Advies
Jaarrekening 2015
Gemeenschappelijke Regeling Breed
Gemeente Nijmegen
Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Danny Ederveen
Peggy van Gemert RA/AA April 2016
Inhoudsopgave
1. Inleiding 3
1.1. Tijdschema zienswijze 3
1.2. Werkwijze Adviesfunctie 3
2. Advies 4
3. Bevindingen 5
3.1. Ontwikkelingen 5
3.2. Controleverklaring en bevindingen accountant 5
3.3. Financieel 6
3.4. Weerstandsvermogen en risico’s 12
Bijlage 1: Overzicht bijdragen deelnemende gemeenten 2015 13
1. Inleiding
In de jaarstukken legt de GR Breed verantwoording af over het gevoerde beleid in 2015. De deelnemende gemeenten worden gevraagd hun zienswijze hierop mede te delen.
Om individuele gemeenten te helpen bij de beoordeling van de jaarstukken hebben de gemeenten in de Regio Nijmegen de Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen opgericht (hierna:
Adviesfunctie). De Adviesfunctie beoordeelt de jaarstukken en brengt hierover advies uit aan de regiogemeenten.
Deze notitie bevat de uitkomsten van de beoordeling van de jaarstukken 2015 van de GR Breed. Op 21 april 2016 hebben wij onze bevindingen besproken met dhr. Ramakers, Controller van de GR Breed.
1.1. Tijdschema zienswijze
De GR Breed heeft de jaarstukken 2015 verzonden naar de deelnemende gemeenten en de
Adviesfunctie. In de aanbiedingsbrief wordt u verzocht om 15 juni 2016 uw zienswijze hierover mede te delen aan het Dagelijks Bestuur van de GR Breed. Het Algemeen Bestuur behandelt en stelt de jaarstukken vast in haar vergadering van 13 juli 2016.
Daarmee wordt nagenoeg voldaan aan de planning zoals deze is opgenomen in de
Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen 2017. Hierin is opgenomen om 17 juni 2016 uw zienswijze hierover mede te delen aan het Dagelijks Bestuur van de GR Breed. Het Algemeen Bestuur dient vóór 15 juli 2016 de jaarstukken te behandelen, vast te stellen en te verzenden naar GS en het CBS.
1.2. Werkwijze Adviesfunctie
De gemeenten in de regio Nijmegen hebben besloten dat de begroting en jaarstukken van een aantal gemeenschappelijke regelingen worden beoordeeld door een Adviesfunctie. Op verzoek is deze gepositioneerd bij de gemeente Nijmegen.
Uitgangspunt zijn de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen 2017, vastgesteld door de deelnemende gemeenten, waaraan wordt getoetst. De beoordeling richt zijn op de financiële verantwoording en het voorstel over de bestemming van het resultaat. Hieronder valt de financiële positie in relatie tot de risico´s. Daarmee valt een inhoudelijke beoordeling van geleverde prestaties buiten de scope van de Adviesfunctie.
Op basis van de accountantscontrole gaat de Adviesfunctie uit van de juistheid van de
jaarrekeningcijfers en richt de Adviesfunctie zich op een beoordeling hiervan. Daarbij worden de bevindingen in het accountantsverslag meegenomen.
2. Advies
Indien u naast de financiële verantwoordingen kunt instemmen met de inhoudelijke taak- en prestatieverantwoordingen, adviseren wij de deelnemende gemeenten en in het verlengde hiervan het AB van de GR Breed om:
1. In te stemmen met de Jaarverslag 2015 van de GR Breed;
2. In te stemmen met, naar ons mondeling is medegedeeld door dhr. Ramakers, het in de DB vergadering van 16 maart 2016 gedane voorstel resultaat bestemming over het jaar 2015:
A. Het negatieve resultaat 2015 van € 459.000 ten laste te brengen van de algemene reserve en;
B. Het positieve incidentele resultaat uit vrijval voorziening reorganisatie van € 838.000 in mindering te brengen op de vordering gemeenten inzake de reorganisatiesubsidie (financiële vaste activa) en;
C. Bovenstaande positieve incidentele resultaat van € 838.000 te dekken middels een onttrekking uit de algemene reserve en;
D. De bestemmingsreserve van € 716.000 toe te voegen aan de algemene reserve aangezien de activiteiten van de GR Breed per januari 2016 overgaan naar het WerkBedrijf en de grondslag onder deze bestemming is vervallen.
3. Bevindingen
3.1. Ontwikkelingen
In het voorwoord en de inleiding van de jaarstukken 2015 noemt de GR Breed de volgende belangrijkste ontwikkelingen:
Vanaf 2016 wordt gewerkt vanuit het WerkBedrijf Rijk van Nijmegen en de werkzaamheden uit de GR Breed is daarin geïntegreerd.
Het lukte om voor 60% (geraamd 62%)van de SW-medewerkers een werkplek buiten de muren van de GR Breed te vinden. De doelstelling was om in 2017 een percentage van 85% te behalen.
Op basis van de uitkomsten zal deze doelstelling naar verwachting bijgesteld moeten worden naar 75 à 80%.
Op 13 oktober werd een principeakkoord bereikt en kon na de achterbanraadpleging het definitief sociaal plan worden ondertekend.
Op 1 januari 2016 gingen alle SW-medewerkers en relaties over naar het WerkBedrijf. Dit gold nog niet voor de indirecte medewerkers.
Het financiële resultaat van 2015 is een verlies van € 0,5 miljoen. Dit is een positieve bijstelling op de begroting van € 2,0 miljoen.
Het verlies van € 0,5 miljoen bestaat uit een nadelig subsidieresultaat van € 3,2 miljoen (N), een voordelig bedrijfsresultaat van € 1,5 miljoen(V) en incidentele baten en lasten van per saldo € 2,1 miljoen (V). Vervolgens is van de incidentele baten weer een bedrag van € 0,9 miljoen(N) in de reserve gestort.
De afwijking ten opzichte van de begroting bestaat uit een meevallend subsidieresultaat van
€ 0,9 miljoen (V), een nadeliger bedrijfsresultaat van € 0,1 miljoen(N) en uit de niet geraamde incidentele baten en lasten van € 2,2 miljoen(V), waarvan 0,9 miljoen(N) aan de reserves is toegevoegd, zodat uiteindelijk een voordeel ten opzichte van de begroting is gerealiseerd van
€ 2 miljoen.
3.2. Controleverklaring en bevindingen accountant
De concept jaarstukken 2015 van de GR Breed zijn door de accountant gecontroleerd. Wegens een interne audit heeft de accountant de controleverklaring ten tijde van het opstellen van dit advies nog niet kunnen verstrekken. In een mail d.d. 15 april 2016 heeft de accountant aangegeven
voornemens te zijn om bij de jaarrekening 2015 een goedkeurende controleverklaring voor zowel de getrouwheid als de financiële rechtmatigheid te verstrekken. Indien zich omstandigheden voordoen voor de vergadering van het Algemeen Bestuur die aanpassing van de jaarrekening noodzakelijk maken, dan moeten deze nog voor de vergadering aangebracht worden en dan ontstaat voor de accountant een nieuwe situatie.
3.3. Financieel
Onderstaand is een uitgebreide financiële toelichting gegeven op de componenten uit de jaarrekening.
Subsidieresultaat
Programmarekening Realisatie Begroot Realisatie
(bedragen x € 1.000) 2015 2015 2014
Salaris subsidie Wsw 50.114 48.909 51.723
Salarissen SW-medewerkers -50.983 -50.296 -52.859 Overige kosten SW-medewerkers -2.324 -2.694 -2.769 Subsidieresultaat -3.193 -4.081 -3.905
Berekening subsidie Wsw begroot 2015
Programmarekening Aantal SE Per SE Totaal
(bedragen x € 1) 2015
Wsw subsidie deelnemende gemeenten 1.882 25.847 48.644.054
Doorbelasting salariskosten WIW/ID 264.946
Totaal subsidie Wsw 48.909.000
Totaal subsidie gemeenten (* € 1.000) 48.909
Wsw subsidie 2015 per gemeente decembercirculaire 2015 Wsw subsidie per gemeente
(bedragen x € 1)
Bijdrage 2015
Beuningen 3.401.957
Druten 2.753.734
Groesbeek 5.344.226
Heumen 1.604.375
Millingen aan de Rijn 0
Nijmegen 28.923.346
Ubbergen 0
Wijchen 5.847.796
West Maas en Waal 1.766.807
Totaal subsidie gemeenten 49.642.240
Totaal subsidie gemeenten (* € 1.000) 49.642
Berekening subsidie Wsw werkelijk 2015
Programmarekening Aantal SE Per SE Totaal
(bedragen x € 1) 2015
Decembercirculaire 2015 deelnemende gemeenten 1.891,8 26.241 49.642.240
Doorbelasting salariskosten WIW/ID 263.874
Buitengemeenten voor GR Breed -30,9 25.600 -789.954
GR Breed voor buitengemeenten 41,6 25.600 1.065.728
Correctie voorgaande jaren -67.804
Totaal subsidie Wsw 50.114.084
Totaal subsidie gemeenten (* € 1.000) 50.114
Het subsidieresultaat is ten opzichte van de begroting 2015 € 0,9 miljoen positiever uitgevallen. Dit wordt veroorzaakt doordat de subsidie Wsw is gestegen met € 1,2 miljoen, de salarissen SW- medewerkers zijn gestegen met € 0,7 miljoen en de overige kosten SW-medewerkers zijn gedaald met € 0,4 miljoen.
De toename van de Wsw subsidie is voor 75% het gevolg van een hoger subsidiebedrag en 25% komt door een hoger toegekende aantal SE. De subsidietoekenning is in tegenstelling tot voorgaande jaren niet meer gebaseerd op de taakstelling en realisatie 2015, maar op een aanname van de SE’s op basis van de jaarcijfers 2014. Er kan daardoor een verschil ontstaan tussen de gesubsidieerde SE’s en de gerealiseerde SE’s. In 2015 is er voor 31 SE meer subsidie gekregen dan de uiteindelijke realisatie in 2015 (basis voor de subsidie 2015: 1.891,77 SE; werkelijke realisatie in 2015: 1.860,71 SE).
De gemiddelde SW-formatie (excl. Begeleid Werkers) steeg ten opzichte van de begroting 2015 met 8 SE (werkelijk 2015: 1.802 SE; begroot 2015: 1.794 SE).De gemiddelde salariskosten 2015 per SE bedragen € 28.292 ten opzichte van € 28.035 begroot en wijken daarmee nauwelijks af.
Het subsidieresultaat is ten opzichte van 2014 met € 0,7 miljoen verbeterd. Dit wordt veroorzaakt doordat de subsidie Wsw is gedaald met € 1,6 miljoen, de salarissen SW-medewerkers zijn gedaald met € 1,9 miljoen en de overige kosten SW-medewerkers ook zijn gedaald met € 0,4 miljoen. De gemiddelde SW-formatie (excl. Begeleid Werkers) daalde ten opzichte van 2014 met 93 SE (werkelijk 2015: 1.802 SE; werkelijk 2014: 1.895 SE).De gemiddelde salariskosten 2015 per SE bedragen € 28.292 ten opzichte van € 27.894 in 2014 en zijn daarmee licht gestegen.
Bedrijfsresultaat
Programmarekening Realisatie Begroot Realisatie
(bedragen x € 1.000) 2015 2015 2014
Netto omzet 11.422 12.073 11.975
Grond- en hulpstoffen -283 -278 -646
Toegevoegde waarde 11.139 11.795 11.329
Overige bedrijfsopbrengsten 80 59 1.014 Netto bedrijfsopbrengsten 11.219 11.854 12.343
Salarissen ambtelijke medewerkers -7.614 -7508 -7.375 Afschrijvingen vaste activa -20 -24 -31
Huur/Lease -192 -182 -223
Onderhoudskosten -609 -859 - 749
Energie -183 -219 -226
Rentebaten/lasten -78 -76 -123
Overige bedrijfskosten -1.036 -1.380 -1.403 Totaal bedrijfskosten -9.732 -10.248 -10.130
Bedrijfsresultaat 1.487 1.606 2.213
Het bedrijfsresultaat 2015 is ten opzichte van de begroting 2015 € 0,1 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door:
1) Een afname van de netto bedrijfsopbrengsten van € 0,6 miljoen. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
In de werkvorm groepsdetacheringen is in 2015 een omzet gerealiseerd van € 3,8 miljoen ten opzichte van € 4,3 miljoen begroot in 2015. Het negatieve verschil van € 0,5 miljoen komt enerzijds door een lager aantal werknemers in deze werkvorm en anderzijds door een daling van het aantal productieve uren. De transitie van het Leerwerkbedrijf Schoonmaak is later voltooid en met minder medewerkers dan begroot. Ook binnen de werksoort Groen is het aantal medewerkers achtergebleven bij de verwachting. Ook het aantal productieve uren per medewerker staat onder druk en liep achter bij de begroting (-
€ 0,2 miljoen). Dit is echter gecompenseerd doordat het gemiddelde uurtarief hoger is dan begroot (+€ 0,2 miljoen).
In de werkvorm individuele detacheringen is in 2015 een omzet gerealiseerd van € 5,4 miljoen ten opzichte van € 5,7 miljoen begroot in 2015. Ook hier zijn het aantal gedetacheerde medewerkers en het aantal productieve uren lager dan begroot (-0,4 miljoen). Dit is deels gecompenseerd doordat het gemiddelde uurtarief hoger is dan begroot (+0,1 miljoen).
In de werkvorm Leerwerkbedrijven is een omzet gerealiseerd van € 1,7 miljoen ten opzichte van € 1,7 miljoen begroot in 2015. De transitie naar een
arbeidsbemiddelingsbedrijf heeft bij de medewerkers op de beschutte werkplekken wel tot onrust geleid waardoor het ziekteverzuimpercentage en de productiviteit nadelig zijn beïnvloed. De doorstroom van de medewerkers van de Leerwerkbedrijven naar
arbeidsbemiddeling is echter ook vertraagd waardoor de bedrijfsopbrengsten per saldo niet bij de begroting zijn achtergebleven.
Bij de bedrijfsopbrengsten bij de overige bedrijfsonderdelen is in 2015 een omzet
gerealiseerd van € 0,2 miljoen ten opzichte van € 0,1 miljoen begroot in 2015. Het betreft hier opbrengsten van de proeftuin voor het WerkBedrijf en de bijdrage van de gemeenten in bestuurs- en beheerskosten.
2) Een afname van de bedrijfskosten van € 0,5 miljoen. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
Een afname van de onderhoudskosten van € 0,3 miljoen als gevolg van besparingen op onderhoud van zowel de automatisering als de gebouwen.
Een afname van de overige bedrijfskosten van € 0,3 miljoen als gevolg van besparingen op diverse onderdelen.
Een stijging van de salarissen ambtelijke medewerkers van € 0,1 miljoen. Enerzijds is hier een structurele besparing gerealiseerd van € 0,5 miljoen. Als gevolg van een aantal
incidentele posten zijnde: personele voorziening +€ 0,1 miljoen, activering vakantiegeld als gevolg van nieuwe BBV richtlijnen +€ 0,1 miljoen, verlofdagen +€ 0,2 miljoen en extra investering in de professionalisering van de indirecte formatie is deze structurele besparing in de realisatie 2015 niet terug te vinden. De werkelijke gemiddelde formatie voor 2015 (102 fte) was ook lager dan de begrote formatie voor 2015 (109 fte). De gemiddelde salariskosten voor de vaste formatie zijn voor 2015 € 64.010 ten opzichte van € 64.440 begroot.
Het bedrijfsresultaat 2015 is ten opzichte van 2014 € 0,7 miljoen lager. Dit wordt veroorzaakt door:
1) Een afname van de netto bedrijfsopbrengsten van € 1,1 miljoen. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
In de werkvorm groepsdetacheringen is in 2015 een omzet gerealiseerd van € 3,8 miljoen ten opzichte van € 2,5 miljoen in 2014. Dit positieve verschil is voor € 0,8 miljoen toe te wijzen aan de transitie van het Leerwerkbedrijf Schoonmaak in de eerste helft van 2015.
Verder is in 2015 de werksoort productie, logistiek en magazijn (+€ 0,4 miljoen) en groen (+€ 0,2 miljoen) verder uitgebreid.
In de werkvorm individuele detacheringen is in 2015 een omzet gerealiseerd van € 5,4 miljoen ten opzichte van € 5,3 miljoen in 2014. Dit komt door een verbetering van 1% van zowel het tarief als de productiviteit.
In de werkvorm Leerwerkbedrijven is een omzet gerealiseerd van € 1,7 miljoen ten opzichte van € 3,5 miljoen in 2014. Dit is voor een deel toe te wijzen aan de transitie van Leerwerkbedrijf Schoonmaak en AFAC (-€ 1,1 miljoen). Verder is de daling veroorzaakt doordat er minder medewerkers bij de Leerwerkbedrijven zijn door natuurlijke uitstroom en door de overgang van medewerkers naar arbeidsbemiddeling. Door de beweging naar arbeidsbemiddeling (met name werkvorm groepsdetacheringen) is deze daling ook voorzien. De stijging van het ziekteverzuimcijfer in 2015 bij de beschutte werkplekken is onvoorzien en zal verder worden opgepakt. Naar verwachting leidt dit weer tot een hogere bedrijfsopbrengst in 2016.
Bij de bedrijfsopbrengsten bij de overige bedrijfsonderdelen is in 2015 een omzet gerealiseerd van € 0,2 miljoen ten opzichte van € 1,0 miljoen begroot in 2015. De daling wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat in 2014 de laatste bonussen begeleid werken zijn
2) Een afname van de bedrijfskosten van € 0,4 miljoen. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn:
Een afname van diverse overige bedrijfskosten van € 0,6 miljoen. Gedurende 2015 zijn kostenreducties ingezet op onderhoudskosten gebouwen, ICT uitgaven, reclamekosten en consultancy om de lagere bedrijfsopbrengsten te compenseren.
Een stijging van de salarissen ambtelijke medewerkers van € 0,2 miljoen. Deze stijging wordt echter veroorzaakt door een aantal incidentele posten van in totaal € 0,4 miljoen (zie voorgaande analyse ten opzichte van de begroting 2015). De werkelijke gemiddelde formatie voor 2015 (102 fte) was iets hoger dan de formatie 2014 (101 fte). De gemiddelde salariskosten voor de vaste formatie zijn voor 2015 € 64.010 ten opzichte van € 63.970 in 2014.
Incidentele baten en lasten
Programmarekening Realisatie Begroot Realisatie
(bedragen x € 1.000) 2015 2015 2014
Incidentele baten 2.507 0 5.171
Incidentele lasten -370 0 0
1) De incidentele baten 2015 betreffen hoofdzakelijk:
Reorganisatie bijdrage gemeenten van € 0,9 miljoen (begroot 2015: € 0; werkelijk 2014: € 2,3 miljoen). De deelnemende gemeenten hebben in 2015 in totaal € 0,9 miljoen extra subsidie verstrekt. Conform het bestuursbesluit is deze € 0,9 miljoen verantwoord in de programmarekening 2015 en vervolgens via een vermogensmutatie in mindering gebracht op de langlopende vordering (financiële vaste activa).
Vrijval voorziening reorganisatiekosten € 0,8 miljoen (begroot 2015 € 0; werkelijk 2014: € 0,4 miljoen). Deze voorziening is in 2012 gevormd ten behoeve van alle kosten die de reorganisatie met zich meebrengt, met als doel om de GR Breed om te vormen tot een arbeidsbemiddelingsbedrijfs. Deze verplichting heeft hoofdzakelijk betrekking op personele kosten van niet geplaatste ambtelijke medewerkers en tijdelijke transitie inhuur voor het afbouwen van een aantal activiteiten. Met name door eerdere terugkeer naar de
arbeidsmarkt zijn de totale kosten voor de reorganisatie in 2015 bijgesteld met -€ 0,8 miljoen. De werkelijke kosten (ten laste van de voorziening gebracht) bedroegen € 1,1 miljoen ten opzichte van € 1,8 miljoen begroot.
Verloop voorziening reorganisatie
Voorziening reorganisatie X € 1.000
Stand per 1 januari 2015 3.540
Af onttrekkingen 1.131
Af vrijval 838
Stand per 31 december 2015 1.571
Bijdrage sectorplan Wsw 2015 € 0,3 miljoen (begroot 2015: € 0; werkelijk 2014: € 0). In 2015 is een motie aangenomen, waarin de regering werd verzocht binnen de middelen van
de Regeling cofinanciering sectorplannen € 30 miljoen toe te wijzen aan herstructurering van bedrijven in de sociale werkvoorziening. De GR Breed heeft hierop een plan ingediend om aanspraak te kunnen maken op deze gelden en voor ruim € 0,6 miljoen toegewezen gekregen. Hiervan is € 0,3 miljoen als incidentele baat verantwoord in 2015. Het resterende deel zal worden gerealiseerd in 2016.
Teruggaaf sociale lasten 2012-2014 € 0,3 miljoen (begroot 2015: € 0; werkelijk 2014: € 0).
Verzekeringsgelden brandschade 2015 € 0,1 miljoen (begroot 2015: € 0; werkelijk 2014: € 0). Het betreft hier een uitkering van de verzekering in verband met brandschade in de ICT serverruimte.
2) De incidentele lasten 2015 betreffen hoofdzakelijk:
Dotatie voorziening integratie WerkBedrijf van € 0,3 miljoen (begroot 2015: € 0; werkelijk 2014: € 0). Het betreft hier een nieuw gevormde voorziening vanwege de overgang van de Wsw naar het WerkBedrijf. De personele invulling van het WerkBedrijf zal vanaf 1 april 2016 plaatsvinden. Deze invulling zal in eerste instantie worden gedaan vanuit de
medewerkers van de GR Breed en de medewerkers van de vroegere afdelingen Werk van de deelnemende gemeenten. Eventuele meerkosten of kosten voor niet geplaatste medewerkers blijven conform het sociaal plan achter bij de latende partijen. Om deze kosten te kunnen dekken is een voorziening gevormd voor € 0,3 miljoen.
Verloop voorziening integratie WerkBedrijf
Voorziening integratie WerkBedrijf X € 1.000
Stand per 1 januari 2015 0
Bij dotaties 315
Stand per 31 december 2015 315
Directe kosten brandschade € 0,1 miljoen. (begroot 2015: € 0; werkelijk 2014: € 0). Dit in verband met brandschade in de ICT serverruimte.
Toevoegingen en onttrekkingen reserves
Programmarekening Realisatie Begroot Realisatie
(bedragen x € 1.000) 2015 2015 2014
Toevoeging reserves 890 0 2.300
Onttrekking reserves 0 0 0
De toevoeging aan de reserve van 0,9 miljoen betreft de extra subsidie van de deelnemende gemeenten welke conform het bestuursbesluit is verantwoord in de programmarekening 2015 en vervolgens via een vermogensmutatie in mindering is gebracht op de langlopende vordering (financiële vaste activa).
3.4. Algemene reserve, Weerstandsvermogen en risico’s
In de jaarrekening 2015 is evenals voorgaande jaren een hoofdstuk weerstandsvermogen en risicobeheersing opgenomen. In april 2015 is door de GR Breed een concept notitie
weerstandsvermogen opgesteld waarin actualisatie van de risico’s heeft plaatsgevonden.
Actualisatie van de risico’s na bovenstaande datum is voor de GR Breed in 2015 niet meer aan de orde geweest aangezien alle activiteiten per 1 januari 2016 worden uitgevoerd door het
WerkBedrijf. Het WerkBedrijf heeft wel een notitie weerstandsvermogen gemaakt, waarin ook de SW-activiteiten zijn opgenomen.
Gezien deze overgang van de GR Breed naar het Werkbedrijf is dit onderdeel verder hier niet meer van belang.
Verloop algemene reserve 2015 na bestemming resultaat 2015
Algemene Reserve X € 1.000
Stand per 1 januari 2015 (=31-12-2014) 2.606
Bij bestemming resultaat 2014 55
Bij toevoegingen 890
Af onttrekkingen -890
Stand per 31 december 2015 (voor bestemming) 2.661 resultaatbestemmingsvoorstel
Resultaat 2015 -459
Te onttrekken vordering gemeenten -838
Bestemmingsreserve naar algemene reserve 716 Stand per 31 december 2015 (na bestemming) 2.080
Bijlage 1: Overzicht bijdragen deelnemende gemeenten 2015
Overzicht bijdragen bestuurs- en beheerskosten deelnemende gemeenten Bijdrage per gemeente
(bedragen x € 1)
Bijdrage 2015
Beuningen 4.685
Druten 3.359
Groesbeek 6.347
Heumen 3.005
Nijmegen 30.692
West Maas en Waal 3.376
Wijchen 7.535
Totale bijdrage gemeenten 59.000
Overzicht bijdragen reorganisatiekosten deelnemende gemeenten Bijdrage per gemeente
(bedragen x € 1)
Bijdrage 2015
Beuningen 64.450
Druten 54.697
Groesbeek 103.034
Heumen 33.073
Nijmegen 485.493
West Maas en Waal 35.193
Wijchen 114.059
Totale bijdrage gemeenten 890.000