Stelling
Als f en g functies zijn op een open interval I rond a zodat f (x ) = O((x − a)α) en g (x ) = O((x − a)β) voor x → a en zekere α, β > 0 dan
f (x ) + g (x ) = O((x − a)γ) voor x → a waarbij γ = min{α, β}.
(x − a)γf (x ) = O((x − a)α+γ) voor γ > −α.
Complexe getallen
Complexe getallen
N ⊂ Z ⊂ Q ⊂ R ⊂ · · · ?
De verzameling van de re¨ele getallen kan worden uitgebreid tot de verzameling van complexe getallen.
Wat is de aanleiding tot deze uitbreiding ?
Wat is een imaginair getal? (Definitie)
Het imaginaire getal i is een oplossing van de vergelijking x2 + 1 = 0.
Gevolg i2 = −1
Wat is een complex getal? (Definitie)
z = a + bi met a, b ∈ R heet een complex getal.
a heet het re¨ele deel van z.
b heet het imaginaire deel van z.
Notaties Re z = a, Im z = b,
C = { a + bi | a, b ∈ R }.
Gevolg
N ⊂ Z ⊂ Q ⊂ R ⊂ C.
Wat is de tegengestelde en het nulelement (Definities) Als z = a + bi dan is de tegengestelde van z gelijk aan
−a − bi .
Het nulelement van C is gelijk aan 0 + 0i.
Notaties
−z = − a − bi 0 = 0 + 0i Opmerking
Twee complexe getallen a + bi en c + di , a, b, c, d ∈ R zijn aan elkaar gelijk als a = c en b = d .
Grafische weergave
Complexe vlak !
Gauss vlak !
Argand vlak !
Bewerkingen
Laat z = a + bi en w = c + di , a, b, c, d ∈ R.
Optellen
z + w = (a + c) + (b + d )i Aftrekken
z − w = z + −w = (a − c) + (b − d )i Vermenigvuldigen
z · w = (ac − bd ) + (ad + bc)i
Laat z = a + bi en w = c + di , a, b, c, d ∈ R.
Delen a + bi c + di ? a + bi
c + di = (ac + bd ) + (bc − ad )i c2 + d2
Deze formule gaan we niet onthouden. We kunnen ook delen door de teller en de noemer van de breuk te vermenigvuldi- gen met de complex geconjugeerde of complex toegevoegde van de noemer.
Een complex geconjugeerde wat is dat? (Definitie) Als z = a + bi , a, b ∈ R dan heet a − bi de complex geconjugeerde of complex toegevoegde van z.
Notatie z = a − bi
Eigenschappen
z + z = 2 Re z voor alle z ∈ C.
z − z = 2i Im z voor alle z ∈ C.
Als z = a + bi , a, b ∈ R dan z · z = a2 + b2.
Nogmaals delen ! a + bi
c + di = a + bi
c + di · c − di
c − di = (ac + bd ) + (bc − ad )i c2 + d2
Notatie z−1 = 1
z voor z ∈ C\{0}.
Eigenschappen
z = z voor alle z ∈ C.
z ± w = z ± w voor alle z, w ∈ C.
z · w = z · w voor alle z, w ∈ C.
z w
= z
w voor alle z, w ∈ C, w 6= 0.
zn = zn voor alle z ∈ C, n ∈ Z.
Modulus en argument
θ
Wat zijn modulus en argument? (Definities) De modulus van z is gelijk aan√
a2 + b2. Een argument van z is een hoek θ zodat cos θ = a
r en sin θ = b
r. Notaties
|z| = r = √
a2 + b2 en arg z = θ.
En dus z = |z| (cos(arg z) + i sin(arg z)).
Opmerking
Een argument van een complex getal is niet ´e´enduidig bepaald, dit is het geval op een veelvoud van 2π na.
Stelling
Als z = r (cos θ + i sin θ) en w = s (cos φ + i sin φ) dan z w = r s (cos(θ + φ) + i sin(θ + φ))
z w = r
s (cos(θ − φ) + i sin(θ − φ)) (w 6= 0) 1
z = 1
r (cos θ − i sin θ) (w 6= 0)
Hieruit volgen een aantal eigenschappen van modulus en argument.
Eigenschappen modulus
|z|2 = z · z voor alle z ∈ C.
|z + w | ≤ |z| + |w | voor alle z, w ∈ C.
|z · w | = |z| · |w | voor alle z, w ∈ C.
|z
w| = |z|
|w | voor alle z, w ∈ C, w 6= 0.
|zn| = |z|n voor alle z ∈ C, n ∈ Z.
Eigenschappen argument
arg(z · w ) = arg z + arg w ( mod 2π) voor alle z, w ∈ C.
arg
z w
= arg z − arg w ( mod 2π) voor alle z, w ∈ C w 6= 0.
arg zn = n arg z ( mod 2π) voor alle z ∈ C, n ∈ Z.