• No results found

Alleen 11a reorganisatie zal een verantwoorde verkorting van de diensttiJd mogelijk ~ijn

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Alleen 11a reorganisatie zal een verantwoorde verkorting van de diensttiJd mogelijk ~ijn "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

Zaterdag 23 april 1960 - No. 583

MD CIATIE

De E.E.G. nader belicht

(Zie pag. -i en 5.)

HET NEDERLANDSE VOLK EN ZIJN . KRIJGSMACHT

Alleen 11a reorganisatie zal een verantwoorde verkorting van de diensttiJd mogelijk ~ijn

D

e verhouding tussen ons volk en zijn krijgsmacht kan nog niet bepaald als ideaal worden gekenschetst. Ook de Nationale Raad Welzijn Militairen heeft in zijn rapport aan de minister van Defensie moeten vaststel- len, dat aan die verhouding nog wel het een en ander ontbreekt, hetgeen hij met voorbeel- den aantoont.

, Nu meen ik, dat onder de zeer uiteenlopende nM.enen voor die minder gewenste verhouding het ontbreken van een algemene goede voor- lichting een zeer belangrijke plaats inneemt.

Hoewel op dit gebied reeds zeer verdienstelijk werk wordt verricht, blijken ouderdagen, radio- uiteenzettingen en de jaarlijkse intrede van ruim 50.000 jongemannen in de krijgsmacht niet bij machte te wezen de gewenste verbete- ring in die verhouding te bewerkstelligen.

Een meer omvattende, uitgebreider en goed opgezette voorlichting, waardoor algemeen een beter inzicht wordt verschaft in verschillende zaken zoals b.v. de noodzaak der aangegane internationale militaire verplichtingen, de per- soonlijke en financiële offers, welke uit die ver- plichtingen voortvloeien, de reden en betekenis van bepaalde regelingen in de krijgsma.cht, e.d.

is dan ook dringend nodig.

Wanneer ik dit maal nu in het bijzonder de eventuele diensttijd-verkorting wil bekijken, zaJ ik er niet aan kunnen ontkomen, de lezer ook met enige getallen lastig te vallen.

* *

Z

oals men zich zal herinneren, is in ons . Verkiezingsmanifest 1959 o.m. opgeno- men (ik haal hier de woordelijke tekst aan) dat "de militaire paraatheid niet mag worden verona.chtzaamd, terwijl er nauwlettend tegen moet worden. gewaakt, dat de dienstplicht zwaarder op ons volk blijft drukken dan vol- sfrekt nodig is. Daarom zal het streven moet(m worden gericht op uitbreiding van het beroeps- personèel, teneinde het verblijf onder de wape- nen voor dienstplichtigen te kunnen verkorten".

ATTENTIE! ATTENTIE!

Luister+ op vrijdag, 29 april a.s., van

19.30~·19.40 uur, over de zender Hil- versum I ( 402 m), naar

.,DE STEM VAN DE V.V.D."

Spreker: Mr. dr. C. Berkhcuwer, lid van de Tweede Kamer der

Staten-Generaal.

Onderwerp: .,De Sportnota".

Luit.-gen. b.d. J. H. COUZY, lid van de Tweede Kamer, scl11·ijver van dit artikel

Dit laatste is ook opgenomen in ons urgentie- program voor de huidige parlementaire periode.

Zo eenvoudig en juist als dit is gesteld, zo moeilijk zal een verantwoorde uitvoering daar- van wezen.

Reeds meermalen heb ik uit verscheidene opmerkingen kunnen opmaken, dat het voor velen niet duidelijk is, dat het handhaven der paraatheid inhoudt het handhaven van de hui- dige sterkte der aanwezige mankracht. Ook kom ik nogal eens de gedachte tegen, dat een beroepsmilitair meer dan één dienstplichtige zou kunnen vervangen. Dit laatste is een mis- vatting, daar ook een beroepsmilitair maar één functie kan vervullen en ook maar één wapen kan bedienen.

Terugkerend tot de parate mankracht: de sterkte daarvan wordt bepaald door de sterkte der jaarlijkse lichting en de lengte van de diensttijd. Uitgaande van de lichtingssterkte voor de landmacht van 46.000, bedraagt dus de parate sterkte aan dienstplichtigen bij een diensttijd van 18 maanden 69.000 man. Een eenvoudige rekensom leert ons, dat elke ver- korting van die diensttijd met 2 maanden die sterkte met 1/9 dus ruim 7500 man vermindert.

N

u heeft de Commissie werkelijke dienst- tijd dienstplichtigen, ingesteld door de toenmalige minister Staf, daarover uitgebreide onderzoekingen gedaan en de resultaten daar- van in een omvangrijk rapport neergelegd.

Het is te betreuren dat de Commissie diende uit te gaan van de bestaande organisatie als vast gegeven, waardoor haar conclusies weinig rooskleurig konden zijn.

Deze conclusies zijn in het kort samengevat, dat verkorting van diensttijd alleen kan worden verkregen:

1. indien wordt voorzien in de tekorten, welke thans bestaan in de organieke sterkte van het beroepspersoneel en onderscheidenlijk bedragen voor zee-, land- en luchtmacht 1800, 5100 en liOO;

2. voldoende vrijwilligers worden aangewor- ven, hetgeen wil zeggen, dat voor een ver- korting van twee maanden per half 1962 jaarlijks voor de landm:::tcht 1300 dienst- plichtigen een contract voor 6 jaar moeten aangaan en 1700 voor 3 jaar en voor de luchtmacht· onderscheidenlijk 600 en 950;

3. de financiële mogelijkheden voor die ver- vereiste wervingen worden geopend, het- geen wil zeggen dat jaarwedden en overige regelingen op een zodanig peil komen, dat die wervingen enige kans van slagen krijgen, waardoor de daaraan verbonden kosten zul- len oplopen tot ruim 86 miljoen gulden per jaar in 1963.

* *

zoals men ziet, moeten . dus voor een ver- korting van de diensttijd met twee maanden in 1962 reeds nu grote aantallen vrij- willigers worden geworven met de daaraan verbonden oplopende kosten. Een verdergaande verkorting komt uiteraard tot aanzienlijk gro- ter aantallen vrijwilligers en nog hoger kosten.

Nu zullen velen Uwer zich waarschijnlijk af- vragen, waarom dan België en Duitsland wel met een kortere diensttijd kunnen volstaan.

Hierbij moeten we bedenken, dat de leger- opbouw en samenstelling in die landen een geheel andereis dan bij ons. Tegenover de 24Sr aan beroepspersoneel, welke onze landmacht telt, bestaan de legers in België en Duitsland voor meer dan 50% uit beroepspersoneeL Zij beschikken dus niet over een dienstplichtig, maar over een kaderleger, dus een uitgebreid b 1 ij ven d raam, waarbiimen de dienstplich- tigen hun tijdelijke plaats innemen.

In een kaderleger kunnen de dienstplichtigen worden bestemd voor de functies, waarvoor met een korte opleiding kan worden volstaan, waardoor een kortere diensttijd mogelijk is.

Uit het voorgaande zal U wel duidelijk zijn geworden, dat verkorting van diensttijd ge- makkelijk kan worden verlangd, maar slechtg moeilijk kan worden verwezenlijkt. Een ver·

(Vervolg op IJaV,. ~J

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 23 APRIL 1900 - l'AG. 2

Confectie-Starlighters voordeliger

M

et uitzondering van de communisten heeft de Eerste Kamer vorige week met algemene stemmen het wets- .()ntwerp aangenomen tot aanschaffing

van voorlopig vijftig Starfighters voor 310 miljoen gulden ter modernisering van on- ze luchtmacht.

Onze geestverwant, mr. H. van Riel, vond deze straaljagers nodig, ongeacht welke verdere defensie-opbouw men straks kiest, maar hij vroeg zich wel af of het verstandig is de nieuwe Star- fighters zelf in Nederland te bouwen en of het niet beter en voordeliger zou zijn geweest de Starfighters compleet in Ame- l'ika te kopen.

Als de ontwikkeling van raketten in de stl·ijd tegen aanvallende vliegtuigen, iets sneller verloopt dan de deskundigen den- ken, zullen de nieuwe straaljagers voor dat doel slechts korte tijd dienst hoeven te doen. ·

Inmiddels staat Nederland ·echter voor een omvangl'ijke, eenzijdig gerichte in- vestering (ook in technisch personeel), waarvan het voordeel voor later twijfel- achtig is. Daarom had de heer Van Riel

·Jiever gewenst dat de Starfighters recht- streeks in Amerika worden gekocht. We hadden er dan bovendien snel over kun- nen beschikken.

H

et vel·dedigingsvliegtuig tegen hoog vliegende bommenwerpers verliest aan betekenis. Nodig blijven echter tak- tische ondersteuning·svliegtuigen bij een offensief langs de grond en in dat opzicht is de Starfighter toch een betrekkelijk ge- brekkig compromis.

De atoomhom heeft als middel om oor- log te voorkomen zijn langste tijd gehad, omdat beide partijen er over beschikken.

De uitwerking van de atoombom is ech- ter zo verschrikkelijk dat aan beide kan- ten van het gebruik zal worden afgezien omdat men vreest met gelijke munt te worden terugbetaald.

Men zal dus weer rekening moeten hou- den met een meer conventionele wijze van oorlogsvoering over 2 of 3 jaar, waar- in behoefte is aan een n1inder snel vlieg- tuig ter ondersteuning van acties op de grond. Voor dat doel is de snelle Star- fighter iets te volmaakt en daardoor te duur.

Voor de overbruggingsperiode is de Starfighter nodig, maar daarna valt het te betwijfelen. In plaats van een eenzijdig gerichte investering om de bouw van de Starfighter in Nederland mogelijk te ma- ken, zou het daarom ·misschien verstan- diger zijn geweest de Starfighter recht·

streeks in Amerika te kopen. Het aan•

schaffingsbeleid zou men conservatief kunnen noemen in zoverre er te weinig- naar de toekomst wordt gekek·en.

• * *

M

inistel' Visser toonde zich . echter zeer verheugd met de belangrijke orders (over enige jaren gespreid) voor de Nederlandse vliegtuigindustrie. Alleen al uit Duitsland kan een order worden verwacht van 740 miljoen gulden.

Hij verklaarde dat er geen sprake zal zijn van nieuwe investeringen en dat de orders kunnen worden uitgevoerd met de bestaande capaciteit. Die bewering leek de heer Van Riel "stoutmoedig".

Staatssecretaris Calmeyer merkte op dat over 2 of 3 jaar er in ieder geval nog behoefte zal zijn aan de Starfighter en dat dan bij de bouw meer aandacht kan worden besteed aan de taktische, onder- _steunende taak. In de overgangsperiode is

het toestel in ieder g-eval nodig voor de veiligheid nu.

Waarom dan niet direct nu in Amel'ika gekocht?

B

ij de behandeling van de begroting van Maatschappelijk Werk op 5 en 6 april heeft mr. dr. R. H. baron de Vos v. Steenwijk hulde gebracht aan minister Klompé als een toegewijd en deskundig dienaresse van de Kroon. Haar doel, de verbetering van de verhoudingen tussen de mensen, onderschrijv·en wij geheel.

Laat de minister echter oppassen voor perfectionisme en niet te star of te een- zijdig letten op een bepaald facet van het regeringsprogram, bijvoorbeeld het in-

?-ustrialisatiebeleid. Het is nog niet zeker m welk tempo promaire en secundaire in- dustriekernen zich zullen ontwikkelen.

Ook in het gebied van de kernen zelf heersen onzekerheid en meningsverschil.

De vraag is ook: hebben de buitenge- bie~en niet meer behoefte aan maatschap- pellJke voorzieningen dan de industrie- l{ernen? De zogenaamde spanningen door omscholing in de gezinnen vallen wel mee. Er is meer behoefte aan onderwijs- voorzieningen dan aan maatschappelijk

·werk.

;:.·

Mr. H. van Riel kiikt vooruit· Oorlogstechniek verandert. Bouw van Starfighters in Nederland eenziidige investering· • Voordeel voor later twiifelachtig ·Mr. dr.

R. H.

baron de Vos van Steenwiik priist minister van Maatschappeliik Werk • Scherpe afwiizing • Het is nooit goed • Minister van Justitie was boos over kritiek • Weer aandacht voor de spiitoptanten.

Mr. H. VAN RIEL

•... regeren is vooruitzien . ...

O

p het platteland heerst _inmiddels kennelijk een tekort aan maat- schappelijk werksters. De stad heeft nu eenmaal meer aantrekkingskracht. In verband hiermee achtte de heer De Vos -van Steenwijk het een bezw3lar, dat bij een aantal scholen van maatschappelijk werk de neiging bestaat steeds meer het academische karakter van de opleiding te realiseren. Het is ook funest dat men de naam van school voor maatschappelijk werk verandert in ,.academie" voor maat- schappelijk werk.

Het zal het platteland niet aantrekke- Iijker maken voor de arbituriënten van deze ,.academies". En wat 't academisch karakter betreft: men moet een maat-

Flitsen van het

Binnenhof

!

schappelijk werker .en werkster niet op één lijn stellen met rechters, artsen, pre- dikanten, psychologen of sociologen.

Er zijn een aantal leidinggevende func- ties, waarvoor academisch geschoolde fi- guren nodig zijn, maar het dagelijks werk moet worden gedaan door de grote, prak- tisch geschoolde en bekwame midden- g-roep, een echelon dat de rugg-egraat vormt van het maatschappelijk werk.

• • •

O

nze woordvoerder juichte het toe dat met de voorbereiding van het wetsontwerp toezicht op de bejaardente- huizen spoed zal worden betracht, maar hij waarschuwde dat de regeling niet al

te perfectionistisch moet zijn. Er zijn in- richtingen waar geen misstanden bestaan, al voldoen zij niet aan de ideale eisen.

In het in voorbereiding zijnde wetsant- werk Bijstand levensonderhoud, zullen enkele punten niet mogen ontbreken, zo- als "voorwaarde voor het ontvangen van verplichte bijstand levensonderhoud is, dat de te verzorgen persoon verstoken is van voldoende middelen tot het zich ver- schaffen van een behoorlijk te achten be- staan", dat bij of krachtens Koninklijk Besluit normen worden vastgesteld die het bedrag van de verplichte bijstand be- palen, dat een beroepsrecht wordt toege- kend aan de te verzorgen persoon tegen afwijzing van een uitkering, en dat de ge- vallen waarin een verplichte bijstand niet kan worden uitg-ekeerd of een verleende bijstand kan worden ingetrokken, in de wet of krachtens de wet worden aange- wezen.

• * •

T

ot zijn voldoening had de heer De Vos van Steenwijk gemerkt dat het opvangen van de gerepatrieerden, onder wie de spijtoptanten, bevredigend ver•

loopt. Uit mededelingen van de minister blijkt dat de bevolking- van de contract- pensions sinds verleden jaar is gedaald.

Hieruit kunnen conclusies ten aanzien van de toelating van spijtoptanten wor•

den getrokken. ',,

In de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer heeft minister Klompé ge·

schreven: ~

"Zij zou slechts willen opmerken dat het thans nog beschikbaar zijn van gerou·

tineerde repatriëringsambtenaren en con- tractpensions baars inziens bezwaarlijk als een motief voor versnelde toelating kan worden aangevoerd. Ev.entue~tl zullen het benodigde personeel en iie benodigde pensions geen probleem van betekenis hoeven op te leveren".

Daarmee heeft zij alle betogen van de minister van Justitie over de moeilijkhe- den, verbonden aan het toelaten van meer spijtoptanten, naar het rijk der fabelen verwezen.

In ieder geval, zei onze woordvoerder, hebben wij van de minister van Maat- schappelijk Werk een meer humane ,en een van meer begrip getuigende uitlating vernomen dan wij van de minister van Justitie gewend zijn. Juist de minister, op wie in dezen de zwaarste taak rust, heeft getoond tot medewerking bereid te zijn.

Wij vertrouwen dat de minister op deze weg zal doorgaan.

. . .

W

almeer de geachte afgevaardigde stelt, aldus antwoordde minister Klompé, dat ik een veel humaner, stand- punt inneem dan mijn ambtgenoot van

SHIRTS

(ook in grijs)

in 3 mouwlengten

ook in NO IRON vanaf in DACRON {3 mouwlengten)

DEN HAAG

19.75 35.··

laan van Meerdervoort 280a • Telef. 336418

N.V. ST AALDRAAD KABEL- EN HERCULESTOUWFABRIEK

v/h J. C. DEN HAAN

GORINCHEM HOLLAND

Justitie, moet ik dit ten scherpste afwij- zen. Het is volkomen onjuist te ,stellen dat mijn ambtgenoot minder humaan over deze problemen zou denk.en dan ik.

De heer De Vos van Steenwijk was ver- baasd dat de minister verontwaardigd was geweest omdat hij haar humaan had genoemd. Ik weet niet meer, zei hij, hoe ik tegenwoordig de ministers moet beti- telen. Ik heb de minister van Justitie ge- zegel dat hij zo weinig mededogen had.

Deze was daarover vreselijk in zijn wiek geschoten en nu zeg ik tegen deze mi- nister dat zij zo humaan is, en dat is ook niet goed.

Is dat omdat ik een vergelijking heb getrokken tussen deze minister en die van Justitie? Ja, dan vind ik het erg nobel dat de minister zo voor haar ambtgenoot is opgekomen, maar ik zou wel willen dat de minister de appreciatie van die heide bewindslieden en van het verschil tussen die bewindsman en deze bewindsvrouwe, aan ons zelf zou willen overlaten.

Ik hoop dat wij op haar humaniteit staat kunnen maken.

...

H

et clebat over de begroting van Maatschappelijk Werk heeft nog een heel lange motie opgeleverd van mej.

Tjeenk Willink (PvdA), waarin het oor- deel wordt uitgesp:r;oken dat de bevolking in de voormalige ontwikkelingsgebieden niet het slachtoffer mag worden van de wijziging in het industrialisatiebeleid en dat derhalve het inhalen van achterstan- den op sociaal, hygiënisch en cultureel terrein geboden blijft, waarna de minister

BARON DE VOS VAN STEENvVIJK ... . het is nooit goed ....

wordt verzocht naast de maatschappelijke begeleiding in de nieuwe ontwikkelings- kernen onverkort voort te gaan met het sociale beleid, zoals dat tot dusverre ten aanzien van de voormalige ontwikkelings- gebieden is gevoerd.

De motie is aangehouden om haar, los van de begroting, apart te behandelen op een nader te bepalen dag, een uitstel waarmee de heer De Vos van Steenwijk gaarne zijn instemming betuigde.

Vorige week heeft de Eerste Kamer nog in een korte discussie de begroting voor de Hoge Colleges van Staat en het kabi- net der Koningin afgehandeld, waarbij de heer De Vos van Steenwijk opmerkte dat ons pal'lement altijd te weinig wordt be- trokken bij ontvangsten van staatshoof- den. Minister Toxopeus antwoordde dat dit punt de aandacht heeft van de l'~'ge­

ring.

Zonder hoofdelijke ~temming is ten slot- te een aantal wetsontwerpen goedge- keurd betreffende: de verhoging van een aantal sociale uitkeringen en de kinder- bijslag in verband met de huurverhoging; / de versnelling van de procedure voor grenswijzigingen; maatregelen tot het ge- lijkmaken van de kostenvergoeding voor gemeentelijke en bijzondere middelbare

scholen. V. v. D.

ALGEMEEN SECRETARIAAT

V.V.D.

Koninginnegracht 61 's-Gravenhage

Tel. 0 70 • 111768 • 114375

Giro 67880

(3)

VRIJHEID EN DKHOCRATIE

23 APRIL 1960 - PAG. 3

Recreatie., kamperen

(I)

en overheidsbemoeingen

De stormachtige ontwikkeling van het kamperen in de afgelopen tien jaar, doèt degenen, die zich van ouds hiermede hebben beziggehouden, nog steeds Ve-J.'-

bazen. De enorme trek naar buiten houdt aan en niets wijst er op dat het verza- digingspunt reeds bereikt zou zijn.

- Het is duidelijk dat de leden va~1 de gemeenteraden, wanneer zij zich een oor- deel moeten vellen over kampeerterrei- nen op hun gebied, zich met de proble- men die hiermede verbonden zijn, re- kening moeten houden. Voor zover zij zelf kampeerder zijn, zullen zij zich een eigen mening vormen maar de anderen zullen het van voorlichting moeten heb- ben. Mijn bedoeling is nu, enige aanwij- zingen te geven en enkele problemen daarbij te belichten. Volledig ben ik na- tuurlijk niet ook al omdat het gehele probleem van de reereatic hiermeclè ;e- moeid is.

Dit woord "recreatie" leidt tot veel misverstand. Weliswaar weten we w;,.t wc ermee bedoelen, m2.ar anderzijds we- ten we ook dat wanneer wij op een mooie zondag de 10.000den zich in massa over onze kustplaatsen zien uitstorten, dit meer een opstand der horden is, dan een massaal uitrusten en herstellen van de beslommeringen van de afgelopen week. Dit zijn natuurlijk ruèt allemaal kampeerders, maar wanneer wij in het vakantieseizoen de volksverhuiûng zich zuidwaarts zien spoeden en aldam· de kampeerterreinen bevolken, dan is dit . evenmin recreatie in de juiste betekenis van het woord. Bezien wij daar vanuit tevens de toestanden die zich gedurende die tijd op de campings voordoen, dan moeten wij ons wel zeer vele vragen gaan stellen, die allen op de een of an- dere. wijze beantwoord zullen moeten woi·den.

.. Open air life"

En wel in de eerste plaats omdat dit een industrie geworden is, met een zeer grote bron van inkomsten. In Amerika b.v. waar men niet spreekt van "recrea- tie", maar van ,,the open air life" - het- geen een veel juister begrip is, want dit omvat alles - blijkt dat in een staat, waarvan voor kort de misoogst de be- langrijkste bron van inkomsten was, deze industrie de opbrengst van de maïsoogst reeds· drie maal heeft overtroffen.

In Duitsland worden reeds aparte re- servaten gevormd, die uitsluitend hun landelijke karakter mogen behouden, en die gevrijwaard worden van· water- en luchtverontreiniging en. van onnodig la- waai. De opbrengst van de toeristenindu- strie is daar van dien aard, dat men zich geen industrie zou kunnen voorstellen, die dit zowel qua opbrengst als qua werkverschaffing zou kunnen evenaren.

Dit laatste is ook voor Nederland belang rijk. Ik wil niet het minst afbreuk doen aan de achting die men kan hebben voor de grootse plannen voor de Europoort, .maar het was recreatiegrond bij uitne-

mendheid en was ook daarvoor bestemd.

Maar al te gemakkelijk stappen de auto- ritèiten over dit problE.em heen, zoals hier tot op heden altijd geschiedt.

De Delta-werken kunnen een tweede voorbeeld vormen. Hier kan zich een recreatie-oord ontwikkelen _zonder weerga, maar dan moet men de zeker- heid hebben dat de hiervoor bestemde gebieden daarvoor ook worden aange- wenc:.

De heer Van der Goes van Naters heeft in de .periodiek Natuur en Land- schap 13e jaargang no. 1, aan de ver- houding overheid-natuurl:)escherming een leerzaam artikel gewijd, dat ik in het bijzonder onder uw aandacht wil bren- gen. De overheid is n.l. niet die natuur- beschermer, die zij soms voorgeeft te zijn.

Massa-mens in de natuur

In de tweede plaats komen de proble- men van de massa-mens in de natuur.

Allen die hiermede te maken hebben, wete~ dat een massale intocht van men- sen b.v. in een mooi duingebied, dit ge- bied in enkele weekeinden kan vernie- len. Toen ik zelf in de jaren omstreeks 1930 in de duinen en weilanden rond Den Haag zwierf was eigenl:;k alles min of meer vrij toegankelijk. Zeker, men had al een kaart nodig voor de Duinwater- en Militaire duinen maar voor de rest liep men maar. Nu heeft men op zondag een legertje natuurwachters nodig om de met zorg onderhouden parken tegen vandalisme te beschermen.

De echte oude kampeerders behoren tot het goede soort natuurliefhebbers.

Zeer vele moderne kampeerders doen dit echter niet uit liefde voor de natuur.

Het zou een geheel apart artikel worden om dit probleem enigszins te benaderen.

Ik wil echter volstaan te wijzen op het ANWB-rapport i.z. de recreatie en het

kamperen. De conclusie hiervan is, dat 80 procent van alle kampeerders het al- leen maar op prijs stellen als zij georga- niseerd worden beziggehouden. Zij wen- sen niet de nr,::mr maar willen cantines met T.V., bonte avonden, georganiseerde uitstapjes en dergelijke.

Dezelfde problemen zien wij niet al- leen in Nederland maar door geheel Eurona. Men ontvlucht de stad, maar neenÎt de cacophonie van klanken mee, middels bromfietsen, draagbare . radio's, buitenboordmotoren, raceboten en een volkomen gebrek aan omgangsvormen.

Thuis klagen. ze over de slechte wonin- gen die zo gehorig zijn, maar buiten gil- len ze van zonsopgang tot diep in de nacht, want buiten ben je immers vrij, dus daar mag alles. Misschien is dit wel de diepere moraal van de kampeer- .,boom". Men tracht hierdoor de onvrij- heid van het dagelijks leven te ontvluch- ten, maar durft de consequentie hiervan niet aan

Een zelfde facet heeft de bermrecrea-

Nemen wij b.v. voor ons de gids Hand- boek Natuurmonumenten en zien wij daar 120 pagina's klein bedrukt vol met natuurterreinen van particulieren, stich- tingen, gemeentelijke, provinciale en rijksoverheid, welke zeker voor 90 pro- cent voor het publiek opengesteld zijn;

dan kan men de eerste tien jaren in Ne- derland nog rustig in zijn vakantie wan- delen en dan heeft men nog lang niet alles gezien.

Eén voorwaarde hierbij is echter, dat men hetzij lid moet zijn van een natuur- beschermende organisatie en;of dagkaar- ten kopen, die in Nederland bijna niets kosten.

Op het eerste gezicht komt de werke- lijke rustzoeker er .dus niet slecht af. Is dit ook het geval met de rustzoekende kampeerder, dus de overige 20 procent uit het ANWB-rapport- Dit zijn de min- naars van de zijweg. Zij zullen het wel weten te vinden, maar hen wordt het he- laas vaak onnodig moeilijk gemaakt.

Ik zal nu van het algemene probleem

Met

IIJ:f,)H;J:J$;{iJ

opgewekt de lente in ...

!

11Een nafuurproduc:t

bij uitstek" Importeur: Tony van Heeswijk - Roermond.

tie. Objectief beschouwd een volkomen dwaze situatie, om met je •ent naast een drukke autoweg te gaan staan maar hier speelt wat ik noem, .,de angst voor de zijweg" een psychologische rol.

Men durft eenvoudig niet van de hoofdweJ:( ar: Men heeft angst voor het ongewisse, het verrassende en het avon~

tuurlijke van de secondaire en tertiaire wegen. Er is daar niet overal een benzi- nepomp, een restaurant, een hulppost en telefoon en vooral: het is er stil. Dit al-

·les tesamen maakt, dat op een prachtig weekend in Nederland de kust en de we- gen daar naartoe overvol zijn, terwijl je voorbij Amer~foort reeds uren door bos- sen kunt dwalen en je geen tien mensen tegen komt. Hierbij komen we aan het derde probleem.

Voldoende recreatie-ruimte

Is er voldoende of te weinig recreatie- ruimte in Nederland? Ik ben van mening dat er voldoende is en er is nog veel wat braak ligt. Maar kan al deze ruimte ook voor iedereen gebruikt worden? En kun- nen we ook iedereen maar overal toela- ten? Mo~ilijke vragen met een. pijnlijk antwoord.

van de recratie of het buiten leven (the open air life) afstappen om te komen tot het engere probleem ,,kamperen". Voor degenen die hiermede niet bekend zijn, het volgend2.

f f f f i T t f t f T"V f t t t T t i f f t t T fT fT

Door dr. Remko E. de Maar

l

. . . , • • , . . . 4 .

Hei' kamperen

Om te kamperen, dus om te overnach- ten in een tent, càravan, zomerhuisje, bungalowpark en boot moet men eigen- lijk in het bezit zijn van een kampeer- kaart. Deze kaart wordt aan een ieder versterkt via de ANWB (dus ook aan niet leden) en geldt als een soort iden- titeitspapier. Wettelijk is hierbij niets ge- regeld, maar de gemeentelijke autoriteit kan kampeerders zonder kampeerkaart op zijn grondgebied weigeren.

Men kan het nut van een dergelijke kaart natuurlijk in twijfel trekken, maar het is gebleken dat deze kaart veel heeft

tiBu,

De Nederlandse I I I I I I I I I I I

Antillen

bieden door gunstige befastingen en deviezen- regelingen met belrekking tot

vermogensbeheer

en exploitatie van

octrooien

handelsmerken auteursrechten, enz.

bijzondere mogelijkheden voor de vestiging van

holding companies,

beleggin1gs .. en

trusimaat~chappijen De HBU heeft eigen kantoren in Willemstad, OranJestad en San Nicolas.

Wij verstrekken u gaarne alle inlichtingen.

Ook voor U: de HBU

HOllANDSCHE BANK-UNIE ru.

AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM POSTBUS 554 POSTBUS 46 POSTBUS 249

I

TELEF. 221122 TELEF.185080 TELEF.139000.

I

.._ _______ _.

bijgedragen tot een betere kampeerstijL Daarbij komt, dat men zo'n kaart kan kwijtraken door wangedrag; het is dan moeilijk een nieuwe te krijgen en men is dan gehandicapt.

"Hoewel deze kaart natuurlijk lang niet bij iedere kampeerder aanwezig is, is het toch zo, dat het overgrote deel der kampeerterrein- en bungalowparkhouders bij de toegang een dergelijke kaart eisen.

Degenen die aangetoond hebben het kamperen in goede stijl t~ beoefenen kun·

nen in het bezit komen van een kam- peerpaspoort, waardoor zij overal, mits met toestemming van de eigenaar van de grond, 43 uur kunnen kamperen in de z.g. gastvrije gemeente dat zijn dan de gemeenten die met deze regeling akkoord zijn gegaan.

Er zijn echter nog steeds gemeenten in Nederland die ongastvrij zijn en ik zou dus onze gemeenteraadsleden er op willen wijzen om, waar het mogelijk is, hun invloed ten goede aan te wenden.

Voor de zeer goed bekend staande kampeerder is er dan nog het z.g. land·

goederen-bewijs. Hiermede kan hij op zeer veel landgoederen :.n Nederland zijn tentje opslaan en deze man en vrouw leven dus niet als God in Frankrijk maar als God in Nederland. Voor hen is recreatie geen probleem. Het is duidelijk dat dit slechts bereikbaar is voor de in- dividuale recreatie zoeker. Volgens goed liberaal inzicht zijn wij verheugd dat dit dan toch nog mogelijk is.

De caravan-kampeerder

Toch treedt hierbij een inconsequentie op, n.l. wanneer de· botten strammer wor- den dan wordt de tentkampeerder cara- vankampeerder en ziet, dan sluiten voor hen de poorten naar het recreatie gebied.

Weliswaar zijn voor hem de voordelen van het kampeerpaspoort nog aanwezig maar verblijven op landgoederen en op terreinen van stichtingen van natuurbe- scherming kan hij niet, ondanks het feit

· dat velen dezer, · deze nuttige organen reeds tientallen jaren met hun contributie hebben gesteund. ,

Ook hier doe fk een beroep op onze liberale bestuursleden waar zij zich ook bevinden om zo zij hiermede te maken hebben geen onderscheid te maken tussen tent- en ·caravan-kampeerder

Toch kan ik de angst voor de caravan wel begrijpen. In de eerste plaats is al~~s

wat een caravan koopt en achter ZIJn auto hangt, tien tegen één noóit kan:peer- . der geweest. Hij kent de natuur met en

weet zich in de natuur niet te gedragen.

Maar daarmede behoeft men de oude rot- ten in het vak nog niet te discrimineren.

In de tweede plaats is daar geweest de beruchte Zeister zaak. Een zeer leerzame zaak. Leerzaam hierom, omdat men hier- uit kan lezen dat het niet aangaat dat een Gemeentelijke Overheid een aantal eerzanle vaderlanders met een bulldozer uit een bos wil verwijderen. Het détour- nement de pouvoir werd bewezen en de rechter beschermde deze burgers.

Maàr toch verloren zij in tweede in7 stantie, omdat hun z.g. caravans, lees verrijdbare zomerhuisjes, lees oude op- geknapte autobussen en tram~teller:,' ?a-

tuurlijk geen caravans waren m de JUlSte betekenis van het woord en door hun onaesthetisch uiterlijk een aanstoot ge- vend element in zich hadden.

Dit laatste kan zo erg worden, dat dit b.v. in Engeland tot hoogst onge:yenste toestanden heeft geleid en waarbiJ wet·

telijke maatregelen noodzakelijk zijn ge- bleken.

Het wordt dus het scheiden van het kaf en het koren.

Het is duidelijk dat aan caravans zoaB wij die kennen van de grote ANWB ten·

toonstellingen ,,Goed Kamp", geen stro breed in de weg gelegd mag worden, daar deze allen reëel verplaatsbare ob- jecten zijn. Worden deze echter gebruikt als zomerhuisjes met vaste standplaats, dan voorspel ik een Engelse ontwikke- ling en het komt mij derhalve voor, dat de Gemeentelijke Overheid zeer spaar- zaam moet zijn bij het verlenen van ver- gunningen daarvoor. Nog slechter wordt de situatie bij de tot woonwagen omge- bouwde oude autobus of vrachtwagen.

Deze voor de oorspronkelijke doeleinden reeds lang afgekeurde vehikels waren eigenlijk bestemd voor de sloop, maar met een beetje goede wil maak je er een kampeerauto van ,jaag hem met een h~el gezin erin weer de weg op, en onts1er en bevuil er Natuur en Landschap ;nee.

Ook hiervoor moet ik de Overheld met klem waarschuwen.

Bij toeneming hiervan dreigt een toe- stand waarbij een zigeunerkamp verge- leken een keurige bedoening is.

(wordt vervolgd)

(4)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE %3 APRU.. 1960 - PAG. 4o

Vervolg verslag Algemene Vergadering_ van de V.V.D.

De Europese economische

nader belicht

gemeenschap

Belangwekkende inleidingen door nlr. Bloembergen (industrieel), ir. Keyser (agrarisch) en prof. K ymmel (algemeen politiek)

Terwijl <le beide stembureaus naàrstig de uitslag van de verkiezing van leden van het hoofdbestuur van de VVD opmaakten, werden de talrijke bezoekers van de. jaar- lijkse algemene vergadering· in Hilversum geboeid door dtie inleiders van een actueel internationaal politiek en sociaal-economisch probleem: de Europese economische san1enwerking.

Het was een g~e ingeving van het hoofdbestuur geweest om het driemanschap Bloembergen-Keyser-Kymmel uit t.e nodigen hieraan zijn deskundige medewerki~g te verlenen.

Zij he-bben zich, elk op eigen wijze en ondersteund door hun gezag op dit veelom- streden en ingewikkelde pl'obleemgebied, van dez-e taak gekwet-en en de vergadering weten te boeien. Ook de hierna-volgende gedachtenwisseling stond op hoog peil, dank zij de deel.nruning van enige prominente figuren aan de discussie.

Mr. E. BI oe mb erge n uit Bilthoven belichtte het industriële aspect. Hij merk- te op, dat het hier een onderwerp betreft, dat voor belangstellende buitenstaanders moeilijk te volgen is, omdat de aspecten :r;o uiteenlopen. Niettemin is het strev.en naar nauwere economische samenwer- king in Europa van werel.dhitstorische betekenis.

Er zijn verschillende factoren, die het probleem bijzonder complex maken. Zo schept de na-oorlogse geboortegolf steeds nieuwe consumenten en daarmede een toenemende vraag op de markt. De snelle vorderingen van de natuurwetenschappen en de techniek doen ingrijpende verande- ringen in het produktieproces optreden.

Een grote verscheidenheid van produkten wordt aangeboden, in de industrie neemt men een aanzienlijke specialisatie waar.

Schip, vliegtuig en jetplane verkleinen de afstanden tussen de meest afgelegen ge- bieden der aarde. Door de toenemende mechanisatie en automatisering biedt de industrie minder mogelijkheid tot instand- houding en uitbreiding der werkgelegen- heid dan voorheen, zodat andere oplos- singen hiervoor moeten worden gezocht.

Voorts is er een streven naar grotere markten als gevolg van de . toepassing van grotere eenhed·en in de industrie.

Hieruit volgt dat het streven erop is ge_

richt de actieradius uit te breiden tot de vrijhandelszone en zelfs tot de Atlantische gemeenschap.

De politieke consequenties van deze eco- nomische expansie worden door het be- drijfsleven te weinig doordacht en over- wogen. Men laat deze taak aan de politici over en heeft over deze problemen zelden een eigen oordeel.

· Nochtans is de positie van de onderne- mer in dit verband van grote betekenis.

Men moet zich namelijk niet alleen door specialisatie laten leiden, maar ook letten op de samenhang der dingen.

Het merkwaardige verschijnsel doet zich, voor, dat er tijdens de onderhandelin- gen over en de voorbereiding van de EEG van enthousiasme der ondernemers kan worden gesproken, doch dat deze aanvan- kelijke houding hen duur te staan is ge- komen. Nu de EEG werkt is men de aan- vankelijke bezwaren grotendeels vergeten en zoekt men naar praktische aanpas- singsmogelijkheden.

- .Het hoofdprobleem - de keuze tussen EEG en EVA - laat men rustig' aan de politici over!

Het bedrijfsleven verdrinkt in contacten horizontaal en vertikaal. De bedrijfsor- ganisatie kenmerkt zich dan ook door een ingewikkelde structuur en de ondernemer ziet zijn tijd ·en zijn arbeidskracht veel- vuldig door allerlei bijkomende taken buiten de eigenlijke bedrijfsleiding in be- slag genomen. De internationale contac- ten nemen hand over hand toe en daar- door ontstaat de begrijpelijke neiging om het internationale werk maar aan de functionarissen van de organisaties over te laten. De samenwerking, ook met de

STALEN

KANTOORMEUBELEN

GISOLAMPEN

regering, is overigens bijzonder vrucht- drag.end.

Hoe moet men nu van industrieel standpunt de EEG zien?

Als een vermenging van buitenland en binnenlands beleid, zoals men ook in de departementale sfeer waarneemt. Het be- drijfsleven moet zijn belangen concreet formuleven en voorbrengen bij de politie- ke organen. Zijnerzijds moet het zich ont- houden van een vermenging van econo- mie en politiek.

Men moet streven naar overeensten1- ming op nationaal niveau, ook met de werknemers i.v.m. de werkgelegenheid.

Voorstellen tot versnelling van de EEG zijn voor de industrie wel aanvaardbaar, indien voor de agrarische problemen een aanvaardbare oplossing mogelijk is.

De veranderingen voltrekken zich snel en daarop moet men zich in alle kringen instel1en.

Het gaat om het zelfstandige voortbe- staan van Europa, dat kan worden verze- kerd, indien de beweeglijkheid van kapi- taal en arbeidskrachtèn als beslissende factor kan worden gerealiseerd. (Ap- plaus).

De Nederlandse landbouw en de E.E.G.

Ir. J, S. K e y se r uit Utrecht belichtte het agrarische aspect van de Europese economische samenwerking,

In een gemeenschappelijke markt zul- len tussen de deelnemende landen geen invoerbeperkende maatregelen kunnen worden toegepast. Voor het doorgaans te lage landbouwinkomen zullen een ge.

meenschappelijke markt- en prijsbeleid en een bescherming aan de grens der gemeenschap een correctie moeten bren- gen.

Een gemeenschappelijke markt met een eigen prijsniveau, dat hoger zal liggen dan het thans geldende Nederlandse prijs- peil, betekent o.m., dat om het verwerken van voedergranen tot exportpraelukten op de basis van de wereldmarktprijs (een typisch Nederlandse activiteit) mogelijk te maken, bijzondere maatregelen moeten worden ge,nomen.

Het is van het grootste belang, dat een mechanisme geschapen wordt, dat het mogelijk maakt veredelingsprodukten naar derde. landen te blijven uitvoeren op de basis van het wereldmarktprijspeil voor voedergranen.

Voor de handel binnen de gemeenschap zal het nieuwe, hogere gemeenschappelij- . ke prijspeil voor voedergranen gelden. De

verhoging dient matig te zijn, wil de Ne- derlandse veredelingslandbouw tot zijn recht komen.

Trouwens, een flexibel en slechts matig verhoogd prijspeil voor agrarische pro- dukten in het algemeen is een eerste voorwaarde om de landbouw de kans te geven op de juiste wijze deel te hebben aan de ontwikkeling van de economie.

De voorstellen bieden in vele opzichten de mogelijkheid om te komen tot een ge- zonde landbouwintegratie. Zij houden re- kening met de noodzakelijkheid van structuurverbetering, van afvloeiing van arbeidskrachten, met het belang van een goede oriëntatie van de produktie en van de handel met derde landen.

Maar de voorstenen bevatten ook ele- menten, die doen vrezen, dat de krachten, die de landbouw te veel als een statistisch geheel zien, zeer werkzaam kunnen wor- den. Vooral in een periode van neergaan- de conjunctuur zal dit gevaar aan de dag lwmen.

Om tot het doel, een gezonde landbouw-

lntr,g!'~tie, te komen, moeten we een vaste lijt1 volgen.

Het verdrag moet op evenwichtige ma- nier uitgevoerd worden. De vrijmaking van het onderlinge handelsverkeer, ver- sneld of niet, moet voor agrarische pro- dukten in hetzelfde tempo plaatsvinden als voor industriële produkten het geval is. Wij moeten het ontstaan van een stug Europees agrarisch protectionisme met kracht tegengaan.

Als dat gelukt en er een vrije markt geschapen wordt met een niet te hoog en flexibel prijspeil, met een intensief han- delsverkeer met derde Iand.en, zullen de Nederlandse land- en tuinbouw in dit ge- bied een belangrijke functie kunnen ver- vullen.

Vakbekwaamheid, kapitaalsvoorziening, grond en klimaat, maroen een kwaliteits- produktie van grote diversiteit mogelijk, waarvoor binnen en buiten het . gebied van de Euromarkt een lonende afzet te vinden moet zijn,

De Nederlandse landbouw ten slotte staat niet negatief tegenover het verdrag, maar wel kritisch tegenover de uitvoe- ring ervan, Hij wil gaarne tezamen met andere bedrijfstakken en in nauwe sa- menwerking met onze regering ertoe me- déwerken, dat het verdrag van Rome het instrument wordt, waarmede ruim baan geschapen wordt voor de verhoging van de welvaart in zes landen. (Applaus).

Algemene politieke aspecten van de E.E.G.

Prof. dr. J. K y m me I uit 's-Graven- hage stelde voorop, dat de actieve rol, die Nederland steeds heeft gespeeld met be- trekking tot de Europese Gemeenschap- pen, geheel past in de atgemene lijn van de Nederlandse buitenlandsè politiek. Ja, zelfs één van de essentiële elementen van deze politiek is geweest.

Onze buitenlandse politiek is er in de eerste plaats op gericht de vrijheid en on- afhankelijkheid van ons land te waarbor- gen. Hiervoor is nodig een nauw bondge- nootschap van de Westelijke landen, ver- enigd in de NATO. Dit bondgenootschap moet niet slechts militair, maar ook eco- nomisch en moreel sterk zijn. Voor dit laatste zijn goede bondgenootschappelijke verhouding·en essentieel.

In de tweede plaats heeft ons buiten- landse beleid een sterk economische in- slag, Het is gericht op de bescherming van onze internationaal economisch uiterst kwetsbare positie en het veilig stellen van onze buitenlandse betrekkin- gen en buitenlandse afzet.

Weinig landen ter wereld voeren een zo groot gedeelte van hun produktie uit;

weinig landen ter wereld zijn daarom voor hun welvaart zo afhankelijk van hun uitvoer en dus van de economische ont-

wikkeling en de economische politiek van het buitenland.

Onze deelneming aan de EEG is geheel in overeenstemming met deze doeleinden.

Allereerst economisch. De EEG kan en zal, door de vorming van een gemeen- schappelijke markt, nieuwe afzetgebieden van onze industrieën, onze landbouw en ons vervoer openen.

Daarnaast past de totstandkoming van de EEG ook politiek goed in ons buiten- landse beleid. Zij betekent immers een verdere binding van Duitsland en het Westen en dus een versterking van dit Westen. Zij was ook bedoeld om de econo- mische grondslagen en de morele binding tussen de Europese landen te versterken.

Als tweede punt zou spr. er, en mis- schien wel ten overvloede, nog eens op willen wijzen hoe vérstrekkend de gevol- gen van ons lidmaatschap van de EEG zijn.

Door het afbreken van de economische grenzen zullen wij een grotere concurren- tie van de andere Europese industrieën ondervinden. Daartegenover staan echter additionele afzetmogelijkheden. Gezien de Nederlandse concurrentiepositie in de we- reld, lijkt het, da.t onze kansen op voor- deel hier aanzienlijk groter zijn dan die van het nadeel, dat wij van deze buiten- landse concurrentie kunnen ondervinden (voorzover men dit al een nadeel wil noe- men).

Nederland zal echter ook moeten deel- nemen aan de totstandkoming van een gemeenschappelijk beleid in de EEG; een gemeenschappelijk landbouwbeleid, ge-

meenschappelijk concurrentieregiem voor

I TT TT T f i T f f f t f f f fT T f t t i t t t t . t i

Telegram aan de Koningin

Tijdens de Algemene Jaa?·ver- gadering van de VVD te Hilver- sum werd onder luide bijval het onderstaande telegram aan de Koningin gezonden:

Hare Majesteit de Koningin, Paleis Soestdijk.

Samengekomen op 8 en 9 ap1·il 1960 in haar Algemene Leden- vergadering te Hilversum, be- tuigt de Volkspartij voo1· Vrij- heid en Democratie haa1· aan- hankelijkheid aan Uwe Maje- steit en Haar Huis.

OUD, Voorzitter DETTMEIJER, Algemeen SecretaTis

In antwoord hierop werd het na- volgende antwoo1·d-telegram ont- vangen:

Ter voldoening aan Harer Ma- jesteits opdracht breng ik Haar vriendelijke dank over aan de Volkspartij voo1· Vrijheid en Democratie voor de g,evoelens als geuit in Uw telegmm ge- zonden tijdens haa1· Algemene Ledenve1·gade1·ing te Hilve1·- sum.

CHEF MILITAIRE HUIS, PAHUD DE MORTANGES.

...

de industrie, een gemeenschappelijk ver- voersbeleid. Wij. zullen onze conjunctuur- . politiek en onze sociale politiek moeten coördineren met de partnerlanden.

Ten aanzien van al deze onderdelen van ons economisch beleid zullen wij onze zelfstandigheid verder beperkt zien. Het- zelfde geldt ook voor de partners. De vor- ming van dit beleid zal een langdurig pro- ces zijn, een proces van geven en nemen, d.w,z. van toegeven en van toegegév.en worden. Het. gaat hierbij nièt om een. on- derschikking van ons beleid aan een ima- ginair Europees belang. Het gaat nièt om

de tegenstelling Europees belang en na.

tionaal belang.

Het gaat bij de uitvoering van het Verdrag en bij de vorming van het gemeenschappelij)te beleid, om compro- missen tussen de nationale belangen en de nationale opvattingen. Deze compro- missen vereisen besprekingen, kennis van . zaken en, natuurlijk, ·onderhandelingen.

· Zij eisen enerzijds een vasthouden aan de vitale nationale belangen en de essen-

·tieel geachte opvattingen; daarnaast eisen -zij ook een bereidheid om concessies te

· doen en aan vitale belangen van anderen tegemoet te komen. Deze bereidheid zal bij alle partners gelijkelijk moeten be- staan. Is dat het geval, dan komen ook v.oor allen aanvaardbare oplossingen tot ··

stand welke men waarlijk "Europees"

mag noemen.

In Nederland beluistert spr. omtrent de .wijze, waarop dit overleg en deze onder-

handelingen plaatsvinden, nogal eens ex- treme opvattingen. Zo zijn er mensen, die bezorgd zijn, dat wij te hard zijn en betogen, dat wij niet moeten proberen scherp te onderhandelen en bereid moe- ten zijn onze belangen ondergeschikt te maken aan het bereiken van "Europese oplossingen". Anderen daarentegen ma- ken zich bezorgd, dat Nederland nauwe- lijks een kans heeft om te onderhande- len en dat onze belangen en opvattingen door overheersing der grotere partners niet tot hun recht komen.

De persoonlijke opvatting van inleider is, dat het zo nu en dan wel degelijk nodig is, dat wij én voor onze belangen én voor onze opvattingen pal staan. De anderen doen dat ook en wederzijds wordt het steeds gerespecteerd. Het is bepaald niet zo, - al betoogt men dit juist in ons land nogal eens - dat Neder- land harder of moeilijker zou zijn dan de anderen. Het is ook niet zo, dat wij meer dan de anderen door de knieën gaan of het gelag betalen.

Eerlijk gezegd acht spr. de voortgang met betrekking tot de gemeenschappe- lijke markt tot op heden zeer redelijk en dit voor alle partijen.

_(Zie vervolg op pag. 5)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het fascisme is sluw, het probeert met alle middelen, ook met zulke schijnbaar onpolitieke zaken als Oss - invloed te krijgen. er ook zoveel van afJ te

Praktisch alle Marokkaanse en Turkse vaders vormen een gezin met hun vrouw en kinderen, terwijl zich onder de Surinaamse en Antilliaanse vaders meerdere gezinsvormen voordoen;

Deze publicatie voorziet beleidsadviseurs, programmaleiders en hun opdrachtgevers van de kennis en van praktische voorbeelden in de zoektocht naar goed wonen met ondersteuning

c. een lopend strafrechtelijk onderzoek zou worden ondermijnd; of d. de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar zou worden gebracht. De toezichthouder maakt de indiening

De zwemmer zwemt met een snelheid van 40 m/min schuin naar links tegen de stroom in... De vector p ur gaat 2 naar rechts en 16

drs. Welten is korpschef van het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland... macht en de politie voor een deel met dezelfde ontwikkelingen hebben te maken en dat de

Voor hem was dat de reden om een onder- zoek te doen waarbij ervaren geestelijk verzorgers volgens een voorgeschreven format een casus uit hun praktijk beschrijven, en vooral de

The objective of this study is to validate the hypothesis that business imperatives act as the drivers of a company and should be used as the basis to bridge the IT gap by