Professionals omarmen Kwaliteitslabel
Het merendeel van de deelnemers aan de eerste twee regiobijeenkomsten over het nieuwe Kwaliteitslabel overweegt er daadwerkelijk mee te gaan werken. Al- lereerst om daarmee het continu verbeteren van de organisatie handen en voe- ten te geven, maar zeker ook om opdrachtgevers ervan te overtuigen dat ze met sociaal werk iets goeds in huis halen.
Die bevindingen leiden tot tevredenheid bij de kwaliteitsspecialisten van Sociaal Werk Nederland: Marije van der Meij, Edwin Luttik en (sinds kort) Stephanie Gross. Marije van der Meij: ‘Van de 63 mensen die deelnemen aan onze workshop waren er maar twee die níet van plan waren het Kwaliteitslabel te gebruiken. Dat is trouwens ook in lijn met de besluitvorming op de laatste ALV: 83% van onze leden stemde toen voor de verdere ont- wikkeling van het label.’
Drie workshops
De bijeenkomsten vonden plaats in Utrecht (8 februari) en Zwolle (9 februari). Op het programma stonden onder meer drie workshops, in twee ronden.
1. De meerwaarde van het kwaliteitslabel En hoe zorgen we dat gemeenten het label interessant vinden? (door Sociaal Werk Nederland)
2. Wat is het verschil tussen intercollegiaal en extern toetsen? Dankzij een stappen- plan kun je morgen al beginnen (Marja van Houten, CIIO)
3. Over de stand van zaken van het beroepsregister Sociaal Werk En het verschil met SKJ Jeugd (Karin Kleine, HaKa)
Combinatie met HKZ of ISO
In totaal waren er ruim 90 deelnemers, van pakweg 70 organisaties. Ongeveer een kwart daarvan werkt al met HKZ of ISO. Edwin Luttik: ‘Een stuk of tien van hen willen dat aan- vullen met het Kwaliteitslabel, vooral voor het onderdeel “vakmanschap”. Het is dus niet het een of het ander, ook een combi blijkt aantrekkelijk.’
De aanvullende waarde zit hem vooral in de branche-eigen insteek van het Kwaliteitsla- bel. Marije van der Meij: ‘Denk aan de taal, de “veldbegrippen” en de manier van vragen die het Kwaliteitslabel hanteert. Die betitelden ze als verdiepend: niet checken maar doorvragen.’
Paul Leenaarts (directeur-bestuurder stichting welzijn De Wolden) woonde een van de bijeenkomsten bij en beaamt dat. ‘Dit label focust veel meer op de vakinhoudelijke as- pecten dan op protocollen. Het is to the point en toegesneden op wat de professional doet. Daar staat of valt ons werk mee.’
Kwaliteitslabel als ijkpunt in diffuse context
Opvallend is dat op dit moment niet alle organisaties het Kwaliteitslabel onmiddellijk wil- len inzetten om zich te profileren tegenover gemeenten. Marije van der Meij: ‘65% wil
het vooral gebruiken om de eigen kwaliteit onder de loep te nemen: “doen we wat we moeten doen en doen we dat goed?” Het Kwaliteitslabel helpt om dat gesprek te voe- ren.’
Ergens ook wel logisch, vindt Edwin Luttik. ‘Je wilt eerst intern overeenstemming, extern positioneren is vers twee. Zeker ook gezien de huidige diffuse context, waarbij veel me- dewerkers worden uitgeleend aan wijkteams.
Dat nodigt uit om binnen je organisatie met elkaar nog eens expliciet te maken wat je als professional goed maakt en goed houdt.’
Ook voor recent gefuseerde organisaties blijkt dat laatste interessant. Stephanie Gross:
‘Dan fungeert het als een gemeenschappelijke activiteit waardoor de fusiepartners dich- ter tot elkaar kunnen komen.’
Paul Leenaarts ziet het label overigens zeker ook als positioneringsinstrument. ‘Je kunt wel tegen je opdrachtgever zeggen dat je met hart en ziel aan de slag gaat, maar dat zegt nog niets over je kwaliteit. Met het Kwaliteitslabel hebben we straks een keurmerk in handen. Al moet het label natuurlijk nog wel status krijgen. Dus ja, dan moeten orga- nisaties er nu ook echt mee gaan werken.’
Onbewust bekwaam
Sommige organisaties zullen daarvoor enige huiver moeten overwinnen, bleek al in de pilot over het Kwaliteitslabel. Marije van der Meij. ‘Een van de deelnemende organisaties was bang dat het resultaat zou tegenvallen, omdat ze geen HKZ of ISO hadden. Maar wat bleek? Er was wel degelijk organisatiebreed een bewustzijn over kwaliteit, zonder dat het op papier stond. Ze deden het veel beter dan ze dachten. Ze waren als het ware on- bewust bekwaam. Want het mooie is: dankzij werken met het Kwaliteitslabel haal je vooral de geïnternaliseerde kwaliteit naar boven, in plaats van de papieren kwaliteit.
Daarin onderscheidt het zich juist van HKZ en ISO. Dat hoorden we van meerdere men- sen terug.’
Meer trainingen in 2017
In 2017 staan er nog diverse trainingen op stapel. Die zullen iets anders van opzet zijn.
Edwin Luttik: ‘Tot nu toe besteedden we nog veel aandacht aan de voorgeschiedenis van het Kwaliteitslabel om de meerwaarde voor de branche te onderbouwen. Dat is minder nodig. Het label lijkt al geland, mensen willen er graag mee aan de slag.’
Paul Leenaarts: ‘Drie organisaties in de regio waren ook bij de bijeenkomst en ook zij zijn erg enthousiast. We hebben afgesproken om in 2017 de zelfevaluatie te doen, als op- maat om in 2018 door te gaan voor certificering. Ook weer met z’n vieren, zodat we bij elkaar kunnen auditen.’
