• No results found

In dit besluit leefde nog de geest van de Eerste Internationale van Marx en Engels

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "In dit besluit leefde nog de geest van de Eerste Internationale van Marx en Engels"

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VIJFTIG JAAR 1 MEI-VIERING

P. DE GROOT De eerste Mei valt dit jaar te midden van het diplomatiek en krijgs- rumoer van de beginnende tweede imperialistische oorlog.

Dit alles overheersende feit bepaalt het karakter van deze Mei-dag en van de leuzen, die de arbeidersklasse die dag in haar vaandels schrijven moet, in haar demonstraties en bijeenkomsten moet doen horen.

1 Mei beleeft dit jaar ook zijn vijftigste verjaardag. Het is vijftig jaar geleden sinds het eerste kongres van de Tweede Internationale het volgende besluit nam:

"Er dient op een bepaald tijdstip een grote internationale manifesta- tie georganiseerd te worden, en wel derwijze, dat gelijktijdig in alle landen en alle steden op één bepaalde dag de arbeiders aan de autoriteiten de eis richten, de arbeidsdag op 8 uur vast te stellen en de overige besluiten van het congres te Parijs ten uitvoer te bren- gen. "

In dit besluit leefde nog de geest van de Eerste Internationale van Marx en Engels. De kern ervan bestond immers in het i n t e r n a- t i o n a I e karakter van de actie, die voor de acht-urendag en andere eisen zou worden gevoerd.

De arbeidersbeweging had de onafwijsbare noodzakelijkheid inge- zien om haar actie in alle landen te combineren, om internationale actie te voeren.

De behoefte daaraan deed zich gevoelen door de vervlechting van de kapitalistische ondernemingen over de landsgrenzen heen, door de vorming van trusts en kartellen, van internationale kapita- listische belangengroepen.

In die jaren, toen het historische besluit van de Meidag genomen werd, had de samenwerking van kapitalisten van verschillende lan- den en nationaliteiten nog hoofdzakelijk primitieve vormen aange- nomen.

Bij stakingen in het ene land, wierf men onderkruipers aan in het andere. Men speelde de loonstandaard in het ene land tegen die van het andere land uit.

De arbeidersbeweging stelde daar haar internationale verbindingen en organisatie tegenover, die tot taak had de arbeiders der betrok- ken landen in te lichten, hen voor de methoden der kapitalisten te waarschuwen en internationale solidariteit te organiseren ten gunste van de acties, die in een bepaald land werden gevoerd.

Een groot feit had echter plaats gevonden, dat bewees, dat de bour- geoisie, wanneer het om haar klassebestaan ging, dit vóór de na- tionale belangen liet gaan.

ln 1871, tijdens de Commune van Parijs, de eerste historische strijd voor de diktatuur van het proletariaat, werkten de Franse reaktionai- ren samen met Bismarck, den ijzeren kanselier van Duitsland, om het proletariaat te onderwerpen en de klasse-heerschappij van de bourgeoisie in Frankrijk te herstellen.

* 257

(2)

P. DE GROOT VIJFTIG JAAR 1 MEI-VIERING

258

Gedurende vijftig jaren hebben de reformisten in de arbeidersbe- weging al hun best gedaan om den Mei-dag zijn revolutionair en internationalistisch karakater te ontnemen.

Ging de Mei-viering aanvankelijk gepaard aan massastaking en de- monstratie, spoedig wisten de leiders van de partijen der Tweede Internationale, met uitzondering van de Russische bolsjewiki, de werkstaking in een "rust-dag" te veranderen. De Meidag werd tot een "Lente-feest" gedegradeerd, de manifestaties werden in feeste- lijke, onschuldige optochten omgezet.

In de eerste jaren van de fascistische diktatuur in Duitsland poogde Hitier de traditie van de Mei-dag voor zijn doeleinden te gebruiken en te ontwijden. Doch de weerzin van de arbeiders tegen dit mis- bruik is zo sterk, dat de fascistische demonstraties weldra tot een- voudige parades van de nazi-stormtroepen en de door hen geterro- riseerde bevolking werden.

De communisten hebben van hun kant steeds gestreden voor het karakter van de Mei-dag als werkelijk internationale strijd-dag en wapenschouw van de krachten van de arbeiders uit alle landen.

Onvergetelijk blijft de Mei-demonstratie van de Duitse arbeiders, onder leiding van Karl Liebknecht, op het Potsdammerplein te Ber- lijn, in het eerste jaar van de wereld-oorlog van 1914.

Zij was het eerste signaal van de opstand der volksmassa's tegen het oorlogvoerende imperialisme. Zij was de eerste slag tegen de heer- sers over het Duitse Rijk, die het volk in een bloedige slachting voor hun kapitaalsbelangen hadden gestort. Zij vond weerklank op de slagvelden, in de rijen van de soldaten in de loopgraven, in de mu- nitie-fabrieken achter de fronten.

Men heeft Liebknecht toen gekerkerd, zoals men thans Thaelman ge- kerkerd houdt. Doch het imperialisme is de nederlaag niet ontgaan.

De Mei-dag 1917 vond de Russische arbeidersklasse reeds in volle revolutie, die uit zou groeien tot de oprichting van de socialistische Sowjet-macht, onder leiding van Lenin en Stalin, die het imperia- lisme in alle landen in zijn grondvesten aan het wankelen heeft ge- bracht, en het een slag toebracht die ten slotte zijn ondergang ten gevolge zal hebben.

Thans, na vijftig jaren, heeft de samenwerking van de kapitalisten der- verschillende landen en imperialistische belangen-groepen vormen aangenomen, waarbij de aanwerving van onderkruipers in stakingen nog slechts kinderspel lijkt.

Doch wij hebben ook te maken met een internationale arbeiderssoli- dariteit, die tot de hoogste uitingen is gestegen.

Wij hebben de internationale interventie van de imperialisten·

tegen de Sowjet-Unie gekend, die met behulp van de internatio- nale arbeiders-solidariteit werd afgeslagen.

Wij hebben de samenzwering van Chamberlain-Daladier met Hitier en Mussolini te München gekend, waarbij de eersten met tenachter- stelling van de nationale belangen van de landen die zij heten te vertegenwoordigen en de belangen van de vrede, Tsjecho-Siowakije:

als eerste oHer het fascisme in de muil wierpen.

(3)

P. DE GROOT

VIJFTIG JAAR 1 MEI-VIERING Wij hebben de interventie van de fascistische "as" en de non-inter- ventie van de zogenaamde democratische kapitalistische staten tegen de Spaanse republiek beleefd.

De Spaanse republiek kon daartegen geen stand houden, doch in haar strijd speelde de internationale arbeiders-solidariteit een grotere rol dan ooit.

Zij nam de vorm aan van de "Internationale Brigade", een in de his- torie blijvend voorbeeld van internationale strijd met de wapens in de vuist tegen fascisme en imperialisme.

De materiële ondersteunings-campagne voor het republikeinse Spanje nam een ongekende omvang aan; zij omvatte niet alleen arbeiders, doch berustte op de samenwerking van arbeiders, boeren en middenstand tot in de rijen der liberale burgerklasse toe.

Een schitterend voorbeeld van internationale solidariteit was ook de actie voor de bevrijding van Dimitrof, die door een campagne van de breedste omvang in alle werelddelen aan de beulen van het fascisme te leipzig werd ontrukt.

Deze voorbeelden bewijzen dat het de reformisten niet is gelukt de geest van internationale actie, die de Mei-dag karakteriseert, te doden. Integendeel. De geest van internationale samenwerking in de strijd tegen het fascisme en imperialisme is sterker geworden. Zij steunt op een der machtigste staten ter wereld, de Sowjet-Unie. In de Sowjet-Unie zijn de aanvankelijke eisen van het internationale congres van Parijs volledig vervuld en overtroffen.

Niet slechts de achturendag hebben de arbeiders daar veroverd, niet slechts sociale verbeteringen en politieke vrijheid,doch de macht zelve houden zij in handen, het instrument waarmee zij het socialis- me hebben verwezenlijkt en waarmee zij bezig zijn de weg te banen tot het communisme.

De Sowjet-macht staat in het teken van het internationalisme, Bij elke internationale actie, die in de periode sinds het bestaan van de Sowjet-Unie door de arbeiders aller landen werd gevoerd, stond de Sowjet-Unie voorop, vanaf de ondersteuning van stakingen als de Engelse kolen-staking in 1927 tot aan de ondersteuning van de Spaanse vrijheids-oorlog toe.

1 Mei 1939 moet staan in het teken van de internationale strijd tegen de verdere ontplooiing van de tweede imperialistische oorlog.

Stalin karakteriseerde de oorlog, die thans begonnen is als een

"nieuwe imperialistische oorlog", waarvan het kenmerk hierin be- staat, "dat zij nog niet tot een algemene, tot een wereld-oorlog ge- worden is". "Voor onze ogen, zeide St a I in op het 18e congres der C. P. der SowjetUnie, voltrekt zich een openlijke herverdeling van de wereld en de invloedssferen op kosten van de belangen der niet-aanvallende staten, zonder dat hunnerzijds enige poging tot afweer wordt ondernomen, ja, zelfs met een zekere begunsti- ging van de zijde van deze staten."

Tegenover deze imperialistische oorlog wees hij den weg voor de arbeiders aller landen, om verdere uitbreiding van deze oorlog te verhinderen en de fascistische machten tot de vrede te dwingen.

259

(4)

P. DE GROOT VIJFTIG JAAR 1 MEI-VIERING Deze weg is de strijd voor verwerkelijking der collectieve veilig- heid, voor de weerstand tegen de fascistische machten "en voor de ondersteuning der volkeren, die het slachtoffer van de fascistische agressie geworden zijn en voor de onafhankelijkheid van hun land vechten".

Dit is de revolutionaire politiek der arbeidersklasse in de nieuwe imperialistische oorlog, waarvan de richtlijnen in de politiek der Sowjet-Unie verwerkelijkt worden.

Tegen de i m p e r i a I is ti s c h e oorlog strijden, betekent ge- lijktijdig het ondersteunen van de re c h tv a a r d i ge o o r I o g die het Chinese volk tegen de Japanse invallers voert. Het bete- kent gelijktijdig de bereidheid om een re c h tv a a r d i g e ver- dedigings-oorlog te ondersteunen van elk volk dat het slachtoffer van een fascistische aanval worden mocht.

Voor ons, Nederlandse arbeiders, die behoren tot een volk, dat ondanks alle "verklaringen" van Colijn, onder de onmiddellijke greep van het aanvallende Duitse fascisme staat, is de strijd tegen de imperialistische oorlog en voor de vrede onverbrekelijk verbon- den met de ondersteuning en deelname aan de verdediging van de Nederlandse onafhankelijkheid, indien ons land het slachtoffer van de fascistische agressie worden mocht.

Voor de volksmassa van Indonesië is de afweer van een Japanse rooftocht tot eventuele inlijving van de Indonesische gebieden on- verbrekelijk verbonden met de strijd voor de vrede, tegen de im- perialistische oorlog en met de ondersteuning van het Nederlandse volk, dat zijn onafhankelijkheid wil verdedigen.

In dit tijdschrift en op andere plaatsen is reeds uitvoerig uiteengezet dat hierbij niet op de Nederlandse bourgeoisie als geheel, niet op de olie-kapitalisten en rubber-magnaten kan worden vertrouwd, doch cat de arbeidersklasse de leiding in de verdediging van de onafhan- kelijheid des lands moet veroveren.

Het is niet nodig het hier uitvoerig te herhalen.

Doch wel dienen wij er ons op deze Meidag 1939 diep van te doordringen, dat de verdediging van de onafhankelijkheid van Ne- derland tegen een fascistische aanval 'n éen en ondeelbaar geheel vormt met de internationale actie van de arbeidersklasse en van allen, die de fascistische agressie wensen te weerstaan, met de strijd voor behoud van vrede en veiligheid in de gehele wereld, voor de nederlaag van het fascisme èn van de Chamberlain-Colijnse "ver- zoenings" -politiek met het fascisme in deze imperialistische oorlog.

Daarom heeft deze Meidag voor ons land zulk een uitzonderlijke betekenis. Daarom moeten op de Meidag de leuzen voor vrede en onafhankelijkheid, voor vrijheid en tegen fascisme weerklinken om rond deze leuzen voort te bouwen aan de vereniging van de arbei- dersbeweging, aan de vereniging van alle gezonde volkskrachten die bereid zijn weerstand te bieden tegen eiken aanval op hun be- staan, hun rechten en hun land.

(5)

LESSEN UIT DE STATEN- VERKIEZINGEN

KO BEUZEMAKER De uitslag van de Statenverkiezingen is in heel Nederland met grote belangstelling tegemoet gezien. Dat had dan ook zijn redenen.

Want de Statenverkiezingen werden ditmaal als veel belangrijker beschouwd dan vorige malen. Zij ontleenden deze betekenis aan de uiterst gespannen situatie in de wereld en daarbij in het bijzonder aan de veel scherper sprekende bedreiging van de Nederlandse onafhankelijkheid. Daarom was er meer belangstelling voor de uit- spraak van het Nederlandse volk.

Belangstelling is het juiste woord. Want deze verhoudingen, noch de binnenlandse politieke toestand hebben de actie voor de verkie- zingen een nieuwe krachtimpuls gegeven; de strijd voor de 19e April was mat.

Een algehele verstijving van het politieke leven overheerste in de weken voor de 19e April, naast een zenuwachtige, geprikkelde be- langstelling voor "wat er nu weer gebeuren zou". Dat komt ook in de uitslag van de verkiezingen naar voren.

Deze uitslag is weinig bevredigend, gezien van de belangrijke ge- zichtspunten, van de steeds grotere spanning internationaal en de steeds grotere gevaren voor de vrijheid en zelfstandigheid van het Nederlandse volk.

Er ontbrak bij deze verkiezingen een leidende kracht, die perspec- tief bood.

Wij zullen verder in dit artikel nog zien, wat de oorzaak hiervan is.

Wat bij de beoordeling van de verkiezingsuitslag voorop gesteld moet worden is het resultaat, dat de fascistische partij, de N.S.B.

behaald heeft. Hier toont zich heel de zwakte van de zogenaamde kleinburgerlijke bestrijding van de N.S.B., van het fascistische gevaar zoals de burgerlijke partijen, E.D.D. en ook de rechtse elementen in de S.D.A.P. die voeren. De N.S.B. was in 1937 bij de kamerver- kiezingen teruggelopen, sindsdien zijn nieuwe nog duidelijker fas- cistische gewelddaden in het buitenland gevolgd, in België werd de Rex-beweging even tevoren vernietigend verslagen - wat nood, zo dacht men, in Nederland zal de N.S.B. ook verpletterd worden.

Deze stemming overheerste en in tientallen vergaderingen kon men het meest grenzenloze optimisme hierover horen.

Er is echter geen overwinning zonder strijd. Dat geldt in het bijzon- der in deze tijd en het is bij de Statenverkiezingen weer eens be- wezen. Lichtvaardigheid wreekt zich.

Men kan zich nu in alle burgerlijke en sociaal-democratische kranten verheugd tonen over de zware nederlaag van de N.S.B., men heeft dan zelfs een schijn van recht, immers een verlies van 23 zetels op de 44, een teruggang van 294.598 tot 159.872 stemmen, van 7.94 tot 3.89 procent is belangrijk. .

Maar .... hoe staat het sinds 1937? Vergelijkt men de uitslag van

(6)

KO BEUZEMAKER LESSEN UIT DE STATENVERKIEZINGEN 1937 met die van 1939, dan blijkt, dat de teruggang van de N.S.B.

wat het stemmenaantal betreft, slechts van 171.137 tot 159.872 be- droeg of in percentage van 4.22 tot 3.89. Dan blijkt dat in de oos- telijke provincies de N.S.B. in verschillende delen nog gewonnen heeft.

Het tempo van de teruggang is sterk verlangzaamd. De N.S.B. heeft haar kern behouden. Wat zijn de oorzaken?

Allereerst: in 1937 stonden we in de toen toenemende tijdelijke eco- nomische opleving, thans in de steeds meer sprekende nieuwe eco- nomische teruggang.

In deze twee jaar heeft de politiek der regering Colijn haar aan- passingskoers, zij het in andere vormen voortgezet.

Verder hebben de brutale successen der fascistische staten niet al- leen schrik en afkeer gebracht, maar ook geïmponeerd. En ten slotte heeft de burgerlijke democratie in Nederland bij de politiek van de rechtse coalitie de N.S.B. niet krachtig bestreden, maar zo goed als vrij gelaten. Ja, zij kreeg in velerlei opzichten hulp van de burgerlijke reactie, bijv. van de reactie in Amsterdam; de "T ele- graaf" met haar "Erfpachtrel" zal er bijv. niet geheel vreemd aan zijn geweest, dat de N.S.B. in Amsterdam haar 24.756 stemmen van 1937 zo goed als behield.

Het is waar, zij verloor het meeste in de grote steden, behalve Am- sterdam en het minste in Overijsel en Drente, maar het _resultaat vergeleken met 1937 vooral is onbevredigend.

Tegelijkertijd bewijst de verkiezingsuitslag, dat in Nederland het Trotzkistische agentuur van het fascisme nog steeds niet krachtig ge- genoeg bestreden wordt. Er zijn geen totaal cijfers der R.S.A.P. be- kend. "Maar de uitslag in de grote steden toont een groei van de R.S.A.P. invloed tot 12.979 stemmen in Rotterdam bij 7.147 in 1935 en in Amsterdam een halvering sinds 1935 n.l. van 15.553 op 8.157, maar een gelijkblijven sinds 1937, toen de R.S.A.P. 8.173 stemmen behaalde. De R.S.A.P. heeft bij deze verkiezingen verder verloren er is verdere teruggang sinds de kamerverkiezingen, maar die is on- voldoende. De R.S.A.P. moet geliquideerd worden.

Hoe staat het met de partijen van de rechtse coalitie?

Nemen wij allereerst het totaal resultaat. Wat leert ons het eenvou- dige staatje, dat hier volgt:

R. K.

A. R.

C. H.

Totaal

Kamerverkiezingen 1937 1.170.431 28.77 %

665.501 16.40 %

302.829 7.46%

2.138.761 52.63%

Statenverkiezingen 1939 1.228.005 29.86 %

519.498 12.63%

405.648 9.86 % 2.153.151 52.35 %

Er is dus in totaal voor de partijen der rechtse coalitie een stemmen- winst van een paar duizend, maar relatief gezien volgens de per- centages een teruggang, die echter onbeduidend is.

Wat betekent dat?

Dit toont heel het conservatisme in Nederland, heel het weinig beïn-

(7)

KO BEUZEMAKER LESSEN UIT DE ST ATENVERKIEZINGEN vloedbare door de stormen, die om Nederland heen in Europa razen en angstwekkend dichterbij komen.

De rechtse coalitie heeft een buitenlandse politiek gevoerd - die van Patijn -, die volkomen de Münchener koers volgde en die sinds de inlijving van T sjecho-Siowakije ontmaskerd is, het deert niet, de rechtse coalitie behoudt haar meerderheid en lijdt zo goed als geen teruggang, de meerderheid van het Nederlandse volk schenkt haar het vertrouwen voor de verdediging van de onafhankelijkheid van het land.

Wat zien wij, wanneer we de uitslagen van de coalitie-partijen wat nader beschouwen?

De R.K. Staatspartij is nog vooruit gegaan, ook procentueel. Zij heeft ongetwijfeld in Brabant en Limburg stemmen teruggewonnen van de N.S.B., maar zij heeft ook in de grote steden gewonnen, bijv. in Amsterdam. Zij breidt haar kiezerskorps nog steeds uit. En dat, ter- wijl in haar rijen de semi-fascistische vleugel aan invloed toeneemt, terwijl haar ministers in de Regering een politiek hebben gevoerd, die de noden der massa's niet verlichtte, hoogstens hier en daar wat zalf op de wonden smeerde. De Antirevolutionaire Partij is ach- teruitgegaan sinds 1937 bij de kamerverkiezingen. Algemeen wijt men dat aan het feit, dat Colijn niet zelf candidaat was. Ongetwij- feld zal dit een rol hebben gespeeld. Maar het zou zeer interessant zijn geweest te weten of, als Colijn thans candidaat was geweest, hij hetzelfde aantal stemmen zou hebben behaald. Tussen de verkiezin- gen van 1937 en nu ligt de rechtse coalitie. Colijn had niet meer als de man van de "brede basis" hebben kunnen optreden, even- min als de man van de "vrijhandel", althans van wat toen daarvan nog overgebleven was. De Antirevolutionairen hebben ongetwijfeld achteruitgang in eigen kring door hun politiek van de rechtse coa- litie. Er is dit keer stuivertje gewisseld tussen Antirevolutionairen en Christelijk Historischen. Wat is de reden hiervoor? Ongetwijfeld deze, dat de Chr. Historische Partij voor een deel opving wat Colijn sinds 1937 verloor en ook omdat zij niet zo sterk aan de aan- passingspolitiek gebonden is, maar in hun rijen een vleugel is, die voor een ruimere politiek van werkverruiming is.

Bezien wij thans de Liberale Staatspartij en de Vrijzinnig Democra-*

tische Partij.

Hoe was hun positie de laatste jaren?

Dat leert het volgende staatje:

Statenverk. 1935 Kamerverk. 1937 Statenverk. 1939 Lib. Staatsp. 226.940 6.12% 160.260 3.95% 256.031 6.23%

Vrijz. Dem. B. 156.206 4.21 % 239.502 5.90% 276.295 6.72%

Deze ontwikkeling is zeer interessant. In 1935 was de Liberale Staats- partij nog de grootste. De Vrijzinnig Democratische Partij had on- der haar aanhang van kleine boeren, tuinders, kleine burgers, amb- tenaren vooral verloren door haar regeringsdeelname aan de aan- passing. De Liberale Staatspartij had vooral verloren aan de N.S.B.

263

(8)

IKO BEUZEMAKER LESSEN UIT DE STATENVERKIEZINGEN

264

Thans zien we, dat zij beiden weer boven 1935 en vooral boven 1937 uit zijn. Wat zijn de oorzaken?

De Liberale Staatspartij heeft vooral van de N.S.B. teruggewonnen.

De Vrijz. Democraten hebben zich vooral hersteld van de verant- woordelijkheid voor de aanpassing, maar hun voortgaande winst sinds 1937 toont vooral het opleven van de burgerlijk democratische tradities in de massa's der middenlagen.

Beide partijen hebben ook geprofiteerd van het feit, dat zij door de rechtse coalitie waren uitgesloten, verder van het overstag gaan van Colijn naar de tarievenpolitiek. Als burgerlijke oppositie tegen de rechtse coalitie,hoewel zij in vele opzichten de politiek der rechtse coalitie steunen, hebben zij gewonnen. De slinger beweegt zich slechts heel langzaam heen en weer in een kleinburgerlijk land als Nederland.

*

En thans het voornaamste: de arbeidersklasse. In de sociaal-demo- cratische pers heeft men na deze verkiezingen gejuicht: "Wij kun- nen tevreden zijn". Deze woorden van Ed. Polak stonden met gro~e letters als kop in "Het Volk" de dag na de verkiezingen.

Is er reden tot tevredenheid?

Absoluut niet!

Het verlies van de N.S.B. sinds de laatste 2 jaren is gering. De recht- se coalitie verliest zo goed als niets. De burgerlijke oppositiepartijen winnen!

En de arbeiderspartijen?

Ziehier de cijfers:

Statenverk. 1935 S.D.A.P. 782.446 21.09 % C.P.N. 127.602 3.44%

Kamerverk. 1937 Statenverk. 1939 890.661 21.95 % 877.897 21.35 % 136.026 3.35 % 132.738 3.23 %

Wat zien we dan in de eerste plaats?

De S.D.A.P. loopt sinds de kamerverkiezingen iets terug, al wint ze nog iets in vergelijking met 1935.

De C.P.N. loopt sinds de kamerverkiezingen schijnbaar terug. Maar zij kwam niet uit in Zeeland, Brabant en Limburg. Daar behaalde ze bij de kamerverkiezingen ongeveer 6500 stemmen. Houdt men hiermee rekening dan is zij ook in verhouding met de Kamerverkie- zingen iets vooruitgegaan!

Hierdoor is ook de uitslag der S.D.A.P. in 1939 gunstiger. want de resultaten bewijzen, dat in Brabant, Limburg en Zeeland de commu- nistische stemmen winst voor de S.D.A.P. hebben bezorgd.

Maar het totaal beeld is in deze tijd van vergrote fascistische be- dreiging van Nederland, van haast voortdurende economische te- ruggang: stagnatie en stilstand van de arbeiderspartijen.

De arbeidersbeweging vangt de - veel te geringe - verschuivin- gen die er zijn niet op, dat doen de burgerlijke partijen.

Wat is de oorzaak?

Het is het feit, dat het Volksfront ontbreekt! Het is het feit, dat in

(9)

KO BEUZEMAKER LESSEN UIT DE STATENVERKIEZINGEN de S.D.A.P. de rechtse koers heerst, die de verdeeldheid in de ar- beidersbeweging in stand houdt.

De S.D.A.P. staat geïsoleerd en met haar als grootste arbeiderspartij de gehele arbeidersbeweging.

De rechtse leiders der S.D.A.P. hebben met hun politiek geen aan- trekkingskracht op de R.K. en Chr. arbeidersmassa's, deze blijven hun reactionaire leiding trouw.

Waarom ook niet, als de rechtse S.O.A.P.-leiders zich voor de mo- narchie verklaren, het Wilhelmus meezingen, het Plan-Westhof aan- prijzen en Colijn prijzen als "niet gaande naar Berlijn"?

De S.D.A.P. staat geïsoleerd, en met haar de arbeidersbeweging, van de democratische middellagen.

Waarom zouden deze de S.D.A.P. kiezen, indien er geen - of zo goed als geen verschil meer is tussen vrijzinnig democraten en so- ciaaldemocraten?

Hierdoor komt het, dat in de masa's geen nieuwe krachtsimpuls ge·

geven kan worden. Hierdoor komt het, dat de politieke krachtsver- houdingen ontoereikend zijn om het fascisme vernietigend te slaan, om de burgerlijke reactie de leiding uit handen te nemen en de mogelijkheid te scheppen voor een betere, krachtig democratische koers in Nederland, die een sterke garantie schept voor de afdoende verdediging van de onafhankelijkheid en vrijheid van het Volk.

De rechtse koers leidt tot stilstand en nederlaag. De uitslag van de statenverkiezing bewijst het opnieuw. Als de S.D.A.P. een andere koers volgde, een koers van eenheid der arbeidersklasse, van Volks- front met de Katholieke en Christelijke massa's en de demokratisch gezinde kleinburgerlijke bevolking in de steden en op het land, dan zou de arbeidersbeweging in de opmars kunnen gaan en de leiding in de levensvraagstukken voor het volk van Nederland kunnen krijgen. Daarop is onze politiek gebaseerd, thans de sociaal-demo·

cratische arbeiders op te wekken communisten te kiezen.

Zeer kentekenend is de ontwikkeling in Amsterdam. Daar is de S.D.A.P., en vooral de T rotzkistische elementen in haar leiding, ertoe overgegaan bij deze verkiezingen haar aanvallen haast uitsluitend tegen de communisten te richten. Koos Varrink zeide het in zijn rede voor het Amsterdamse kader: men moet in Amsterdam de Communisten liquideren.

Hei resultaat is, dank zij de krachtige bestrijding van de reformisti- sche politiek in antwoord op deze aanvallen, dat de stemmencijfers het volgende beeld geven:

S.D.AP.

C.P.N.

Statenverk. 1935 Kamerverk. 1937

118.031 31.02 % 132.719 33.81 % 47.291 12.50% 51.350 12.77%

Statenverk. 1939

127.092 30.76%

54.245 13.13 %

We zien hier, hoe in de hoofdstad, in het meest uitgesproken poli- tieke centrum van het land, de reformistische politiek, het weigeren van het gebruiken van de bestaande meerderheid der arbeiderspar- tijen, er toe leidt, dat de sociaal-democraten in verhouding tot de Kamerverkiezingen absoluut en procentueel reeds gedurende 4 jaar

265

(10)

KO BEUZEMAKER LESSEN UIT DE ST ATENVERKIEZINGEN

266

langzaam teruglopen, terwijl de C.P.N. in deze 4 jaren voortdurend vooruit gaat. Dat is een les voor de Amsterdamse sociaal-demo- craten.

Wanneer we de positie van de Communistische Partij meer gedetail- leerd beschouwen, mogen we ondanks het feit van de matige, stabiele vooruitgang, niet tevreden zijn.

Het is waar, dat het de reactie, noch de rechtse sociaaldemocraten gelukt met hun campagne tegen fascisme en communisme deze terug te drijven, het is ook waar, dat de aanvallen op de partij veel sterker zijn dan vroeger.

Maar in een tijd, van zulke blijvende crisistoestand, van zulke span- ningen en zo duidelijke gevaren, zouden we in de arbeidersklasse veel sterker en sneller moeten groeien. Practisch is de groei na de snelle sprong in de jaren 1929 tot 1933 niet snel meer verder gegaan.

Wanneer we daarbij vaststellen, dat de verhouding in ons kiezers- corps zo is, dat onze groei haast uitsluitend in de provincies Noord- en Zuid-Holland plaats vindt is dit ook veelzeggend.

Tevens zien we, dat in de rest van het land - de plaatselijke uitslagen bewezen het - de partij ten dele achteruitgaat, ten dele stagneert, met slechts beperkte plaatselijke vooruitgang hier en daar.

De partij moet deze toestand overwinnen, ook om in de provincies Noord- en Zuid-Holland vooruit te gaan. Dat geldt in het bijzonder Gelderland, waar achteruitgang is, Overijse!, Drente en Friesland.

Hierbij zal krachtig aangepakt moeten worden.

De lessen van de Statenverkiezingen leren, dat de Communistische Partij met meer energie en kracht zelfstandig moet optreden om de eenheidsfront- en volksfrontpolitiek onder de massa's te dragen.

Zij moet daarbij de hoofdaanval nog meer op de N.S.B. richten, dan reeds gebeurde, krachtiger trachten het T rotzkisme uit te roeien, de rechtse coalitie-politiek krachtiger te bestrijden en in de arbeiders- beweging de schadelijke gevolgen der rechtse politiek onder de ar- beiders der moderne arbeidersbeweging scherper aan de kaak stellen.

Zij moet onvermoeid voortgaan de massa's te tonen, dat alleen het volksfront der werkende massa's in staat is de onafhankelijkheid en vrijheid van het volk te verzekeren en welvaart te brengen.

Daartoe vooral moet de Partij bij de thans komende gemeenteraads- verkiezingen aan de massa's duidelijk maken, dat een versterking van de invloed der Partij een stap verder naar de eenheid der ar-

beidersklasse en het Volksfront is.

(11)

HET 18de CONGRES VAN DE COMMUNISTISCHE PARTIJ VAN DE SOWJET-UNIE

A. S. DE LEEUW DE INTERNATIONALE SITUATIE.

Het achttiende congres van de communistische partij van de Sowjet- Unie, dat van 10 tot 21 Maart van dit jaar bijeenkwam, was èn door zijn beraadslagingen, èn door zijn beslissingen, een van de belang- rijkste, welke de partij, die de schepper van de Sowjet-Unie en de leidende voorhoede bij de opbouw van het socialisme is, ooit ge- houden heeft. Het zal ons niet mogelijk zijn om in een kort artikel hiervan ook maar een overzicht te geven. Willen wij althans op het belangrijkste wijzen, dan moeten wij allereerst de aandacht vestigen op de internationale situatie, waarin dit congres bijeenkwam.

Deze internationale situatie werd gekenmerkt door de aanval van de fascistische "driehoek" -mogendheden op de democratische staten van West-Europa en hun bondgenoten. In de kapitalistische wereld heerst de grootste verwarring. Een staat als Engeland is gedwongen om in enkele weken tijds een wending in zijn buitenlandse politiek te voltrekken en met koortsachtige haast naar bondgenoten te zoe- ken tegen het fascistische gevaar, dat zich nu maar al te duidelijk als een aanslag op het leven van het Engelse volk doet kennen. Overal verwarring, vrees en paniek, eeo economische crisis die zich voort- sleept en door de politieke crisis verergerd wordt. Een algemeen gevoel van angst en onzekerheid in de "democratische" staten; en in de fascistische honger en gebrek, ondanks alle "successen" in de buitenlandse politiek, en vrees voor de gevolgen van de afpersings- politiek van de bankroetiers, die het roer van staat in handen ge- nomen hebben.

In de Sowjet-Unie daarentegen, de rustige zekerheid van hen, die hun eigen kracht kennen; een volkomen binnenlands evenwicht, een snelle opbloei van de economische krachten, een verbetering van het levenspeil, die daaraan beantwoordt; de definitieve ophef- fing van de werkloosheid, de definitieve verankering van het socia- lisme in de industrie en de landbouw, de eendracht der naties, de opbloei van een socialistische cultuur.

Onwillekeurig kwam ons het boekje in gedachten, dat dr. J. Romein een jaar geleden heeft laten verschijnen, en waartegen de com- munistische pers toen scherp heeft moeten polemiseren. Daarin was namelijk sprake, naar aanleiding van de zuivering van de Sowjet- Unie van trotskistische spionnen en saboteurs, van een "huivering- wekkende crisis", waarin de Sowjet-Unie zich zou bevinden!

Nu is het een jaar verder, en de volkomen misslag van deze be- oordeling is zonneklaar geworden. Terwijl de kapitalistische wereld meer dan ooit tevoren in haar eigen tegenstellingen verstrikt is, staat

267

(12)

A. S. DE LEEUW HET 18e CONGRES VAN DE COMM.PARTIJ DER U.S.S.R.

de Sowjet-Unie daar als een rots van kracht, waartegen het agres- siefste fascisme geen aanval waagt. "Huiveringwekkende crisis", in- derdaad - alleen maar niet in de Sowjet-Unie ....

Dat wil niet zeggen, dat de bolsjewiki de ernstige dreigingen van de internationale situatie zouden onderschatten of dat zij zich door zelf- ingenomenheid laten verleiden, om in hun waakzaamheid te ver- slappen. Dit congres was een congres van krachtsbewustzijn en grootse toekomstplannen, maar ook van nuchterheid en strenge zelf- critiek. De Sowjet-Unie en haar leidende partij staan gereed, om in de grote gebeurtenissen, aan de drempel waarvan wij staan, de ge- wichtige rol te spelen, die hun toekomt.

DE ECONOMISCHE CRISIS.

De redevoering van Stalin moet in zijn geheel gelezen en bestudeerd worden. Zij was de samenvatting van vijf jaar van succesvolle arbeid en rijke ervaring, en zij tekende het perspectief voor de toekomstige ontwikkeling van de Sowjet-Unie, met die meesterlijke klaarheid, forsheid en theoretische diepgang, die Stalin's referaten kenmerken.

Wij willen hier op zijn ontleding van de i n te r n a ti o n a I e toe- st a n d wijzen, die zoveel nieuws en belangrijks bracht. Dit geldt in de eerste plaats voor zijn beschouwingen over de nieuwe econo- mische crisis, die in de kapitalistische wereld in 1937 begonnen is, en welke zich in de crisis van 1929 "niet in gunstige, maar in on- gunstige zin onderscheidt." Deze ongunstige omstandigheden liggen hierin, dat de crisis van 1937 niet op een hoogconjunctuur is ge- volgd, zoals die van 1929, maar op een langdurige depressie, ge- volgd door een opleving, die echter niet in een hoogconjunctuur is overgegaan. "Dat betekent, dat de tegenwoordige crisis zwaarder' zal zijn, en dat het moeilijker zal zijn daartegen te strijden, dan tegen de vorige."

Vervolgens is de nieuwe crisis niet in vredestijd, maar tijdens èle reeds aangevangen tweede imperialistische oorlog begonnen, nu de aanvallers-staten, Japan, Italië en Duitsland, reeds hun gehele eco- nomie op de oorlogs-verspilling hebben ingesteld, terwijl de andere kapitalistische grote mogendheden hetzelfde beginnen te doen. "Dat betekent, dat het kapitalisme over veel minder hulpbronnen zal beschikken om op normale wijze de tegenwoordige crisis te boven te komen, dan tijdens de vorige crisis."

Tenslotte is de tegenwoordige crisis nog niet algemeen, hij omvat in hoofdzaak slechts de economisch machtige landen, die nog niet tot de oorlogs-economie zijn overgegaan, in de eerste plaats de Ver.

Staten. Hieruit volgt Stalin's conclusie, die voor de politieke ontwik- keling van de komende jaren van geweldig gewicht is:

"Dit betekent, dat wanneer de economisch-machtige, niet- agressieve staten zich uit de crisis zullen beginnen op te wer- ken, de agressieve staten, die hun voorraden aan goud en grondstoffen tijdens de oorlogskaarts zullen hebben opge·

maakt, in de periode van de verschrikkelijkste crisis zullen moeten binnen treden".

(13)

A. S. DE LEEUW HET 18e CONGRES VAN DE COMM.PARTU D.ER U.S.S.R.

Inderdaad, de snoeverij van de fascisten, dat hun landen voor de crisis gevrijwaard zijn, berust op niets. In Italië en Japan is de pro~

ductie van de industrie in 1938 al begonnen te dalen, in Duitsland was nog een kleine stijging, maar "er is geen twijfel aan dat, als er niets onvoorziens gebeurt, de industrie van Duitsland dezelfde neer- gang zal moeten beginnen, die in Japan en Italië reeds begonnen is".

Er bereidt zich in de fascistische staten een economische crisis van ontstellende afmetingen voor - terwijl de Sowjet-Unie in de laatste jaren opnieuw het enige land ter wereld gebleken is, dat geen cri- sissen kent, en waar de industrie ononderbroken opwaarts gaat.

DE NON-INTERVENTIE POLITIEK.

De ongunstige wending in de economie heeft geleid tot een ver- scherping van de tegenstellingen tussen de mogendheden, tot een strijd met de wapens om de her-verdeling van de wereld, van de invloedssferen en de koloniën. Stalin schildert deze nieuwe oorlog, waarin de fascistische staten de aanvallers zijn, en waarin reeds 500 millioen mensen werden betrokken. " D e n i e u we i m p e r i a - I i st i s c h e o o r I o g i s e e n f e i t g e w o r d e n . " Maar een algemene, een wereldoorlog is er nog niet.

"Het zijn de aanvallers-staten, die de oorlog voeren en op elke wijze de belangen van de niet-agressieve staten, in de eerste plaats Engeland, Frankrijk en de Ver. Staten, schenden - en deze laatsten wijken terug en doen aan de aanvallers de ene concessie na de andere".

Hoe is dit vreemde en "eenzijdige" karakter van de nieuwe oorlog te verklaren? Zijn de democratische staten misschien te zwak, om weerstand te bieden? "Natuurlijk niet! - antwoordt Stalin. De niet- agressieve democratische staten zijn tezamen onbetwistbaar sterker dan de fascistische staten, zowel economisch als militair".

Maar hoe dan die eeuwige concessies te verklaren? Uit vrees voor een revolutie, die op een wereldoorlog zou kunnen volgen? Dat is op dit ogenblik niet de enige, en zelfs niet de voornaamste reden.

De voornaamste reden is, dat de meerderheid der niet-agressieve staten en in de eerste plaats Engeland en Frankrijk, afstand gedaan hebben van de politiek van de collectieve veiligheid, dat zij tot de

"non-interventiepolitiek" zijn overgegaan. En Stalin omschrijft het ware, maar verborgen doel, dat deze non-interventie-politiek gehad heeft, als volgt:

"In werkelijkheid betekent de niet-inmengings-politiek een me- deplichtigheid met de aanval, het ontketenen van de oorlog, en dus het maken daarvan tot een wereldoorlog. In de niet- inmengingspolitiek komt het streven, de wens aan het licht, om de aanvallers niet te hinderen bij het uitvoeren van hun zwarte zaak; het streven, om b.v. Japan te laten begaan, terwijl het zich vastwerkt in een oorlog tegen China en nog beter, tegen de Sowjet-Unie; het streven om b.v. Duitsland zich te laten vastwerken in de Europese zaken, het in een oorlog met de

269

(14)

A. S. DE LEEUW HET 18e CONGRES VAN DE COMM.PARTIJ DER U.S.S.R.

270

Sowjet-Unie te verstrikken, aan alle deelnemers aan de oorlog de gelegenheid te geven, om diep in de modder van de oor- log te blijven steken, elkaar te verzwakken en uit te putten, om dan, als zij voldoende verzwakt zijn, zelf op het toneel te tre- den met frisse krachten, natuurlijk "in het belang van de vre- de", en aan de verzwakte deelnemers aan de oorlog zijn eigen voorwaarden te dicteren".

Men herinnere zich maar het geschreeuw van de burgerlijke pers van Frankrijk, Engeland en Nederland over de krijgstocht, die Duits- land in dit voorjaar wis en zeker tegen de Sowjet-Oekraïne zou be- ginnen! Dat was dus de bedoeling van de "non-interventie-politiek":

de fascistische aanval op de Sowjet-Unie af te leiden, om dan zelf later "met frisse krachten" tussen beide te komen. Stalin ontmasker- de deze politiek en hij voegde eraan toe:

"Het is echter nodig op te merken, dat het grote en gevaarlijke spel, dat de aanhangers van de non-interventie-politiek zijn begonnen, voor hen met 'n ernstige mislukking kan eindigen".

Wel zelden is een politieke voorspelling zo spoedig en zo volledig door de feiten waar gemaakt! Inderdaad, de niet-inmengingspolitiek i s voor Engeland en Frankrijk reeds op een "ernstige mislukking"

uitgelopen; het is met volle duidelijkheid gebleken, dat de fascisti- sche staten hun aanval juist tegen Frankrijk en Engeland richten, t e r w ij I z ij d e S o w j e t - U n i e v r e z e n . Getuige de trotse Japanners, die na al hun dreigementen, in het visserij-conflict in het Verre Oosten een smadelijke terugtocht hebben aanvaard.

Thans gevoelen de Engelse en Franse regeringen zich bedreigd, zij brengen haastig wijzigingen in hun buitenlandse politiek aan, zij geven garanties en zoeken naar bondgenoten, ja, zij komen ook soebatten om steun in ... Moskou!

Zo smadelijk is de mislukking van de non-interventie-politiek; zo groot is de kracht van de Sowjet-Unie gebleken, dank zij de op- bouw van de socialistische maatschappij, dank zij ook het feit, dat met de handlangers van het fascisme, de kliek van Trotski en Co. op tijd afgerekend werd.

DE BUITENLANDSE POLITIEK VAN DE SOWJET-UNIE.

"Hoe is het standpunt van de Sowjet-Unie?" - dat is de vraag, die men nu allerwege te horen krijgt. Stalin heeft de buitenlandse po- litiek van de Sowjet-Unie in vier punten afdoende geformuleerd. De Sowjet-Unie is voor de vrede met a 11 e landen, voorzover zij even- eens vredelievend zijn en de belangen van de Sowjet-Unie niet aan- tasten. De Sowjet-Unie is in het bijzonder voor goede betrekkingen met alle buurstaten, "voorzover zij niet trachten, hetzij direct of in- direct, de belangen van de zelfstandigheid en de onaantastbaarheid van de grenzen van de Sowjet-Unie aan te randen". De Sowjet- Unie vreest geen aanvallers en zal op elke slag met een dubbel- zware slag antwoorden. En tenslotte: "Wij zijn voordesteun aan de v o Ik eren, die het sI achtoffervan een aan-

(15)

A. S. DE LEEUW HET 18e CONGRES VAN DE COMM.PARTIJ DER U.S.S.R;

v a I z ij n g e w o r d e n e n d i e v o o r d e o n a f h a n k e I ij k - h e i d v a n h u n v a d e r I a n d s t r ij d e n " .

Dat is duidelijk genoeg. De Sowjet-Unie is voor het herstel van de collectieve veiligheid, voor de samenwerking van alle vredelievende landen tegen de aanvallers, om hen te dwingen de vrede te bewa- ren. Dat vereist een wederzijdse loyale samenwerking. Dat betekent, dat Frankrijk en Engeland, die zich zo trouweloos en verraderlijk hebben gedragen tegenover Abessynië, Spanje, T sjecho-Siowakije en China, eerst de bewijzen moeten afleggen van hun goede trouw.

Dat betekent, dat de Sowjet-Unie, als grote mogendheid, bereid is tot samenwerking met vredelievende staten, wat meebrengt, dat Frankrijk en Engeland moeten afzien van elk streven en elke ge- dachte om den fascistischen aanvaller de vrije hand te geven naar het Oosten. De Sowjet-Unie denkt er niet aan, voor Londen of Parijs de kastanjes uit het vuur te halen, maar zij is bereid tot samen- werking, tot grondvesting van de collectieve veiligheid.

Zijn de tegenwoordige regeringen van Frankrijk en Engeland daar- toe ook bereid? Wie kan er vertrouwen stellen in de verraders van T sjecho-Siowakije, in de capitulanten van München? Het staat aan de werkelijke democratische krachten in Frankrijk en Engeland, het staat aan de arbeidersbeweging in de eerste plaats, om een rege- ringspolitiek van collectieve veiligheid en van loyale samenwerking met de Sowjet-Unie af te dwingen. Dat is noodzakelijk, om aan de fascistische aanvallers, voor wie ook Albanië slechts een schakel in de keten is, een halt toe te roepen.

HET DERDE VIJF-JARENPLAN.

Zowel in het referaat van StaJin als in dat van Molotof is met een schat van gegevens het bewijs geleverd van de grootse vooruitgang, die de Sowjet-Unie gedurende de laatste jaren te boeken heeft, en zijn de omtrekken getekend voor het nieuwe, voor het Derde Vijf- jarenplan. Eén gedachte is leiding-gevend voor de toekomst van de Sowjet-Unie; het is de ge Ie i de I ijk e overgang van s o- e i a I i s m e t o t c o m m u n s m e, waarvoor het nodig is, de voornaamste kapitalistische landen, die de Sowjet-Unie reeds over- troffen heeft wat betreft de techniek en het groei-tempo van de in- dustrie, nu ook te overtreffen in e c o n o m i s c h o p z i c h t.

Hieronder is te verstaan, dat de productie zo moet worden uitge- breid, dat zij p e r h o of d va n d e b e v o I k i n g die van de meest vooraanstaande kapitalistische landen, zoals de Verenigde Staten, gaat overtreffen, en hiervoor is tijd nodig, een tijdsruimte, die Stalin op 1 0 tot 15 jaren raamt.

Waarom zijn er nog jaren nodig, om dit doel te bereiken? Waarom kon het doel, om ook wat betreft de productie per hoofd van de bevolking de eerste plaats te gaan innemen, eerst nu door de Sow- jet-Unie in volle omvang worden gesteld?

Molotow heeft hierop in zijn referaat een duidelijk antwoord gege- ven, dat wij hier laten volgen:

271

i.

(16)

A. S. DE LEEUW HET 18e CONGRES VAN DE COMM.PARTIJ DER U.S.S.R.

"Waarom staan wij, ondanks al het werk, dat reeds gedaan is, ondanks het geweldig-snelle tempo van de groei onzer in- dustrie, nog altijd in economisch opzich bij de meest ontwik- kelde kapitalistische landen ten achter?

Het antwoord op deze vraag is duidelijk. Omdat ons land nog maar kort geleden in industrieel opzicht verschrikkelijk achter- lijk was, en omdat de industrie-productie per hoofd van de be- volking, gezien het grote aantal inwoners, uitermate laag was.

In de verlopen korte periode kon de vroeger verzuimde tijd nog niet ten volle ingehaald worden.

Herinnert u, wat Lenin in 1913 nog schreef:

"Rusland blijft een onwaarschijnlijk, ongehoord achterlijk land, een ellendig en half-barbaars land, dat aan moderne produc- tie-middelen slechts een vierde van Engeland, een vijfde van Duitsland, een tiende van Amerika bezit" ...

De landheren en kapitalisten, die aan de macht waren, kluis- terden door middel van het tsarisme de reuzen-kracht van ons volk, gaven het niet de gelegenheid, zijn kracht te ontwikkelen.

Het verdient bijzondere opmerking, dat Rusland destijds de meest ontwikkelde kapitalistische landen niet alleen niet in- haalde, maar integendeel steeds méér bij hen ten achter bleef.

Bij de productie van gietijzer b.v. was de Russische productie in 1900 Ya van de Amerikaanse, en in 1913 was zij nog maar 1/ 11 • Ge ziet, dat de bolsjewiki niet voor een gemakkelijke taak stonden, maar zij waren niet bevreesd voor moeilijkheden.

Reeds thans is er niet weinig bereikt. In plaats van het smade- lijke achterblijven van voor de revolutie, brengt de Sowjet-Unie thans met succes het ontwikkelingspeil van haar industrie elk jaar nader en nader tot dat van de meest ontwikkelde kapita- listische landen. De bolsjewistische revolutie heeft Rusland van die smadelijke achterstand tegenover andere landen gered. Zij heeft onze industrie tot een hoog peil verheven. Evenwel, de taak is nog niet vervuld. Wij moeten erkennen, dat wij ook nu nog in economisch opzicht achterstaan, maar wij willen en zullen ons daarbij niet neerleggen!

De tijd is gekomen, om de vervulling van de voornaamste economische taak van de Sowjet-Unie practisch ter hand te nemen en wel, om ook in economisch opzicht de meest ont- wikkelde kapitalistische landen van Europa en de Ver. Staten in te halen, en dit in de nu komende tijdsperiode definitief te bereiken. Daarmee zullen wij de Sowjet-Unie in alle opzichten tót het meest vooraanstaande land ter wereld hebben gemaakt.

En dit niet alleen in politiek opzicht, wat wij reeds lang gele- den hebben bereikt, niet alleen wat betreft het peil van de techniek, hetgeen wij ook reeds hebben bereikt. Wij zullen de Sowjet-Unie ook in economisch opzicht op de eerste plaats ter wereld stellen. Dan, en dan eerst, zal de betekenis van het nieuwe tijdperk in de ontwikkeling van de Sowjet-Unie, het tijdperk van de overgang van de socialistische naar de com-

(17)

A. S. DE LEEUW HET 18e CONGRES VAN DE COMM.PARTIJ DER U.S.S.R.

munistische maatschappij, in volle omvang aan het licht treden".

Tot het bereiken van dit doel - de vooraanstaande kapitalistische landen ook in de productie per hoofd van de bevolking te overtref- fen - zal het Derde Vijfjarenplan {1938-1942) een grote stap doen.

Reeds de vervulling van het Eerste en het Tweede Vijfjarenplan heb- ben de Sowjet-Unie een geheel andere positie in de wereld gegeven, dan zij tevoren bezat. Het is genoeg te zeggen, dat de productie van de industrie in de vijf jaar van 1932 tot 1937 met 120 procent geste- gen is - voor de kapitalistische wereld waren dit jaren van diepe crisis!

Het Derde Vijfjarenplan is opgesteld met het oog op een nieuwe stijging met 92 procent, dus bijna een verdubbeling, waaraan een verheffing van het levenspeil der bevolking in snel tempo beant- woordt.

VAN SOCIALISME NAAR COMMUNISME.

Deze snelle stijging van de productie is alleen mogelijk gemaakt door de opbouw van het socialistische produftiestelsel, dat zowel in de industrie als in de landbouw van de Sowjet-Unie het uitsluitend- heersende is. De resolutie over het Derde Vijfjarenplan kan het met trots vaststellen:

"Als resultaat van het slagen van het Tweede Vijfjarenplan (1932 tot 1937) in de Sowjet-Unie is de fundamentele histo- rische taak van het Tweede Vijfjarenplan vervuld: definitief werden alle uitbuitersklassen gelikwideerd, volledig werden de oorzaken opgeheven, die de uitbuiting van den mens door den mens en de verdeling van de maatschappij in uitbuiters en uitgebuiten doen ontstaan. De moeilijkste taak van de socialis- tische revolutie is vervuld: de collectivisatie van de landbouw is voltooid, het systeem van het collectieve bedrijf heeft defini- tief vaste voet gevat. In ons land is "de eerste phase van het communisme, n.l. het socialisme, in hoofdzaak verwezenlijkt"

(Stalin). De overwinning van het socialisme is in de nieuwe Grondwet van de Sowjet-Unie wettelijk verankerd".

Wat deze overgang van het eerste naar het tweede stadium van het communisme, of wat hetzelfde is, van het socialisme naar het com- munisme, betekent - hierover heeft Ing. Rutgers in het Januari·

nummer van dit maandblad uitvoerig geschreven. Op het 18e con- gres heeft de voorzitter van de Staats-Plancommissie Wosnessenski erop gewezen dat voor de overgang van het socialisme naar de hogere phase van het communisme vereist is:

1. Een machtige ontwikkeling van de over het gehele land rationeel verdeelde productiekrachten, die het mogelijk maakt, de kapitalistische landen in economisch opzicht in te halen en te overtreffen;

2. Een zodanige ontwikkeling van de productiviteit van de

(18)

A. S. DE LEEUW HET 18e CONGRES VAN DE COMM.PARTIJ D.ER U.S.S.R.

274

arbeid, dat er in het land overvloed aan producten zal zijn, hetgeen de grondslag zal leggen voor de verdeling van de producten naar ieders behoefte;

3. De overwinning van het overblijfsel van de tegenstelling tussen stad en land en van de overblijfsels van het oude klas- senonderscheid;

4. De verheffing van het peil van de arbeidersklasse op het gebied van de cultuur en de techniek tot op het peil van In- genieurs en technici, hetgeen de grondslag zal vormen voor de opheffing van de tegenstelling tussen geestelijke en licha- melijke arbeid in de toekomst;

5. Het voortbestaan en de ontwikkeling van de socialistische staat in nieuwe vormen, zolang de Sowjet-Unie, ook tijdens de opbouw van het communisme, nog in een kapitalistische om- geving zal leven.

Dat is het grootse werk, dat de Sowjet-Unie nu ter hand kan nemen, en waartoe de jaren van het Derde Plan een geweldige bijdrage zullen leveren.

Wij moeten er van afzien, heel veel andere onderwerpen van het grootste gewicht, die op dit congres ter behandeling kwamen, toe te lichten. Wij kunnen niet uitvoerig zijn over het referaat van Zjda- now, de discussies en besluiten daarover - welke alle de strekking hebben, om de democratie binnen de Communist i- s c h e Pa r tij uit te breiden en de rechten van elk individueel lid te waarborgen.

Wij moeten het ook tot een andere maal uitstellen, over de ontwik- keling van het collectieve bedrijf in de landbouw te schrijven.

Maar wij willen nog vermelden, wat er op dit congres zelf gezegd werd over de i n t e r n a t i o n a I e b e t e k e n i s van de opbouw van het socialisme in de Sowjet-Unie en van de nieuwe, thans aan- genomen plannen.

"EEN MACHTIGE PROLETARISCHE ECHO".

Molotow zeide hierover, aan het slot van zijn referaat:

... Het is waar, dat er in de Sowjet-Unie minder van zulke belangrijke industrieprodukten als b.v. ijzer en electrische stroom per hoofd van de bevolking wordt geproduceerd, dan in de Ver. Staten en Duitsland. Maar anderzijds is het onbe- twistbaar, dat het technische peil van onze industrie reeds ho- ger is, dan in welk land van Europa ook, en over de landbouw behoeft men niet eens te spreken; het technische peil van onze landbouw is niet lager, dan dat in Amerika zelf. En wat de hoofdzaak is: bij ons heeft de jonge Sowjetstaat, die vol van krachten, van gezondheid en onoverwinnelijke eenheid is, voor goed vaste voet gevat!

Welnu, wij denken: het is tijd, om ook in het strijdperk van de economische wedijver de weg vrij te maken voor de jonge, maar reeds sterk geworden Sowjet-krachten.

(19)

A. S. DE LEEUW HET 18e CONGRES VAN DE COMM.PARTIJ DER U.S.S.R.

Natuurlijk, dat is geen bedreiging, en niemand kan door zulk een vreedzame wedijver schade lijden. Maar toch gaat het hier om een krachtproef op grote schaal.

... Wij hebben een prachtig middel gevonden om de krach- ten van de arbeiders en boeren van de gehele, uit vele vol- keren bestaande Sowjet-Unie tot één geheel te verbinden, om de kracht van de verschillende volkeren te verenigen, om de hulp van het ene volk aan het andere te organiseren en alles op één algemeen doel te richten. De onzen kunnen zeggen, wanneer zij zich b.v. tot het Westen richten: "Waarom zoudt ook gij u deze aantrekkelijke ervaring niet ten nutte maken?

Al die "assen" zullen immers bij de eerste diepe kuil in de weg al barsten, en zij kunnen geheel in stukken vliegen. Maar een goede Unie van volkeren, dat is geen "as", dat is een grote zaak!"

Deze stem zullen daarginds velen natuurlijk niet willen horen, maar hij is toch van doordringende kracht, en vér klinkend tot onder de massa van het volk, zal hij nog tezijnertijd tot ons terugkeren als een machtige proletarische echo".

Men behoeft maar een blik te werpen op de toestand, waarin de kapitalistische wereld in politiek, economisch en moreel opzicht ver- keert om het vertrouwen van Molotof in de uitslag van de wedijver tussen het oude kapitalisme en het jonge socialisme te delen. In de wedijver, die de komende jaren zal vuiien, tussen het eensgezind ópstrevende Sowjet-volk en de zich in onderlinge strijd uitputtende krachten van het kapitalisme, zal de Sowjet-Unie de overwinning behalen.

275

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nadat Nieuw Links in 1971 in het partijbestuur de meer- derheid had gekregen, werd het concept van de PvdA als actiepartij vanuit dit orgaan verder uitgewerkt.. Ergens in het najaar

Dat hele ritueel speelde zich deels op straat af en we zouden ons daar nu geen voorstelling van kunnen maken als de Amsterdamse free-lance fotograaf Frits Weeda begin jaren

oorlogsmonumenten. 203 Dit overzicht is minder relevant, gezien het Comité ook de meest simpele plaquettes in gebouwen en monumenten ter nagedachtenis van ander geweld dan de Tweede

10 Volgens Snoy is het dus niet zozeer de stad Gouda als zodanig die Erasmus en Willem Hermansz met elkaar verbindt, als wel het klooster Stein.. In de Goudse herinnering aan

58 Ten slotte haalt Walvis ook de laatste kloosterling van Stein, Diephorst, aan voor het verhaal dat men Erasmus nog in de nacht van zijn geboorte met een schuitje naar

literature study reviewed in this chapter supports the need to teach reading strategies to matric pupils in order to improve their reading ability in the

'I; '.. In werkelijkherid echter hebben de gebeurteniss'en nog 1een andere kant: De beweging der arbeidersklasse tegen fascisme •en oorlog groerit, de

Op de hoeve dronken we melk van de koeien die we zelf hadden gemolken en aten we verse eitjes die we bij de kippen gingen roven.” Een auto had het gezin niet nodig op vakantie.