• No results found

BNP PARIBAS FUNDS SICAV

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BNP PARIBAS FUNDS SICAV"

Copied!
388
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

JAARVERSLAG per 31/12/2020

R.C.S. Luxembourg B 33 363

(2)
(3)

Pagina

Organisatie 5

Informatie 7

Verslag van de beheerder 8

Auditverslag 14

Financiële staten per 31/12/2020 18

Kerncijfers over de laatste 3 jaren 40

Effectenportefeuille per 31/12/2020

Absolute Return Global Opportunities  70

Absolute Return Low Vol Bond  71

Absolute Return Multi-Strategy  73

Aqua  74

Asia ex-Japan Bond  75

Asia ex-Japan Equity  77

Asia ex-Japan Small Cap  78

Belgium Equity  79

Brazil Equity  80

China A-Shares  81

China Equity  82

Climate Impact  83

Consumer Innovators  84

Disruptive Technology  85

Emerging Bond  86

Emerging Bond Opportunities  91

Emerging Equity  95

Emerging Multi-Asset Income  96

Energy Transition  102

Enhanced Bond 6M  103

Environmental Absolute Return Thematic Equity (EARTH)  107

Euro Bond  108

Euro Bond Opportunities  111

Euro Corporate Bond  116

Euro Corporate Bond Opportunities  120

Euro Covered Bond  124

Euro Defensive Equity  125

(4)

Pagina

Euro High Yield Short Duration Bond  133

Euro Inflation-Linked Bond  135

Euro Medium Term Bond  136

Euro Mid Cap  139

Euro Money Market  140

Euro Multi-Factor Corporate Bond  142

Euro Multi-Factor Equity  144

Euro Short Term Bond Opportunities  145

Euro Short Term Corporate Bond  147

Euro Short Term Corporate Bond Opportunities  150

Europe Convertible  153

Europe Dividend  154

Europe Emerging Equity  155

Europe Equity  156

Europe Growth  157

Europe Multi-Asset Income  158

Europe Multi-Factor Equity  167

Europe Real Estate Securities  168

Europe Small Cap  169

Europe Small Cap Convertible  170

Europe Value  171

Flexible Global Credit  172

Flexible Opportunities  175

Frontiers Equity  176

Germany Multi-Factor Equity  177

Global Absolute Return Multi-Factor Bond  178

Global Bond Opportunities  179

Global Convertible  187

Global Environment  190

Global Equity  191

Global High Yield Bond  192

Global Inflation-Linked Bond  196

Global Low Vol Equity  198

Global Multi-Factor Equity  199

Global Real Estate Securities  201

Green Bond  202

Green Tigers  205

(5)

Pagina

Health Care Innovators  207

Inclusive Growth  208

India Equity  209

Japan Equity  210

Japan Multi-Factor Equity  211

Japan Small Cap  212

Latin America Equity  214

Local Emerging Bond  216

Multi-Asset Income  218

Nordic Small Cap  235

Pacific Real Estate Securities  237

Premia Opportunities  238

RMB Bond  239

Russia Equity  240

Seasons  241

SMaRT Food  242

Sustainable Enhanced Bond 12M  243

Sustainable Euro Bond  247

Sustainable Euro Corporate Bond  251

Sustainable Global Corporate Bond  260

Sustainable Multi-Asset Balanced  270

Sustainable Multi-Asset Growth  271

Sustainable Multi-Asset Stability  272

Target Risk Balanced  275

Turkey Equity  276

US Growth  277

US High Yield Bond  278

US Mid Cap  280

US Multi-Factor Corporate Bond  281

US Multi-Factor Equity  283

US Short Duration Bond  284

US Small Cap  286

US Value Multi-Factor Equity  287

USD Money Market  288

(6)

Pagina

Toelichtingen bij de financiële staten 289

Niet-gecontroleerde bijlage 380

1

(7)

Statutaire zetel

10 Rue Edward Steichen, L-2540 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg Raad van bestuur

Voorzitter

De heer Pierre MOULIN, "Global Head of Products and Strategic Marketing", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, Parijs

Leden

Mevrouw Jane AMBACHTSHEER, "Global Head of Sustainability", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, Parijs (sinds 27 april 2020)

De heer Marnix ARICKX, "Chief Executive Officer", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Belgium, Brussel

Mevrouw Claire COLLET-LAMBERT, "Head of Legal", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Luxembourg, Luxemburg (van 14 januari 2020 tot 22 oktober 2020)

Mevrouw Giorgia D’ANNA, "Head of Group Networks Italy and International", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, Parijs (sinds 22 oktober 2020)

Mevrouw Cecile du MERLE, "Global Head of Product Engineering", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, Parijs (sinds 4 december 2020)

De heer Emmanuel COLLINET DE LA SALLE, "Head of Group Networks", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, Parijs

De heer Fabien MADAR, "Co-Head of Europe and Head of Southern Europe", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, Parijs (tot 17 februari 2020)

Mevrouw Marianne HUVE-ALLARD, "Head of Brand and Communication", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT France, Parijs (sinds 18 februari 2020)

De heer Roger MINERS, "Global Chief Marketing Officer", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT UK, Londen De heer Christian VOLLE, "Independent Director", Parijs, Frankrijk

Secretaris van de vennootschap (geen lid van de Raad)

De heer Stephane BRUNET, "Chief Executive Officer", BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Luxembourg, Luxemburg Beheermaatschappij

BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Luxembourg, 10 Rue Edward Steichen, L-2540 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Luxembourg is een Beheermaatschappij als gedefinieerd in hoofdstuk 15 van de Luxemburgse Wet van 17 december 2010 betreffende instellingen voor collectieve belegging, zoals gewijzigd.

De Beheermaatschappij zorgt voor de administratie, het portefeuillebeheer en de marketing.

Het portefeuillebeheer is uitbesteed aan:

Huidige beleggingsbeheerder

Beheervennootschappen van de BNP Paribas-groep (in het algemeen BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT genoemd)

• Alfred Berg Kapitalforvaltning AS Støperigata 2, Postboks 1294 Vika, 0250 Oslo, Noorwegen

(8)

• BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT Nederland N.V., Herengracht 595, Postbus 71770, NL-1008 DG Amsterdam, Nederland

• BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT UK Ltd., 5 Aldermanbury Square, Londen EC2V 7BP, Verenigd Koninkrijk

• BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT USA, Inc., 200 Park Avenue, 11th floor, New York, NY 10166, Verenigde Staten

• TEB Portföy Yönetimi A.Ş., Gayrettepe Mahallesi Yener Sokak n° 1 Kat. 9 Besiktas 34353 Istanbul, Turkije Beheervennootschappen die geen deel uitmaken van de groep

• Impax Asset Management Limited, 7th Floor, 30 Panton Street, Londen, SW1Y 4AJ, Verenigd Koninkrijk, Beheerder van de subfondsen "Aqua", "Climate Impact", "Global Environment", "Green Tigers" en "SMaRT Food"

• Mitsubishi UFJ Kokusai Asset Management Co. Ltd, 1-12-1 Yurakucho, Chiyoda-ku, Tokio 100-0006, Japan, Beheerder van het subfonds "Japan Equity"

• Sumitomo Mitsui DS Asset Management Company. Ltd., Atago Green Hills, Mori Tower, 28F, 2-5-1 Atago Minato-ku, Tokio 105-6228, Japan, Beheerder van het subfonds "Japan Small Cap"

De vennootschap kan ook advies inwinnen bij de volgende beleggingsadviseur

• FundQuest Advisor, 1 Boulevard Haussmann, F-75009 Parijs, Frankrijk, Adviseur voor de selectie van beleggingsbeheerders van buiten de Groep

Berekening intrinsieke waarde, registerhouder en transferagent

BNP Paribas Securities Services, Luxemburgs filiaal, 60 Avenue J.F. Kennedy, L-1855 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg Depotbank

BNP Paribas Securities Services, Luxemburgs filiaal, 60 Avenue J.F. Kennedy, L-1855 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg Borg

BNP PARIBAS, 16 boulevard des Italiens, F-75009 Parijs, Frankrijk

Het subfonds "Seasons" geniet een garantie. Aanvullende informatie vindt u in het hoofdstuk "Informatie".

Externe Accountant

PricewaterhouseCoopers, Société coopérative, 2 Rue Gerhard Mercator, B.P. 1443, L-1014 Luxemburg, Groothertogdom

Luxemburg

(9)

Oprichting

BNP Paribas Funds (het "Fonds", de "Vennootschap") is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal (Société d’Investissement à Capital Variable – afgekort "SICAV") naar Luxemburgs recht die op 27 maart 1990 voor onbepaalde tijd werd opgericht onder de naam PARVEST.

De Vennootschap valt momenteel onder de bepalingen van deel I van de Wet van 17 december 2010 betreffende instellingen voor collectieve belegging en onder de Europese Richtlijn 2009/65/EG, zoals gewijzigd door Richtlijn 2014/91/EU, en de bepalingen van Verordening 2017/1131.

Het kapitaal van de vennootschap luidt in euro (EUR) en is te allen tijde gelijk aan het totale nettovermogen van de verschillende subfondsen. Het wordt vertegenwoordigd door volgestorte aandelen die zijn uitgegeven zonder nominale waarde, zoals hieronder beschreven onder “De Aandelen”. Het kapitaal varieert automatisch zonder de kennisgevings- en specifieke registratieverplichtingen die gelden voor stijgingen en dalingen van het kapitaal van naamloze vennootschappen. Het minimumkapitaal is bij wet bepaald.

De Vennootschap is ingeschreven in het Luxemburgse handelsregister onder het nummer B 33 363.

Informatie voor de aandeelhouders

Intrinsieke waarde en dividenden

De intrinsieke waarde wordt elke volledige bankwerkdag in Luxemburg berekend, behoudens voor enkele subfondsen. Meer informatie is te vinden in het Prospectus.

Aan het subfonds "Seasons" kent BNP Paribas (de "Garantiegever") in zijn hoedanigheid van garantiegever een garantie (de

"Garantie") toe, uit hoofde waarvan de Garantiegever driemaandelijks waarborgt dat de IW van een aandelenklasse ten minste 80%

bedraagt van de IW van diezelfde aandelenklasse (de "Gegarandeerde IW") die 12 maanden geleden werd waargenomen (de

"Waarnemingsdatum"). De inkooporders van aandeelhouders van het subfonds die verzoeken om de inkoop van hun aandelen op een Waarnemingsdatum zullen worden gebaseerd op een inkoopprijs die ten minste gelijk is aan 80% van de IW (eventueel exclusief dividenden) van de aandelenklasse waaruit ze inkopen (de "Gegarandeerde IW") en die wordt waargenomen op de 3e vrijdag van dezelfde maand 12 maanden geleden (de "Waarnemingsdatum").

De Vennootschap publiceert de wettelijk vereiste informatie in het Groothertogdom Luxemburg en in alle andere landen waar de aandelen aan het publiek worden aangeboden.

U vindt deze informatie ook op de website www.bnpparibas-am.com.

Boekjaar

Het boekjaar van de Vennootschap gaat in op 1 januari en eindigt op 31 december.

Financiële verslagen

De Vennootschap publiceert een door de accountant goedgekeurd jaarverslag per de laatste dag van het boekjaar alsmede een niet-gecertificeerd tussentijds halfjaarverslag per de laatste dag van de zesde maand van het boekjaar. De Vennootschap is gemachtigd zo nodig een vereenvoudigde versie van het financiële verslag te publiceren.

De financiële verslagen van een subfonds worden gepubliceerd in de valuta waarin de boekhouding van dat subfonds wordt gevoerd, maar de gecombineerde jaarrekening van de Vennootschap luidt in euro.

Het jaarverslag wordt binnen vier maanden na het einde van het boekjaar gepubliceerd, en het tussentijds verslag binnen twee maanden na het einde van het halfjaar.

Documenten ter inzage

De statuten, het prospectus, de KIID's en periodieke verslagen kunnen worden geraadpleegd in de statutaire zetel van de

vennootschap en bij de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de financiële dienstverlening van de vennootschap. De statuten,

het jaarverslag en de tussentijdse verslagen zijn op verzoek te verkrijgen.

(10)

Conjunctuur

Begin 2020 ging de hoop dat de activiteit ongeveer dezelfde koers als eind 2019 zou varen volledig in rook op als gevolg van de COVID-19 pandemie. Na de lockdown van de wereldeconomie in maart en april stond het tweede kwartaal van 2020 in het teken van een aantrekkende economie naarmate veel landen hun quarantainemaatregelen terugschroefden. De activiteitsindicatoren bereikten in maart hun dieptepunt, terwijl de ‘objectieve’ indicatoren zich in mei soms zelfs verrassend goed herstelden. Die gunstige ontwikkelingen konden echter niet voorkomen dat het bbp van de OESO in het tweede kwartaal een diepe duik nam. De bbp-groei van de toonaangevende economieën was in het 3e kwartaal verrassend hoger dan verwacht, maar wel nog altijd lager dan in het 4e kwartaal van 2019. Toen de COVID-19 epidemie na de eerste golf in de lente aan kracht inboette, ging het bbp in het 3e kwartaal nog fors omhoog (+9,0% voor de OESO na een daling van 10,6% in het 2e kwartaal). Aan het einde van het jaar drukte de tweede golf echter het vertrouwen van de bedrijven en de huishoudens. De centrale banken versoepelden hun monetaire beleid verder na de al uitzonderlijke noodmaatregelen die ze hadden getroffen om een ontwrichting van de financiële markten af te wenden. De verwachtingen voor de wereldwijde groei verklaren de schommelingen van de olieprijzen. Tot januari bleef de prijs voor WTI vrij stabiel tussen 55 en 60 USD per vat. Daarop volgde een duizelingwekkende val die nog verergerde door technische factoren in april.

Een akkoord tussen de OPEC-landen en hun partners om de productie te beperken en hoop op een herstel van de activiteit stuwden de prijs eind juni naar 40 USD, het niveau waarop hij stabiliseerde om vervolgens te stijgen dankzij een verwacht herstel van de cyclus en een betere coördinatie tussen de OPEC en zijn partners. Zo bereikte de prijs eind 2020 opnieuw zijn hoogste niveau sinds maart op 48 USD per vat WTI. Over een periode van twaalf maanden verloor de prijs per vat 20,5%.

Verenigde Staten

Begin 2020 bleven de economische indicatoren robuust. In februari was de werkloosheid naar 3,5% teruggevallen. Dankzij de

dynamische arbeidsmarkt bereikte het vertrouwen van de huishoudens hoogtepunten voor de cyclus. De economen gingen ervan uit

dat de groei in 2020 vergelijkbaar zou zijn met die van 2019 (2,2%). Iedereen leek ervan overtuigd dat het grootste risico voor de

Amerikaanse economie in 2020 verband hield met de presidentsverkiezingen van 2020. Een onvoorspelbare factor haalde hun

analyses echter onderuit. Door COVID-19 daalde het bbp geannualiseerd met 5,0% in het eerste kwartaal en met 31,4% in het

tweede. Na de opleving met 33,4% in het 3e kwartaal, steeg het bbp in het 4e kwartaal ondanks de opflakkerende epidemie in de

herfst wellicht met 5%. Toch bleef een aantal economische indicatoren ondanks de hernieuwde dynamiek in de verwerkende

industrie en vastgoed achter bij de verwachtingen. Het aantal nieuwe banen lag eind 2020 beduidend lager dan in september en

oktober toen het er nog gemiddeld 660.000 waren en vanzelfsprekend ook aanzienlijk onder het tempo tijdens de zomermaanden

(gemiddeld 2,7 miljoen in juni en augustus). Er gingen circa 10 miljoen banen verloren vergeleken met het niveau van voor de

pandemie. In dit klimaat is het herstelplan, met onder meer directe steun aan de huishoudens en voortgezette financiële steun voor

werklozen, dat het Congres eind 2020 goedkeurde absoluut noodzakelijk om de consumptie de komende maanden op peil te

houden. Aan het politieke front liep niet alles helemaal zoals verwacht en was het eind 2020 nog altijd in het duister tasten naar de

samenstelling van de Senaat. De ongunstigste scenario’s die uitgingen van algemene chaos in Washington na de verkiezingen van

november bleven echter uit. Al na enkele dagen bleek dat de overwinning zonder enige twijfel naar Joe Biden zou gaan.

(11)

Europa

In de eurozone sloegen de gevolgen van de pandemie hard toe. Op de terugval van het bbp met 3,7% in het eerste kwartaal volgde in het tweede kwartaal, ondanks betere productie- en consumentencijfers, vanaf mei een val met 11,7 % als gevolg van de quarantainemaatregelen in de lente. De peilingen voedden de hoop dat de activiteit in de tweede helft van het jaar zou opleven. De samengestelde inkoopmanagersindex (PMI) van de verwerkende industrie en de dienstensector daalde in april naar een historisch dieptepunt van 13,6 en steeg vervolgens in juli weer naar 54,9, zijn hoogste niveau in twee jaar tijd. Daarna daalde hij tot november (45,3). Ook na de opleving in december bleef hij onder de 50 al is de rondvraag in de verwerkende industrie bemoedigender. Na de lockdown trok de verwerkende industrie in mei opnieuw aan, maar de activiteit bleef sterk achter bij het niveau van een jaar eerder en leek in augustus te stagneren. Ondanks de instorting van de activiteit bleef de daling van de werkgelegenheid al met al beperkt dankzij mechanismen van gedeeltelijke werkloosheid. Toch was dit de sterkste terugval sinds het begin van de reeks in 1995. Dat zette de overheden aan om waakzaam te blijven en meer ingrijpende maatregelen te treffen dan die van maart, zeker nu de tweede golf van de epidemie een feit was. Nadat het bbp in het 3e kwartaal met 12,5% opleefde, kromp de activiteit in het 4e kwartaal door de beperkingen die in de herfst zijn ingevoerd. Mogelijk leeft de activiteit weer op, maar ongetwijfeld in ongelijke mate in de verschillende landen van de eurozone (uiteenlopende zorgstrategieën, aandeel van diensten in het bbp, gevoeligheid voor de buitenlandse vraag). Overheidssteun blijft dus absoluut noodzakelijk. Wat de begroting betreft, is het definitieve herstelplan 'Next Generation EU' dankzij een compromis goedgekeurd. Na lang aanslepende besprekingen rond de visvangst sloten het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie een economisch en handelsakkoord dat hun relaties na de brexit vanaf 1 januari vastlegt.

Japan

In het eerste kwartaal van 2020 luidde de daling van het bbp met 2,1 % op jaarbasis een recessie in na een forse terugval met -7,2

% in het vierde kwartaal als gevolg van de btw-verhoging. De ontwikkeling van de activiteit in het tweede kwartaal veroorzaakte een terugval van het bbp met 29,2 %. De samengestelde PMI van de verwerkende industrie en de dienstensector steeg vergeleken met zijn dieptepunt van april (25,8), maar slaagde er niet in om boven de 50 uit te komen wat in de andere toonaangevende ontwikkelde economieën wel het geval was. De vooruitzichten voor de bedrijfsinvesteringen verslechterden. De binnenlandse vraag blijft broos.

De stijging met 22,9% van het bbp in het 3e kwartaal betekende nog niet dat alle problemen nu van de baan waren. De toename van het aantal nieuwe besmettingen eind 2020 (meer dan 3000 per dag) verontrustte de bevolking en de overheden. De regering besloot om de grenzen te sluiten voor alle niet-inwonende buitenlanders en de verplaatsingen en bepaalde activiteiten te beperken.

De economische cijfers weerspiegelen stilaan de gevolgen van die maatregelen. De industriële productie was stabiel in november, maar de markt had beter verwacht.. De regering stelde haar diagnose van de conjunctuur naar beneden bij en heeft het nu over

“specifieke zwaktes in het herstel” als gevolg van de pandemie. Na het ontslag van de premier om gezondheidsredenen eind augustus verliep de procedure om Shinzo Abe te vervangen snel en waarnemers zagen in de benoeming van Yoshihide Suga een verzekering dat het huidige economische beleid zou worden voortgezet. De regering van Suga kwam met een massaal nieuw herstelplan (14% van het bbp waarvan 8% voor begrotingsuitgaven) en gaf daarmee het startschot voor de Suganomics. De Bank of Japan (BoJ) verlengde haar programma van activa-aankopen en kredietfaciliteiten voor bedrijven met zes maanden, terwijl de inflatie zonder verse voedselproducten in november op jaarbasis naar -0,9% dook, het laagste niveau sinds 10 jaar.

Opkomende markten

De Chinese economie deed het goed vergeleken met de rest van de wereld: na een stijging met resp. 3,2% en 4,9% in het 2e en 3e

kwartaal (bbp jaar op jaar), wijzen de beschikbare indicatoren op het ontstaan van een zelfvoedende groei nu het land de epidemie

onder controle heeft. De detailhandel knoopt weer aan bij de trend van voor COVID-19. Bovendien leefde de Chinese export in

november fors op. Opkomend Azië waar de gezondheidsproblemen minder dramatisch zijn dan in de toonaangevende ontwikkelde

landen profiteert van die Chinese dynamiek. In de rest van de opkomende wereld verschilt de situatie van land tot land, al wijzen de

voorlopende indicatoren van de OESO op een stabiele (China, Brazilië, Rusland) of bescheiden (India) groei in de grote

economieën. Opkomende landen die kunnen profiteren van de groei in China of van de fiscale stimulansen in de VS en de eurozone

in 2021 zouden het goed moeten doen. Dat blijkt uit de PMI-graadmeters van de verwerkende industrie in november: ze liggen hoger

dan 50 en zijn gestegen in Tsjechië, Zuid-Korea, Taiwan en Indonesië. Het IMF verwacht voor 2021 een bbp-groei van 6% in de

opkomende regio’s (na een daling met 3,3% in 2020).

(12)

Monetair beleid

Begin 2020 communiceerde de Europese Centrale Bank (ECB) vooral over de bijstelling van haar strategie en benadrukte ze de noodzaak om de neveneffecten van de negatieve rentes te beoordelen. Die bezorgdheid verdween door de COVID-19-epidemie, ook al sloot de raad van bestuur op 12 maart niet uit dat ze de richtrentes (0,00% voor de voornaamste herfinancieringstransacties, 0,25% voor de marginale beleningsfaciliteit en -0,50% voor de depositofaciliteit) nog kon verlagen in het "brede scala van monetaire beleidsmaatregelen". Die maatregelen betroffen onder meer een versoepeling van de voorwaarden voor TLTRO’s (gerichte langerlopende herfinancieringstransacties -Targeted Longer-Term Refinancing Operations) en een pakket van 120 miljard euro voor de aankoop van effecten (QE), bovenop de bestaande maandelijkse aankopen van 20 miljard. Op 18 maart kondigde de ECB een extra programma van activa-aankopen ter waarde van 750 miljard euro aan (PEPP voor Pandemic emergency purchase programme) dat snel ten uitvoer is gelegd. Eind april zijn de voorwaarden van de TLTRO’s nog versoepeld en op 4 juni is de PEPP verlengd tot eind juni 2021 en is dit pakket met 600 mld EUR verhoogd. De ECB gaf te verstaan dat de economische activiteit ondanks het herstel sinds begin juni “fors onder de niveaus van voor de pandemie blijft en dat de vooruitzichten uiterst onzeker zijn”.

Eind oktober verkondigde de ECB dat de raad van bestuur zijn “instrumenten zou herijken” in december. Die belofte kwam er bij het begin van de tweede golf van de COVID-19 epidemie in Europa en in een context van toenemende verwachtingen dat de ECB een bijkomend gebaar zou stellen. De erg inschikkelijke toon en de pessimistische beoordeling van de conjunctuur vergrootten zelfs de verwachting dat de ECB de depositorente opnieuw zou verlagen. Die hoop is echter snel de kop ingedrukt toen bleek dat de ECB de voorkeur gaf aan twee instrumenten als het beste antwoord op de economische crisis: de activa-aankopen en de herfinanciering van banken. Op 10 december is het PEPP-pakket opgetrokken met 500 miljard euro (tot 1850 mld) en verlengd tot ten minste maart 2022. Bovendien versoepelde de ECB de voorwaarden voor de TLTRO’s andermaal om het krediet aan de privésector een extra zet in de rug te geven. Door te bevestigen dat ze “gunstige financiële voorwaarden wilde handhaven” voerde de ECB impliciet een beleid van rente- en spreadcontrole in.

Op drie renteverlagingen in 2019 zou in 2020 normaal gesproken een lange periode van stabiele Amerikaanse Fed Funds-rentes

volgen. Het coronavirus besliste daar echter anders over en leidde vanaf 3 maart tot nieuwe versoepelingen. Op 15 maart

verlaagde de Fed de voornaamste richtrente naar een bandbreedte van 0%-0,25% (zoals het geval was van december 2008 tot

december 2015). Bovendien versterkte de Fed (Amerikaanse Federale Reserve) haar programma van activa-aankopen, kondigde ze

meermaals nieuwe maatregelen aan met het oog op een “vlotte werking van de markt” (monetaire fondsen, kredietmarkt,

financiering op de korte termijn in USD) en verzekerde ze een doeltreffende transmissie van haar monetaire beleid naar de reële

economie via de kredietverstrekking. Meerdere leden van de Fed toonden zich bezorgd over “de aanzienlijke risico’s” op de

middellange termijn voor de Amerikaanse economie als gevolg van de pandemie. Ze werden maand na maand voorzichtiger. In die

context kondigde de Fed aan het einde van de zomer een belangrijke wijziging in haar monetaire beleid aan. De Fed is nu overtuigd

dat de arbeidsmarkt dynamisch kan blijven zonder een ongewenste stijging van de inflatie te veroorzaken en zal toestaan dat de

inflatie enige tijd wat boven de 2% uitkomt nadat die langdurig onder die drempel is gebleven. Deze benadering komt neer op een

flexibel streven naar een gemiddeld inflatieniveau. Op de laatste vergadering van het jaar is besloten dat de richtrente van de Fed

zelfs bij betere economische verwachtingen wellicht meerdere jaren op het huidige niveau blijft. In december gaf de Fed ook meer

details prijs over het verdere verloop van het programma voor activa-aankopen. Het huidige tempo van 120 mld USD per maand

wordt aangehouden “tot er verdere beduidende vooruitgang is geboekt in de verwezenlijking van de doelstellingen van volledige

werkgelegenheid en prijsstabiliteit”. De Fed meldde geen wijziging in de samenstelling (spreiding tussen schatkistpapier en MBS)

noch in de looptijd van de aankopen, ook al kwamen die opties wel ter sprake. De belofte van een langdurige status-quo schept

meer duidelijkheid over het monetaire beleid, wat wel eens cruciaal kan blijken. De eind 2020 aangenomen begrotingsstimulansen

zullen de binnenlandse vraag in 2021 waarschijnlijk aanzwengelen. Dankzij haar gewijzigde reactiefunctie kan de Fed die

begrotingsstimulansen ondersteunen in plaats van het monetaire beleid preventief te verstrakken zoals ze in het verleden deed. De

onderliggende inflatie (gemeten naar de deflator van de bestedingen zonder voeding en energie) ligt fors lager dan de doelstelling

van 2% (1,4% in november), maar de Fed verwacht een geleidelijke stijging.

(13)

Valutamarkten

In het eerste kwartaal van 2020 bewoog de wisselkoers EUR/USD binnen een erg grote bandbreedte (1,06 - 1,15). Die twee uitersten zijn overigens in maart, een maand met forse volatiliteit in alle beleggingsklassen, bereikt. Op kwartaalbasis bleef de schommeling vrij beperkt (-1,7 % tot 1,1029). Na bewegingen zonder uitgesproken trend tussen 1,08 en 1,10 tot medio mei ging de wisselkoers omhoog tot boven de 1,14 op 10 juni, zijn hoogste niveau sinds 10 maart. Hij eindigde het tweede kwartaal op 1,1231 wat neerkomt op een stijging met 1,8% vergeleken met eind maart, dicht bij zijn niveau aan het begin van het jaar. Vanaf het begin van het derde kwartaal daalde de Amerikaanse dollar sterker in waarde. Die periode van zwakte was een gevolg van de erg zorgwekkende ontwikkeling van de epidemie in de Verenigde Staten. Tegelijk waren alle ogen, gezien de hernieuwde geopolitieke spanningen met China enkele maanden voor de presidentsverkiezingen, weer op de politieke onzekerheid gericht. De Europese Unie bereikte van haar kant een historisch akkoord dat de budgettaire solidariteit bezegelde. Na die forse stijging naar 1,18 in juli volgde de wisselkoers EUR/USD in augustus en september een minder eenduidige trend, al steeg hij op 1 september toch kortstondig boven de 1,20. Hij eindigde het 3e kwartaal op 1,1743, een stijging met +4,6% en bewoog vervolgens tot oktober binnen een bandbreedte van 1,16 en 1,20 doordat de markt verwachtte dat de ECB haar depositorente zou verlagen en door bezorgdheid over de groei van de eurozone. Begin november steeg de wisselkoers EUR/USD in een gunstig klimaat voor risicovolle beleggingsklassen opnieuw gestaag. Hij steeg tot boven de 1,22 na de aankondigingen van de Fed medio december en eindigde het jaar op 1,2229, zijn hoogste niveau sinds april 2018. Over het vierde kwartaal won de wisselkoers EUR/USD 4,2% en over een periode van twaalf maanden 9,0%.

Aan het begin van het eerste kwartaal van 2020 bleef de USD/JPY-koers rond de 109 schommelen zonder duidelijke trend. Op 20 februari steeg de koers echter plots boven de 112. Die zwakte was een gevolg van bezorgdheid over de epidemie. Waarnemers gingen ervan uit dat de Japanse economie toen, net als de andere economieën in Azië, gevoeliger was voor lockdowns in het Chinese bedrijfsleven. Daardoor kon de yen ondanks de problemen in de aandelenmarkten niet profiteren van zijn veiligehavenstatus. Dat de wisselkoers USD/JPY begin maart plots naar 101, zijn laagste niveau sinds november 2016 terugkeerde, is te verklaren door de dalende dollar. Vervolgens won hij weer terrein om af te sluiten op 107,5, een daling met 1,0% vergeleken met eind 2019. In het tweede kwartaal van 2020 schommelde de USD/JPY-koers binnen een smalle bandbreedte rond de 107, een belangrijke technische grenswaarde. Hij sloot hij het kwartaal af op 107,92, een bescheiden stijging (+0,4%) ten opzichte van eind maart en bijna stabiel vergeleken met het niveau van twaalf maanden eerder. In het derde kwartaal bewoog de wisselkoers tussen 108 en 104, een niveau dat het ministerie van financiën blijft bewaken en eind september daalde hij met 2,3% tot 105,47. Vervolgens daalde hij gestaag tot 103,20 eind december (-2,2% in 3 maanden). De stijging van de yen vergeleken met de dollar bleef in 2020 beperkt (5,3%) door de verslechterende Japanse economische context.

Obligatiemarkten

In het eerste kwartaal van 2020 daalde de rente op de tienjarige Amerikaanse T-note op 31 maart met 125 bp tot 0,67%, dicht bij

zijn historische dieptepunt van 0,54% op 9 maart. De daling begon tijdens de eerste dagen van januari en versterkte medio februari

door de val van aandelen, vrees voor een wereldrecessie en verwachtingen dat de Fed de richtrentes zou verlagen. In april en mei

bewoog de tienjarige rente zonder duidelijke trend binnen een smalle bandbreedte rond 0,65%. Na een lichte stijging begin juni

keerde hij terug naar 0,65%, nagenoeg ongewijzigd vergeleken met eind maart. Die kennelijke stabiliteit weerspiegelt een

samenspel van factoren met a priori tegengestelde effecten op de obligatiemarkt. Enerzijds een erg inschikkelijk monetair beleid en

een zwakke inflatie, anderzijds vooruitzichten van een economisch herstel en een uitholling van het tekort en de schuld. In het derde

kwartaal begon de rente op de tienjarige T-note te dalen tot 0,53% eind juli, onder zijn vorige dieptepunt van maart. Daarmee was hij

sinds begin dit jaar met 139 bp gedaald als gevolg van de verlaging van de richtrentes in de lente, diverse maatregelen om de

markten te stabiliseren (waaronder de activa-aankopen) en verwachtingen dat er nog meer maatregelen aankwamen. Medio

augustus zakte hij opnieuw onder de 0,70% om vervolgens binnen een smalle bandbreedte te bewegen naargelang de

besprekingen in het Congres over nieuwe begrotingsmaatregelen en het kwartaal op 0,69% af te sluiten. In het vierde kwartaal

waren de bewegingen grillig. In november naderde de tienjarige obligatierente 1% door erg positief nieuws over de vaccins alvorens

snel weer te dalen naar 0,80 % en vervolgens aan het einde van het jaar rond de 0,90% te bewegen. Die stijging in het vierde

kwartaal (+23 bp) vloeide voornamelijk voort uit bedenkingen rond het begrotingsbeleid, zoals verwachtingen dat er nog voor de

verkiezingen een akkoord over steunmaatregelen zou komen, hoop op een grote overwinning van Joe Biden wat de deur zou

openen voor meer overheidsuitgaven vanaf begin 2021 of, toen bleek dat de democratische golf minder sterk was dan verwacht,

hoop dat de besprekingen over een extra herstelplan in het Congres tot een akkoord zouden leiden. De rente op de tienjarige T-note

eindigde het jaar op 0,91% (-101 bp in 12 maanden). De rentecurve werd weer steiler waarbij de spread tussen de 10- en 2-jarige

rente steeg van 35 bp eind 2019 naar 80 bp eind 2020.

(14)

In het eerste kwartaal van 2020 daalde de rente op de Duitse Bund met 28 bp om af te sluiten op -0,47%. Vanaf medio januari tekende zich een duidelijk dalende trend af die de Duitse tienjarige rente naar een nieuw historisch dieptepunt voerde (-0,86 % op 9 maart) doordat beleggers naar veilige havens vluchtten. In maart gingen de markten van de eurozone sterker op en neer. Zo bereikte de Duitse tienjarige rente opnieuw zijn hoogste niveau sinds medio maart op -0,20%, een indrukwekkende verslechtering vergeleken met zijn dieptepunt. In het tweede kwartaal van 2020 kenden de obligatiemarkten van de eurozone sterke ups-en-downs.

Ondanks de aankopen van de ECB leden obligaties aan het begin van het kwartaal onder de opleving van risicovolle beleggingsklassen. Vervolgens bewogen ze naargelang de ontwikkelingen in de Europese budgettaire en monetaire solidariteit. In dat klimaat bewoog de Duitse tienjarige rente binnen een bandbreedte van -0,60% en -0,2 % om af te sluiten op -0,45 %, dicht bij zijn niveau van eind maart (-0,47 %). Eind juli dook hij weer onder de depositorente van de ECB (-0,50 %) doordat een tweede golf van COVID-19 onzekerheid schiep rond de economische cijfers die op dat moment beter dan verwacht waren. Het vooruitzicht van aanzienlijke emissies in de herfst en tekenen van onenigheid binnen de ECB wogen op de obligatiemarkten. Eind augustus steeg de Duitse 10-jarige rente zo opnieuw naar -0,40 %. Vervolgens kregen de macro-economische factoren die gunstig waren voor de obligatiemarkten uiteindelijk de bovenhand waardoor het tarief eind september naar -0,52% terugkeerde. Dat komt neer op een daling met 7 bp in het 3e kwartaal van 2020. In het 4e kwartaal bewoog hij zonder uitgesproken trend binnen een smalle bandbreedte met slechts kortstondig een niveau boven de -0,50 % en zelfs zonder te correleren aan de Amerikaanse markten toen die allengs verslechterden. De rente op de tienjarige Duitse Bun eindigde het jaar op -0,57 %, d.w.z. een daling met 38 bp in twaalf maanden terwijl de richtrentes van de ECB ongewijzigd bleven.

Aandelenmarkten

Ondanks verontrustend gezondheidsnieuws uit China lieten de grote aandelenindices in januari 2020 slechts een bescheiden daling optekenen. Op 12 februari bereikten ze zelfs nieuwe historische hoogtepunten. In de laatste week van februari ging er een schokgolf door de wereld en de financiële markten. In maart escaleerde de paniek toen de epidemie in een pandemie omsloeg. Tussen 12 februari en 12 maart verloren aandelen wereldwijd 26%. De heftigheid van die daling, die een liquiditeitscrisis in alle financiële markten in kon luiden, zette de overheidsinstanties aan om noodmaatregelen aan te kondigen. Ondanks de omvang van de ingevoerde maatregelen stegen de toonaangevende indices slechts aarzelend. Een duidelijk stijgende trend kwam er pas op 24 maart toen de aankondigingen over budgettaire maatregelen de bovenhand namen op mededelingen van de centrale banken. De index MSCI AC World in dollar, die op 23 maart tot zijn laagste niveau sinds medio 2016 daalde, verloor 21,7% in het eerste kwartaal van 2020, zijn grootste daling op kwartaalbasis ooit.

In het tweede kwartaal van 2020 maakten aandelen wereldwijd snel een derde van de daling weer goed dankzij de verwachting dat de economische activiteit zich snel zou herstellen, vooral omdat de vertraging van de pandemie in mei in veel landen tot een geleidelijke versoepeling van de lockdown leidde. Bovendien hebben centrale banken, door de langetermijnrente gedurende lange tijd laag te houden, eigenlijk de aantrekkelijkheid van aandelen ten opzichte van staatsobligaties vergroot. Op 8 juni bereikte de index MSCI AC World in USD opnieuw zijn hoogste niveau sinds 25 februari en won hij 42% vergeleken met zijn dieptepunt van maart. Daarop volgde een meer aarzelende trend. Verschillende factoren kunnen die meer chaotische schommelingen verklaren.

Allereerst verschillende geopolitieke spanningen (Noord-Korea/Zuid-Korea; China/India; China/Verenigde Staten), die echter snel verdwenen. Vervolgens, en vooral, de bezorgdheid over de epidemie vanwege de stijging van het aantal besmettingsgevallen en de ernst van de recessie. Hoewel bepaalde economische indicatoren verbeterden, bleven de officiële scenario’s zeer voorzichtig en werd er steevast gewezen op het ongekende karakter van deze crisis, die diepe littekens zou achterlaten. Enkele winstnemingen begin juni vervolledigen die lijst waarschijnlijk. Toch was de kwartaalbalans erg gunstig aangezien aandelen wereldwijd in drie maanden 18,7% wonnen.

Hoewel aandelen in het derde kwartaal stegen (+7,7% voor de index MSCI AC World in USD), schommelden ze sterker aan het

einde van de periode en legden beleggers het hele kwartaal lang enige voorzichtigheid aan de dag. Na een vijfde stijging op

maandbasis in augustus, onder meer dankzij meevallende bedrijfsresultaten, gooiden meerdere latente zorgen in september roet in

het eten. De vrees voor een uitbreiding van de epidemie en twijfels over de duurzaamheid van het herstel (naast enkele

winstnemingen in september, vooral in Amerikaanse technologiewaarden die sinds maart spectaculair waren gestegen) verlaagden

de kwartaalwinsten van aandelen en verhoogden de volatiliteit. Bij al die kopzorgen vonden beleggers troost in de erg inschikkelijke

toon van de centrale banken die beloven dat ze de rentes heel lang laag zullen houden en te kennen geven dat ze indien nodig nog

meer kunnen doen.

(15)

In het 4e kwartaal kwam er geruststellend nieuws uit medische hoek. De berichten van de grote laboratoria vanaf 9 november zijn enthousiast onthaald en bleken ook gegrond. De veelbelovende resultaten van de klinische testen van vaccins tegen COVID-19 overtuigden de beleggers dat er snel een doeltreffend vaccin zonder nevenwerkingen beschikbaar zou zijn. Dankzij dat goede nieuws dat enkele maanden geleden nog ondenkbaar was, waren de markten bestand tegen negatieve berichten over de epidemie en de gevolgen daarvan voor de economische activiteit samen met politieke onzekerheid. Dat laatste probleem kende in de ogen van de beleggers zowel in de Verenigde Staten als Europa een geruststellende afloop. In die context boekte de index MSCI AC World in USD in november zijn grootste stijging op maandbasis (+12,2 %) en won hij in december nog eens 4,5 % om te eindigen op een nieuw hoogtepunt, met een stijging van 14,4% in drie maanden en 14,3% in twaalf maanden.

De index MSCI Emerging in USD deed het op jaarbasis licht beter dan de brede markt (+15,9 %). Die stijging tekende zich in de tweede helft van het jaar af en weerspiegelt heel uiteenlopende situaties naargelang de grote regio’s. Binnen de ontwikkelde marken deden Amerikaanse aandelen het fors beter dan de markt (+16,3% voor de S&P 500) dankzij de hoge vlucht van technologische waarden (+43,6% voor de samengestelde Nasdaq). De grote Europese beurzen konden hun achterstand niet volledig goedmaken en de index Eurostoxx 50 verloor 5,1% vergeleken met eind 2019. De sectorale samenstelling van de indices en de stijging van de euro vergeleken met de dollar (+9 %) droegen bij aan die minder goede prestatie. In Japan steeg de Topix met 4,8% om het jaar te eindigen op zijn hoogste niveau sinds twee jaar.

Belangrijke gebeurtenis: COVID-19

De COVID-19-epidemie heeft wereldwijd een ongekende economische en gezondheidscrisis veroorzaakt. De Raad blijft de inspanningen van de regeringen om de verspreiding van het virus tegen te gaan volgen en blijft toezicht houden op de economische gevolgen van de epidemie voor de in de portefeuille van het de Maatschappij vertegenwoordigde ondernemingen.

De Raad van Bestuur Luxembourg, 28 januari 2021

Note: The information stated in this report is historical and not necessarily indicative of future performance.

(16)

Auditverslag

Aan de aandeelhouders van BNP Paribas Funds

Auditverklaring

Naar ons oordeel geven de financiële staten in de bijlage een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen

van BNP Paribas Funds (het "Fonds") en van elk van zijn subfondsen per 31 december 2020, en van de resultaten van zijn activiteiten en de variaties in het nettovermogen over het op die datum overeenkomstig de Luxemburgse wet- en regelgeving betreffende de opstelling en presentatie van de financiële staten afgesloten boekjaar.

Wat wij gecontroleerd hebben

De financiële staten van het Fonds omvatten:

• het overzicht van de netto-activa per 31 december 2020;

• de effectenportefeuille per 31 december 2020;

• de winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen over het afgelopen boekjaar; en

• de toelichtingen bij de financiële staten, met inbegrip van een overzicht van de grondslagen van de financiële verslaglegging.

Grondslag van onze verklaring

We hebben onze controle verricht conform de wet van 23 juli 2016 betreffende het accountantsberoep ("Wet van 23 juli 2016") en de internationale controlenormen ("ISA") zoals voor Luxemburg overgenomen door de "Commission de Surveillance du Secteur Financier" (CSSF). Onze verantwoordelijkheden in het kader van de Wet van 23 juli 2016 en de ISA-normen zoals voor Luxemburg aanvaard door de CSSF, worden nader toegelicht in het hoofdstuk

"Verantwoordelijkheden van de "Réviseur d’entreprises agréé" (registeraccountant) voor de audit van de financiële staten" van ons verslag.

Wij achten de controle-informatie toereikend en geschikt ter onderbouwing van onze verklaring.

Conform de "International Code of Ethics for Professional Accountants" (met inbegrip van de

"International Independence Standards") van de "International Ethics Standards Board for Accountants" ("IESBA-code"), zoals voor Luxemburg aanvaard door de CSSF, en conform de ethische vereisten die relevant zijn voor de door ons uitgevoerde audit van de financiële staten, zijn we niet afhankelijk van het Fonds. Wij hebben ons aan onze andere, uit deze vereisten voortvloeiende ethische verantwoordelijkheden gehouden.

Overige informatie

De Raad van bestuur van het Fonds is verantwoordelijk voor de overige informatie. De overige informatie omvat de informatie die is opgenomen in het jaarverslag, maar de financiële staten en ons auditverslag ervan zijn hierin niet opgenomen.

Onze verklaring over de financiële staten betreft niet de overige informatie en we geven hierover op geen enkele wijze een verklaring af.

PricewaterhouseCoopers, Société coopérative, 2 rue Gerhard Mercator, B.P. 1443, L-1014 Luxemburg

(17)

In het kader van onze controle op de financiële staten hebben wij tot taak de bovenvermelde overige informatie te lezen en hierbij na te gaan of deze overige informatie afwijkingen van materieel belang van de financiële staten of van de door ons gedurende de audit verkregen informatie bevat of anderszins wezenlijk verkeerd lijkt te zijn weergegeven. Indien wij op basis van de door ons uitgevoerde werkzaamheden tot de slotsom komen dat er sprake is van afwijkingen van materieel belang in de overige informatie, zijn wij verplicht daarvan melding te maken. In dit verband hebben wij niets te melden.

Verantwoordelijkheden van de Raad van bestuur van het Fonds voor de financiële staten

De Raad van bestuur van het Fonds is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de financiële staten in overeenstemming met de Luxemburgse wet- en regelgeving betreffende de opstelling en presentatie van de financiële staten en voor de interne controlemaatregelen die de Raad van bestuur van het Fonds noodzakelijk acht om de opstelling van de financiële staten mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

Bij het opstellen van de financiële staten is de Raad van bestuur verantwoordelijk voor het beoordelen van de capaciteit van het Fonds en elk van zijn subfondsen om de bedrijfscontinuïteit te handhaven, waarbij, voor zover van toepassing, zaken met betrekking tot de bedrijfscontinuïteit worden bekendgemaakt en waarbij het continuïteitsbeginsel wordt toegepast, tenzij de Raad van bestuur van het Fonds ofwel het voornemen heeft om het Fonds te vereffenen of een van zijn subfondsen te sluiten of de activiteiten stop te zetten, ofwel geen ander realistisch alternatief heeft.

Verantwoordelijkheden van de "Réviseur d'entreprises agréé" (registeraccountant) voor de controle van de financiële staten

Onze audit heeft tot doel een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen over de vraag of de financiële staten als geheel afwijkingen van materieel belang bevatten als gevolg van fraude of fouten, en een auditverslag op te stellen dat onze auditverklaring bevat. Redelijke zekerheid is een hoge mate van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die verricht wordt in overeenstemming met de wet van 23 juli 2016 en met de ISA-normen zoals voor Luxemburg aanvaard door de CSSF, altijd iedere afwijking van materieel belang zal signaleren. Afwijkingen kunnen het gevolg zijn van fraude of fouten en worden beschouwd als zijnde van materieel belang indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat ze, op zichzelf of cumulatief, de economische beslissingen die gebruikers op grond van deze financiële staten nemen, beïnvloeden.

In het kader van een controle conform de Wet van 23 juli 2016 en de ISA-normen zoals voor Luxemburg aanvaard door de CSSF, brengen we een professioneel oordeel uit en nemen we een in professioneel opzicht sceptische houding aan tijdens de volledige controlewerkzaamheden. We staan ook in voor:

• het vaststellen en beoordelen van de risico’s van afwijkingen van materieel belang door fraude of fouten, het ontwerpen en uitvoeren van auditprocedures om deze risico’s aan te pakken, en om controle- informatie te verwerven die toereikend en geschikt is voor de onderbouwing van onze verklaring. Het risico dat er geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude worden vastgesteld is groter dan voor afwijkingen als gevolg van fouten, aangezien fraude gepaard kan gaan met samenspanning, vervalsing, opzettelijke weglatingen, verdraaiingen, of het opheffen van interne controle;

• het verwerven van inzicht in de interne-controleprocedures die relevant zijn voor de audit om

auditprocedures te kunnen ontwikkelen die zijn afgestemd op de omstandigheden, maar niet met de

(18)

• vaststellen of de Raad van bestuur van het Fonds op de juiste wijze het continuïteitsbeginsel als basis voor de boekhouding heeft toegepast en, op grond van de verkregen controle-informatie, besluiten of er ten aanzien van bepaalde gebeurtenissen of voorwaarden sprake is van een afwijking van materieel belang waardoor er aanzienlijke twijfels kunnen ontstaan over de capaciteit van het Fonds of een van zijn subfondsen om de bedrijfscontinuïteit te handhaven. Indien we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, dienen we in het door ons opgestelde auditverslag melding te maken van de desbetreffende toelichtingen in de financiële staten of, indien deze toelichtingen ontoereikend zijn, onze verklaring te herzien. Onze besluiten worden gevormd op basis van de controle-informatie die is verkregen tot op de datum van ons auditverslag. Het is echter mogelijk dat het Fonds of een van zijn subfondsen (met uitzondering van BNP PARIBAS FUNDS - Pacific Real Estate Securities, dat op 26 februari 2021 geliquideerd is) als gevolg van bepaalde gebeurtenissen of omstandigheden de bedrijfscontinuïteit in de toekomst niet zal kunnen handhaven.

• het evalueren van het algemene beeld, de structuur en de inhoud van de financiële staten, inclusief de toelichtingen, en van de vraag of de financiële staten de onderliggende transacties en gebeurtenissen getrouw weergeven.

We informeren de personen die belast zijn met bestuurlijke taken over, onder meer, het geplande bereik en de voorziene timing van de audit en significante controlebevindingen, met inbegrip van eventuele aanzienlijke, tijdens onze controlewerkzaamheden gesignaleerde tekortkomingen op het vlak van interne controle.

PricewaterhouseCoopers, Société coopérative

Vertegenwoordigd door

Luxemburg, 22 april 2021

Sebastien Sadzot

(19)
(20)

Absolute Return Global Opportunities

Absolute Return Low Vol Bond

Absolute Return Medium Vol Bond

Absolute Return Multi-Strategy

Uitgedrukt in EUR EUR EUR EUR

Toelich tingen

Overzicht van de netto-activa

Activa 25 140 118 31 569 250 0 188 625 155

Effectenportefeuille tegen kostprijs 26 115 185 34 519 643 0 148 663 178

Latente winst/(verlies) op de portefeuille (1 140 196) (8 046 896) 0 7 522 475

Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 24 974 989 26 472 747 0 156 185 653

Opties tegen marktwaarde 2,15 0 24 829 0 0

Netto latente winst op financiële instrumenten 2,11,12,13 83 211 135 068 0 2 300 903

Contanten op rekening en termijndeposito's 36 203 1 220 945 0 29 145 047

Overige activa 45 715 3 715 661 0 993 552

Passiva 158 772 11 482 266 0 1 466 913

Opties tegen marktwaarde 2,15 0 0 0 363 642

Bankkredieten 0 0 0 0

Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,11,12,13 0 0 0 0

Overige passiva 158 772 11 482 266 0 1 103 271

Intrinsieke waarde 24 981 346 20 086 984 0 187 158 242

Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen

Inkomsten uit beleggingen en activa, netto

344 609 1 225 388 0 1 374 109

Beheerloon 3 145 335 113 913 786 414 527

Rente 343 10 135 593 209 474

Interesten op swaps 2 0 34 215 0 0

Overige vergoedingen 6 53 199 43 725 360 580 626

Taksen 7 7 006 9 535 0 24 998

Prestatievergoedingen 5 6 35 0 14 001

Transactiekosten 21 5 896 5 716 0 342 717

Distributiekosten 4 3 699 1 574 4 7

Totaal kosten 215 484 218 848 1 743 1 586 350

Nettoresultaat uit beleggingen 129 125 1 006 540 (1 743) (212 241)

Gerealiseerd nettoresultaat op:

Effectenportefeuille 2 (251 034) (2 528 960) (3 472) 3 790 821

Financiële instrumenten 2 95 514 965 571 19 558 (10 270 475)

Gerealiseerd nettoresultaat (26 395) (556 849) 14 343 (6 691 895)

Variatie latente nettowinst/(verlies) op:

Effectenportefeuille (1 440 797) 1 038 571 0 2 220 504

Financiële instrumenten 76 372 (295 135) (19 653) 1 908 787

Resultaat van de verrichtingen (1 390 820) 186 587 (5 310) (2 562 604)

Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) 13 634 255 (2 998 822) (1 313 037) (58 327 845)

Uitgekeerde dividenden 8 0 0 0 0

Toename/(afname) van het nettovermogen over het boekjaar/boekperiode

12 243 435 (2 812 235) (1 318 347) (60 890 449)

Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode

12 737 911 22 899 219 1 318 347 248 048 691

Herberekening van de gecombineerd NIW aan het begin

0 0 0 0

Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode

24 981 346 20 086 984 0 187 158 242

(21)

Aqua Asia ex-Japan Bond Asia ex-Japan Equity Asia ex-Japan Small

Cap Belgium Equity Brazil Equity

EUR USD USD USD EUR USD

2 308 471 527 54 601 776 804 082 193 39 287 261 241 320 958 107 516 567

1 779 682 695 46 878 323 522 530 938 27 722 801 242 255 757 96 822 985

491 046 639 2 859 868 247 873 396 10 166 771 (1 956 407) 7 959 656

2 270 729 334 49 738 191 770 404 334 37 889 572 240 299 350 104 782 641

0 0 0 0 0 0

0 30 192 27 460 157 0 0

31 399 133 4 199 649 32 651 371 1 375 024 882 155 1 341 131

6 343 060 633 744 999 028 22 508 139 453 1 392 795

4 587 617 218 029 1 571 977 988 164 415 841 794 022

0 0 0 0 0 0

0 0 0 0 0 0

124 778 0 0 0 0 0

4 462 839 218 029 1 571 977 988 164 415 841 794 022

2 303 883 910 54 383 747 802 510 216 38 299 097 240 905 117 106 722 545

30 294 489 2 469 207 12 655 458 555 427 3 050 727 5 030 416

26 238 648 686 143 6 422 969 567 605 2 457 061 1 687 442

240 400 2 134 1 480 21 8 110 8 162

0 35 937 0 0 0 0

6 352 011 166 021 2 234 255 136 880 808 473 393 129

1 109 885 59 752 375 034 25 175 151 927 69 407

0 0 0 0 0 0

1 511 364 101 597 1 148 196 99 729 55 039 571 249

236 691 1 357 15 778 6 0 14 436

35 688 999 1 052 941 10 197 712 829 416 3 480 610 2 743 825

(5 394 510) 1 416 266 2 457 746 (273 989) (429 883) 2 286 591

51 076 146 991 457 15 502 481 837 813 8 933 984 (16 718 430)

(1 503 811) (100 243) 8 951 40 177 0 23 871

44 177 825 2 307 480 17 969 178 604 001 8 504 101 (14 407 968)

81 376 473 679 177 124 654 487 5 097 889 (30 138 325) (10 288 946)

70 666 (80 674) (3 703) 157 0 0

125 624 964 2 905 983 142 619 962 5 702 047 (21 634 224) (24 696 914)

72 284 102 (8 969 881) (21 673 976) (6 077 146) (52 324 081) (20 412 006)

(4 634 160) (1 144 684) (2 153 483) (97 846) (1 542 240) (122 336)

193 274 906 (7 208 582) 118 792 503 (472 945) (75 500 545) (45 231 256)

2 110 609 004 61 592 329 683 717 713 38 772 042 316 405 662 151 953 801

0 0 0 0 0 0

2 303 883 910 54 383 747 802 510 216 38 299 097 240 905 117 106 722 545

(22)

China A-Shares China Equity Climate Impact Consumer Innovators

Uitgedrukt in USD USD EUR EUR

Toelich tingen

Overzicht van de netto-activa

Activa 123 867 338 2 205 430 056 2 225 622 363 840 957 168

Effectenportefeuille tegen kostprijs 74 569 781 1 563 939 315 1 636 995 262 609 482 604

Latente winst/(verlies) op de portefeuille 45 770 309 592 132 075 527 380 818 209 607 670

Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 120 340 090 2 156 071 390 2 164 376 080 819 090 274

Opties tegen marktwaarde 2,15 0 0 0 0

Netto latente winst op financiële instrumenten 2,11,12,13 0 0 7 618 85 021

Contanten op rekening en termijndeposito's 3 492 157 35 477 551 57 256 120 18 336 907

Overige activa 35 091 13 881 115 3 982 545 3 444 966

Passiva 173 546 4 425 134 12 034 900 3 966 229

Opties tegen marktwaarde 2,15 0 0 0 0

Bankkredieten 0 0 0 0

Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,11,12,13 0 0 0 0

Overige passiva 173 546 4 425 134 12 034 900 3 966 229

Intrinsieke waarde 123 693 792 2 201 004 922 2 213 587 463 836 990 939

Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen

Inkomsten uit beleggingen en activa, netto

1 098 013 11 444 526 13 825 096 3 142 191

Beheerloon 3 824 380 14 354 740 16 921 215 6 593 122

Rente 0 5 253 257 295 95 834

Interesten op swaps 2 0 0 0 0

Overige vergoedingen 6 193 702 3 327 608 4 493 608 1 803 628

Taksen 7 18 988 550 293 555 680 376 220

Prestatievergoedingen 5 0 0 0 0

Transactiekosten 21 218 136 2 353 685 1 683 522 501 912

Distributiekosten 4 7 152 732 48 389 44 205

Totaal kosten 1 255 213 20 744 311 23 959 709 9 414 921

Nettoresultaat uit beleggingen (157 200) (9 299 785) (10 134 613) (6 272 730)

Gerealiseerd nettoresultaat op:

Effectenportefeuille 2 10 369 334 67 133 335 44 169 275 21 848 014

Financiële instrumenten 2 90 610 2 579 479 (132 275) 65 468

Gerealiseerd nettoresultaat 10 302 744 60 413 029 33 902 387 15 640 752

Variatie latente nettowinst/(verlies) op:

Effectenportefeuille 29 681 487 464 557 842 344 809 439 145 549 589

Financiële instrumenten 0 0 7 618 85 021

Resultaat van de verrichtingen 39 984 231 524 970 871 378 719 444 161 275 362

Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) 12 271 609 1 064 328 135 753 797 130 335 219 043

Uitgekeerde dividenden 8 (1 400) (266 826) (4 492 966) (699 757)

Toename/(afname) van het nettovermogen over het boekjaar/boekperiode

52 254 440 1 589 032 180 1 128 023 608 495 794 648

Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode

71 439 352 611 972 742 1 085 563 855 341 196 291

Herberekening van de gecombineerd NIW aan het begin

0 0 0 0

Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode

123 693 792 2 201 004 922 2 213 587 463 836 990 939

(23)

Disruptive

Technology Emerging Bond Emerging Bond

Opportunities Emerging Equity Emerging Multi-Asset

Income Energy Transition

EUR USD USD USD USD EUR

2 386 900 908 778 422 067 493 767 997 866 052 941 94 607 074 2 103 581 355 1 684 467 054 753 437 800 463 724 704 607 614 521 85 570 144 1 542 747 894

617 479 321 3 855 468 11 093 946 226 789 503 6 383 455 416 466 316

2 301 946 375 757 293 268 474 818 650 834 404 024 91 953 599 1 959 214 210

0 0 0 0 468 096 0

2 259 481 5 597 562 3 483 955 0 1 178 209 26 118 347

78 567 142 4 945 999 6 687 789 29 553 289 278 285 0

4 127 910 10 585 238 8 777 603 2 095 628 728 885 118 248 798

7 221 664 899 917 19 610 573 3 298 455 205 867 145 736 254

0 0 0 0 0 0

1 600 000 0 5 369 0 0 419 281

0 0 0 3 0 0

5 621 664 899 917 19 605 204 3 298 452 205 867 145 316 973

2 379 679 244 777 522 150 474 157 424 862 754 486 94 401 207 1 957 845 101

7 819 658 46 119 419 26 580 590 15 215 970 3 861 415 1 951 258

20 480 111 4 192 809 4 396 154 10 899 144 568 631 4 962 848

332 986 13 505 32 265 27 541 11 488 61 474

0 26 022 964 985 0 23 157 0

5 703 604 1 574 442 1 024 189 3 086 800 313 728 1 665 090

1 129 871 148 238 234 931 477 402 58 269 361 863

0 0 0 0 0 0

798 589 45 000 125 339 1 216 687 145 605 3 198 199

211 107 23 017 8 144 42 221 0 76 994

28 656 268 6 023 033 6 786 007 15 749 795 1 120 878 10 326 468

(20 836 610) 40 096 386 19 794 583 (533 825) 2 740 537 (8 375 210)

127 311 860 (11 896 783) (9 264 909) 86 400 410 (5 829 095) 280 565 379

15 155 407 17 970 317 1 904 481 (26 763) 1 659 495 3 995 189

121 630 657 46 169 920 12 434 155 85 839 822 (1 429 063) 276 185 358

437 090 937 (15 111 000) (1 909 949) (1 765 012) 855 292 405 067 385

2 155 539 2 347 376 1 357 552 (3) 1 066 614 25 365 654

560 877 133 33 406 296 11 881 758 84 074 807 492 843 706 618 397

860 019 433 (320 579 347) (79 597 480) (239 899 511) (24 086 151) 1 113 129 001

(2 475 026) (2 886 674) (9 433 323) (1 101 755) (2 021 007) (669 604)

1 418 421 540 (290 059 725) (77 149 045) (156 926 459) (25 614 315) 1 819 077 794

961 257 704 1 067 581 875 551 306 469 1 019 680 945 120 015 522 138 767 307

0 0 0 0 0 0

2 379 679 244 777 522 150 474 157 424 862 754 486 94 401 207 1 957 845 101

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gemeente Bussum heeft deze onzekerheid in de jaarrekening 2015 na de toelichting op de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen

Onze werkzaamheden voor de controle van het project hebben zich met name gericht op een beoordeling van de aannames inzake de geraamde kosten en opbrengsten, de gehanteerde

De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen en ontdekken van fraude en het naleven van wet- en regelgeving (hierna: onregelmatigheden) berust zowel bij het algemeen bestuur

Wij zijn van mening dat verschillen zoveel mogelijk door het college van Gedeputeerde Staten moeten worden gecorrigeerd, echter wij kunnen instemmen met de overwegingen van

Daarnaast is met betrekking tot de jeugdzorg voor een bedrag van € 90.541 aan onzekerheden gerapporteerd door de accountant van de gemeente Maastricht.. Ook deze onzekerheden hebben

Wij zijn van mening dat verschillen zoveel mogelijk door het college moeten worden gecorrigeerd, echter wij kunnen instemmen met de overwegingen van het college om deze verschillen

Bij het halen van uw kind(eren) willen wij vragen of u bij het bordes van de peuteropvang ingang te wachten tot dat wij naar buiten komen met uw kind(eren).. Of buiten de hekken van

Deze kosten omvatten in het bijzonder: de beheerkosten; de kosten voor de depotbank; de kosten voor de rekeninghouder, [in voorkomend geval]; de kosten voor