Benodigdheden en reglementen voor het spelen van verschillende volksspelen: 1. KRULBOL

Benodigdheden en reglementen voor het spelen van verschillende volksspelen:

1. KRULBOL

 nodig: 5 krulbollen, 3 vierkanten op de vloer getekend, vlakke, niet verharde ondergrond

 reglementen: de krulbollen worden gebold en om te scoren dienen ze om te vallen in een vierkant. Hoe dichter bij het centrum hoe meer punten. De gespeelde bollen moeten blijven liggen tijdens het spel.

2. PIERBOL

 nodig: 10 kegels, 1 pierbol, een vlakke, niet te gladde ondergrond van ongeveer 4 op 4 meter

 reglementen: iedere deelnemer krijgt 2 pogingen. Telkens dient men eerst achter "de zot" te passeren om geldig te kunnen scoren. Na de eerste poging moeten alle omgevallen kegels blijven liggen, behalve "de zot" die men terug moet rechtzetten en die dan ook terug in aanmerking komt voor punten.

 opmerking: gezien het gewicht van de pierbol kan dit spel niet gespeeld worden op een gladde vloer.

3. TROU-MADAME

 nodig: 1 trou-madame, 10 bollen, een vlakke ondergrond

 reglementen: Op een afstand van 5 meter de bollen rollen naar de trou-madame. Na de optelling van de punten mag je de totale som vermenigvuldigen met 10.

 voorbeeld: 1ste poging: 6 punten, tweede poging: 5 punten, derde poging: 9 punten.

Totaal: 20 punten, x 10 is 200 punten.

4. TONSPEL

 nodig: 1 tontafel, 12 koperen schijven, 1 tafel

 reglementen: van op 2 meter afstand van de tafel de schijven werpen met de bedoeling de schijven te laten verdwijnen in de gaten en/of gleuf.

5. TOPTAFEL

 nodig: 1 toptafel, 15 kegeltjes, 1 tolletje, 1 touwtje, 1 tafel of een paar schragen

 puntenverdeling: hoeken = 50 punten, de koning = 100 punten, andere kegeltjes = 10 punten

 reglement: eerst het touwtje rond het tolletje winden (van onder naar boven), het tolletje klaarzetten in de tafel en daarna een flinke ruk geven aan het touwtje; het tolletje draait rond en werpt de kegeltjes om.

6. TAFELKEGEL

 benodigdheden: 1 tafelkegeltafel, 9 kegels

 puntenverdeling: 10 punten per omgevallen kegel

 reglement: de bol moet in een heen- en terugkomende beweging in aanraking komen met de kegels. De bol rond de tafel laten draaien is verboden. Je krijgt twee

pogingen. Na de eerste poging blijven de omgevallen kegels liggen. Na de tweede poging worden de omgevallen kegels geteld.

7. SJOELBAK

 benodigdheden: 1 sjoelbak, 30 schijven, 1 of 2 tafels of een paar schragen

 reglement: de 30 schijven spelen naar de poortjes. Bij de puntentelling komen alleen de schijven in aanmerking die helemaal door de poortjes zijn gepasseerd.

 puntenverdeling: zie boven de poortjes. De totale som vermenigvuldigen met 5.

8. SCHIJFSCHIETEN

 benodigdheden: 1 schijfschietbak, 12 koperen schijven, 1 tafel

 reglement: met de schijven zoveel mogelijk blokjes of ‘gaaien’ proberen af te werpen.

Elk afgeschoten blokje is een punt waard.

9. PUDEBAK

 benodigdheden: pudebaktafel, 10 koperen schijven

 reglement: met de koperen schijven wordt er naar de gapende kikvors, een rad, twee bruggetjes en gaten gegooid. De schijven belanden in bakjes met hoge en lage puntenwaarde.

10. STELTLOPEN

 benodigdheden: stelten

 reglement: neem 2 stelten waarbij de opstapjes op dezelfde hoogte staan.