Vraag nr. 41
van 26 november 1999
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Vlaamse administratie – Landschapskantoren Uit een vraaggesprek met het weekblad Knack van 24 november jongstleden verneem ik dat de minis-ter een tegenstander is van de landschapskantoren. Betekent dit dat de minister reeds initiatieven heeft genomen om de landschapskantoren in de administratie en bij de openbare instellingen af te bouwen ?
Antwoord
Ik volg met meer dan gewone belangstelling de ontwikkeling van alle nieuwe werkvormen, b e t e r bekend onder de term "anders gaan werken". D e zoektocht naar aangepaste werkwijzen wordt mo-gelijk gemaakt door – of is gevolg van – de be-schikbaarheid en de integratie van moderne infor-m a t i e– en coinfor-minfor-municatietechnologie. Zij kan ook een onderdeel zijn van het antwoord op allerlei prangende maatschappelijke problemen in ver-band met stress, m o b i l i t e i t , m i l i e u , ruimtelijke plan-ning en andere.
De overschakeling op nieuwe werkvormen heeft ook ruimtelijke consequenties. Zij vergt in een aan-tal gevallen een meer optimale benutting van de beschikbare oppervlakte en maakt de innovatie van de kantoorruimte noodzakelijk. Daarom werd van start gegaan met een aantal proefprojecten met landschapskantoren.
Op dit ogenblik bestaan er drie projecten: één in het Consciencegebouw, één in het de Fe r r a r i s g e-bouw en één in aane-bouw in het Boudewijngee-bouw. Deze projecten staan nog in de kinderschoenen, zodat het mijns inziens te vroeg is voor een defini-tieve evaluatie. Dat neemt niet weg dat ik, na het bezoeken van twee van deze projecten, tot de vast-stelling ben gekomen dat er heel wat klachten be-staan bij de gebruikers. Mijn eerste indruk is dus niet onverdeeld positief.