeerde toestemming van de betrokkenen te verkrijgen vooraleer hun gegevens elektronisch mee te delen aan de administratie van financiën (punt 5);

2. In artikel 323/2 de lijst met gegevens vaststellen die zullen worden meegedeeld en schrappen van de delegatie aan de Koning of beperking van deze delegatie tot het bepalen van de categorieën organismen die onderworpen zijn aan de verplichte, jaarlijkse mededeling (punt 6).

De Wnd. Administrateur, De Voorzitter,

(get.) An Machtens (get.) Willem Debeuckelaere

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

overheidssector van haar rechtsvoorganger, de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (hierna "de CBPL") 6. Elke verwerking van persoonsgegevens

Met uitzondering van de laatste (meer bepaald de 'statistische doeleinden'), stelt de Autoriteit vast dat de doeleinden van de verwerkingen van de persoonsgegevens geregistreerd in de

4. Aangezien de bepalingen van het besluit dat voor onderzoek aan de GBA wordt voorgelegd, niet allemaal betrekking hebben op de bescherming van de privacy bij de verwerking van

02/2010 van de Commissie van 31 maart 2010 omtrent de privacybeschermende rol van Trusted Third Parties (TTP) bij gegevensuitwisseling, te raadplegen via deze link. 11

Artikel 6, §2 van het voorontwerp luidt “ Bij het aanbieden en beheren van een eBox en van de componenten zoals bedoeld in § 1 is de federale overheidsdienst bevoegd voor

Het voorontwerp wil in de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en de bijzondere veiligheid 1 (hierna de " wet van 2 oktober 2017") beperkingen invoegen op

Artikel 3 van het voorontwerp van wet bepaalt " In artikel 3 bis van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de

De Commissie voegt daaraan toe dat altijd een bewaartermijn moet worden bepaald en dat de persoonsgegevens die opgenomen zijn in de registers, als omschreven in de artikelen 21 en 22