• No results found

Weergave van ‘Een fraij gesicht’, het Leidse huis in de 17de eeuw. Een poging tot typologisering

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van ‘Een fraij gesicht’, het Leidse huis in de 17de eeuw. Een poging tot typologisering"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eenfraijgesicht, het Leidsche huis in de 17 d e eeuw

Een poging tot typologiesering

Edwin Orsel

Inleiding

Seriebouw? D o o r s n e e w o n i n g ? Rijtjeshuis? Dit artikel handelt over een veelvuldig toepast huistype in het 17de-eeuwse Lei­

den. Het is een resultaat van circa vijf j a a r b o u w h i s t o r i s c h onderzoek d o o r de auteur, verbonden aan het bureau M o n u ­ menten en Archeologie ( M & A ) van de g e m e e n t e Leiden. Het o n d e r z o e k poogt s y s t h e m a t i s c h een intergraal beeld te vor­

m e n van de b o u w k u n d i g e erfenis die L e i d e n rijk is. Het recente bouwhistorische onderzoek in Leiden richt zich min­

der op de g e v e l s , m a a r voornamelijk o p wat zich er achter b e v i n d t . ' Uit vele o n d e r z o c h t e panden k o m t een specifiek beeld naar voren van een algemeen toegepast huistype, met n a m e in de 17de e e u w .

2

Dit artikel tracht een samenvattend overzicht daarvan te g e g e v e n .

3

Voor de o n d e r b o u w i n g van de g e g e v e n s is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van onderzochte panden uit de 17de-eeuwse s t a d s u i t b r e i d i n g e n .

4

Daarnaast zijn ook objecten b e t r o k k e n uit a n d e r e stadsdelen die in dezelfde p e r i o d e of b o u w t r a n t zijn gerealiseerd.

O v e r i g e n s is het stringent denken in huistypologieën enigs­

zins achterhaald. Dit k o m t duidelijk naar voren in de over­

zichtswerken van Vereniging Hendrick de Keijser. Z o werd in het Hel Nederlandse Woonhuis een zeer geordende typologie doorgevoerd, die in de o p v o l g e n d e reeks Huizen in Nederland door dezelfde auteurs niet meer zo streng werd gehanteerd."' Een h u i s t y p e is dus een m e e r a l g e m e e n v o o r k o m e n d e ver­

schijning, maar er zijn wel degelijk variaties a a n w e z i g .

De aanleiding tot een nieuw huistype

N a de reformatie en het bekende ontzet in 1574 brak er een periode van voorspoed voor de stad Leiden aan. Door de toe­

stroom van vele immigranten, voornamelijk verdreven uit de zuidelijke N e d e r l a n d e n , raakte de stad al snel te klein. O m tegemoet te komen aan de woningnood werd de stad in 1 6 1 1 . ten tijde van het Twaalfjarig Bestand, voor het eerst sinds tij­

den weer grootschalig uitgelegd, en wel aan de noordzijde en n o o r d - w e s t z i j d e .

6

D a a r o p v o l g d e n nog t w e e u i t b r e i d i n g e n : pas in 1644 aan de noord-oostzijde en vervolgens in 1658 aan de oostzijde/' Met die uitbreidingen bereikte de stad de huidi­

ge o m v a n g binnen de singels.

L

, r-

t

Aft). 1. Ontwerptekening uit 1643 van Arent van 's-Gravensande. De indeling van dit huis bestaat uit een voor- en achterruimte

(respectievelijk 'voorhuys' en keuken met schoorsteen) met daartussen de bedstede, kast ('botteirij j en het trappenhuis. Aan de achterzijde sluit een achteraanbouw ('somerhuys 'met schoorsteen) en een binnenplaats ('plaets') aan (Regionaal Archief Leiden. PV 30824.2a)

P A G I N A ' S 1 1 - 2 5

(2)

De eerste ontwerpen voor de uitbreiding van 1611 waren nog t r a d i t i o n e e l - m i d d e l e e u w s van o p z e t , s l o t e n a a n o p het bestaande landschap en waren een logische voortzetting van het bestaande water- en w e g e n p l a n .

8

In het uiteindelijke ont­

werp zijn gracht en straat het d o m i n e r e n d e en o r d e n e n d e prin­

cipe, een motief dat herinnert aan de c o n t e m p o r a i n e (Renais­

s a n c e ) I t a l i a a n s e s t e d e b o u w k u n d i g e l i t e r a t u u r .

9

B o v e n d i e n speelde ook de esthetica een rol. zoals blijkt uit de toelichting bij het o n t w e r p d o o r Jan Pietersz, D o u : "sal ook strecken tot vercierende der stad zoals g e n o e m d . . . . gelijck m e d e fraij g e s i c h t . . . " .

1 0

De g e s l o t e n b o u w b l o k k e n w e r d e n o n d e r v e r d e e l d in k a v e l s v a n v e r s c h i l l e n d e o m v a n g .

1 1

De u i t g e z e t t e k a v e l s w e r d e n echter groepsgewijs o p g e k o c h t door projectontwikkelaars en d a a r n a herverkaveld. Dit heeft er toe geleid dat bijvoorbeeld in 1632 o p 870 kavels 1239 huizen werden geteld.

In d e z e uitbreidingen blijkt redelijk c o n s e q u e n t een perceel v o l g e n s een b e p a a l d 'standaard" g e b o u w t y p e te zijn v o l g e ­ bouwd (afb. 1). Het stadsbestuur had invloed op de b o u w w i j ­ ze d o o r m i d d e l van r e g e l g e v i n g ( k e u r e n ) . A l g e m e e n b e k e n d is dat voorschriften ten aanzien van de ' w e l s t a n d der huizen"

werden g e g e v e n , de h o o g t e der panden en met name het over­

hellen van de g e v e l s .

1 2

In de u i t b r e i d i n g van 1644 w e r d e n zelfs c o m p l e t e h u i z e n b l o k k e n , inclusief de voorgevels, d o o r de stadsfabriek Arent van ' s - G r a v e n s a n d e o n t w o r p e n .

1 3

Uit verschillende o n d e r z o c h t e objecten valt af te leiden dat naast de t o e p a s s i n g in de 1 7 d e - e e u w s e u i t b r e i d i n g e n het

" s t a n d a a r d ' g e b o u w t y p e al e e r d e r is t o e g e p a s t binnen de oudere s t a d s o m m u r i n g . Deze panden zijn zonder uitzondering n a 1574 te dateren, zodat de periode van e c o n o m i s c h e voor­

spoed na het ontzet, met de e x p l o s i e v e groei van de b e v o l ­ k i n g s o m v a n g , als k a t a l y s a t o r v o o r de o n t w i k k e l i n g v a n dit g e b o u w t y p e kan worden b e s c h o u w d .

D o o r de latere teloorgang van Leiden zijn thans nog vele van d e r g e l i j k e h u i z e n d e e l s of g r o t e n d e e l s b e w a a r d g e b l e v e n . Latere a a n p a s s i n g e n betreffen vaak enkel v e r v a n g i n g van de v o o r g e v e l en m o d e r n i s e r i n g e n van het interieur. H i e r d o o r vormt de huidige b e b o u w i n g in de 17de-eeuwse uitbreidings­

wijken een goede bron voor bouwhistorisch onderzoek naar 17de-eeuvvse b o u w t r a d i t i e s en - p r i n c i p e s . De huizen lijken volgens een toen gangbare en populaire opzet te zijn ontwik­

keld. A a n de hand van b o u w k u n d i g e f e n o m e n e n aangetroffen in reeds o n d e r z o c h t e huizen zal hierna in het kort een beeld worden geschetst van een dergelijk s t a n d a a r d t y p e .

1 4

De hoofdopzet

De "standaard' huizen in de 17de-eeuwse uitbreidingswijken blijken in hoofdopzet te bestaan uit een voorhuis met recht­

h o e k i g e p l a t t e g r o n d aan en h a a k s op d e straat. H i e r a c h t e r heeft dit v o o r h u i s een b i n n e n p l a a t s en dan t w e e m o g e l i j k e varianten van b e b o u w i n g : of e e n los a c h t e r h u i s dat v i a e e n verbindingsgang met het voorhuis is v e r b o n d e n , of een vaste achteraanbouw.

Het v o o r h u i s is een z o g e n a a m d ' d i e p ' huis, een haaks o p de straat staand g e b o u w op een rechthoekige p l a t t e g r o n d .

1 5

Het

Afb. 2. Herengracht H2, voorgevel gedateerd 1660. De hijsdeur en -balk zijn een latere toevoeging (foto RdMz. foto- en tekeningenarchief)

kent een b e g a n e grond met vaak een verdieping en heeft een z o l d e r v e r d i e p i n g o n d e r een z a d e l d a k tussen twee t o p g e v e l s (afb. 1, 3 . 4 en 11).

De c o n s t r u c t i e van het huis bestaat in het a l g e m e e n uit o p staal g e f u n d e e r d e b a k s t e n e n m u r e n , de zijmuren zijn g e z a ­ menlijk met de b u r e n .

1 6

Het feit dat de huizen gezamelijke zijgevels ( t u s s e n m u r e n ) hebben, geeft aan dat de bij de o u d e ­ re huizen t o e g e p a s t e o s e n d r u p (een strook van één of m e e r voet voor de afvoer van water en ter v o o r k o m i n g van brand­

overslag, afkomstig uit de h o u t b o u w ) niet meer wordt toege­

p a s t .

1 7

De voorgevel is een veelal een bakstenen trapgevel op vlucht (afb. 2). D e entree was centraal gepositioneerd, geflankeerd d o o r vensters (afb. 1 en 2). De achtergevel van het voorhuis is vaak een bakstenen tuitgevel met vlechtingen. De vensters waren houten kruisvensters.

N a a s t de toentertijd m o d e r n e e n k e l v o u d i g e v i o e r b a l k l a g e n ,

komen ook huizen voor met een relatief o u d e r w e t s e v l o e r c o n ­

s t r u c t i e : s a m e n g e s t e l d e b a l k l a g e n , b e s t a a n d e uit m o e r - e n

k i n d e r b i n t e n (afb. 3 en 4 ) .

1 8

O n d e r d e h o o f d d r a a g b a l k e n

w a r e n v a a k c o n s o l e s m e t e e n k e n m e r k e n d e p r o f i l e r i n g

g e p l a a t s t (afb. 5 ) . O v e r i g e n s k w a m e n er o o k m e n g v o r m e n

voor. zoals bijvoorbeeld geconstateerd in H o g e w o e r d 185 van

(3)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - I 13

TV

Afb. 3. Nieuwe Rijn 105. een voorhuis van twee bouwlagen met enkelvoudige ba/klagen. Daarachter een dwars achterhuis met zadeldak. Dit gebouw is gebouwd in de stadsuitbreiding van 1658 (tekening E. Orsel)

kort na 1658, O u d e Rijn 4 3 . waarschijnlijk uit de eerste helft van de 17de e e u w en Rapenburg 34 uit 1651 (afb. 6 en 7). D e laatste naar het ontwerp van Arent van 's G r a v e n s a n d e , waar voor de representatieve vertrekken een eikenhouten, samen­

gestelde balklaag is toegepast, terwijl voor de bovenste laag een g r e n e n h o u t e n e n k e l v o u d i g e balklaag g e k o z e n i s .

1 9

Een ander voorbeeld is H e r e n s r a c h t 4 5 uit circa het midden van

de 17de eeuw w a a r het voorvertrek o p de begane grond een

s a m e n g e s t e l d e balklaag kent, terwijl de d a a r a c h t e r gelegen

v e r t r e k k e n e e n e n k e l v o u d i g e b a l k l a a g h e b b e n . D a a r n a a s t

k o m e n er in m a t e r i a a l o o k m e n g v o r m e n v o o r z o a l s e e n

samengestelde grenen balklaag in Rapenburg 65 uit 1624 en

R a p e n b u r g 36 uit 1 6 5 1 . ook naar het ontwerp van Arent van

's G r a v e n s a n d e , of Apothekersdijk 28 uit de eerste helft van

(4)

4. Nieuwe Rijn 97, een voorhuis, kort na 1658, van twee bouwlagen met samengestelde balklagen. Dit gebouw heeft een

achteraanbouw met lessenaarsdak (tekening E.

Orsei)

1

c

=

l

de 17de e e u w .

2 0

Ook varianten met een verdiepingshoutskelet komen voor, zoals G r o e n e s t e e g 14 of Botermarkt 11 (afb. 8).

Deze zijn tot nu toe alleen nog maar aangetroffen in de o u d e ­ re s t a d s g e b i e d e n . Uit het v o o r g a a n d e kan in het a l g e m e e n geconcludeerd worden dat waarschijnlijk om representatieve redenen de voorkeur werd gegeven aan samengestelde balkla­

g e n , liefst u i t g e v o e r d in e i k e n h o u t . V a n w e g e m a t e r i a a l - schaarste tijdens de eind 16de-eeuwse / 17de-eeuwse b o u w - explosie w a s eikenhout echter niet in voldoende mate voor­

handen. Indien een eiken samengestelde balklaag niet tot de mogelijkheid b e h o o r d e , waren er drie opties: een s a m e n g e ­ stelde balklaag in een combinatie van eiken- en grenenhout, een samengestelde balkaag in grenenhout of een e n k e l v o u d i ­ ge balklaag, ook in grenenhout. De laatste vorm lijkt verre­

weg het meest toegepast te zijn (afb. 3, 5 , 9. 11 en 14).

De v l o e r c o n s t r u c t i e s waren o v e r het a l g e m e e n bedoeld o m zichtbaar te zijn. De eiken variant was dan vaak ongeschil- derd. De grenen balklagen werden daarentegen meest geschil­

derd, ofwel in een m o n o c h r o m e kleur of met een voorstelling, of in een enkel geval voorzien van een afwerking zoals een ( l e e m - ) s t u c p l a f o n d .

2 1

De kapconstructies bestaan vaak uit grenenhouten dekbalkspan- ten met daarop een schaar- of driehoekspant met spantbalk (afb.

3 en 1 0 ) .

2 2

In een enkel geval zijn de spantbenen van gekromd eiken, terwijl de rest van de constructie is uitgevoerd in grenen­

h o u t .

2 3

Tussen de spanten zijn vaak hangbalken geplaatst, die de vlieringvloer dragen. Het valt op dat de plaatsing van spanten in samenhang met de balklagen vaak tot onregelmatige afstanden tussen de spanten leidt. Dit hangt samen met het feit dat de plaat­

sing van de balken rekening houdt met de plaats van het trappen­

huis en de rookkanalen van de schouwen.

(5)

B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - 1 ' 5

^1

Afb. 5. Oude Singel 218, een voorhuis van twee bouwlagen met enkelvoudige balklagen. Het losse dwarse achterhuis met samengestelde balklagen is gezamenlijk, kort na 1611 opgetrokken met het huurpand nr.

216 van dezelfde bouwheer. De console is van een type dat veelvuldig is toegepast in de late 16de en 17de eeuw en staal in Leiden bekend als de zogenaamde 'Leidse klos' (tekening E. Orsel)

De indeling van het voorhuis

De indeling van de b e g a n e g r o n d en eerste verdieping is ken­

m e r k e n d v o o r het h i e r b e h a n d e l d e "standaard* h u i s .

2 4

De begane grond van het voorhuis bestaat uit een voor- en ach­

terruimte en daartussen een m i d d e n z o n e en een trappenhuis (afb. 11). Langs de achterruimte of -kamer, ook wel binnen- haard g e n o e m d , loopt een g a n g die aansluit o p de v e r b i n ­ d i n g s g a n g (afb. 12. 13 en 14).

In d e v o o r r u i m t e o n t b r e e k t in het a l g e m e e n e e n s c h o u w , zodat g e c o n c l u d e e r d kan w o r d e n dat het o n v e r w a r m d e voor­

v e r t r e k , w a a r d i r e c t v a n a f d e s t r a a t w e r d i n g e s t a p t , e e n s e m i - o p e n b a r e functie h a d . bijvoorbeeld als winkel of w e r k ­

plaats (afb. 12 en 14). In L e i d e n m e t zijn l a k e n i n d u s t r i e ligt v o o r de hand te d e n k e n aan een w e r k r u i m t e met één of m e e r w e e f g e t o u w e n , m a a r vele a n d e r e a m b a c h t e n z o a l s bijvoor­

beeld m a n d e n m a k e r , s c h o e n m a k e r of n a a l d e n / s p e l d e n m a k e r k u n n e n zijn uitgeoefend in de v o o r r u i m t e . D e z e functionele o p z e t komt al v o o r bij de o u d e r e l a a t - m i d d e l e e u w s e h u i z e n e l d e r s in N e d e r l a n d .

2 : 1

D e v o o r r u i m t e w e r d in d i e tijd b e n o e m d als v o o r h u i s (afb. 1). D e z e term w o r d t in dit arti­

kel o v e r het j o n g e r e h u i s t y p e e c h t e r g e b r u i k t v o o r de b o u w ­ m a s s a van het huis aan de straat. De d o o r g a n g van de voor­

r u i m t e naar d e g a n g is een g e t o o g d e o p e n i n g , een portaal z o n d e r deur (afb. 5 en 12).

De m i d d e n z o n e moet gezien w o r d e n als een a l c o o f / b e d s t e -

(6)

d e . O n d e r d e z e r u i m t e is een halfverdiept g e l e g e n keldertje a a n w e z i g (afb. 3 , 4. 5. 7. 8. 14 en 15). Waarschijnlijk w a s e e n d i e p e r e k e l d e r a a n l e g niet mogelijk v a n w e g e de g r o n d ­ w a t e r s t a n d . Een a n d e r e r e d e n kan zijn dat de h u i z e n een functie h a d d e n w a a r v o o r geen grote o p s l a g k e l d e r s b e n o d i g d w a r e n . H e t k e l d e r t j e , v a a k met d e e l s een gewelfje, d i e n d e

L .Jl

r

-'-" - % J L U -

AJb. 6. Hogewoerd 185, een voorhuis mei op de begane grond een samengestelde balklaag en op de verdieping een enkelvoudige balklaag.

Het gebouw heeft een dwars achterhuis met lessenaarsdak en stamt van kort na 1658 (tekening E. Orsel)

waarschijnlijk als k o e l e d o n k e r e b e w a a r p l a a t s . O p de ver­

h o o g d e vloer van de m i d d e n z o n e kon d a n direct de b e d s t e d e w o r d e n a a n g e b r a c h t . D e z e b e v i n d t zich namelijk altijd ruim b o v e n de n o r m a l e vloer. De a l c o o f / b e s t e d e w a s enkel t o e ­ gankelijk vanuit de a c h t e r k a m e r (afb. 1, 3 en 5 ) .

D e a c h t e r k a m e r heeft vaak een g r o t e s c h o u w , d e z e kan c e n ­ traal in het v e r t r e k t e g e n d e z i j m u u r g e p o s i t i o n e e r d zijn, m a a r ook in de hoek tegen de m i d d e n z o n e .

2 6

Bij een v e r d i e p i n g is de i n d e l i n g o v e r e e n k o m s t i g . De i n d e ­ ling bestaat uit een voor- en a c h t e r k a m e r en centraal m i d ­ d e n z o n e en een t r a p p e n h u i s met o v e r l o o p (afb. 3, 4 . 5 en 16). O p de v e r d i e p i n g zijn, in a f w i j k i n g van de b e g a n e g r o n d , zowel in d e voor- als in de a c h t e r k a m e r een s c h o u w a a n w e z i g . De v e r d i e p i n g zal d u s geheel v o o r b e w o n i n g zijn bedoeld.

2

-'

O p v a l l e n d is dat de s c h o u w e n aan de ene zijde van het huis g e p o s i t i o n e e r d zijn en de trap met g a n g of o v e r l o o p aan de a n d e r e zijde (afb. 1. 3 , 4 en 5 ) . D e z e p l a t t e g r o n d lijkt te zijn o n t s t a a n vanuit een p r a k t i s c h e indeling van een r e c h t h o e k i ­ ge p l a t t e g r o n d , met aan één zijde de v e r k e e r s z o n e en c e n ­ traal daarin de trap.

Het t r a p p e n h u i s is een k e n m e r k e n d e l e m e n t in d e z e h u i z e n . D e a l g e m e e n t o e g e p a s t e s p i l t r a p was direct vanaf de g a n g o p de b e g a n e g r o n d te b e t r e d e n . Een deur naast d e z e o p g a n g gaf t o e g a n g tot de kelder o n d e r de m i d d e n z o n e (afb. 13 en 14). De trap k o m t bij een v e r d i e p i n g uit o p de o v e r l o o p en draait dan d o o r naar de zolder. De spiltrap is meestal in een b a k s t e n e n o m m u r i n g g e p l a a t s t . In een e n k e l g e v a l betreft het (deels) een houten b e s c h i e t i n g .

2 8

B o u w h i s t o r i s c h e k e n ­ m e r k e n van de a l g e m e e n g a n g b a r e t r a p zijn: in d e spil g e p e n d e d r a g e n d e t r e d e n , met aan de o n d e r z i j d e een biljoe- n i n g en d a a r t e g e n g e n a g e l d e d u n n e e i k e n h o u t e n s t o o t b o r ­ d e n . De meestal g r e n e n h o u t e n treden zijn direct in de half­

s t e e n s b a k s t e n e n o m m u r i n g o p g e l e g d . De spil is van g r e ­

n e n h o u t en g e w o o n rond. De b o v e n z i j d e van de spil is o p

zolder vaak g e p r o f i l e e r d , bijvoorbeeld met eikel of bol.

(7)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - I 1 7

Afb. 7. Oude Rijn 43. een voorhuis mei op de begane grond een samengestelde balklaag en op de verdieping een enkelvoudige balklaag. Hel gebouw heeft

een dwars achterhuis met zadeldak en stamt uit de eerste helft van de 17de eeuw (tekening E. Orsel)

(8)

1

->

r ö - •

»

' 1 T ?

!

*- J

Afb. 8. Groenesteeg 14. een voorhuis van twee bouwlagen met samengestelde balklagen, maar met een verdiepingshoutskelet (1608 d) (tekening E. Orsel)

Ajb. 9. Ontwerptekening uit 1643 van Arent van 's-Gravensande. Deze contemporaine doorsnede geeft een goed beeld van een I ~de-eeuwse hoofddraagconstructie met bakstenen muren, enkelvoudige balklagen op consoles en een kapconstructie met dekbalkspanten (Regionaal Archief Leiden. PV30824.1a)

Een o p v a l l e n d b o u w k u n d i g fenomeen is de standaardafwij­

king in de balklaag ter plaatse van het bakstenen trappenhuis.

O p de (halfsteens) s c h e i d i n g s m u u r tussen v o o r k a m e r en mid­

d e n z o n e is dan een minder zware balk (plaat) toegepast. Deze balk kan zo dun zijn o m d a t de t u s s e n m u u r de balk d r a a g t (afb. 4 en 17). O p de verdieping staat de s c h e i d i n g s m u u r los o p de houten vloer. Een minder zware balk is vaak ook aan­

wezig boven de bedstede/alcoofzone. Dit hangt hoogstwaar­

schijnlijk samen met de minder grote o v e r s p a n n i n g ter plaatse van het stenen trappenhuis. Ook wordt de balk soms onder­

steund door een halfsteens muur.

Aangezien er -zover b e k e n d - geen volledig gave vertrekken uit de 17de e e u w bewaard bleven, zijn we voor de aankleding a a n g e w e z e n o p schilderijen of p r e n t e n .

2 9

D a a r n a a s t bieden b e h o u d e n interieurafwerkingen een blik in een 17de-eeuws interieur, zoals bijvoorbeeld de ontdekking van twee geschil­

derde plafonds in O u d e Vest 3 3 . Deze plafonds van omstreeks het t w e e d e k w a r t van de 17de e e u w k e n m e r k e n zich d o o r geschilderde ranken.

De verbindingsgang

D e v e r b i n d i n g s g a n g is é é n b o u w l a a g h o o g met een l e s s e ­ n a a r s d a k tegen de g e m e e n s c h a p p e l i j k e m u u r met de b u r e n (afb. 3 en 18). De toegang van het voorhuis naar de verbin­

dingsgang is enkel een g e t o o g d e doorgang, dus zonder deur.

Waarschijnlijk had de binnenplaatsgevel van de verbindings­

gang veel r a a m o p p e r v l a k , zodat achter in de g a n g het licht b i n n e n s t r o o m d e (afb. 3 en 18). T e v e n s w a s in die b i n n e n ­ plaatsgevel een deur aanwezig, die toegang gaf tot de binnen­

plaats.

(9)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - I 19

Afb. 10. Nieuwe Rijn 105 (kort na 1658). de kapconstructie van hel voorhuis bestaal uil grenen dekba/kspanien (foto gemeente Leiden.

M&A. E. Orsel)

[

L

Afb. II. Levendaal 135. een voorhuis van één bouwlaag met enkelvoudige balklagen. Dit gebouw met dwars achterhuis staal in de stadsuitbreiding van 1658 (tekening E.Orsel)

Afb. 12. Oranjegracht 91 (kort na 1658). de voorruimte op de begane grond van het voorhuis. In de scheidingsmuur zijn raampjes voor de kelder (midden-onder), de bedstede (links), een kast (midden-boven) en de spiltrap (rechts) opgenomen (foto RdMz, foto- en tekeningenarchief)

Afb. 13. Oranjegracht 91 (kort na 1658). de gang met de (spil-)

trapopgang en de deur naar de kelder in het voorhuis. De

rondboogdoorgang geeft zicht in de voorruimte (foto RdMz, foto- en

tekeningenarchief)

(10)

n j L J i

naarsdak tegen de zijgevel (afb. 4). De achteraanbouw bevatte hier waarschijnlijk eveneens een keukenfunctie. Op een ontwerpteke­

ning uit 1643 van Arent van 's Gravensande wordt deze benoemd als 'somerhuijs' en staat hier een grote schoorsteen (afb. 1).

Hoekhuizen, een bijzondere afwijking

Een o p v a l l e n d f e n o m e e n in de u i t b r e i d i n g s w i j k e n zijn de h o e k h u i z e n . Van de hiervoor geschetste opzet van v o o r h u i s , v e r b i n d i n g s g a n g / b i n n e n p l a a t s en a c h t e r h u i s of a c h t e r a a n ­ b o u w is bij de h o e k p e r c e l e n vrijwel geen s p r a k e . Bij h o e k - percelen is een o p z e t herkenbaar, waarbij de keukenfunctie, die bij de geschetste opzet zich in het achterhuis of de achter- a a n b o u w b e v i n d t , ' o n d e r ' het v o o r h u i s is g e s c h o v e n . Hier-

Afb. 14. Oranjegracht 91, een voorhuis van kort na 1658 met twee bouwlagen met enkelvoudige balklagen t'tekening E. Orsel)

Het achterhuis

Het achterhuis is veelal een dwarsgeplaatst g e b o u w bestaande uit een b e g a n e grond en een zolder o n d e r een zadeldak tussen topgevels in tuitvorm (afb. 3 en 5). Een andere d a k v o r m die v o o r k o m t is een lessenaarsdak tegen de a c h t e r m u u r (afb. 18).

De aangetroffen voorbeelden hadden vrijwel alle een e n k e l ­ v o u d i g e balklaag boven de b e g a n e grond. De vele aangetrof­

fen b o u w s p o r e n en restanten van grote s c h o u w e n geven aan dat in het achterhuis een keukenfunctie w a s g e s i t u e e r d .

3 0

De z o l d e r d i e n d e waarschijnlijk v o o r o p s l a g , bijvoorbeeld van brandstof of e t e n s v o o r r a d e n .

Een achteraanbouw blijkt het meest toegepast op ondiepe perce­

len, wat dus samenhangt met de stedenbouwkundige opzet. De achteraanbouw is een aanbouw van één bouwlaag, met een lesse-

Afb. 15. Middelstegracht 143, de kelder onder het voorhuis. Het hoge

deel (ter plaatse van de bedstede/ heeft een houten zoldering. Onder de

vloer van de voor- en achterruimte steken nissen met gewelfjes (foto

Enderman. Bureau voor Bouwhistorie)

(11)

B U L L E T I N K N O B 2 0 0 7 - I 2 I

Afb. 16. Hogewoerd 40. een voorbeeld van een verdiepingsplattegrond van een voorhuis met twee naast elkaar gelegen bedsteden, daterend van rond 1600 en gelegen in een oudere stadswijk (tekening E. Orsel)

d o o r ontstaat een opzet met souterrain en o p k a m e r (afb. 19).

D e z e opzet laat zich goed aflezen aan de vensterposities in de z i j g e v e l .

3 1

D e v e r k l a r i n g v o o r d e z e afwijking of o p l o s s i n g lijkt te liggen in de s t e d e n b o u w k u n d i g e opzet van de gesloten b o u w b l o k k e n , waarbij ook aan de dwarsstraten (ondiepe) per­

celen worden ontwikkeld. Hiervoor worden de hoekpercelen aan de hoofdstraten (grachten) ingekort, w a a r d o o r dus de bin­

nenplaats/verbindingsgang en het achterhuis komen te verval­

len (afb. 20)

Een andere mogelijke verklaring kan de lichttoetreding via de

Afb. 18. Achterhuis en verbindingsgang: Overzicht van de binnenplaats, het achterhuis en de verbindingsgang van Nieuwe Rijn 105 (kort na 1658). Het achterhuis is later verhoogd (foto gemeente Leiden. M&A. E.

Orsel)

Afb. 17. Nieuwe Rijn 97 (kort na 1658), de rechterzijgeve/ op de eerste verdieping van het voorhuis. De (gewijzigde/ haardplaatsen van de voor- en achterkamer zijn herkenbaar. Ter plaatse van de verdwenen middenzone is de samengestelde balklaag uitgevoerd met dunnere moerbalken (foto gemeente Leiden, M&A, E. Orsel)

zijgevel zijn. Dergelijke vensters zijn dan noodzakelijk omdat d e z e niet m e e r in de achtergevel kunnen worden aangebracht.

Bij een eerste inventarisatie van dergelijke hoekhuizen bleek al snel dat het t y p e niet specifiek is v o o r b e h o u d e n aan de 1 7 d e - e e u w s e u i t b r e i d i n g s w i j k e n , m a a r dat de v o r m r e e d s v o o r k o m t in de veel oudere stadsgebieden.

Conclusie

Uit de a a n g e h a a l d e v o o r b e e l d e n en het b o v e n s t a a n d e k o m t een huistype naar voren dat o v e r het algemeen in Leiden werd g e b o u w d in de periode van e c o n o m i s c h e bloei na het ontzet van 1574 en met n a m e in de I 7 d e - e e u w s e uitbreidingswijken.

Het h u i s t y p e kent e e n k a r a k t e r i s t i e k e o p z e t en p l a t t e g r o n d (afb. 21). De opzet bestaat uit een diep voorhuis met een los achterhuis of een achteraanbouw. De plattegrond lijkt speci­

fiek ingedeeld en laat. zeker op de begane grond, een logisch

r u i m t e g e b r u i k z i e n . D e v e r s c h i l l e n d e v e r t r e k k e n van het

v o o r h u i s zijn zo g e p o s i t i o n e e r d dat ze o p t i m a a l g e b r u i k

(12)

r

1 \ 1 '

••••• • • • • • • • • • •

1 1 1 i 1 1 1 i 1 1 1 i 1 1 1 i 1 1 1 i

• —

1

1 1 1 i

• — , 1

1

1 1 1 i

• — , 1

1

Afb. 19. Aalmarkt 1. hoekhuis uit de eerste helft van de 17de eeuw. Kenmerkend is de opzet met souterrain en opkamer (tekening E. Orsel)

Afb. 20. Stedenbouwkundig situatie voor een gesloten bouwblok. De tekening is een compilatie van verschillende in de 17de-eeuwse uitbreidingswijken aangetroffen situaties. Aan de hoofdstraten, vaak grachten, zijn rug aan rug diepe huizen met een los achterhuis -met lessenaarsdak- gesitueerd. De hoekhuizen hebben geen achterhuis of achteraanbouw, maar een opzet met souterrain en opkamer. De daaraan grenzende huizen hebben vanwege de resterende ondiepe perceelsgrootte een opzet met een achteraanbouw. Er zijn aan de dwarsstraten twee mogelijkheden weergegeven, met dwarshuizen en met diepe huizen (tekening E. Orsel)

maken van lichttoetreding. Z o liggen de belangrijkste vertrek­

ken aan een g e v e l , mede mogelijk gemaakt d o o r de t o e p a s ­ sing van een binnenplaats en de keuze voor het positioneren van de slaapplaatsen daar tussen. De plattegrond wordt verder aange­

vuld met een vertrek in een achteraanbouw of een los achterhuis dat met een verbindingsgang gekoppeld is met het voorhuis.

Een ander k e n m e r k e n d fenomeen is dat het huis, in tegenstel­

ling tot andere type huizen in andere steden, geen expliciete opslagfunctie kent. Er is bijvoorbeeld geen k e n m e r k e n d hijs­

werktuig o p zolder aanwezig en ook de afwezigheid van hijs­

luiken o n d e r s t r e e p t dit. H o o g s t w a a r s c h i j n l i j k d i e n d e het g e b o u w naast w o n i n g als winkel of werkplaats, bijvoorbeeld voor de lakenindustrie, w a a r v o o r geen grote opslagcapaciteit benodigd w a s .

De functies op de begane grond zijn een w i n k e l / w e r k p l a a t s met daarachter een v e r w a r m d dagelijks verblijfsvertrek met b e d s t e d e , b e h o r e n d bij de w i n k e l / w e r k p l a a t s . De achteraan­

b o u w of het losse achterhuis hebben een k e u k e n f u n c t i e .

3 2

De

indeling van verdieping (indien aanwezig) betreft twee w o o n ­

vertrekken, ook met bedsteden in de m i d d e n z o n e . Het feit dat

beide grotere vertrekken o p de eerste verdieping voorzien zijn

van s c h o u w e n leidt tot de c o n c l u s i e dat het een volwaardige

w o o n v e r d i e p i n g betreft, met dan waarschijnlijk o p de begane

grond de bijbehorende keukenfunctie. De b e g a n e g r o n d zal

derhalve als een bedrijfszone fungeren en de verdieping als

een w o o n z o n e .

(13)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - I 2 3

LU •---41 J

* I I

2 / . 'standaardhuis 'kent een opzet met een voorhuis en een los achterhuis, gekoppeld door verbindingsgang. Het voorhuis heeft een plattegrond met een voor- en achterruimte en daartussen een onderkelderde bedstedezone en een stenen trappenhuis met spiltrap. Langs de verwarmde achterruimte loopt een gang die aansluit op de verbindingsgang. De eerste verdieping is vrijwel identiek, maar dan is de voorruimte ook verwarmd en ontbreekt de gang. De constructieve opzet bestaat uit bakstenen muren, samengestelde en enkelvoudige balklagen op consoles en een kapconstructie met

dekbalkspanten en schaar- of driehoeksspanten. Variaties op deze standaard zijn legio, onder andere een voorhuis van één bouwlaag, in plaats van een los

achterhuis een achteraanbouw en één type balklaag (tekening E. Orsel)

(14)

Noten

Afb. 22. Gerrit Dons/raat 49-93, een voorbeeld uit 1892 van de vrijwel ongewijzigde opzet van een 300jaar oud gebouwtype. Het betreft een éénlaagse variant met achteraanbouw. Wel is bij dit voorbeeld van de onverwarmde voorruimte een gang afgeschoten /tekening E. Orsel)

D e b o u w k u n d i g e p r i n c i p e s t o e g e p a s t in d e z e u i t b r e i d i n g e n zijn zeer t y p e r e n d . D e g e b o u w e n k e n n e n b a k s t e n e n m u r e n , m e t g e m e n e m u r e n als zijgevels. D e vloeren g e v e n blijk van d e o v e r g a n g van d e o u d e r e v l o e r c o n s t r u c t i e , s a m e n g e s t e l d e balklagen (in Leiden t o e g e p a s t tot circa 1650) naar de m e e r m o d e r n e vloer met een e n k e l v o u d i g e b a l k l a a g . Beide princi­

pes k o m e n voor, z o w e l in d e eerste als in d e latere stadsuit­

b r e i d i n g e n . Wel lijkt de s a m e n g e s t e l d e balklaag d e v o o r k e u r te g e n i e t e n , in ieder geval v o o r de r e p r e s e n t a t i e v e v e r t r e k k e n . Voor de o p b o u w van d e k a p w o r d e n o v e r het a l g e m e e n d e k - b a l k s p a n t e n met d a a r o p schaar- of d r i e h o e k s p a n t e n t o e g e p a s t . Een laatste k e n m e r k e n d b o u w k u n d i g f e n o m e e n is de u i t v o e ­ ring van de trap als houten spiltrap in een stenen t r a p p e n h u i s . Dit g e b o u w t y p e beviel blijkbaar uitstekend, a a n g e z i e n het in o n g e w i j z i g d e v o r m n o g tot in het e i n d van de 19de e e u w n i e u w werd g e b o u w d (afb. 2 2 ) . Het v o l d e e d zelfs zo goed dat vele l a a t - 1 6 d e - / 1 7 d e - e e u w s e g e b o u w e n als type tot o p d e d a g van v a n d a a g vrijwel o n g e w i j z i g d b e w a a r d zijn g e b l e v e n en met grote t e v r e d e n h e i d w o r d e n b e w o o n d .

Het beeld bestaat dat Leiden voornamelijk 1 7

d c

- tot 19

d c

-eeuws erf­

goed bezit. Uit het onderzoek wordt echter duidelijk dat de bouw­

kundige erfenis veel ouder en groter is. Achter vele 1 8

d e

en 1 9

d c

- eeuwse gevels bevindt zich niet zelden een 15""- of 16

d e

-eeuws gebouw, zelfs 14

d e

-eeuwse gebouwen worden aangetroffen.

Hoewel het geschetste type huis voornamelijk voorkomt in de 17*- eeuwse gordel, is het ook aan te treffen in de oudere delen van de stad. De vraag die mogelijk door nader onderzoek kan worden opge­

lost luidt: is het hierboven geschetste huistype een evolutie van oudere huistypen in de middeleeuwse en laat-middeleeuwse stad.

Dit en nog vele andere onopgeloste (bouw)historische vraagstukken geven direct aan dat nader en systhematisch bouwhistorisch onder­

zoek, gekoppeld aan archivalisch en archeologisch onderzoek, naar de 17

d c

-eeuws uitbreidingswijken in Leiden noodzakelijk is en blijft.

Overigens geldt dit nog sterker voor de Leidse (laat-)middeleeuwse kern. aangezien een helder beeld van dit oudere huisareaal nog vrij­

wel niet voorhanden is.

Dank voor inspiratie en ondersteuning gaat uit naar Maarten Ender­

man. Marlies van der Meijden. Jos van Rooden en Dirk de Vries.

Tevens dank aan Jan van Rosmalen van het Regionaal Archief voor het beschikbaar stellen van de historische afbeeldingen

De reconstructietekeningen zijn in het algemeen gebaseerd op bouwaanvraagtekeningen uit het BWT-archief van de gemeente Lei­

den, aangevuld met (deellopmetingen en documentatie door de auteur. De tekeningen zijn reconstructies voorzover de onderzoeks­

gegevens dit mogelijk maakten.

R. Meischke. Het Nederlandse Woonhuis van 1300 - 1800, Haarlem 1969. R. Meischke, e.a.. Huizen in Nederland; Friesland en Noord- Holland. Zwolle 1993. R. Meischke. e.a., Huizen in Nederland:

Amsterdam. Zwolle. 1995. R. Meischke. e.a.. Huizen in Nederland;

Zeeland en Zuid-Holland. Zwolle 1997 en R. Meischke. e.a.. Huizen in Nederland: Utrecht, Noord-Brabant en de oostelijke provincies.

Zwolle 2000.

R.C.J. van Maanen. De geschiedenis van een Hollandse stad. deel I. tot 1574. Leiden 2002. 45 en R.C.J. van Maanen, De geschiede­

nis van een Hollandse stad, deel 2. 1574 - 1795, Leiden 2003, 25 en 26

Van Maanen 2003. 26 en 27.

E. Taverne. In't land van belofte : in de niette stadt. Ideaal en wer­

kelijkheid van de stadsuitleg in de Republiek, 1560-1680. Maarsen 1978. 195 en Van Maanen 2 0 0 3 . 26.

Taverne 1 9 7 8 . 1 9 5 . Taverne 1978. 196.

Van Maanen 2003, 26.

H.A. van Oerle. Leiden binnen en buiten de stadsvesten: de geschie­

denis van de stedebouwkundige ontwikkeling binnen het Leidse rechtsgebied tot aan het einde van de gouden eeuw, Leiden 1975, 359 en Taverne 1978.200.

De functie van stadsfabriek betrof de leidinggevende van openbare werken. De huizenblokken staan aan het Havenplein. G.H.R Steen- meijer. Tor cieraet ende aensien deser stede, proefschrift Universi­

teit Leiden. 2 0 0 1 . 58-59 en 100 t/m 103. In dit proefschrift wordt

ook ingegaan o p de toepassing van mathematische pricipes in de

ontwerpmethodiek van woonhuizen. De conclusie is dat er nauwe-

(15)

B U L L E T I N K N O B 2 O O 7 - I 25

lijks sprake was van systhematiek en dat de gevelbreedte vaak de belangrijkste leidraad vormde. De maatvoering van de hoofdmassa werd daarvan afgeleid. Steenmeijer. 2 0 0 1 . 247-252.

M

De onderzochte huizen in de 17

d c

-eeuvvse uitbreidingswijken betref­

fen Groenesteeg 80. Haven 42. Herengracht 18. 45 en 82. Hoge- woerd 106. 108. 150. 163 en 185. Kort Galgewater 1 en 2. Lange- gracht 139 en 145. Levendaal 99. 101. 135 en 191. Morsstraat 27 en 32. Narmstraat 2 7 . Nieuwe Mare 7. Nieuwe Rijn 9 7 . 105 en 106.

Oostdwarsgracht 2 a/b, Oranjegracht 9 1 . Oude Singel 6. 10. 130.

138. 158. 190. 196 en 218. Oude Vest 3. 3 3 . 6 1 . 7 1 en 133. Raam- steeg 5 7 . Utrechtse Veer 26 en Zuidsingel 12. Andere eind 1 6

d e

- eeuwse of 17

d c

-eeuwse objecten die gebruikt zijn. zijn Aalmarkt 1.

3. 5 en 6. Breestraat 5. Botermarkt 11. Diefsteeg 9. Apothekersdijk 2, 16, 28 en 32. Groensteeg 13 en 14. Groenhazengracht 5. Haar­

lemmerstraat 38. 77 en 125, Hogewoerd 40. Hooigracht 7. Janvos- sensteeg 1, 32 en 47, Kloksteeg 2. Middelstegracht 143. Nieuwsteeg 4 1 , Nieuwstraat 2 1 . Nieuwe Rijn 28 en 49. Oude Rijn 4. 6. 4 3 . 142.

166 en 168. Pieterskerkhof 4. Pieterskerkstraat 4. Rapenburg 29. 3 1 . 34. 36. 65. 92. 105. 129 en 131. Turfmarkt 2 en 3 en Vliet 27 en 28.

Van deze panden zijn in het bouwhistorisch archief van het Bureau M&A dossiers aanwezig.

1 5

M.J. Dolfin. De Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Utrecht, De /mizen binnen de singels. Utrecht 1998. herdruk. 59.

i h

Baksteenformaat 18/19 X 8.5/9 x 4/4,5 cm en een 10 lagen maat van 48/49 cm.

1 7

A.H. van Drunen. 'Het Bossche Burgerhuis in het midden van de 1 6

d e

e e u w ' , in: Van Bos tot stad. 's Hertogenbosch 1983. 128.

s

H. Janse. 'Constructie, ondersteuning en versiering van balken en houten vloeren tot omstreeks 1650'. in: Bulletin KNOB. nr.63.

1964.303-328.

i

" Th.H. Lunsingh Scheurleer (red.). Het Rapenburg, Geschiedenis van een Leidse gracht, deel Va: 's Gravensieyn. Leiden 1990. 140 en 141.

1 : 1

Lunsingh Scheurleer 1990. 188 en 189 en Th.H. Lunsingh Scheur­

leer (red.). Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht, deel Vla: Het Rijck van Pallas. Leiden 1992. 301 t/m 305.

2 1

Zie artikel over het leemstucplafond van Rapenburg 65 elders in dit bulletin. Andere voorbeelden zijn Rapenburg 29 en 3 1 . Deze huur­

panden uit 1664 hebben een decoratief geschilderd delenplafond tegen een ruwhouten enkelvoudige grenenhouten balklaag. Voor het overige zijn de panden uitgevoerd met samengestelde balklagen.

2 2

H. Janse. Houten kappen in Nederland. 1000 - 1940. Amsterdam 1989. 2 5 1 .

2 ?

Zoals aangetroffen bij de kapconstructies van Rapenburg 65 uit 1624 of Haven 42 uit 1645.

2 4

A. Bicker Caarten. Iets over de indeling van oude eenvoudige woonhuizen te Leiden, in: De Gids. januari 1949 en Meischke 1997.

130.

2 5

H.J. Zantkuijl. Bouwen in Amsterdam: Het woonhuis in de stad. her­

druk. Amsterdam 1993. 82.

2

'' De aangetroffen bouwsporen en restanten duiden op een schouw met een vrijdragende rookkap. Ook kan de rookkap gedragen zijn door zuiltjes of door schorende zijwangen. De bouwsporen duiden vaak aan dat achterwand is bezet met tegels, die een vlak vormen van 13 tegels hoog en 13 tegels breed.

* Meischke 1997. 127.

2 8

Zoals aangetroffen bij de spiltrap in Rapenburg 65 uit 1624 of Botermarkt 11 van omstreeks 1600.

2 9

C.W. Fock (red.). Het Nederlandse interieur in beeld 1600 - 1900.

Zwolle 2 0 0 1 .

» Zantkuijl 1 9 9 3 . 8 1 .

1

Onderzochte voorbeelden van een dergelijke opzet zijn Aalmarkt I en Nieuwe Rijn 106.

1 2

Waarschijnlijk werd ook in achterkamer gekookt. Zantkuijl 1993.

82.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hier legde ik de meege- brachte bloemen in de Israëlische kleu- ren blauw-wit, versierd met de Israëlische vlag, als groet van het verre en toch voor hen en mij

De andere afbeelding heeft een witte vloer, waar schetslijnen overheen getrokken zijn (afb. Ook het muurvlak van de tus- senmuur is nog wit. Waarschijnlijk heeft van Gijn de aquarel

De ontwikkeling van boerderij naar herenhuis komt overeen met die van huize Goudestein te Maarssen dat omstreeks 1620 ontstond door het woonhuis van een boerderij door een herenhuis

Proost Humbertus kan de behoefte hebben gehad het belang van het Servaaskapittel en zijn eigen functie als proost in Maastricht ten opzichte van de Luikse bisschop duide- lijk te

Leerkrachten/opvoeders zijn voor anderstalige ouders een belangrijke informatiebron bij de meertalige opvoeding van hun kinderen?. Gezinnen hebben vaak behoefte aan ondersteuning

 Armoede ontneemt kinderen waar ze volgens het Verdrag van de Rechten van het Kind recht op hebben..  Als we kinderen hun basisrechten verzekeren, bestrijden

Tussen de Kromme Nieuwegracht en de Nobeldwarsstraat ligt een groot in de 17de eeuw verbouwd dwars huis met twee bouwlagen en een zadeldak. Het huis is toegankelijk vanaf

Dat heeft ook een keerzijde: als het kind gemakkelijk te draaien is, is de kans ook groot dat het zelf weer terug draait.. In een aantal situaties is het