A. Va11 Braecl?el, B. Validevoorde e11 E. Va11 de11 Bergh
. .
-l11stituut voor Natuur- en Boso11derzoek
Watersysteemkennis
Optimaliseren van natuurinrichting in een
Gecontroleerd OverstromingsGebied langs de
Zeeschelde: grondwatermonitoring en •
modellering, basis voor natuurpotenties
In het Zeescheldebei?l?en worden in de nabije toeflamst bijlwmende gecontroleerde overstromingsgebieden
(GOGJ ingericht om, in het lwder van het geactualiseerde Sigmaplan, de hans op overstromingen in te
verminderen. In GOG-gebieden waar naast veiligheid ooh natuur een belangrijhe doelstelling
is, lwn
optimalisatie van het grondwaterregime de natuurpotenties aanzienlijh verhogen.
In het
GOGvan Kruibehe, Bazel en Rupelmonde (KBR) wordt een dergelijlle optimalisatie ·van de
waterhuishouding voorgesteld om Elzenbroehbos te ontwil?l?elen. Dit prioritair NaturaZOOD habitattype
(91EO) werd deels vernietigd bij de aanleg van de ringdijl? en moet dus gecompenseerd worden. Om de
optimale locaties voor de ontwil?heling van dit bostype te bepalen, is een gebiedsspecifiel? ecohydrologisch
model opgebouwd op basis van grondwater- en oppervlalltewaterdata en een d igitaal hoogtemodeL Het
ecohydrologisch model werd aangepast en gecontroleerd aan de hand van vegetatieopnames en -harte ringen.
Zo lwn worden voorspeld waar en onder welhe omstandigheden (bvb. vernatting) kansen voor Elzenbroel?bos
het grootst waren. De optimale zones voor de onttvildleling van dit beschermd bostype werden afgelijnd en
als nieuwe compensatiegebieden voorgesteld .
Inleiding
Om de kans op overstrom ingen in het Zeeschelde-bekken te verminderen, worden gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG) aange legd . In versche idene van deze ve iligheidsgebieden wo rdt notuurontwikkeling de voornaamste nevenfunctie en vormt herstel van het natuurlijk grondwoler-regime een belangrijke maatregel om notuur-potenties te optima li seren . Eén van de grondwoler-afhanke lijke doelhobitots voor het GOG van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde is El zenb roekbos, een Europees beschermd alluviaal boshabitattype dot deel uitmaakt van de rivierbegeleidende bos-sen. Bij de aan leg van de ringdijk rond het GOG-KBR moeten delen van het aanwezige Elze nbroek-bos wijke n, wat compensati e binnen de polder van KBR noodzakelijk maakt. Hiertoe moel het optimaal grondwaterreg ime voor dit bostype her-steld worde n in de polder. In deze stud ie wordt onderzocht hoe en waar de compensa ti es best kunnen gebeuren (Van Broeckei et al. 2004).
Van grondwatermonitoring en vegetatie-kartering naar natuurpotenties
Het grond- en opperv laktewaterreg ime werd in-tensief opgevo lgd met ee n d icht netwerk van piëzometers en peilschalen (figuur l ). Berekenin-gen met een regionaa l grondwatermodel wezen reeds op het belang van grondwa terstromen in de richting van de polder en brachten kwelzones aan het licht (Haecon 2002) .
De verzame lde grondwater- en oppervloktewater-data vormden samen met een vo lledige survey va n de vegetatie (Vandevoorde et al. 2002), in-clus ief de verspre iding van freotofyten, de basis voo r een gebiedsspecifiek ecohydrologisch mo-del.
Het model is opgebo uwd uit een comb inatie van een gedeta illeerd Digitaa l Hoogte Model (DHM), de bodemkaart en de geïnterpoleerde waarden van grondwoterstonden. Op basis van deze ver-sc hillende logen zijn eenheden afgebakend met gelijkaardige stondplaatsconditi es (figuur 2). Aan
Figuur 1: Groudwareiflucruaries russe11 augustlis '96 - 'OS i11 her GOG (drie/wek: Elzellhroekbos, vierka11t: droog graslalld, ntit: vochtige grasla11de11; haart: stippeil =locatie piëzometers).
Figuur 2: Ee11 combi1wtie I/all gemiddeld gro11dwatemi11eau , bodemtype eu hoogte, resultee11 i11 abiotische éé11hede11 .
Abiotische
eenheden
Figuur Ja: Gro11dwate1regimes i11 huidige e11 i11 het gesimuleerd "11ematti11g"- scellmio. 3b: Voorspelde Ül!erstromi11gs/wogtes i11 GOG -KBR (reeks GOG_Bazel e11 Rupelmo11de, li11ker )~as)
e11 het effect va11 GOG op de retourpeliade (con·elatie SA met GOG-KBR e11 zo11der GOGKBR, Y as-rechts; Bro11: resultaat 1111111e1iek model Waterbouwku11dig Laborat01i11111 (2004)) .
Een grondwaterpeilverloop in een gemiddeld jaar en bij verhoging in KBR
-• - · kwelrijk --gemiddeld - - - kwelarm - gesimuleerde verhoging
:g
.,
-~"'
"'
~ E 0.0 -0.2 -0.4 -0.6 -0.8 -1.0 -1 .2 -1.4Overstromingshoogte in GOG-Bazel en -Rupelmonde
-gebaseerd op gesimuleerde storm-446
- - - GOG_Bazel ___.._ GOG_Rupelmonde
-!1!-correlatie_ synth _ Antw _met_ KBR - - t -correlatie_ synth _ Antw _zonder_ KBR
8.5 8 7.5 7 Cl 6.5 0 6 Cl 5.5 .• ~ 5
-5,
<( 4.5 0 1-' 4 o E 3.5 ~ ~ 3 1i! 2.5s:
2 1.5 1 0.5 0....
~ Jl....
·.a
~
-
-7
-
-~li
~ ~..,
I ~..11'
...
_,.
..-!:i....
7.5 8 HW Scheldt [m TAW]..
~ 8.5 1000:;;
100 ~ I-Q) "0 .!2~
::l 10~
elke abiotische éénheid kon een natuurtypereeks gekoppeld worden . Een natuurtypereeks is een reeks van notuurtypes of vegelotietypes die voor-komen op gel ij kaard ige stondp lootsen moor on-der een verschil lende beheersvormen. Aldus kun-nen verschi ll ende potentiekoorten gemaakt wor-den bij versch ill ende beheer- en inrichtingsce-nario's zoals bv. bosontwikkel ing bij nulbeheer, groslandontwikke lin g bij mooibeheer, .... Om het ecohydro logisch model te ka li breren werd onder de huidige omstand igheden bij nulbeheer de polenlies voor a ll uvia le bossen voorspeld en verge leken met de aanwezige boslypes. De in-terne volidatie van het model gebeurde op bas is van het voorkomen van kensoorten van verschi l-lende hobitollypen. Voor de bossoorten log de voorspe llin gswoorde tussen 73 en 88%.
Potenties voor bossen in KBR
Met dit gebiedseigen ecohydro logisch model kon-den potentiekoorten aangemaakt workon-den voor verschillende-vegelotietypes onder diverse beheer-scenario's en met eventueel een overstrom ings-eHeet na GOG-werking. Eén van de beheer-scenario's was een simu lotie van een 'vernotting' . Voorjaarsdaling van het grondwater werd met 2 maanden verloot door o .o. opstuwing van de slo -ten (figuur 3o). In een andere variant werd de invloed van GOG-werking (2 jaarlijkse overstro-mingen vanuit de Schelde bij HW van 7m TAW op de Schelde) op de vegeta ti epolenties uitgewerkt. Het Waterbouwkundig Laboratorium berekende d.m.v. een 1 D model potentië le overstrom ings-hoogtes in de polder, in functie van de water-hoogles in de Schelde bij storm, alsook de retour-periodes (figuur 3b). Combino ti e van de water-hoogles bij de overstroming met het OHM geeft het potentieel overstromingsgeb ied weer. Uit de potentieanalyse blijkt dot herstel van het notuurlijk grondwaterregime (vernottin g) een ver-eiste is voor een uitbreiding van de huidige Elzen-broekbossen (figuur 6a&b). Bij het "vernotting"-scenario zien we naast de uitbreiding van de oos-te lij ke zone versnipperde polentielocaties voor Elzenbroekbos ten gevolge van de loka le topo-grafische variatie . Bij een nulbeheer kunnen op deze locolies Elzenbroekbossen ontwikkelen, zo-als in grote delen van de huidige weste lijke bos-kern.
Besluit
Herstel van het notuurlijk grondwaterregime door vernolling is absoluut noodzakelijk voor de uil-breiding van Elzenbroekbos in KBR. Eerdere voor-ste llen voor compensatiegebieden liggen voor-sterk verspre id en omvatten niet de meest optimale zones voor dit bos type. De nieuwe voorste llen voor compe nsotieg ebieden, een basis voor het toekom-stig inrichtingsplan, optimaliseren de ontwikke-ling spotenties voor Elzenbroekbos (figuur 6b). Deze nieuwe gebieden hebben hogere potenlies
•
~ Huidig bosgebied
Potentieel alluviaal bos
• Elzenbroekbos
~
NFiguur 6: n. Huidige (liu!?s) eu b. toelw 111stige potelities (rechts) voor Elzeubroe!?bos
~·
··.
1:::::1
Aangeduide compensatiegebiedenD
Nieuwe voorstellen :·:
.. .
. . . • ~p •····~····:
...
:;·'
~ Huidig bosgebiedPotentieel alluviaal bos
.,
'
• Elzenbroekbos
'
overgang naar r--o7Rn-vnrlR
..
0 200 400
~
- Meters N
voor Elzenbroekbos, inclusief overgangen naar Elzen-Vogelkersbos en sluiten het sterkst aan bij de huidige en toekomstige grote boskernen in het westen van KBR.
Door de comb inatie van hydrauli sche, hydrolo-gische en ecohydralohydrolo-gische modelresultaten kon-den de meest optimale ontwikkeling szo nes voor Elzenbroekbossen voorgesteld worden .
Referenties
Hoecon (2002) , Onderzoek naar de kwelstromen in Kruibeke: inve ntarisatie i.o .v. AM INAL Afd. Natuur, pp 33.
Vandevoorde, B.,De Becker, P & Van den Bergh, E. (2002), Vegetatiekartering van de polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde . Rapport Instituut voor Natuurbehoud , 2002.07, Brussel, pp. 180 .
0 200 400
- Meters
Van Bra eckel,
A,
Vandevoord e, B., Spanoghe, G ., Mertens, W., De Becker, P, Huybrechts, W. &Van Den Bergh, E.( 2004) , Getijonafhankelijke natuurontwikkeling in het Gecontroleerd O ve rstro-mingsgebied va n Kruibeke, Bazel en Ru pel monde. Opmaak van het Integraal Plan KBR. Verslag In -stituut voo r Natuurbehoud, IN .0.2004. 16, Brus-se l, pp. 20 1.