Vraag nr. 334 van 14 mei 1997
van de heer JOHAN DE ROO
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen – Reservebe-drijventerreinen
1. In het ontwerp-Ruimtelijk Structuurplan Vlaan-deren, een document voor openbaar onderzoek, staat op bladzijde 113 vermeld dat er zich onder andere op het bedrijventerrein in Maldegem een overaanbod aan ruimte voordoet. Nochtans heeft de gemeente Maldegem slechts een vijftal hectare industriegrond op overschot.
Worden de gegevens in het definitieve Ruimte-lijk Structuurplan Vlaanderen up-to-date inge-voerd ? Kunnen deze cijfergegevens nog wor-den aangepast aan de huidige toestand ?
2. Op bladzijde 123 staat vermeld dat in de ruim-telijke uitvoeringsplannen 4.000 hectare als reservegebied werd afgebakend.
Kan worden aangegeven waar deze reservege-bieden zich bevinden ?
3. Daarnaast wordt op bladzijde 127 vermeld dat, in het kader van de concentratie van bedrijven-terreinen in economische knooppunten en na confrontatie van vraag en aanbod er per provin-cie, een globaal aantal hectare aan bijkomende bedrijventerreinen beschikbaar kan worden g e s t e l d . M a l d e g e m , erkend als economisch k n o o p p u n t , zal in de toekomst zeker met een tekort aan industriegrond geconfronteerd wor-den.
Waar bevinden zich voor de provincie Oost-Vlaanderen deze bijkomende bedrijventerrei-nen ?
Antwoord
1. Het onderdeel "bestaande ruimtelijke struc-tuur" van het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n-deren is opgemaakt in de periode 1993-1995 met op dat ogenblik de meest recente gegevens. Wat het aanbod aan bedrijventerreinen betreft, waren de gegevens afkomstig uit de GOM-data-bank en de studie van Van Naelten M., Rapport van de sector Economie inzake het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n , 1 9 9 3 . Voor het definitieve Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e-ren wordt ervoor geopteerd om de gegevens in het onderdeel "bestaande ruimtelijke structuur"
van het ontwerp-Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen niet aan te passen aan eventueel recent beschikbare gegevens, maar het docu-ment te beschouwen als de stand van zaken 1 9 9 3 - 1 9 9 5 . Bij de eerstvolgende evaluatie en herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (vijfjaarlijks voorzien volgens het planningsdecreet) worden alle cijfergegevens up-to-date gemaakt.
2. De afbakening van de 4.000 ha reservebedrij-venterreinen zal gebeuren in ruimtelijke uitvoe-r i n g s p l a n n e n . De afbakening van beduitvoe-rijventeuitvoe-r- bedrijventer-reinen zal gebeuren op basis van een uitgewerk-te ruimuitgewerk-telijke visie op het betrokken econo-misch knooppunt, op basis van de verdeling van het aandeel in de behoefte aan bijkomende bedrijventerreinen per provincie en op basis van de principes inzake lokalisatie en inrichting van bedrijventerreinen. Het ligt dus voor de hand dat vandaag niet kan worden geoordeeld waar in de toekomst de 4.000 ha reservebedrij-venterreinen zullen worden gelokaliseerd. 3. Zoals geantwoord op vraag 2 zal de concrete
lokalisatie van bijkomende (regionale) bedrij-venterreinen in de provincie Oost-Vlaanderen gebeuren op basis van een uitgewerkte ruimte-lijke visie op het betrokken economisch knoop-punt, op basis van het bestaande aanbod en de behoefte en de taakstelling aan bijkomende bedrijventerreinen in het betrokken econo-misch knooppunt en op basis van de principes inzake lokalisatie en inrichting van bedrijven-t e r r e i n e n . Hebedrijven-t ligbedrijven-t dus voor de hand dabedrijven-t van-daag niet kan worden geoordeeld waar in de toekomst de bijkomende bedrijventerreinen in Oost-Vlaanderen zullen worden gelokaliseerd.