• No results found

ProRail B.V., KvK 30124359 1/3 Autoriteit Consument & Markt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ProRail B.V., KvK 30124359 1/3 Autoriteit Consument & Markt "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ProRail B.V., KvK 30124359 1/3 Autoriteit Consument & Markt

t.a.v.

Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG

Datum

19 maart 2021

Eigenaar

Uw kenmerk

ACM/21/049785

Telefoonnummer

Ons kenmerk/ID

URKUKDE7JKRD-

469562195-3633

Afdeling

Capaciteitsmanagement / Tarieven en Diensten

Bijlage(n)

1

Onderwerp

Reactie op zienswijzen op ontwerpbesluit methode voor toerekening VMT

Geachte mevrouw ,

Op 22 januari 2021 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) haar

(ontwerp)besluit tot goedkeuring van de methode van toerekening van kosten aan het aan spoorwegondernemingen aangeboden minimumtoegangspakket gepubliceerd (zaaknummer ACM/21/049785).

Maandag 8 maart heeft u ProRail de zienswijzen toegezonden die zijn ingediend bij het door de ACM gepubliceerde ontwerpbesluit. U heeft ProRail de mogelijkheid gegeven om te reageren op de ingediende zienswijzen. ProRail maakt graag gebruik van deze mogelijkheid en reageert hierbij op de zienswijzen zoals deze door DB Cargo en de NS Groep zijn ingediend. De zienswijze van de Provincie Friesland geeft voor ProRail geen aanleiding om te reageren.

Zienswijze DB Cargo

DB Cargo verwijst in haar zienswijze bij het ontwerpbesluit nagenoeg onverkort naar haar beroepsgronden bij het goedkeuringsbesluit van de methode voor toerekening van de kosten aan het minimumtoegangspakket die wordt toegepast in de dienstregelingsjaren 2020-2022.

ProRail merkt op dat de nieuwe methode voor toerekening 2023-2025 waar het

onderwerpbesluit op ziet op onderdelen in belangrijke mate afwijkt van de eerdere methode, zodat de in de beroepsprocedure naar voren gebrachte bezwaren niet op alle onderdelen relevant zijn. Zo wordt bijvoorbeeld het ‘model onderhoud’ niet meer toegepast en is in de nieuwe methode ook geen bandbreedtemechanisme opgenomen.

ProRail herkent zich voorts niet in de opmerkingen van DB Cargo over het totstandkomings- proces van de methode voor toerekening. De wet- en regelgeving stelt - anders dan

bijvoorbeeld ten aanzien van de Netverklaring - geen eisen aan de wijze waarop de methode van toerekening tot stand komt. ProRail hecht echter aan transparantie en geeft

spoorwegondernemingen graag de gelegenheid om voorstellen te doen en input te geven om zo tot een zo goed mogelijke methode te komen. ProRail heeft in dat kader dan ook meerdere sessies georganiseerd (6 maart 2020, 8 april 2020 (voor goederenvervoerders), 15 april 2020 (voor goederenvervoerders) en 27 oktober 2020). Door DB Cargo is na de laatste bijeenkomst op 27 oktober niet ingegaan op het aanbod van ProRail voor een nadere inhoudelijke toelichting op de kostentoerekening en de berekening van de variabiliteit.

DB Cargo stelt in haar zienswijze dat de gewichtsklassen onjuist zijn bepaald. ProRail merkt op dat door goederenvervoerders tijdens de stakeholderbijeenkomsten twee verzoeken zijn

Postadres Postbus 2038 3500 GA Utrecht www.prorail.nl

(2)

ProRail B.V., KvK 30124359 2/3 gedaan met betrekking tot de gewichtsklassen, namelijk het toevoegen van een extra klassegrens op 1.000 ton en het verhogen van 3.000 ton grens. Het eerste verzoek is uiteindelijk niet doorgevoerd omdat dit na doorrekening nadelig zou zijn voor alle

goederenvervoerders en aan de tweede wens is gehoor gegeven door aanpassing van de grens naar 3.200 ton.

Zienswijze NS Groep

De zienswijze van de NS ziet op twee onderdelen, namelijk de definitie van perrons en de variabele halteringskosten.

Ten aanzien van de zienswijze bij de definitie van perrons merkt ProRail op dat zij de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie waar de NS naar verwijst één op één heeft geïmplementeerd in de nieuwe methode van toerekening. Andere onderdelen van de (huidige) categorie II dienst transfer/passagiersstations (zoals looproutes, hellingbanen, bankjes en andere voorzieningen) blijven onderdeel van de dienstvoorziening transfer zoals die thans ook wordt aangeboden.

Met betrekking tot de variabele halteringskosten twijfelt NS aan het door ProRail gestelde lineaire verband tussen de kosten van perrons per station en het aantal reizigers. Volgens de NS is het gelet op de schaalvoordelen onwaarschijnlijk dat er sprake is van lineair verband.

ProRail heeft een regressiegrafiek opgesteld waarin de directe kosten van perrons per station uitgezet zijn tegen aan het aantal reizigers (in-, uit- en overstappers) op de verschillende stations (zie bijlage). Uit de gegevens valt een statistisch significant lineair verband tussen de kosten van perrons en het aantal reizigers af te leiden. Uit de analyse van deze grafiek volgt bovendien dat voor de grote stations weliswaar afwijkingen van de lineaire lijn kunnen worden geconstateerd maar dat dit zowel afwijkingen naar boven als naar beneden betreffen.

Schaalvoordelen zijn uit deze grafiek dan ook niet af te leiden.

Bedrijfsvertrouwelijkheid

De informatie in de onderhavige brief wordt door ProRail niet als bedrijfsvertrouwelijk aangemerkt.

Met vriendelijke groet,

Directeur Capaciteitsmanagement

(3)

ProRail B.V., KvK 30124359 3/3 Bijlage Regressiegrafiek

Onderstaande grafiek bevat de directe kosten van perrons per station, uitgezet tegen het aantal

reizigers (in-, uit- en overstappers, in onderstaande grafiek aangeduid als ‘stappers’) op de

betreffende stations. De lineaire lijn heeft een correlatiecoëfficiënt (R

2

) van 77%. Het gevonden

verband is statistisch significant, aangezien de p-waarde kleiner is dan 0.05 (5%).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Per maand, per netgebied waarvan de netbeheerder het netverlies niet gelijk heeft gesteld aan nul op grond van onderdeel d, berekent de netbeheerder een gecorrigeerd netverlies

de ruimte bieden voor het scheppen van juridische rechtvaardigingsgronden in de zin van ar- tikel 6 lid 1 sub c AVG voor de verwerking van persoonsgegevens. De reden die de ACM hier-

Daarom moet Dunea de kosten zoals opgenomen in de concernbegroting verdelen naar enerzijds drinkwatertaken (artikel 7, eerste en tweede lid Drinkwaterwet) en anderzijds

3.15.4.1 De leverancier collecteert de meterstand behorende bij de wijziging van de allocatiemethode, stelt deze vast en distribueert deze overeenkomstig hoofdstuk 5 indien de

Daarnaast sluit RENDO zich aan bij de zienswijze die Netbeheer Nederland (hierna: NBNL) namens de gezamenlijke regionale netbeheerders gas en regionale netbeheerders

verschillende utilities, waaronder elektriciteit. Specifieke technische reden voor de integratie is dat het elektriciteitsnet is aangesloten op een dubbele ringstructuur dat

Aanvrager heeft eveneens verklaard dat hi] geen deel ultmaakt van een groep als bedoeld in artikel 24b van boek 2 van het Burger* Wetboek (hiema: BW) waarvan ook een netbeheerder

Artikel 8.8 Whc verbiedt handelaren om oneerlijke handelspraktijken als bedoeld in Afdeling 3A van Titel 3 van Boek 6 BW (artikel 6:193a tot en met 6:193j BW) te verrichten. NOPN