• No results found

NA DE SOUVEREINITEITSOVERDRACHT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "NA DE SOUVEREINITEITSOVERDRACHT "

Copied!
80
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

of

ltive . of ge- neri- erg ie es.

der raag, lling, deze aats- roor- DOR

>naal

!ster$

zijn , de

~llen,

~om~

tting 1947.

i

HES

rt of

~den,

be- rken,

kern

r

de

y lyof ts of tions

Lon~

eder.

door

~ en tude- i>port

Een

~hap'

lanse

H. VER SL 0 OT!)

INDONESIE

NA DE SOUVEREINITEITSOVERDRACHT

E

en critische ,beschouwing van de ontwikkeling, die Indonesië in de luttele maanden na de souvereiniteitsoverdracht heeft doorgemaakt, stuit op de moeilijkheid, dat het aantal werkzame factoren in die ontwikkeling groot is en vaak tegenstrijdig gericht. Daarbij komt nog dat in de Indonesische samenleving de uiterlijke vorm waaronder die factoren

I

werken, voor Europese ogen soms moeilijk herkenbaar, soms ook nauwe- lijks aanvaardbaar is: de Indonesische mentaliteit wordt gekenmerkt door sterke remmingen, maar zodra deze doorbroken zijn, door verwoestende felheid. Ook verschilt de Indonesische waardeschaal van de Westeuropese;

prestige en ontzag bekleden daarin hoge plaatsen; orde en efficienCy komen in de allerlaagste klasse; dankbaarheid en hoffelijkheid zijn deugden van hoge rang; oprechtheid en logische gedachtegang zijn van geringe beteke- nis. Een doelbewust beleid vindt waardering; medelijden is een onbekend gevoel.

Nu Indonesië zijn eigen weg bepaalt, dienen wij zowel bij onze pogip.gen . tot begrip als bij het vormen van ons oordeel met deze niet-Europese men-

taliteit rekening te houden.

H et aandeel der bevolkingsgroepen in de revolutie.

Voorop te stellen is, dat de grote massa der landelijke bevolking nauwe- lijks enige politieke betekenis heeft. Grotendeels analfabeet, sterk gebon- den aan land en adat, is zij slechts het grote weefsel, waarop vele handen trachten hun eigen patroon te borduren. Slechts in negatieve zin draagt deze grote massa aan de problemen bij, en wel langs twee wegen.

In' de eerste plaats is een betrekkelijk groot aantal jonge mannen uit hun oonspronkelijke dessa-verband losgerukt door de Japanse militaire- en arbeidsdienst. Elders dan in de oude dessa wor-den zij in den regel niet opgenomen, zodat zij, als blijvende terugkeer daarheen onmogelijk is geworden, onUvorteld zijn. Zij kunnen dan, als alle uitgestotenen, toe- vloeien aan het stedelijk proletariaat, of aan het steeds in Indonesië latente bendewezen.

In de tweede plaats heeft deze inerte landelijke bevolking betekenis gekregen doordat zij, naar de .eisen der Westerse democratische systemen, op de een of andere wijze haar oordeel moet geven over de politieke vragen

~) De schrijver van dit artikel ging in 1945 als qorlogsvrijwilliger naar Indonesië.

Van 1947 tot medio April 1950 was hij als ambtenaar op het Departement van Sociale Zaken te Djakarta werkzaam. Red.

(2)

van de dag. Voor een enigszins bekwaam redenaar is het niet moeilijk de instemming van een dessa te krijgen - de moeilijkheid is juist te voor- komen dat die dessa straks even gemakkelijk' haar instemming aan een tegenstander geeft. Dit leidt er uiteraard toe dat men zal trachten zijn . tegenstander uit de dessa te houden, door geweld of corruptie.

Een democratisch bewind in Westerse omvang is daarom alleen in schijn mogelijk - het ophouden van die schijn kan het politieke leven slechts

bederven. '

Een werkelijke democratische deelname aan het bestuur is. slechts moge- lijk voorde stedelijke bevolking, die merendeels kan lezen en schrijven, en overigens steeds kan horen lezen en discussiëren, en daardoor een veel groter ervaringsveld heeft.

Het eigenlijke stadsproletariaat, is zeer heterogeen, dikwijls ongunstig geselecteerd, veelzijdig uitgebuit, en politiek vrijwel ongevormd. Het omvat politiek rustige groepen, zoals het hllispersoneel (waaraan de gemiddelde Europeaan zijn noties over de Indonesische bevolking ontleent)' en de geschoolde handwerkers; en daarnaast politiek ontvlambare groepen als havenkoelies e~ fabriekspersoneel.

Nauw,op dit stadsproletariaat aansluitend en dikwijls binnen hetzelfde

sociaal verband levend volgt de grote groep van kantoorbedienden, kleine ambtenaren en intellectuelen. Een kleine bovenlaag van dezen staat los van het proletariaat en leunt aan bij de Indonesische regentenadel en de Euro- pese standen., Een eigenlijke middenstand van Indonesiërs bestaat niet - de functies daarvan worden vervuld door Europeanen, Indo-Europelmen' en Chinezen, die ook de corresponderende mentaliteit (grote behoudzucht, gering politiek initiatief) vertonen.

Binnen deze relatief kleine groepen van stadsproletariaat en intellec- tuelen (waarbij soms, o.m. op Sumatra, valt te rekenen het meer landelijke proletariaat der cultuuronderne'ming'en) speelt zich de Indonesische revo- lutie af. In de hierna volgende beschouwingen dient men zich steeds de numerieke beperktheid van de ;,Indonesische volksmassa" voor ogen te stellen. Deze massa, hoewel in absolute zin groot genoeg en sterk genoeg geconcentreerd, om als massa te reageren, is niettemin niwwelijks op twee ,à drie procent van de 80 millioen bewoners te schatten.

De maatschappelijke achtergrond der revolutie.

Indonesië is een arm land met bijzonder laag levenspeil.· De vermaarde rijkdom van Indonesië bestond slechts voor een beperkte groep, voor- namelijk Europeanen en Chinezen, die gebruik konden maken van het potentiaalverschil tussen een ontwikkelde wereldmarkt en wereldproductie enerzijds, en een economisch achterlijk, overbevolkt ag·rarisch land ander- zijd~. De levensstandaard van. deze beperkte 'groep verschilde onoverbrug- baa~ van het normale niveau v.an het land. Daar deze beperkte groep bovendien vrijwel geheel uit niet-Indonesiërs beston~, het monopoliè van gezag en bestuur bezat, en - ondanks het .ont~reken van starre ras~iscrï- 3~8

(3)

~ de oor-

een zijn

:hijn chts oge- Iven,

veel I1stig nv at lelde

il de

1 als elfde leine

I

van

~uro­

et - anen' licht, ellec-

~lijke

revo- Is de m te

!noeg twee

aarde v'oor-

n het luctie

rnder- 'brug- groep

~ van iiscrÏ-

minatie hunperzijds - practisch ontoega~keIijk w.as, ,moest de toenemènde verwt!stering van de bovenlaag del' .Indonesische samenleving onvermijd~­

lijk tot het. hu~dige conflict-leiden.

Bevrijding van ar.r;noede .cof althans van ,het contrast met weelde!) is daardoor ee,n der grondrnotieven van de revolutie - zich uitend, als de wens naar sociale rechtvaardigheid; of ook als afgunst en plundering. Het andere grondmotief is de vestiging, van eigen gezag en prestige - zowel iri de vor'm van het verlangen souverein lid der volkengemeenschap te worden, als in de vorm van persoonlijke geldingsdrift. ' .

De revolutie heeft dus een sterke negatieve inslag: verwijdering van de onnatuurlijke spanning die de confrontatie met de westerse wereld tot diep in de eigen gemeenschap opriep, Tevens is de revolutie paradoxaal: men wil immers een westers prestige verwerven - men drijft de duivel uit met Beëlzebub ..

Het negatieve ,karakter uit zich in 'de kennelijke richtingloosheid van Indonesië, het proces van innerlijke ,verbrokkeling, het gezagsvacuum. Het paradoxale karakter komt naar voren in de vaak nog sterke gevoelsband met Nederland en de westerse wereld, en in de geringe feitelijke' verande- ring, die de revolutie althans voor de massa meebracht.

Innerlijke tegenstellingen.

Indonesië is een land van talloze' tegenstellingen geworden: tussen ambte- naren en militairen, tussen,geregelde troepen en bewapende benden, tussen gematigde en extre'me republikeinen, t~ssen orthodoxe Islamieten en liókse groeperingen, tussen intellectuelen en proletariaat, tussen Indonesiërs en Chinezen en Indo-Europeanen, en zo voort. Daaronder is die tussen Djoéja- republikeinen en "coöperatoren" het scherpst en meest funest.

Die tegenstelÎing ligt op geheel ander niveau dan de oris uit de Duitse bezetting bekert de scheiding tussen "goede" Nederlanaers en collabora- teurs. Men hou de daartoe in het oog, dat bij iedere openlijke splitsing' der, samenleving de grote massa de weg volgt van de minste weerstand. In delie massa nemen de ambtenaren die de overheidsdiensten bemannen een sleutelpositie in, en dat geldt voor Indonesië in nog hogere mate. Tijdens de Duitse bezetting nu vormde het Nederlandse verzet in wezen de voor- hoede voor het behoud -der vooroorlog,se vrijheid en orde, zoals die sinds eeuwen voor ,de Duits~ inval vrijwel onafgebroken had bestaan. Voor zover het' verzet behoud betekende, vormde de massa der Nederlandse bevolking, en met name de bemanning der dverheidsdiensten, een achter- grond voor het verzet. Sleéhts zij die zich positief achter de Duitse bezet- tingsorde,' d.w.z. achter de ordeverstoring, schaarden, verbraken het levend.

contact met. de massa. Deze scheidslijn was dus van zuiver politieke aard - wie het algemene, ideaal van het verzet deelde, doch in overheidsdienst bleef, was daardoor niet verwerpelijk, meestal respectabel; en soms iélfs

bijzonder nuttig. , ')

Niet aldu~ in Indonesië waar het verzet .zelf juist een verstoring was .van

(4)

de eeuwenlang bestaande ordening. Het stond daar tegenover de traagheid van de massa, waaruit het zijn aanhang moest trachten mee te sleuren.

Wie in overheidsdienst bleef of daarin terugkeerde, verzaakte het verzet en deed het afbreuk. Nu is dit achterblijven veelal geen zaak van politieke gezindheid, en zelfs niet van gebrek aan moed. Voor de Indonesische intellectueel immers, over wie deze beschouwing in hoofdzaak gaat, is er vrijwel geen aJ).dere bestaansmogelijkheid dan de ambtelijke dienst, hetzij bij de Nederlandse overheid, hetzij bij de grote bedrijven. De verantwoor- delijkheid voor een gezin of, dikwijls in Indonesië van nog groter belang, voor armlastige ouders, stelde velen hunner voor een gewetensconflict, nog bemoeilijkt do,or de vaak oprechte bewonderIng voor het Westen of vpor Nederlanders in he~ bijzonder.

In de groep der' "coöperatoren" vallen zodoende velen - zelfs in over- wegende mate - die hetzelfde politieke doel, hetzelfde brandende vrij- heidsverlangen bezitten als . de Djocja-republikeinen. Hun kenmerk is slechts, dat zij om dikwijls respectabele redenen in het ambtelijk gareel bleven.

De situatie, die ·deze eigenlijk reeds meer dan een generatie oude tegen- stelling in het leven riep, was ook vroeger reeds allerongelukkigti't daar zij aan de verzetskern wel diegenen toevoegde, die nu eenmaal altijd aan elke

"nieuwlichterij" toevloeien: de ontevredenen, ongeschikten, teleurgestelden, rancuneuzen - maar tevens er toe strekte aan die verzetskern een aantal der meest ervaren en verantwoord~lijke krachten te onthouden. Het na- oorlogse Nederlandse beleid, tegelijkertijd veel belovend en hard toeslaand, heeft die situatie nog eens op onzalige wijze verscherpt. De druk van ,twee politionele acties en een de-facto-blokkade hebben de revolutionnaire kern van het Djocja-bewind en van de daar samengedrongen groep van ambte- naren, militairen en politici uitgedund tot op de meest volhardenden, meest geïnspireerden en meest onverzettelijken.

Uiteraarq is nu de kloof tussen deze uiteindelijk succesvolle verzets- groep ~n de grote massa dergenen, die vroeger of later capituleerden voor het salaris en de goede beloften" der Nederlanders, bijzonder diep geworden.

Voor het dragen van regeringsverantwoordelijkheid is de verzetsgroep niet gunstig geselecteerd; haar hardnekkigheid en heet enthousiasme zijn nu geen waardevolle eigenschappen meer. De grote groep der coöperatoren is geschokt: zij buigen zich vQor de "helden der revolutie" die groter karakter- vastheid toonden, ~n zijn zich zeer bewust thans "hun gezicht" verloren te hebben. Vooral onqer deze coöperatoren zijn diegenen te vinden: de brave, toegewijde, deskundige en verantwoordelijke ambtenaren, die de ruggegraat van het bestuur van Indonesië hadden moeten vormen. Nu echter heeft de revolutionnaire heethoofd onontkenbare aanspraken ver- worven en hij incasseert zijn winst niet zondèr arrogantie.

Het régime-Hatta was zich het probleem ten 'scherpste bewust, ook omdat het geestelijk nauwer verwantschap heeft mét de groep der bekwamen dan met ~e extremen. Of het dit probleem op korte' termijn op kon lossen 340

(5)

werd in Indonesië betwijfeld. Een door Sukarno uitgesproken opwekking tot ,eenheid en samenwerking heeft geen merkbare matiging teweeg- gebracht. Het wantrouwen in Djocja schijnt door ons te diep te zijn ieke ingehamerd.

;che Zelfs schijnt men thans in Djocja de ministers van Hatta's kabinet en s er de ter gelegenheid der souvereiniteitsoverdracht naar de R.I.S.-ministeries

etzij verhuisde Djocjase ambtenareil als coöperatoren te beschouwen, daar zij

oor- immers meewerkten aan de Nederlands-geïnspireerde RI.S. Alleen Sukarno ang, en Hatta zelf (beiden rechtens nog president, resp. vice-president van de

nog deelstaat Republik) schijnen van deze blaam vrij te zijn.

voor ,ver-

vrij- k is treel 'gen-

r zij elke (den, mtal : na- (and, , twee ,kern ilbte-

!leest

iZets- voor rden,

I

niet n nu ,en is

Lkter- loren

~: de ie de

. Nu

ver- ook amen ossen

Het gezagsvacuum.

De oorzaken van het huidige verlammende' gezagsvacuum liggen ener- zijds in het negatieve karakter van de revolutie. Nu het bestuur van de Nederlanders is overgenomen, is het hoofdd6el bereikt - en daarvoor waren voordien alle geestkracht en doolizettingsvermogen nodig. Thans moet het ' bestuur voor concrete doelen worden gebruikt, en daarvoor is allerminst eenstemmigheid te vinden .. Indonesië na de souvereiniteitsoverdracht ver- toont hetzelfde beeld van katterigheid als Nederland, toen na de bevrijding de eenheid van het verzet uitgewerkt bleek.

Daarnaast vindt het gezagsvacuum zijn oorzàak in de onhandelbaarheid van het gezagsapparaat: de strijdkrachten. Ook hier kan een vergelijking met het Nederlandse verzet leerzaam zijn: de kwaliteit en de discipline van afzonderlijke verzetsgroepen waren zeer verschillend en stonden in nauw verband met de kwaliteiten van het plaatselijke kader. Rondom vele van die verzetsgroepen zijn na de bevrijding militaire eenheden gegroeid, zoals de roemruchte Stoottroepen en andere oorlogsvrijwilligers-onderdelen. Van de Stoottroepen is bekend,' dat zij in het bevrijde Zuiden een sterke poli- tieke inslag hadden. Er is een bijna openlijk conflict geweest met het Militair Gezag, er vonden arrestaties van tegenstanders plaats, er werd gedacht en gesproken over een coup de main.

Later trok een aantal van deze onderdelen naar Indonesië. Het heeft maanden geduurd voor de pelotons zich onderdeel van één compagnie voelden, de compagnieën zich beschouwden als delen van één batalj'on, en de bataljons een brigadecommando boven zich als vanzelfsprekend aan- vaardden. De laatste phase in dit assimilatieproces was pas in de loop van 1947 bereikt. Ook toen nog gaf het haast ono~erkomelijke moeilijk- heden om een peloton (tenzij daarvoor sp'rekende redenen waren, zoals bevordering of sneuvelen) onder een andere commandant te stellen dan onder de man, die aan de kern van dat peloton in de ondergrondse tijd leiding had gegeven. Het voorbeeld spreekt nog des te' duidelijker omdat vele oodogsvrijwilligers - en vooral het kader - reeds voo'r de oorlog in militaire dienst waren geweest, el). er eén Nederlandse traditie van ordelijk- heid, discipline en ambtelijke hiërarchie bestaat van enkele eeuwen.

Dat de samenvoeging van Indonesische verzetsgroepen in een gediscipli-

(6)

neerd verband moeite kost is ·dan ook eigenlijk niet verwonderlijk. Hier treedt in nog.·sterkere mate de binding van elk onderdeel aan zijn eigen leider of leidersgroep op' - nog te meer daa'r deze révolutietroepen niet ,alleen vechteenheden zijn, maar bovendien dikwijLs semi-religieuze banden hebben, of een. soort· zelfontwikkelings- en debatteerdubs zijn. Zeker hebben deze troepen een bonte verscheidenheid van politieke kleur: / namen' en vaandels hebben een hé toverende we"rking op deze jeugdige onervaren enthousiasten. De ons bekend klinkende· kwalificaties, die zij zichzelf geven: socialisten, communisten, trotzkisten, etc. - moeten met enige korrels zout genom.en worden. Wie de hObfdman, met soms maar al te menselijke argumenten, tot een nieuw vaandel bekeert, heeft de hele troep. Ditzelfde geldt voor het gehele politieke leven; slechts zeer weinigen heb.ben een bewuste keuze uit de westerse politieke systemen gedaan en zijn bereid daaraan trouw te bliJven. Dat een christen-democraat van de ene dag op' de andere in een. stalini6~ omslaat, is wel is waar geen regel, doch zeker niet onvoorzienbaar of onbegrijpelijk.

Dit alles, naast de in het Oosten toch altijd bestaande neiging tot cor- ruptie en locale ongehoorzaamheid, hedt voor het militaire apparaat een haast volledige onhanteerbaarheid tot gevolg. De Sultan van,Djocja tracht door commandowiJsseling en verplaatsing aan de troepen hun locaal karak- ter en hun persoonlijke gebondenheid te ontnemen. De vooral om bud- getaire en economische redenen noodzakelijke inkrimping der strijdkrachten waarbij de meest onregelmatige troepen worden afgestoten en gedemobili- seerd, vormt het tweede grote punt van zijn programma. Onnodig te zeggen dat dit in de gegeven omstandigheden een haast bovenmenselijke taak is.

De eenheidsstaat.

Het gezagsvacuum is te besch~uwen als een onve'rmijdelijk' gevolg van de revolutionnaire bevrijdingsstrijd. Het valt niet te ontkennen dat het daardoor gestelde probleem slechts met grote moeite op te lossen is; het . is tevens voor de huidige Indonesische generatie van critisch ·belang. Als zodanig is het echter niet bijzonder schrikwekkend of onrustbarend - 'het is niet de eerste maal-dat een volk zich voor dit probleem gesteld ziet, en evenmin zou het de eerste maal zijn dat een volk dit probleem binnen redelijke tijd oplost - bijv. binnen de duur van een generatie!

In het geval van Indonesië ligt .- of beter, sinds korte tijd, lag - aan de oplossing van de gezagscrisis een ernstige hindernis in de weg: de j bij wege van compromis in het leven geroepen federale structuur. Daarin immers was het toch al wankele revolutionnaire gezag van Djocja tot een locaal gezag gedegradeerd, althans in staatsrechtélijke zin. Daarnaast werd een. aantal andere locale gezagscentra gesteld, die uit Nederlands octrooi waren· ontstaan; het geheel overkoepeld door het in het algemeen reactionnaire gezagsapparaat van Djakarta, in handen gegeven van een wel is waar grotendeels uit Djocja afkomstige, doch zeker niet in revolution- nair élan uitmuntende regering. Aan het centrale apparaat van Djak~rta

342

(7)

iet en [er Jr: ge zij let lar ele

;en en de

~el,

or-

!en eht ak- ud- ten ,ili- gen

is.

\Tan het [het Als het en nen aan bij Hin een aast Inds leen

~' een wn- aria

werd de militaire macht' van Djocja toegevoegd - in de klaarblijkelijk ongegronde veronderstelling dat die militaire ma,cht haar ankers in Djocja in'één nacht zou kappen, om ze de volgende dag in Djakarta uit te w;erpen.

Aangenomen nu, dat het zonder meer duidelijk is dat de gezagscrisis na een revolutie slechts kan 'worden opgelost indien er een organisatiekern is van onverdachte trouw aan de idealen der revolutie; en wetende dat in Indonesië zowel de bestuursapparaten der deelstaten; al~ die der centrale regering te Djakarta door het enkele feit hunner Nederlandse herkomst, bemand waren met coöperatoren; dan moet daaruit onvermijdelijk volgen dat de gezagscrisis in de R.LS. onder' de bij de souvereiniteitsoverdracht

geschapen omsta.ndigheden, onoplosbaar was. .

Een federalistische structuur ware wellicht 'mogelijk geweest als de revolutie zelf meer plaatselijke brandpunteri van revolutiorinair élan had 'opgeleverd - of als tegenover het revolutie centrum Djocja andere centra van gelijkwaardig enthousiasme en overeenkomstige morele span- ning waren ontstaan voor het "federalisme". Geen van béide gevallen echter deed zich voor. De federalistische beweging bestond grotendeels uit diegenen, die als coöperatoren - hetzij uit nood: hetzij uit winstbejag, hetzij, doch zelden, uit overtuiging - meenden de Djocja-revolutie te moeten vrezen 'en weerstreven. Kon de Djocja-republiek nog in negatie van het Nederlands bestuur tot een zekere eensgezindheid komen - het

"federalisme", dat op zijn beurt hiertegenover negatief stond, kwam daar- dopr allerminst tot positieve kracht. Noch voorkeur voor gematigdheid, noch angst levert een strijdbare ideologie, waarmee men het eigen hart kanj verwarmen en anderer harten werven. .

Door de niet onbaatzuchtige Nederlandse propaganda voor, en toepas- sing van het federalisme, werd het gehele vraagstuk van eenheidsstaat of federatie vanaf het niveau van een staatsrechtelijk vraagstuk overgebracht naar het niveau van binnenlandse partijpolitiek - het werd e'en middel in de strijd tussen een slecht gecoördineerde groep principiële republikeinen en verzetsmensen enerzijds, en een 'volstrekt ongecoördineerde groep gematigden anderzijds. De sëhepping van deelstaten,

în

steeds toenemend tempo en van steeds geringer omvang, door middel van het machtswoord der scheidende Nederlanders, verstrekte aan de partijen in deze strijd de organen en de wapens van publiekrechtelijke organisaties. Ons beleid in deze zaak leidde er dus toe - en niet geheel tegen ons oogmerk - dat een politieke tegenstelling v~n vrij normale aard (gematigdheid en extremisme) gek~ppeld werd aan een daarmede op zich zelf niet verwante tegenstelling (federatie en eenheidsstaat), waardoor beide tegenstellingen werdèn scheef- getrokken' en kunstmatig werden toegespitst: door nl. partijen te 'bewapenen met de voor partijstrijd ongeschikte middelen van (partieel) overheidsgezag.

l ,

H et zelfbeschikkingsrecht.

Het door ons gewrochte, ietwat chaotische gebouw is thans onder bij- zonder onwelluidend gerucht ineengestort. Het was bij de gegeven verhou-

(8)

ding der krachten niet anders te verwachten. Het was ook

de eerste voor-

waarde voor een mogelijke oplossing van de gezagscrisis - een oplossing die zelf weer conditio sine qua non is voor de oplossing der onafzienbare reeks organisatorische, financiële en economische problemen, waar Indo- nesië voor gesteld is. Zodoende was het "federalisme" in Indonesië, door de bron waaruit het voortsproot, de aanhang die het verwierf, het oogmerk waarvoor het gebruikt kon worden - en ook gebruikt werd - en de consequenties die het onvermijdelijk meebracht, een doodgeboren kind.

Niettemin had het federalisme een positief doel: het strekte er in ons stelsel .toe, het zelfbeschikkingsrecht der Indonesische volken te waar- borgen. De verwerkelijking van dat zelfbeschikkingsrecht heeft Nederland voor en tijdens de R.T.C. tot zijn verantwoordelijkheid gerekend - de huidige moeilijkheden in Indonesië zijn de regering tijdens de jongste Kamerdebatten als eèn schending van dat recht voorgehouden. Is dan de positieve strekking in de Indones~sche verhoudingen geheel zonder invloed gebleven?

Inderdaad. Onze fout schuilt in de term "Indonesische volken", een term die op zijn best.in ethnologische beschouwingen past, maar in politieke zin te enenmale verouderd is, en wel juist door het langdurig bestaan van ons eigen centrale Nederlandse gezag in Indonesië. In het verband van de zojuist genoemde politieke formule is de term even klaarblijkelijk onjuist als bijv. "Chinese volken" of "Duitse volken" onjuist zou zijn. Wie na het langjarig bestaan der Duitse eenheid, zelfbeschikkingsrecht opeist voor het .volk der Beieren of Würtembergers, archaïseert; nog meer uit de tijd zou hij zijn, die zelfbeschikkingsrecht vordert voor de Zuid-Chinezen, de Lim- burger:s of het volk van Tholen.

Het Nederlandse bewind, hoewel het sedert kort federalisme predikte, heeft voordien alles gedaan wat het kon om van Indonesië een eenheid te maken. Met name hebben wij het gebruik van het Maleis als lingua franca sterk bevorderd, hebben wij Indonesiërs van verscheiden volksaard vermengd iri onze steden, onze ondernemingen, ons leger en onze ambte~

lijke dienst, en hebben wij .van Indonesië een economische, financiële en organisatorische eenheid gemaakt. Met ons onderwijs en onze leefwijze hebben wij sinds lang de verschillen genivelleerd, juist en vooral onder de groepen die het huidige revolutionnaire Indonesië dragen: de intell'ectuelen en het stadsproletariaat.

Vopr iedere moderne Indonesiër zijn de volksverschillen niet meer dan . provincialismen, gedoemd tot verdwijnen met de voortschrijdende ontwik-

keling van hun land. Me~ name in de Djocja-republiek waren lieden van allerlei v9lksaard samengekomen, wier eenhèid haar grond vond in hun westerse opvoeding, hun vrijheidsverlangen en hun progressiviteit. Djocja is allerminst, zoals men het hier wil voorstellen; exclusief Javaans: integen- deel klagen Javanen van de oude stempel juist, dat Sumatranen en Ambo- nezen er de lakens uitdelen! Zelfbeschikking werd door hen voor wie dat begrip enige betekenis had, slechts gevraagd - en bevochten en verkregen!

344

(9)

- voor Indonesie, niet voor het eigen locale gebied van herkomst.

Ook in dit opzicht was dus het -federalisme regressief. Het was een speculatie op gevoelens van provinciale eenkennigheid, die de verzetsgroep zelf reeds grotendeels bedwongen had. Wel is er binnen het staatsrechtelijk oor systeem van de Republik een vrij ver gaande provincie-ordening maar met erk behoud van een even sterk, soms sterket, centraal gezag als de Nederlanders de onderhielden. Wel is er ook binnen de Republik een sterke locale disinte- nd. gratie geconstateerd, vooral met betrekking tot Sumatra. De machtsmidde- ons len van de R.L waren echter slecht georganiseerd en door gebrekkige ver- lar- bindingen belemmerd. Bovendien hebben nieuwbakken locale ambtenáren and uiteraard noch uit traditie,· noch uit respect sterke banden met een nieuw-

de bakken en ver verwijderd centraal gezag. Dit voor een streven tot zelf-

~ste beschikking aan te zien, ware een misvatting.

de

oed Oost-Indonesië ..

De gebeurtenissen in Oost-Indonesië zijn moeilijk te duiden. De RIS was erm door de gezagscrisis, met alle morele en materiële gevolgen van diert, in zin . een noodtoestand, die voor die van Nederland direct na de bevrijding niet

10ns onderdoet, integendeel deze in ernst verre overtreft. Het is irreëel te ver- de wachten, dat dan de wegen van een ervaren rechtsstaat bewandeld zouden uist worden. Hatta heeft ernstig getracht de reconstructie te doen verlopen het volgens de R.T.C.-grondwet, waarschijnlijk terwille van het prestige tegen- het over de Unie-partner en de buitenwereld, wellicht ook om in het centrale (zou apparaat der R.LS. een orgaan te behouden, waarin de felle tegenstelling ,im- tussen republikeinen en coöperatoren overbrugd kan worden. Het schijnt dat hij op dit laatste punt enig succes heeft kunnen behouden, het buiten- te, lands prestige heeft echter moeten wijken ~ begrijpelijkerwijs - voor de leid oploSiSing van het binnenlands gezagsprobleem.

gua De· feitelijkheden m~ken een pijnlijke indruk Ter zake van bijv. het "ver- ard breken" van het aan Andi Abdul Aziz gegeven "woord" vergete men echter

bte~ niet, dat hij in alle opzichten een rebel was, en dat bovendien de krijgslist en om de indruk te wekken, dat men zijn woord geeft, zonder dat strikt ijze genomen te doen, voor de Indonesiër een andere morele betekenis heeft i de dan voor ons. Het is zeer wel mogelijk dat A?iz van een dergelijke list de den dupe geworden is.-Ook de "invoer" van "subversieve groepen" op het grond-

gebied van Oost-Indonesië is al evèn tweeslachtig. Grotendeels gaat het dan daarbij om georganiseerde terugkeer van reeds lang in de Republik verblij-

ik- ven de of daarheen uitgeweken Oost-Indonesiërs. Daarnaas,t spreekt het van reeds eerder genoemde punt mee dat de locale bevolking van Indonesië hun volstrekt ongeschoold en onzelfstandig is. Wie haar steun tegen de regering

~cja tracht te verwerven en behouden, is allicht "subversief". Tyrannieke vormen gen- van politieke strijd zijn nu eenmaal de vloek ván de oncritische overbren- lbo- ging van westerse totale demoèratie op een primitieve volk,smassa.

dat De tragedie van Ambon en de stichting der Republiek der Zuid-Moluk- gen! ken is tijdens het Kamerdebat ieer bijzonder in het licht gesteld; en wel

(10)

in een zeer vals licht. Het miniatuur-volk van Ambon kan moeilijk geacht

worden het "recht" tè hebben tot het stichten van een economisch noch militair te handhaven &taatje, hog wel op een belangrijk sfrategisch punt in de Pacific. De politieke werkèlijkhcid vai1 vandaag laat ·het vervullen van een dergelijke droom niet toe. Maar 'bovendien is er nog een andere zijde aan deze zaak: Dat voor de Öude praetorianen van het Nederlandse bestuur de nieuwe tijd allerminst· welkom is, is begrijpelijk, en door zijn onvermijdelijkheid tragisch. Men moet echter niet Ambon met die oud- gardisten vereenzelvigen; aanmerkelijke aantallen Ambonezen zijn in militaire en' ambtelijke dienst van de Republik, o.m.' het hier rèeds beruchte bataljon-Warouw. De Republiek der Zuid-Molukken is uitgeroepen zonder daarin deze Ambone'zen te kennen, of andere, als Indonesiër elders in Indonesië verblijvende zonen van dat eiland. Reeds hieruit moge blijken, dat er niet zozeer sprake is van een "volkenrechtelijk" geschil, meer eerder van een intern, zelfs plaatselijk, geschil dat alweer (Nede'rland gá{ het

\ voorbeeld) uitgevochten wordt in on geëigende vormen.

De voor dit geschil van Indonesische reactie tegen Indonesische progressie gekozen vorm heeft Nederland in een moeilijk parket gebracht - overigens. door eigen schuld. Met het beginsel van het zelfbeschikkingsrecht der volken was waarlijk noch in Versailles, noch' elders enige verheffende ervaring opgedaan. Niettemin namen wij het ter RT.C. in alle ernst voor onze rekening, daarmede - ' het zij met enige bitterheid gezegd - voor de zoveelste maal in Indonesi~ verder reikende dan onze arm lang was.

De stakingsgolf.

De IndoQesische revolutie beperkte zich niet tot het streven naar staat- kundige vrijheid, maar had uiteraard ook het gepruikelijke sociale karakter.

Men verwachtte van de vrijheid met één slag de opheffing van de armoede en de schrille sociale tegenstellingen. Die heilsverwachting is de bodem, waarop de talloze plotselinge stakingen zich ontwikkeld hebben.

Een eigenlijke vakbeweging van enige betekenis is er onder de Indone- siërs niet. Onder de Chinese werknemers bestaat een groeiende, stevig gefun- deerde organisatie onder leiding van Oh Sien Hong, welke bond ook steeds

~eer Indonesische werknemers opneemt. De talrijke Indonesische vakver- enigingen bestaan eigenlijk uit zelf-opgeworpen leiders met een variabele, ongeregistreerde aanhang. Voor deze leiders is de staking het middel om te tonen, dat zij er zijn (en het óók kunnen!) en het is niet onwaarschijnlijk, dat een staking, liefst ,een flinke grote, voor hen een middel is om concur- rerende vakbewegingsleiders van de kaart te werken. Het zeer ongeschoolde proletariaat is maar al te bereid om te geloven, dat alles met een staking verder vanzelf dik in orde komt - het is een aanlokkelijk spel, nu de politie er niet op los slaat! Het is dan ook nief onverklaarbaar dat na een geslaagde bemiddeling bijv. toch nog de staking volgt, of dat een staking begint zonder voorafgaand overleg over looneisen, of geheel zonder eisen.

Het Ministerie van Arbeid streeft er op verdienstelijke wijze naar, invloed 346

(11)

pnt pen ere tlse lijn ud-

in ihte der in :en, der het ssie ens er rlde oor.

de

op

de stakingsbeweging te krijgen, vooral dbbr onvermoeid bemiddelend

-op te' treden. Het is daarbij" dikwijls zeer succ~svol. Er was trouwens aan de arbeidsvoorwaarden zeer veel te verbeteren; men neme slechts in aan- merking dat bijv. nog voor de devaluatie de kosten van minimaal levens- .onderhoud voor een klein koelie gezin in Soerahaja waren geste"gen tot om- streeks

f

120 per maand, waarbij de lonen ver achter waren gebleven.

Al met al leert de Indonesische arbeider langzamerhand de techniek van de loonstrijd kennen, hij constateert een nieuwe sfeer, nieuwe voordelen en een nieuw respect en zo kan alles - mits men matiging leert, en daanian ) . doet het bemiddelingswer~ veel goeds - zeer ten goede strekken. Destruc- tieve communistische invloeden achter deze stakingen worden wel dagelijks door de Nederlandse pers in Indonesië verondersteld, maar zijn noch aan- getoond, noch, gezien het verloop der meeste stakingen, waarschijnlijk.

Natuurlijk noemen sommige vakbondsleiders zich communist; dat zegt echter bijzonder weinig. Alleen de stakingen in Medan verrieden een goed doordacht plan, terwijl daar bovendien een sterke infiltratie va~ georgani- seerde communistische elementen van de "overwal" Malakka is geconsta- teerd. Het is evenwel de vraag of deze stakingen van overigens 'betrekkelijk goed verzorgde arbeiders niet zullen verlopen als de deelstaat Oost-Sumatra wordt opgeheven en de binnenlandse politieke situatie is vereenvoudigd.

In elk geval zal dat aan de afweer der communistische infiltratie ten goede kunnen komen .

De ;,devaluafie" en de Nederlanders

.

in Indonesië.

Reeds lang was het onmogelijk geworden de pariteit tussen de Indische lat- en de Nederlandse gulden te handhaven. In Augustus 1949 waren reeds ter. aan de 'V(oorlopige) F(ederale) R(egering) de volledige plannen 'voor de ede invoering van het huidige deviezenrégime door het Departement van em, Financiën voorgelegd. Het binnenlandse loon-. en prijspeil en de stand der (officiële) export gaven daartoe alle aanleiding. De Y.F.R. heeft dit plan me- terzijde gelegd en zich slechts beijverd het enorme begrotingstekort enigerï lun- mate te verminderen, overigens zonder veel succes .dank zij de zware mili- eds taire lasten, de grote uitgaven voor rehabilitatie van hoofdzakelijk Europese

lTer- particulieren en bedrijven en de middels toeslagen uitgeoefende druk op de

ele, levensstandaard. Men heeft het dus met open ogen aan de RIS overgelaten om dit varken te wassen. Het is inderdaad gewassen, geheel (naar men' zegt) ijk, volgens het in Augustus 1949 door de Nederlanders opgestelde plan, be-

~ur- houdl!ns enige toen aangebrachte, doch thans vervallen verzachtingen voor .lde het door Nederlanders te lijden leed.

ring Aangenomen mag worden dat de "verkapte devaluatie" en de daarop

. de gevolgde geldzuivering dringend nodig waren, misschien zelfs nog niet ver

een 'genoeg' gingen. Het is de vraag of deze maatregelen (nog) het verwachte

ling effect zullen opleveren; met name de export blijft ver beneden de nood-

.en. zakelijke en gehoopte toename. In elk geval·echter hebben die maatregelen oed geleid tot een ingrijpende structuurwijziging in de verhouding Nederland-

347·

....

(12)

Indonesië, die voor de in Indonesië woonachtige Nederlanders bijzonder pijnlijk is. Niet alleen is het dagelijks levensonderhoud, waarvoor veel importgoederen gebruikt wor.den, belangrijk duurder geworden, maar vooral is het thans practisch onmogelijk,'kinderen in Nederland te laten opvoeden, een verlof in Nederland door te ,brengen, en ten slotte met de oude dag in Nederland terug te keren. Daarmede is de traditionele basis aan het Neder- landse bestaan in Indonesië ontvallen. Hoezeer dat bestaan ook slechts mogelijk kon zijn door de onnatuurlijke koloniale verhoudingen - de scherpe, plotselinge beëindiging daarvan heeft alle Nederlanders in een fuik gevangen. Aan deze onverhoedse gevangenzetting heeft het weifelmoeqige Nederlandse regeringsbeleid schuld: het was niet te verwachten, dat de netten zo plotseling zouden worden dichtgetrokken.

Het hier ' gestelde probleem geldt niét in dezelfde mate voor de in Indonesië geboren en getogen Nederlanders en Indo-Nederlanders voor wie Indonesië meestal het enige vaderland, en Nederland vaak een maar al te vreemd land is. Zij verliezen de status van heersende klasse - en hun aan- passing is daarom moeilijk genoeg, maar onvermijdelijk. In het extra- probleem voor de Nederlandse gastwerkers zal echter onzerzijds voorzie- ning getroffen móeten worden!

Lapmiddelen als Nederlands onderwijs en verlof in bergoorden kunnen enige overbrugging geven, al is vooral het verstrekken van Nederlands onderwijs zowel om technische redenen (onbekwame overwerkte krachten) als op kostprijsgronden b\ijkbaar slecht uitvoerbaar. Reeds nu js het Neder- landse particuliere onderwijs zelfs in Djakarta allermis~rabelst. Ook echter indien voorziening in goed en goedkoop Nederlands onderwijs, bijv. in internaten, mogelijk blijkt, zal dit nooit meer zijn dan een lapmiddel: het vervreemdt de kinderen van Indonesië zonder hen merkbaar nader te brengen tot de Nederlandse volksgeest. Het hoofdprobleem: de voorziening in een in Nederland door te brengen ouderdom, kan zelfs met dergelijke middelen niet tot stand komen. Nederland heeft aan de overvallenen een dringende en kostbare morele plicht te vervullen.

De Nederlandse particuliere werknemers.

Voor de Nederlandse particuliere werknemers heeft de structuurwijziging nóg een bijzondere zijde. Deze categorie, voornamelijk samengesteld uit leidinggevend, administratief en geschoold technisch personeel, was meestal werkzaam op naar Nederlandse maatstaven buitengewoon gunstige arbeids- voorwaarden. Hun rechtspositie was echter altijd al tamelijk dubieus" Hun dienstverband bestreek in de regel termijnen van 5 à 6 jaar, was echter veelal wederzijds opzegbaar met een maximum opzeggingstermijn van vier maanden. De kosten van uitrusting en uitzending worden dikwijls als

\Schuld ten laste van de werknemer geboekt, en' dan "inverçliend" met een bepaald gedeelte O~ à ~) voor elk vol jaar dienst, soms echter op een nog ongunstiger voet. Pensioenen - in zwang gekomen na de crisis der jaren dertig - worden gewoonlijk slechts verworven na 15 à 25 jaar onafgebroken 348

(13)

oral len,

~ in ler-

;hts de :uik lige de in iWie I te ,an- tra- zie- nen nds en) ler- lter

in het te ing ljke een

ling uit stal ids- lun lter rier als een nog ren cen

dienst. Bij eerdere beëindiging behoudt de werkgever dan slechts aanspraak op zijn eigen, meest~l geringe, stortingen.

Zo' was de werknemer in Indonesië met ~ware banden aan zijn werk- gever gebonden. Beëindiging zijnerzijds leidde tot totaal verlies van zijn cumulerende aanspraken en soms tot aanzienlijke terugbetalingen, evenals beëindiging door de werkgever wegens een door de werknemer gegeven dringende reden. Een en ander had slechts voor beperkte 'categorieën of voor beperkte onderwerpen geleid tot dwingende wettelijke regeling.

Grotendeels vond het ingewikkelde geheel van rechten en verplichtingen zijn grondslag in schriftelijke contracten, eenzijdige personeel-voorschriften of afzonderlijke toezeggingen.

De practijk dezer arbeidsverhoudingen was niet altijd fraai, vooral omdat de werknemers (zelfs academisch gevormden) zelden enige voorstelling hadden van alle voetangels en klemmen in hun rechtspositie, soms zelfs hun contract nooit gelezen hadden. Dat desondanks een redelijke gang van zaken in de regel bewaard bleef, was enerzijds een gevolg van een zekere schaarste op de arbeidsmarkt, anderzijds van de patronale aard der

Indonesi~che werkgeversgemeenite. Ook was de Arbeidsinspectie door voorlichting en bemiddeling dikwijls in staat een behoorlijke afwerking te bereiken. De rechtspraak had geen grote betekenis - een bij de grote macht van de patroniserende werkgever begrijpelijk verschijnsel.

De na-oorlogse situatie nu is in sommige opzichten belangrijk achter- uitgegaan. Het opmaken van schriftelijke contracten blijft dikwijls geheel achterwege, of gebeurt .pas geruime tijd na de dienstaanvaarding in Indonesië. De controle van de Arbeidsinspectie was reeds sterk verslapt en is thans zonder betekenis, De rechtspraak staat tijdelijk geheel stil en zal ' in elk geval in kwaliteit aanzienlijk dalen, terwijl de rechtsgang zeer veel moeilijker en trager is geworden. De bedrijfsresultaten geven zelden nog aanleiding e'en royaal patroonsstandpunt in te nemen.

En daar is nu ten slotte door de nieuwe deviezenordening bijgekomen, dat de contractuele voorzieningen drievoudig in waarde zijn toegenomen.

Was het vroeger voor een employé nog mogelijk de consequenties van een geschil' zelf te dragen - door deze verhoging is dat meer dan drievoudig bemoeilijkt, en practisch uitgesloten. De Nederlandse werknemer bevindt zich dus in een toestand van volstrekte gebondenheid, die gelijk staat met slavernij. Zodra de solidariteit der Nederlandse gemeenschap doorbroken 'wordt - en men koestere daarover geen bijzondere verwachtingen -

zal de Nederlandse werknemer de gevolgen van zijn absolute machteloos- heid en zijn bijna absolute rechteloosheid ervaren.

Control~ van de zijde onzer Regering, zo mogelijk preventief, èn voor- lichting zijn dringend noodzakelijk, in ieder geval voor al diegenen die nu voor Indonesië worden aangeworven, maar, liefst in samenwerking met Indonesië, ook ter plaatse.

(14)

Het ambtenaren-vraagstuk.

De RLS. is zo vriendelijk geweest haar beleid ten o·pzichte van de Nederlandse ambtenaren ten voorbeeld te stellen aan de werkgevers van Nederlandse gastwerkers, màar zij is uiteraard. geen stap verder gegaan in het· verzachten dezer koloniale na~eeën. Het leed der particuliere Ne,derlander,s - zowel werknemers_ als zelfstandigen - is een Nederlandse zaak .. De deviezenbegunstiging voor Nederlandse ambtenaren is uitsluitend

tot.stand gebracht ter uitvoering der·RT.C. overeenkomsten. De RLS. is

daarmede manmoedig begonnen een der .zwaarste brokken te verteren, die wij. de nieuwe staat ~ebben voorgezet. Die taak is in alle-opzichten ondankbaar en nutteloos. Immers, de ambtenaren-paragraaf die geen· vrije keuze aan de ambtenaar liet, heeft de R.LS. opgescheept met een, weer- barstig korps dat zich, meer nog dan de Nederlandse particulieren, door de eigen regering verkocht en verraderr-voelde; een korps, welks leden in het algemeen eén behoudend, openlijk of verborgen-koloniaal stempel droegen, en dat als korps allerminst er op was voorbereid een jonge, democratisch-willende, onervaren staat door de moeilijkheden te sturen.

Hoeveel goeds er nl. ook v~n het vroegere Nederlandse bewin"d gezegd kan wordeti,- het werd niet gevoerd naar Indonesische, maar naar Neder- landse maatstaven, en het was bovendien een sterk autocratisch bewind, zonder hoegenaamd de geringste. democratische instelling of ervaring, Het was een welwillende, maar strakke voogdij. Te menen dat de ambtenaren djer voogdij de zelfstandige jongeling zouden kunnen dienen, was' een psychologische misslag.

Overal waar posten van enig politiek belang waren te vervullen, moest dus een Indonesiër optreden, vaak van Djocja-extremistische huize,. vrijwel steeds met geringe ambtelijke ervaring, en met des te groter verantwoorde- lijkheid. Zodoende kwam een groot deel van het Nederlandse ambtenaren- korps practisch tot stilstand, kon geen ontslag nemen, en bleef, zijns ondanks duimen draaiend, salaris toucheren - salaris op het oude peil.

De RLS. had zich nl. genoodzaakt gezlen een middenweg te kiezen .tussen het voor Indonesië veel te hoge (hoewel voor Europeanen eigenlljk nog te lage) salarispeil der V.F.R, en de ~alarissenschaal der Republiek, die ook voor Indonesië te la~g was. Alleen voor de Nederlanders moest als ge- volg van de R.T.C.-overeenkomst het V.F.R-peil gehandhaafd blijven! Tot overmaat van ramp volgden hierop de· vrijstellingen van de gevolgen der ."devaluatie". Voor een minimum aan nuttig en verantwoordelijk werk

ontva~gen deze ambtenaren daardoor haast een veelvoud van het loon

hu~er Indonesische collega's. Dat dit financieel een zwaar probleem is spreekt vanzelf; dat het binnenlandse politieke consequenties heeft is even duidelijk als onv:ermijdelijk, met name ten opzichte van de stemming jegens de Unie-partner, die deze "kool gestoofd" heeft.

-Het alternatief voor Indonesië is, deze ambtenaren te laten afvloeien, maar dat brengt nog hogere kosten en nog minder profijt mee (de wacht- gelden zouden in Nederlands courant betaald moeten worden), Ook zou 350

(15)

de vers laan aerè ldse iend S. is

!ren,

!ten rrije eer- loor

den :lpel nge, ren.

legd der- ind, Het tren een oest jwel rde- ren- djns peil.

,sen nog die ge- Tot 1gen erk loon h is

!ven ning

!ien, .cht-

zou

afvloeiing op grote schaal een zeer onvriendelijk gebaar tegenover de Uniepartner geweest zijn. De "gunst" van afvloeien, waarop menigeen hoopt, blijft dus slechts gereserveerd voor de bepaald ongewensten. Zo is deze regeling, hoe goed wellicht bedoeld, binnen de kortst mogelijke tijd verkeerd in een blok aan het been 'voor alle betrokkenen. De mede hier- door gegroeide zieke atmoSfeer bedreigt de g~zondheid v~n de hele Unie - wat op lange termijn duurder zal zijn dan vrijwillige afvloeiing voor Nederlandse rekening thans.

Samenvatting.

Indonesië leeft op het ogenblik in een gevaarlijk labiele toestand. Een aantal problemen van binnenlands- en buitenlands-politieke, organisato- rische en financieel-economische aard, elk voor zich van beslissende betekenis, moeten binnen korte tijd tot oplossing worden gebracht in een milieu, in welks bovenlaag zich een snelle maatschappelijke verschuiving voltrekt.

Nederland heeft daarbij belang, in de eerste plaats om zijn landgenoten, hetzij hier of ginds geworteld, die daarbij betrokken zijn. Het heeft daarbij belang om zijn grote investering~n, om de vooral later niet onbelangrijke werkgelegenheid voor hoog geschoolde Nederlandse krachten, om zijn internationaal prestige, e~ Olll de egaliserende werking die mede via de Unie-band tussen West-Europa en .Zuid-Oost-Azië kan plaats vinden.

Nederland heeft bovendien de mogelijkheid, Indonesië in zekere mate actief ter zijde te staan, zowel financieel-economisch als politiek, voorna- melijk door de gezaaide dra~entanden te wieden 'Voor de oogst losbreekt.

De kansen op een gunstige ontwikkeling zijn wellicht niet groot, maar reëel. De groep-Hatta maakt de indruk uit capabele, Nederland niet ongunstig gezinde mannen te bestaan. De Sultan van Djocja is in staat op den duur orde rondom zich te scheppen, zelfs als Hatta te vroeg zou vallen; die orde valt trouwens samen met zijn dynastiek belang.

Een democratische rechtsstaat is Indonesië nog lang niet, maar de beginselen er voor zijn aan'!Yezig. Natuurlijk is in een ongevormd, onrustig land een democratische stijl herhaaldelijk onmogelijk. Wat mogen wij echter eisen van een land, waar wij, althans in onze praktijk, nauwelijks leermeester in democtatische houding zijn geweest?

Het verlangen een democratisch, sociaal-rechtvaardig land te zijn leeft sterk, en men is zich de tallo?:e noodgedwongen afwijkingen pijnlijk bewust.

Het kost geen moeite uit vf}lerlei krantenberichten het beeld te formeren van een tyranniek politie-bewind. Dat beeld is evepwel volstrekt onjuist:

het laat ge én ruimte· voor het er~ende ideaal, voor het - ondanks alles.- geliefde voorbeeld van de Nederlands-Europese rechtsQrde.

Dat ideaal. is er niettemin, en het levert, voor Indonesië èn de Unie, een grondslag op waarop gewerkt kan wQrden, zodra de instrumenten om te werken in de hand liggen. Tot die tijd iS. onze beste politiek, Indonesië 'lOveel steun te geven als wij kunp.en, en ni.et al te veel.kritiek te hebben.

(16)

J. BARENTS

DE ASPECTEN VAN DE STRIJD

TEGEN HET COMMUNISME

B

ij de viering van het feit, dat het M~rshall-plan de helft van zijn vijf jaar had doorlopen, zei Generaal Marshall: "Ik ben langzamerhand gaan-begrijpen, dat de ernstigste fase van het herstel te maken had met andere overwegingen, - van politieke, zedelijke en geestelijke aard."

Het is een uitspraak, waarvan wij de dr~agwijdte in het oog moeten houden als we de strijd tegen het communisme, die in wezen een strijd voor het behoud van de vrije wereld is, in zijn verschillende aspecten ontleden.

De eenvoudige opeenvolging van de feiten, die de huidige politieke toestand in de wereld bepalén, geeft al een aanwijzing van de richtingen, waarin het herstel zich uit en verder moet uiten. De thans gevolgde politiek begon in het voorjaar, van 1947 met de zogenaamde Trumanpolitiek, - een op het eerste gezicht zuiver militaire aangelegenheid, omdat President Truman bij die gelegenheid militaire hulp van de Verenigde Staten toe- zegde aan Griekenland en Turkije, teneinde te verhinderen, dat zij als overrijpe appels aan een agressor, die slechts even schudde (lees: de Sowjet-Unie), in de schoot ~ouden vallen. Bij de verdere ontwikkeling van het militaire hulpprogramma bleek echter .wel, dat althans in Grieken- land militaire hulp op zichzelf niet voldoende zou zijn om het land op de been te houden; tegen de erfenis van de Duitse massale mqorden en massale vernietigingen, tegen de inflatie die voortdurend nieuwe groepen van de bevolking tot de bedelstaf brengt en niet alleen het herstel van de welvaart bemoeilijkt, maar ook de prikkel tot inspanning bij de individuen wegneemt, en tegen een bewind dat doeltreffend noch integer is, helpt alleen een grootscheepse, verstandig beraamde en indien nodig met hard- nekkigheid uitgevoerde poging tot sociaal-economisch herstel in de breedste zin van het woord.

Het volgende stadium was de in Juni 1947 geformuleerde en ziCh in de loop van het volgende jaar ontvouwende Marshall-hulp. Het herstel van Europa, door deze financiering van noodzakelijke importen van voedsel, grondstoffen, machinerieën en 'transportmiddelen bewerkstelligd, is weinig minder dan wonderlijk geweest. Toch liggen, als er nu in ernst wordt overwogen om een soortgelijk program. van hulpverlening ook na 1952 mogelijk te maken, de oorzaken van het feit, dat West-Europa in 1953 nog niet geheel op eigen benen zal kunnen staan, slechts tendele in de sociaal- economische sfeer; natuurlijk zijn hierbij elementen belangrijk als de achterstand in productiviteit van de Europese landbouw en industrie bij die van Amerika, het verlies van vroeger koloniale gebieden die deviezen

352

0] pi m

Zl

v: rl

z

e e 11 b

2

(17)

vijf and had td."

den het len.

eke Jen, :iek een ent toe-

als de ling :en-

de en pen de uen

!lpt rd- lste

de van Isel, inig Irdt 952 nog aai-

de bij Izen

ophrachteh en dat van overzeese

investeri~gèn.

Daarnaast echter

~ordt

de productie' van West-Europa bedreigd door -stakingen, die' in belangrijke mate politiek (lees: door de communisten) beïnvloed zijn, en door de nood- zakelijke landsverdediging, die een groot deel van de arbeidskraChten' en van het nationaal inkomen opzuigt; dat zijn politieke elementen, die Gene- raal Marshalls zoëven aangehaalde uItspraak begrijpelijk maken.' Er is een menging van politieke met economische factoren. Dat ook zedelijke -én geestelijke elementen -op het welslagen van de Marshall-hulp invloed uit- oefenen, blijkt tiit eenvoudig waarneembare' verschijnselèn; de productie stijgt niet alleen, als er meer kapitaal, betere transportmiddelen en" nieu- were machines ter beschikking komen, maar ook als de arbeidende be- volking van harte haar schouders onder - en haar handen aan het econo-

mische herstel zet. '

Inderdaad, de factoren die een herstel van West-Europa mogelijk maken zijn van verschillende aárd'.:.. en: Kunnen toch geen 'van alle gemist worden. Toch worden er nog vaak pogingen óndernomen om de bestrijding van het communisme (waarvan het)lerstyl 'van West-Europa dan als het ware het positieve spiegelbeeld.'is) tot één sector te bepalen en het genees- middel tegen de ziekte van de Stalinificatie van de wereld alleen te zien in één' van de volgend~ groepen van maàtregelen': militaire verdediging, inwendige beveiliging, sociaal-economische opbouw of 'het vormen van ee'ri niet-cqnimunistische ideologie. 'Elk van de vier groepen' heeft' haar eigen geestdriftige 'aanhange~, die er veelal toe neigen om de strijd in hun sector het ~nig~jtiiste (en blijkbaát ook het -alleszins afdoende) bësîrijdingsmiddel van het commuÎlisme te achten. De bedoeling van dit opstel is niet me~r dan om -de stukken aaneen te passen en te laten zien' welke' gevaren in elke monomanie, in elke eenzijdige en uitsluitende nadruk op het militaire

of

het beveiligingsaspect, op de economische"opbouw

of

op de ~,idedlogische'" strijd, zijn gelegen.

De besprekingen va,n de landen van het Noord-Atlantisch Pact, die in Mei in Londen hebben plaats gevonden, hebben de moeilijkheden dIe aan het organiseren van een juist' defensiebeleid voor, West-iuropa verbonden zijn duidelijk in het licht gesteld. De probiemen zijn zoals gebruikelijk eenvoudiger weer te geven dan op te lossen: Het betrelt i~ het bijzonder

de volge~de punten. '

Voor elke maatregel, die genomen mo~t worden, is de instemming van meer dan een' dozijn nationale regeringen nodIg', én dat niet alleen bij de huidige voorbereiding van het Atlàntische defensiebeleid, maar zóals het er thans uitziet ook op het ogenblik in de toekomst, waarop militaire operaties noodzakelijk mochten zijn. 'Dat is een' 'niet alleen op den duur, maar zelfs al op korte termijn onhoudbare toestand, da-ar immers niemand' weet of het· gevaar pas over vijf of tien jaren acuut zal woroen' of' misschien in het komende jaar al dreigt. De in beginsel JUIste oplossing is die, welke België al officieel heeft vastgelegd: dat bewakings- en verde- digingstroepen onder nationaal bevel blijven staan,. maar dat de operatio-

353

(18)

nele eenheden, waarmee West-Europa als geheel iets zal moeten doen, onder een geunificeerd commando komen, vergelijkbaar met de inter- geallieerde SHAEF uit de tweede wereldoorlog. Dat allerlei generale- staven-gevoeligheden daarbij nog tegenstribbelen zou geen reden moeten zijn om niet met spoed de zaak in die richting te sturen.

Een tweede struikelblok is de omstandigheid, dat er binnen en dwars door de Atlantische samenwerking heen een kleinere kring bestaat, de Westelijke Unie van Engeland, Frankrijk, België, Luxemburg en Neder- land, die al een eigen hoofdkwartier (hoofd zonder lichaam) in Fontaine- bleau heeft met Montgomery als opperbevelhebber. Nu is het, welke ook de militaire deugden van Lord Montgomery mogen zijn, niet aannemelijk dat iemand met zijn gebrek aan tactvol optreden en zijn gevoel voor zelfreclame de geschikte opperbevelhebber van de gezamenlijke Atlantische strijdkrachten zou zijn, terwijl voorts wat er op dit ogenblik aan militaire effectieven in West-Europa aanwezig is voornamelijk tot de bezettings- troepen in West-Duitsland behoort. De oplossing lijkt eenvoudig, namelijk h,et liquideren van de Westelijke Unie en het opnemen van het kleine apparaat, dat deze reeds had gevormd, in dat van het Atlantisch Pact; en het vervangen van Montgomery door iemand als de Amerikaanse generaal Bradley, die beter geschikt lijkt om de half-bemiddelende, half-bevelende functie van Atlantisch opperbevelhebber uit te' oefenen. Maar dat men daarmede op enkele, in het bijzonder Britse, tenen zou gaan staan laat

zich horen. '

Voorts is er, en daarmede komen we op ons eigenlijke onderwerp, de coördinatie van de verschillende mogelijkheden van communisme- bestrijding, een zekere onenigheid over wat mil.itair noodzakelijk is en wat sociaal-economisch gedragen kan worden, - onenigheid die zich in dit stadium van de onderhandelingen toespitst op een verschil van mening tussen de ministers van defensie, die net als Olivier Twist telkens om méér vragen, en de ministers van financiën, die hoofdschuddend zeggen dat er heus niet meer af kan. Nu is dat tot op zekere hoogte een onzuiver stellen van de zaak, althans wat Nederland betreft. De vraag is hier te lande pas in tweede instantie, of wij de mogelijkheid hebben om méér geld voor de landsverdediging uit te geven; in eerste instantie kunnen we volstaan met betere waar voor hetzelfde geld te eisen, dat wil zeggen àan de leiding van de ministeries van oorlog en marine de eis te stellen, dat zij van (voorlopig) hetzelfde budget een' meer doeltreffende landsverdediging tot stand brachten. Daartoe zou dus allereerst een beter defensiebeleid nood- zakelijk zijn of, juister gezegd, een defensiebeleid, want de minstens een- maal per jaar wisselende' verklaringen van de opeenvolgende ministers omtrent de. toekomst van onze landsverdediging, gehuld in zwijgzaamheid en ontvangen met ontzetting, kunnen alleen met een aanzienlijke over- dosis aan politieke beleefdheid als "beleid" worden aangeduid. Het dient te worden erkend, dat het militaire avontuur ,in Indonesië onze ,lands- verdediging in West-Europa in de afgelopen jaren sterk heeft bemoeilijkt.

354

(19)

oen, lter- rale- eten wars , de :der- iÎne-

ook .elijk voor ,sche taire ings- lelijk

~eine t; en eraal ende

men laat

~, de fsme- l wat

fl dit ening méér .at er tellen lande voor ,staan :iding

i

van Ig tot nood-

; een- isters nheid over- dient lands-

~ilijkt.

Zelfs met die verontschuldiging echter is niet verontSchuldigd,. dat men met de. uit Indonesië terugkerende militairen niets doet, hun zelfs geen mobilisatie-indeling geeft, en dat de plannenmakerij ten departemente een lichtelijk kaleidoscopisch karakter draagt. Ons ganse defensiebeleid (onder de zoëven gegeven béperking van die ·,term) wekt sterk de indruk, dat de schone spreuk "God zij met ons", die op de rand van de zilveren guldens' staat gegraveerd, niet wordt uitgelegd als een dringende voorbede, maar als een overdracht aan het Opperwezen van zaken; waarvoor Harer Majesteits regering blijkbaar niet uitgeslapen. of kordaat genoeg is.

Deze feilen in. de N ed.erlandse defensie mogen het probleem bij ons in eerste instantie eenvoudiger maken, zij wissen niet uit dat er in het· algemeen een ernstig verschil van mening over de prioriteiten kan ,bestaan.' Ook wat dat betreft wordt het oordeel moeilijker, omdat het niet gemak- kelijk is de urgentiegraad van het gevaar nauwkeurig te schatten. Het dreigend optreden van de Sowjet-Unie ten aanzien van Perzië, van China, van Tsjechoslowakije en van Berlijn heeft ons duidelijk gemaakt, dat zonder de noodzakelijke tegendruk West-Europa ten prooi zo~ vallen aan de "bevrijdende" Róde Legers. Het is echter militair al niet ge~akkelijk om de kracht van de Russische druk te meten en om te bepalen welke tegendruk dus noodzakelijk is; alleen kan men zeggen dat betrekkelijk korte termijn - veel méér nodig zal zijn dan de luttele

.

~ en reeds op . divisies welke de Westeuropese naties thans gezamenlijk in het veld kunnen brengen (voor Nederland voorlopig nul divisies I), en dat een aan- zienlijk grotere militaire inspanning dus noodzakelijk is, zo nodig met opoffering van een zekere welvaart, sociale zekerheid of zelfs werkgelegen- heid - om de eenvoudige reden, dat in een door de Sowjetlegers "bevrijçl"

West-Europa de welvaart tot bij het nulpunt zou dalen, de sociale zeker- heid "Russisch" (d.w.z. aanzienlijk minder dan-bij ons) zou worden, en de werkgelegenheid "volledig" zou worden ~ gemaakt door gedwongen.

tewerksteiIing in uraniummijnen en arbeidskampen, die niet als bevorderlijk- voor de gezondheid bekend staan. Met het constateren van deze voor de hand liggende waarheid zijn we echter niet klaar, omdat wat de langere termijn betreft (en de huidige koude oorlog .kan immers heel goed· jaren en jaren duren) tegenwoordig ook verre buiten de socialistische kring wel· wordt toegegeven, dat een al te sterk besnoeien van sociale voorzieningen het Westen evengoed zou verzwakken als een verwaarlozen van de mili- taire defensie. De kracht van het Westen ligt juist tendele in sociale wel- vaart, al kan op korte termijn een aanhalen van -de buikriem n00dzakelijk blijken. De preciese vaststelling der prioriteiten. is dus niet eenvoudig.

Een belangrijke reden tot optimisme ligt echter in de overweging,' dat de- hulpbronnen waarover de Atlantische naties beschikken te zamen die· van het 'Sowjet-machtsgebied zover overtreffen, dat wij de koude oorlog: moeten kunnen winnen met minder inspanning dan de inderdaad zeer grote inspanning, waartoe het Kremlin zijn onderhorigen dwingt.

(20)

':Een:'ander belangrijk aspect, waarop 'vaak te eenzijdig de nadruk 'wordt gelegd;' is dat vaÎl;'de ;mterne 'beveili'ging, van de strijd tegen spionnen, sabo.teurs eIi. mensen';vän de ' .. vijfde ko.lo.nne .... Hi~r wordt dé eenzijdige nadruK gelegd 'door de' Colone! Blimp's, de' arme s'tum'pers 'die ón'der elk . bed,' een 'agent· v.án ,de' . KóIhinform menen te ontwaren en zó weinig ver-

tro.uwen hebbèn' itl de Westelijke democratie, dat zij doen alsof deze de koude .oorlógJ zou~ gaan verliezen o.mdat hier en daar enkele to.t het co.m- munisme. neigende,'intellectuelen op eert schelle tro.mpet blazen.' Het is goed om 'voor het :geva'lh~van-binnen-uit de ogen niet te sluiten, maar er is op dit gebied::vrij! ow'at kwaad gedaan door de l,.uidruchtigheid, waarmede enkele' malen in:i ae :V.erenigde Staten personen in hun goede naam werden a.angetast, bij wiê co.mmunistische gezindheid' niet viel te bewijzen. Helaas is' ech~er' komen ~V'àst, te' staan~ dat in (Canada" in de Verenigde Staten, ih Engeland "en ·na·ar ~ men moet aannemen op het gebied van Russische illega:le activ:iteit zeeremstige dingen zijn gepasseerd. Aan datge'ne, wat bij' de processen jn' de' ) V-erenigde Staten nu wèl en niet gebleken is, zal binnenkort in' dit'maandblad-afzondèrl1jk aandacht worden gewijd; op 'dit ogenolik en'voör ons huîOige -dbel is het 'voldo.ende o.m op te merken, dat.

de' . gro.te ernst

· .n .

die illegale verschijnselen juist gelegen was' in het feit,' dat de Russèn talrijke burgers van demo.cratische staten, langs ;,ideo.- lo'gis'the" 'Weg' o.f om · geheel ignobele motieven, er, toe hebben gebracht verraad te plegên aan :htm <land en' 'aan dê!: zaak

wn'

'd~ Ivrijlieid en zich kritiekloo.s te ond.t-!rw:erpf!O aan'-de eisen van het. van Moskou uit geleide apparaat. 'De ernst·' daarvan kan -niet' .worden weggeredenee'rd do.or al diegenen, die het 'zograa'g hebben over.de "hysterie" van de .. co.mmunisten- jaçht" in de V-e,renigde Staten (en die daarmede zakelijk bekeken wel in vele; maar· zeker niet' in alle gevallen o.ngelijk hebbenl), waarbij- komt dat deze mensen t~ndele samenvallen met "degenen, die ons (en in sommige gev~lleIi: à,ok'· zichzelf) 'in': de afgelo.pen' jaren zo. graag hadden willen wijsmaken, 'ddt 'de oorlogsdreiging niet uit het Oosten, maar uit het Westen: kwam:

:-Op het' gebit!d' ván de inwendige beveiliging mo.eten- we de gevaren reëel zien,' zo.nder ze, te overschatten o.f 'te ,o.nderschatten. Er wordt zo.nder 'twijfel', door 'de-communisten ondergro.nds gewerkt, en er is geen reden o.m aan te nemen dat ons land daaro.p een uitzo.ndering zou vormen.

Eén vafi de.grote·mo.e.ilijkheden is echter, dat de scheidslijn tussen gevaar- lijk en niet-gevaarlijk,' . tussen (in de-to.ekomst) "goed" en ;,fout" 'mo.eilijk

is :te 'trekken 'en' ténde1e' zelf-in' de to.eko.mst ligt .

. ; Wat op· dit 'o.gën:blik gevaarlijk is, 'is spionnage, .sabo.tage. en dergelijke zàkèIi: Het 'is 'vaste èommunistisèhe praktijk om' daarvoor bij voorkeur geen 'partijleden- 'of 'bekèIlde ·communisten te gebruiken, zodat men bij

alle

önbeho.uwbàameid'Van,de CP.N. als zodanig (die na-Paul de Groots verklaring' bvei- dé Russische-bevrijdingslegers zó duidelijk-vaststaat, dat men niet behoeft tè schro.men 'deze organisatie als zodanig landsgevaarlijk te noemen en passende maatregelen tegen haar te beramen) de beste en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze veldproef wordt uitgevoerd in het kader van het Interreg IV-A 2Seas project RINSE (Reducing the Impact of Non-Native Species in Europe), dat streeft naar verbetering van

De Raad van State acht het essentieel dat de wetgever inziet dat zijn afweging breder moet zijn dan de optelsom van deelbelangen en zich echt moet richten op het volledige

Welnu, in dit opzicht heeft Tim zich getoond een karakteristieke vertegenwoordiger van wat de doorsnee-Nederlauder zich van de Groninger pleegt voor te

Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels.. Een goede roman is autobiografisch. Niet door de gebeurtenissen die erin beschreven worden, maar als verslag van de

Tabel A.6 laat de gemiddelde jaarlijkse lage eigen bijdra- gen zien voor de ZMV-kosten onder de regels van 2009 en 2015, alsmede de omvang en de kosten van de zorg in 2009 voor

 Een beroep doen op eigen kracht is niet ‘regel het zelf maar’, maar samen met de cliënt in kaart brengen wat zijn moge- lijkheden en die van zijn netwerk zijn.. Daarna volgt

Door de Geest groeit de liefde voor elkaar steeds meer.. Daarom bidden we samen dat die eenheid

Zowel in zijn proza als in zijn poëzie zocht hij de grenzen op van het absurde, maar wel steeds gekoppeld aan een voor iedereen herkenbare werkelijkheid.. Hugo Bousset,