• No results found

De invloed van de financiële crisis op de bezoldiging bestuurders van Nederlandse beurgenoteerde ondernemingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De invloed van de financiële crisis op de bezoldiging bestuurders van Nederlandse beurgenoteerde ondernemingen"

Copied!
52
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De invloed van de financiële crisis op de bezoldiging bestuurders

van Nederlandse beurgenoteerde ondernemingen

Tjitske Bosman S1839381

(2)

1

De invloed van de financiële crisis op de bezoldiging bestuurders

van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen

Auteur: Tjitske Bosman Studentnummer: S1839381

Opende, 8 mei 2014

Rijksuniversiteit Groningen

Faculteit der Bedrijfskunde & Economische Wetenschappen Master Thesis Accountancy

(3)

2

Voorwoord

Voor u ligt mijn scriptie: “De invloed van de financiële crisis op de bezoldiging bestuurders

van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen”.

Deze scriptie heb ik geschreven ter afronding van de opleiding Msc Accountancy & Controlling aan de Rijksuniversiteit Groningen te Groningen.

De bekende financiële crisis ook wel kredietcrisis genoemd is een veel besproken onderwerp waarbij ook de hoogte van de bezoldiging van bestuurders bij beursgenoteerde

ondernemingen onder de loep wordt genomen. Er zijn in het verleden vele wetenschappelijke onderzoeken verricht op de hoogte en de ontwikkeling van de bezoldiging bestuurder. De focus bij deze onderzoeken ligt op de ontwikkeling van de hoogte van de bezoldiging bestuurders ten opzichte van de ontwikkeling in het resultaat. Voor dit onderzoek is geen rekening gehouden met de ontwikkeling in het resultaat maar is onderzocht hoe de hoogte van de bezoldiging bestuurders zich ontwikkelt in de periode voor en tijdens de genoemde crisis. Voor de ondernemingen is het ten tijde van crisis van belang om te weten welk signaal zij geven aan de maatschappij. Dit heeft vooral betrekking op de financiële instellingen welke staatssteun hebben ontvangen. Immers, kun je het als onderneming maken om een hoog salaris te geven aan de bestuurders terwijl de belastinggelden van de burgers zijn gebruikt om de onderneming draaiende te houden. Deze vraag is voor mij de aanleiding geweest om te willen onderzoeken hoe de hoogte van de bezoldiging bestuurders zich ontwikkelt ten tijde van de financiële crisis.

In september 2012 ben ik gestart met het schrijven van de scriptie. Door een aantal persoonlijke omstandigheden is vertraging opgetreden in het uitvoeren van het onderzoek echter ligt er nu dit eindproduct waarmee ik de opleiding aan de Rijksuniversiteit Groningen afrond.

Graag wil ik mijn dank betuigen aan prof. Mr J.T. Degenkamp, mijn scriptiebegeleider, voor het geduld en de geleverde toegevoegde waarde voor het onderzoek.

(4)

3

Samenvatting

Het doel van het onderzoek is om vast te stellen in hoeverre de financiële crisis invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de hoogte van de bezoldiging bestuurders waarbij tevens een vergelijking is gemaakt tussen de invloed op financiële en niet financiële ondernemingen. Het onderzoek is uitgevoerd voor beursgenoteerde ondernemingen in Nederland.

Beursgenoteerde ondernemingen dienen op basis van de wet- en regelgeving de bezoldiging bestuurders in de jaarrekening gedetailleerd te verantwoorden. Voor het onderzoek zijn de salariscontrolecomponenten vaste vergoeding en variabele (korte) bonus gehanteerd. De periode van het onderzoek betreft 2006-2012. Dit is een periode van 2 jaar voor de crisis en daarnaast een periode van 4 jaar tijdens de crisis.

Aan de hand van een kwantitatief onderzoek zijn een 3 tal hypotheses getoetst. Bij het toetsten van hypothese 1 is een significante afwijking geconstateerd derhalve kan worden geconcludeerd dat de dat de financiële crisis invloed heeft op de hoogte van de totale bezoldiging bestuurders.

Bij het toetsen van hypothese 2 is vastgesteld dat ook voor het variabele deel van de bezoldiging een significante invloed van de financiële crisis aanwezig is. De hoogte van de variabele beloning wijkt in 2008, beginjaar van de crisis, significant af ten opzichte van de jaren 2006 en 2007.

Bij het toetsen van hypothese 3 is een onderscheid gemaakt tussen de financiële

ondernemingen en de overige niet financiële geselecteerde ondernemingen. De uitkomst van deze toets is dat de variabele beloning van de financiële onderneming niet significant afwijkt van de variabele beloning van de overige geselecteerde onderneming in de periode van aanvang crisis. De invloed van de financiële crisis is bij financiële instellingen niet hoger dan bij niet financiële instellingen.

(5)

4

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 2 Samenvatting... 3 Inhoudsopgave ... 4 Hoofdstuk 1 Introductie ... 6 1.1 Inleiding ... 6 1.2 Probleemstelling ... 6

1.3 Bijdrage aan de literatuur ... 6

1.4 Opbouw scriptie ... 8 Hoofdstuk 2 Literatuur ... 9 2.1 Agency theorie ... 9 2.2 Wet- en regelgeving ... 10 Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethodologie ... 14 3.1 Onderzoeksopzet ... 14 3.2 Dataverzameling ... 14 3.3 Variabelen ... 16 3.4 Methoden ... 17 Hoofdstuk 4 Resultaten ... 20 4.1 Toetsen hypotheses ... 20 4.2 Conclusie ... 22 4.3 Beperkingen ... 23 4.4 Aanbevelingen ... 23 Literatuurlijst... 24

Ewijk, C. van en Teulings, C, (2009), De grote recessie - Het Centraal Planbureau over de kredietcrisis ... 24

Bijlagen ... 27

Bijlage 1 – Selectie AEX en AMX ondernemingen ... 27

Bijlage 2 – Data ondernemingen ... 28

Bijlage 3 – Uitkomst Kolmogorov-Smirnov toets ... 32

(6)

5 Bijlage 5 – Uitkomst Wilconsox toets ... 38 Bijlage 6 – Uitkomst Kolmogorov- toets ... 40 Bijlage 7 – Uitkomst gepaarde t- toets hypothese 3 ... 46

(7)

6

Hoofdstuk 1 Introductie

1.1 Inleiding

Een veel besproken onderwerp is de huidige financiële crisis. Op verjaardagsfeestjes wordt vaak een klaaguurtjes gehouden waarbij men concludeert dat de arbeiders er veelal op zijn achteruit gegaan maar dat de big bosses geen negatieve invloed ervaren van de huidige crisis gezien de bonussen die zij krijgen. Een gouden handdruk, een paar tonnen hier en daar. Het klinkt alsof er voor deze mensen geen gevolgen zijn voor de crisis, maar is dat nu eigenlijk wel zo?

De financiële crisis heeft voor vele ondernemingen geresulteerd in lagere resultaten en zelfs faillissementen. Ook de invloed van de crisis op de financiële gezondheid van de financiële instellingen is groot, dit leidt er toe dat vele beursgenoteerde financiële instelling staatssteun ontvangen.

1.2 Probleemstelling

Het onderzoek heeft als doel vast te stellen wat de invloed van de financiële crisis is op de hoogte van de bezoldiging bestuurders. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen financiële en niet financiële ondernemingen:

In hoeverre is de mate van beloning, met name de variabele beloning, van bezoldiging bestuurders afhankelijk van de financiële crisis en is hierbij nog sprake van een verschil tussen financiële en niet financiële ondernemingen?

1.3 Bijdrage aan de literatuur

Vanuit de wetenschap zijn er diverse onderzoeken uitgevoerd inzake het verband tussen het resultaat van de onderneming en de bezoldiging van de bestuurders. Ten aanzien van de invloed van de kredietcrisis op de bezoldiging bestuurder zijn geen wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd. Onderstaand zijn een aantal onderzoeken weergeven:

Jensen en Murphy (1990)

Jensen en Murphy hebben hun onderzoek uitgevoerd op de beursgenoteerde ondernemingen in de VS in de periode 1974-1986. Het onderzoek van Jensen en Murphy heeft zich gericht op de Pay Perdormance Sensitivity, ook wel PPS genoemd. Deze drukt de variabiliteit uit van het totale inkomen van een manager voor veranderingen in de aandelenkoers. Hoe hoger deze PPS hoe hoger de variabiliteit van het totale inkomen van de managers ten opzichte van een gegeven stijging van de beurskoers van het aandeel.

De uitkomst van het onderzoek was dat de totale beloning een lichte positie Pay Performance Sensitivity met de verandering in het aandeelhoudersvermogen. De beloning stijgt met 1,35 dollarcent als het aandeelhoudersvermogen met 1000 dollar stijgt.

(8)

7

Hall en Liebman (1998)

Hall en Liebman hebben hun onderzoek op dezelfde manier uitgevoerd als Jensen en Murphy echter dan voor de periode 1980-1994. Hun conclusie is dat sprake is van een toename van de beloning van manager indien het resultaat stijgt. Hun onderzoek is uitgedrukt in Pay Performance elasticiteit. Het verschil tussen PPS en PPE is dat bij PPE niet de absolute stijging maar procentuele stijging van de beloning aangeeft. In het geval van het onderzoek is gebleken dat in het eerste jaar bij 1% verhoging van de bedrijfselasticiteit de belangen met 0,12% stijgt. Aan het einde van de onderzoek loopt dit op tot 0,23%.

Van Praag (2005)

De studie van Hall en Liebman (1998) wordt door van Praag (2005) als best practice betiteld en de methode die Hall & Liebman gebruiken wordt in het onderzoek van Praag (2005) aangevuld.

Chalmers (2006)

Chalmers heeft onderzoek gedaan naar Australische bedrijven over een periode van vier jaar. Binnen dit onderzoek is er een significant positieve relatie gevonden tussen de prestatie van de onderneming en de hoogte van de uitbetaalde salarissen en bonussen. Als variabele voor de prestatie van de onderneming is de “Return on Assets” (ROA) gebruikt. Dit betreffen de operationele inkomsten voor aftrek van rente en belasting (EBIT) gedeeld door de totale activa.

Dufheus en Kabir (2008)

Duffhues en Kabir concluderen dat er geen significante relatie is geconstateerd tussen de bezoldiging van CEOs en prestatie van de onderneming (gebaseerd op een grote populatie beursgenoteerde ondernemingen in de periode van 1998-2001). Dit onderzoek richtte zich echter wel op bezoldiging van CEOs in cash componenten. Bij dit onderzoek werd onder andere het onderzoek Chalmers de ROA als variabele gebruikt om de prestatie van de onderneming weer te geven.

Van der Laan et al (2010)

In 2010 is er een onderzoek gepubliceerd door Van der Laan et al. (2010) waarin er een lichte significante relatie is geconstateerd tussen de bezoldiging van CEOs en prestatie van de onderneming, gebaseerd op een grote populatie Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen in de periode van 2002-2006. Het verschil met het onderzoek van Duffhues en Kabir komt voort uit het feit dat dit onderzoek zich richtte op alle bezoldigingscomponenten (vaste beloning, bonussen, aandelen (opties) en niet alleen op de cash componenten van de CEO bezoldiging.

Uit de genoemde onderzoeken blijkt dat een relatie aanwezig is tussen de bezoldiging bestuurders en het resultaat van de onderneming.

(9)

8 1.4 Opbouw scriptie

In het onderzoek is een literatuuronderzoek uitgevoerd en een kwantitatief onderzoek. In hoofdstuk twee is het literatuur onderzoek behandeld. In hoofdstuk drie en vier het empirisch onderzoek.

Het literatuuronderzoek is opgedeeld in diverse paragrafen waarbij de wetenschappelijke literatuur en de overige wet- en regelgeving welke van toepassing zijn op bezoldiging bestuurders in kaart is gebracht.

In hoofdstuk drie en vier is de onderzoeksopzet, de hypotheses en de toetsing van deze hypotheses beschreven. De hypotheses welke zijn getoetst betreffen:

H1= de financiële crisis heeft een negatieve invloed op de hoogte van bezoldiging van de bestuurders van Nederlands beursgenoteerde ondernemingen.

H2= de financiële crisis heeft een negatieve invloed op de hoogte van de variabele beloning van bestuurders van Nederlands beursgenoteerde ondernemingen. H3= de daling van de variabele beloning gedurende de periode 2006-2011 zal voor de

beursgenoteerde financiële ondernemingen hoger zijn dan voor de beursgenoteerde niet-financiële ondernemingen.

(10)

9

Hoofdstuk 2 Literatuur

2.1 Agency theorie

We define an agency relationship as a contract under which one or more persons (the principal(s)) engage another person (the agent) to perform some service on their behalf which involves delegating some decision making authority to the agent. If both parties to the relationship are utility maximizers there is good reason to believe that the agent will not always act in the best interests of the principal. (M.C. Jensen and W.H. Meckling, 1976, p5)

Bovenstaand is de definitie van de principaal-agentrelatie volgens Jensen en Meckling weergeven. Volgens hen is sprake van deze relatie wanneer een of meerdere principalen een agent aantrekken voor het leveren van een van te voren vastgestelde dienst, waarbij een deel van de beslissingsbevoegdheid wordt gedelegeerd naar deze agent. De doelstellingen van de principaal en de agent zijn vaak verschillend dit blijkt uit eerder verricht onderzoek. Volgens L. Bebchuck & J. Fried zijn de doelstellingen van de agent, in dit geval de bestuurder, vaak korte termijndoelstellingen zoals een goede status, maximaliseren van het inkomen en hun machtspositie. (L. Bebchuck and J. Fried, 2003, p. 71-92) Volgens A. de Jong, G. Mertens en P. Roosenboom zijn de doelstellingen van de principaal in dit geval de aandeelhouders juist lange termijn doelstellingen. (A. de Jong, G. Mertens en P. Roosenboom, 2005, p 97-107) De agent heeft een informatievoorsprong ten opzichte van de principaal. De principaal is namelijk niet volledig in staat om te controleren of de agent de werkzaamheden juist en op de juiste wijze heeft uitgevoerd. Dit komt doordat hij de werkzaamheden niet zelf heeft

uitgevoerd en daarmee bepaalde informatie niet heeft. Hierdoor ontstaat informatieasymetrie. Door deze informatieasyemtrie ontstaat volgens Praag (2005) de zogenaamd ‘agency costs’. Uit eerder onderzoek is geconcludeerd dat het agency probleem niet in zijn geheel kan

worden opgelost. Er zal altijd sprake zijn van belangen die niet evenredig zullen lopen. (Otten, H. Schenk en A. Verwer, 2008, p446) Uit onderzoek van Jensen en Meckling (1976) blijkt dat het onmogelijk is om bestuurders te motiveren om te handelen in het belang van de stakeholders zonder dat hiervoor kosten gemaakt dienen te worden. In het onderzoek is vastgesteld dat deze kosten opgedeeld kunnen worden in drie groepen:

1. Monitoring expenditures by the principal: dit betreffen kosten van de principaal, oftewel stakeholder, om de agent, oftewel bestuurder, te controleren;

2. Bonding expenditures by the agent: dit betreffen kosten die de agent maakt om de principaal te garanderen dat er aan de gemaakte afspraken wordt gehouden;

3. Residual loss: dit betreffen kosten die ontstaan doordat het gedrag van de agent niet geheel aansluit bij wat de principaal wil.

(11)

10 2.2 Wet- en regelgeving

Burgerlijk Wetboek

In het Burgerlijk Wetboek boek 2 titel 9 is de wettelijke regeling opgenomen waaraan een jaarrekening dient te voldoen.

In artikel 2:135 BW zijn de bepalingen aangegeven met betrekking tot de bezoldiging van het bestuur. Dit artikel verplicht de onderneming tot het hebben van een beleid op het terrein van de bezoldiging van het bestuur. Het beleid dient te worden vastgesteld door de Algemene Vergadering. Ook de feitelijke bezoldiging, met inachtneming van het beleid, wordt

vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, of door een ander statutair daartoe bevoegd orgaan.

Ten aanzien van de bezoldiging van bestuurders schrijft art. 2:383 BW voor dat het bedrag aan bezoldiging, met inbegrip van pensioenlasten, en van de andere uitkeringen voor de gezamenlijke en gewezen bestuurders en voor de gezamenlijke en gewezen commissarissen in de toelichting dient te worden vermeld.

Tot slot wordt er in artikel 2:391 BW voorgeschreven dat de onderneming mededeling doet van het beleid van de onderneming inzake de bezoldiging van haar bestuurders en

Commissarissen. Ook dient aangegeven te worden op welke wijze dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht. (Prof.dr.G.M.M. van Bussel, 2012, p90)

Wet op het financiële toezicht

De Wet op het Financieel Toezicht (verder in het verslag Wft genoemd) is op 1 januari 2007 in werking getreden. Deze wet regelt het toezicht op de financiële sector in Nederland. Door de inwerkingtreding van de Wft zijn een achttal oude toezichtwetten komen te vervallen. Aanleiding voor het vervangen van deze toezichtwetten door de Wft was de reorganisatie van het financiële toezicht in 2002. De oorspronkelijke sectorale indeling van het toezicht is sindsdien gewijzigd in een functioneel toezichtmodel waarbij De Nederlandse Bank

verantwoordelijk is voor het prudentiële toezicht en de Autoriteit Financiële Markten voor het gedragstoezicht. Bij het opstellen van deze wetteksten is in eerste instantie geen aanvullende regelgeving opgesteld in de wft echter is dit naar aanleiding van financiële crisis wel

ontstaan.

Richtlijnen voor de jaarverslaggeving

In Nederland is sinds 2005 aanvullende regelgeving, ter aanvulling op de regels opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, in de vorm van richtlijnen door de Raad voor de

Jaarverslaggeving opgesteld. Deze richtlijnen worden ook wel afgekort tot RJ. Deze

richtlijnen zijn onderverdeeld naar groottecriteria. Dit betekent dat voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen andere richtlijnen kunnen gelden.

Vanaf 2005 is de toepassing van International Financial Reporting Standards (IFRS) verplicht voor beursgenoteerde ondernemingen. Doordat de centrale vraag van dit onderzoek is gericht op beursgenoteerde ondernemingen, wordt Richtlijn 271, betreffen richtlijnen voor

(12)

11

International Financial Reporting Standards (IFRS)

De IFRS-standaarden betreffen een voortzetting van de International Accounting Standards (ook wel IAS genoemd). De IFRS standaarden zijn vanaf 2005 de regelgeving waaraan door de beursgenoteerde ondernemingen in de Europese Unie voldaan dient te worden. Doordat IFRS ook in andere landen gevolgd dient te worden wordt de vergelijkbaarheid en

transparantie sterk bevorderd.

De standaard IAS 19 geeft de regelgeving omtrent personeelsbeloningen weer. De kernpunten uit deze standaard zijn:

Het weergeven van de administratieve verwerking en de informatieverschaffing van de personeelsbeloning waarbij de personeelsbeloning bestaat uit:

 korte termijn personeelsbeloningen; lonen, jaarlijkse vakantie doorbetaling van loon

bij ziekte, winstdeling, bonusregelingen en voordelen in natura; pensioenen, levensverzekeringen na uitdiensttreding;

 lange termijn personeelsbeloningen; sabbatsverlof, uitkeringen voor

arbeidsongeschiktheid, uitgestelde vergoedingen en lange termijnwinstdeling en bonussen.

Corporate Governance

De Nederlandse corporate governance code, beter bekend als de code-Tabaksblat, is een gedragscode voor beursgenoteerde ondernemingen met als doel:

 verbeterde transparantie in de jaarrekening;

 betere verantwoording aan de Raad van Commissarissen; en

 een versterking van de zeggenschap en bescherming van aandeelhouders.

De code bevat meer dan 100 regels over onder andere taken, werkwijze, hoogte en

samenstelling van de beloning van bestuurders en commissarissen. (Monitoring Commissie, 2013)

In maart 2003 werd een commissie, onder leiding van dhr. Morris Tabaksblat, gevraagd om een gedragscode te ontwikkelen voor beursgenoteerde ondernemingen en hun

aandeelhouders. In december 2003 publiceerde de commissie Tabaksblat uiteindelijk deze Nederlandse gedragscode, die in december 2004 in werking trad. Bij de code geldt de ‘pas toe of leg uit’-regel. Dit betekent dat beursgenoteerde ondernemingen in het jaarverslag dienen aan te geven of zij de codevoorschriften toepassen en zo niet, waarom niet.

De codevoorschriften bevatten principes en best practice bepalingen. Het bestuur en de Raad van Commissarissen zijn verantwoordelijk voor de naleving van deze voorschriften. Zij dienen hierover aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders verantwoording af te leggen. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders dient te beoordelen of het bestuur en de Raad van Commissarissen hieraan heeft voldaan.

Daarnaast controleert de Monitoring Commissie Corporate Governance Code of en op welke wijze de beursgenoteerde vennootschappen de code naleven. Ieder jaar publiceert de

(13)

12

In december 2008 presenteert de Monitoring Commissie de geactualiseerde code naar

aanleiding van de financiële crisis. Deze geactualiseerde code is op 1 januari 2009 in werking getreden. (Monitoring Commissie, 2008) De naam van de code is eveneens gewijzigd naar Code Frijns. Belangrijke wijziging betreffen:

 Samenstelling van de bezoldiging bestuurders

De vereisten met betrekking tot de hoogte en samenstelling van de bezoldiging zijn op een aantal onderdelen aangescherpt. Bij de hoogte en samenstelling moet in ieder geval rekening worden gehouden met de beloningsverhoudingen binnen de onderneming en de lange termijn doelstellingen van de onderneming.

Het variabele deel van de beloning moet in een 'passende' verhouding tot de vaste beloning staan, in overwegende mate gerelateerd zijn aan lange termijn doelstellingen en in overeenstemming zijn met het risicoprofiel van de onderneming. De Monitoring Commissie heeft niet gekozen voor het stellen van een limiet aan het variabele deel van de beloning.

De maximale ontslagvergoeding van eenmaal het jaarsalaris geldt niet langer alleen bij onvrijwillig ontslag, maar ook bij vrijwillig ontslag.

 Bevoegdheid RVC

Het versterken van het toezicht van de Raad van Commissarissen op de bezoldiging van de bestuurders wordt mogelijk gemaakt doordat de Raad een tweetal nieuwe bevoegdheden krijgt. De Raad kan een eerder toegekende variabele

bezoldigingscomponent op- of neerwaarts aan te passen, wanneer deze naar het oordeel tot onbillijke uitkomsten leidt vanwege buitengewone omstandigheden. Dit wordt ook wel ultimate remedium genoemd. In de tweede plaats dient de Raad van de Commissarissen de bevoegdheid te krijgen om de variabele beloning die op basis van onjuiste (financiële) gegevens is toegekend, van de bestuurder terug te vorderen, ook wel claw back genoemd.

De regeling met betrekking tot claw back is opgenomen in de wet. (Prof.dr.G.M.M. van Bussel, 2012, p92)

Code banken

In september 2009 heeft het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Banken de Code Banken vastgesteld en gepresenteerd. Dit als reactie op het op 7 april 2009 gepubliceerde rapport Naar herstel van Vertrouwen van de Adviescommissie Toekomst Banken. Op 1 juni 2010 is de Code (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010) bij Algemene Maatregel van Bestuur aangewezen als gedragscode in de zin van artikel 2:391 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek.

(14)

13

De Code Banken bevat principes voor de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur, het risicomanagement, de audit en het beloningsbeleid. Op de Code Banken is, evenals bij de code Frijns, de pas toe of leg uit-regel van toepassing.

De Code Banken is van toepassing op alle banken die beschikken over een

bankvergunning verleend op grond van de Wft. Overwegend zijn de regels van de Code Banken gelijk aan de bepalingen volgens de code Frijns en de overige wet- en regelgeving.

Evenals bij het toetsen van de naleving van de Code Frijns wordt ook voor de de naleving van de Code Banken een monitoring uitgevoerd. In 2010 is door de minister van Financiën en de Nederlandse Vereniging van Banken een onafhankelijke

Monitoring Commissie Code Banken ingesteld welke naleving van de Code vaststelt. Ook zij publiceert een nalevingsrapport hierover met daarin haar conclusies.

(15)

14

Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethodologie

3.1 Onderzoeksopzet

Het doel van het onderzoek betreft het vaststellen of de financiële crisis een negatieve invloed heeft op de hoogte van de bezoldiging bestuurders. Waarbij de bezoldiging bestuurders wordt gedefinieerd als de vaste component; salaris, en de variabele component; de korte termijn bonus. In paragraaf 3.3. wordt beschreven waarom deze twee componenten worden gehanteerd.

Zoals blijkt uit de hypothesen genoemd in paragraaf 1.4 is de verwachting dat de financiële crisis een negatieve invloed heeft op de totale bezoldiging en op de variabele beloning. Daarnaast wordt verwacht dat de invloed van de financiële crisis sterker zal zijn op de bezoldiging bestuurders bij financiële instellingen.

3.2 Dataverzameling

Voor het onderzoek zijn 50 beursgenoteerde ondernemingen geselecteerd. Dit komt voort uit het feit dat beursgenoteerde ondernemingen volgens de wet- (art. 383.1 BW 2 titel 9) en regelgeving verplicht zijn de bezoldiging van bestuurders gedetailleerd toe te lichten in de jaarrekening. Daarbij wordt voor het onderzoek de beursgenoteerde ondernemingen op de AEX en AMX onderzocht. De AEX en AMX vertegenwoordigen de vijftig grootste ondernemingen op de beurs.

Om vast te stellen welke ondernemingen binnen de dataselectie vallen is op basis van beschikbare data op www.euronext.com een analyse gemaakt van het verloop van de beursnoteringen in de periode van 2006 tot en met 2011. Ten tijde van dit onderzoek zijn er in totaal ongeveer zestig ondernemingen genoteerd aan de AEX & AMX. Vanwege fusies, faillissement en het ontbreken van informatie met betrekking tot bezoldiging van de

bestuurders in de periode van 2006 tot en met 2011, vallen een aantal ondernemingen buiten het selectiecriterium voor dit onderzoek. Na aanpassing van de dataverzameling op

voorgaande zaken komt de dataselectie uiteindelijk op vijftig ondernemingen uit.

Het vaststellen van de grootte van de uit te voeren steekproef is bepaald aan de hand van de onderstaande formule. Hiervoor dient voorafgaand onderstaande variabelen bepaald te worden:

 de gewenste nauwkeurigheid;

 de mate van variabiliteit in de populatie;

(16)

15

De formule voor het bepalen van de omvang van het aantal uit te voeren steekproeven waarbij de populatie eindig is, is als volgt:

n>= N x z ² x p(1-p)

z ² x p(1-p) + (N-1) x F ² n = het aantal uit te voeren steekproeven

z = de standaardafwijking bij een bepaald betrouwbaarheidsinterval N = de grootte van de populatie

p = de mate van variabiliteit F = de nauwkeurigheidsinterval

Uitgangspunten met betrekking tot de bepaling van de omvang van de steekproef zijn onderstaand weergeven:

Mate van variabiliteit (P)

De verwachte uitkomst is dat de financiële ondernemingen een afwijkende uitkomst hebben ten opzichte van de overige ondernemingen. In de dataselectie bevinden zich vijf financiële ondernemingen welke alle vijf worden geselecteerd. Dit betreft ten opzichte van de totale populatie dus 10%. De waarde toegekend aan p is hierdoor tien en aan q; 90.

Nauwkeurigheidsinterval (F)

Over het algemeen worden bij steekproeven uitgegaan van een nauwkeurigheidsafwijking van 5%. Dit betekent dat de waarde van F in de formule 5% is.

Betrouwbaarheidsinterval(z)

Een betrouwbaarheidsinterval van 95% is in de statistiek gangbaar aangezien afwijkingen in een normale verdeling groter dan twee maal de standaard deviatie formeel als

significant worden beschouwd (Fisher, 1967). Bij een betrouwbaarheidsinterval van 95% behoort de waarde z: 1,96.

Grootte populatie

De grootte van de populatie is driehonderd. Deze hoeveelheid is als volgt bepaald: het onderzoek wordt uitgevoerd voor de jaren 2006 tot en met 2011, dit betreffen zes jaren waarbij sprake is van vijftig ondernemingen per jaar.

Deze gegevens geeft onderstaand formule:

n>= 300 x 1,96 ² x 10 (1-90)

1,96² x 10(1-90) + (300-1) x 0,05 ²

(17)

16

Dit betekent dat de steekproefomvang vijfennegentig is en dat voor elk jaar zeventien ondernemingen geselecteerd dienen te worden.

Ten behoeve van een goede verdeling binnen de selectie zijn de beursgenoteerde

ondernemingen in de dataselectie onderverdeeld naar sector. In totaal zijn er eenentwintig sectoren waaronder de financiële sector. Er zijn vijf financiële ondernemingen aanwezig in de dataselectie welke alle vijf worden geselecteerd. Er zijn daardoor nog twintig sectoren

aanwezig. Om van elke sector een ondernemingen te willen selecteren is besloten om de berekende steekproefomvang te verhogen naar vijfentwintig. Op die manier worden naast de vijf geselecteerde financiële ondernemingen ook één onderneming vanuit alle sectoren geselecteerd.

In bijlage 1 is het overzicht van de geselecteerde ondernemingen opgenomen.

3.3 Variabelen

In het onderzoek zijn de volgende twee variabelen gehanteerd: - beloning: cash compensation

- type onderneming: financiële en niet financiële ondernemingen

Uit eerder onderzoek (Hewitt, 2006) blijkt dat tussen de variabele beloningen in de vorm van een korte termijn bonus en de geleverde prestaties door de bestuurders een causaal verband aanwezig is. Ook bij de beloningsregelingen in aandelen is een causaal verband met de geleverde prestaties en de hoogte van de beloning, echter vindt de uitkering van deze beloning in een andere periode plaats. Aandelen en opties worden namelijk veelal

voorwaardelijk toegekend en na circa drie jaar, ook wel vesting period genoemd, wordt het definitieve aantal opties en aandelen bepaald op basis van de werkelijke

ondernemingsprestaties. De waarde van de aandelen- en optiepakketten op het moment van belonen kent daardoor geen directe relatie met de jaarlijkse prestaties en gebeurtenissen. Het basissalaris en de korte termijn beloningen zijn de twee componenten waarbij het causaal verband tussen gebeurtenissen en de reactie op de beloningscomponent het hoogst is. In dit onderzoek zal dan naast het basissalaris een deel van de variabele beloning, de korte termijn bonus, worden bestudeerd. Deze twee variabelen worden ook wel de cash compensation genoemd.

Daarnaast wordt bij het toetsen van de derde hypothese onderscheid gemaakt tussen de beursgenoteerde financiële ondernemingen en beursgenoteerde niet financiële

ondernemingen. Door de extra reguleringen op de financiële markten inzake het beloningsbeleid wordt verwacht dat de financiële crisis een groter invloed heeft op de bezoldiging bestuurders voor de financiële beursgenoteerde ondernemingen ten opzicht van de overige beursgenoteerde ondernemingen.

(18)

17 3.4 Methoden

De volgende informatie is verkregen aan de hand van de jaarrekeningen 2006 tot en met 2011

van de websites van de geselecteerde ondernemingen en de website www.euronext.com:

- de totale beloning - de variabele beloning - de vaste beloning - het beloningsbeleid

Deze gegevens zijn verzameld ten behoeve van het uitvoeren van het onderzoek in SPSS

daarnaast zijn deze gegevens grafisch weergeven zie hiervoor bijlage 2. Aan de hand van

deze grafieken kan het effect van de crisis in 2008 worden afgeleid.

Voor onderstaande hypothese wordt de daaronder uitgeschreven methode van toetsen gehanteerd:

H1= de financiële crisis heeft een negatieve invloed op de hoogte van bezoldiging van de bestuurders van Nederlands beursgenoteerde ondernemingen.

Voor het toetsen van de hypothese zal de t-toets worden toegepast. Middels de t-toets wordt een vergelijking gemaakt tussen de twee dataverzamelingen. In het geval van bovenstaande hypothese betreffen dit de jaartallen voor de crisis, 2006 en 2007, en de jaartallen na de crisis, 2008 tot en met 2011. Er zijn twee vormen van de t-toets namelijk (A. de Vocht, 2012):

 de t-toets voor één steekproef;

 de t- toets voor twee steekproeven.

Bij deze hypothese is sprake van één variabele namelijk de totale bezoldiging bestuurders. Derhalve dient de t-toets voor één steekproef toegepast te worden.

Bij de t-toets voor één steekproef gelden een aantal voorwaarden, de steekproef dient (A. de Vocht, 2012):

 een aselecte steekproef te zijn;

 uit een normale verdeling met eventueel onbekende variantie te bestaan.

A-selecte steekproef

Er is sprake van een a-selecte steekproef aangezien een aantal onafhankelijke trekkingen uit dezelfde verdeling zijn gedaan.

Onbekende variantie

(19)

18

Normaal verdeling

Voor het toetsen op de kenmerken van de populatie wordt gebruik gemaakt van de

Kolmogorov-Smirnov toets. Aan de hand van deze toets wordt vastgesteld of sprake is van een normaal verdeling.

In SPSS is de Kolmogorov-Smirnov toets uitgevoerd. Hierbij zijn de volgende gegevens gehanteerd:

- naam onderneming - totale beloning - vaste beloning - variabele beloning

Met betrekking tot de hypothese is de uitkomst van de totale beloning van belang. In de bijlage

3 zijn de uitkomsten vanuit de Kolmogorov Smirnov toets opgenomen.

De volgende hypothese is binnen SPSS getoetst: H0= de data zijn normaal verdeeld

H1= de data zijn niet normaal verdeeld

De uitkomsten vanuit SPSS zijn opgenomen inbijlage 3.

Op basis van de uitkomsten van SPSS kan worden geconcludeerd sprake is van een normaal verdeling. Dit betekent dat H0 kan worden aangenomen en H1 kan worden verworpen.

Conclusie is dat de t-toets toegepast kan worden voor de geselecteerde hypothese.

H2= de financiële crisis heeft een negatieve invloed op de hoogte van de variabele beloning van bestuurders van Nederlands beursgenoteerde ondernemingen.

Bij hypothese twee wordt eveneens gebruik gemaakt van de t-toets. De gestelde voorwaarden van de t-toets zijn beschreven bij hypothese 1. Hierbij is reeds vastgesteld dat sprake is van een a-selecte steekproef. De variantie voor de variabele beloning is ook onbekend. Om vast te stellen dat sprake is van een normaal verdeling van de data is de Kolmogorov Smirnov toets gehanteerd. (A. de Vocht, 2012)

In SPSS is de Kolmogorov-Smirnov toets uitgevoerd.

Met betrekking tot de hypothese is de uitkomst van de totale beloning van belang. In de bijlage

3 zijn de uitkomsten vanuit de Kolmogorov Smirnov toets opgenomen.

De volgende hypothese is binnen SPSS getoetst: H0= de data zijn normaal verdeeld

H1= de data zijn niet normaal verdeeld

Op basis van de uitkomsten van SPSS kan worden dat geconcludeerd geen sprake is van een normaal verdeling. Dit betekent dat H1 kan worden aangenomen en H0 kan worden verworpen.

(20)

19

Doordat de populatie niet voor elk jaar normaal is verdeeld kan geconcludeerd worden dat de t-toets niet gehanteerd kan worden. De Wilcoxon Signed Rank toets vergelijkt de gepaarde populaties met elkaar door de observaties naar rangorde te schikken en het verschil ten opzichte van de mediaan te bepalen. De Wilcoxon signed rank toets wordt vaak gebruikt als alternatief voor de gepaarde t-toets, omdat de Wilcoxon signed rank toets geen normaal verdeelde data veronderstelt. Deze toets mag altijd gebruikt worden, voor alle ordinale data. Conclusie is dat de Wilcoxon signed rank toets wordt toegepast voor de geselecteerde hypothese.

H3= de daling van de variabele beloning gedurende de periode 2006-2011 zal voor beursgenoteerde financiële ondernemingen hoger zijn dan voor beursgenoteerde niet- financiële ondernemingen.

Evenals bij hypothese één wordt de t-toets gebruikt voor het onderzoeken van de hypothese drie. Er is sprake van twee steekproeven namelijk de steekproef voor de financiële

beursgenoteerde ondernemingen en de steekproef voor niet financiële ondernemingen. Om gebruik te maken van de gepaarde t-toets dient aan de volgende voorwaarden voldaan te worden (A. de Vocht, 2012):

1. De steekproeven moeten onafhankelijk of gepaard zijn;

2. In het geval van twee onafhankelijke steekproeven dienen de populaties dezelfde variantie te hebben;

3. De beide steekproeven dienen uit een normaal verdeling te komen.

Aan voorwaarde 1 en 2 wordt voldaan. De normaal verdeling van de variabele beloning wordt onderstaande getoetst. Hiervoor kan namelijk niet op de eerder uitgevoerde toetsen worden gesteund omdat nu sprake is van de data financieel en data niet financieel. Voor het toetsen op de kenmerken van de populatie wordt gebruik gemaakt van de

Kolmogorov-Smirnov toets waarbij wordt vastgesteld of sprake is van een normaal verdeling. In SPSS is de Kolmogorov-Smirnov toets uitgevoerd.

Met betrekking tot de hypothese is de uitkomst van de totale beloning van belang. In de bijlage

7 zijn de uitkomsten vanuit de Kolmogorov Smirnov toets opgenomen.

De volgende hypothese is binnen SPSS getoetst: H0= de data zijn normaal verdeeld

H1= de data zijn niet normaal verdeeld

Op basis van de uitkomsten van SPSS kan worden geconcludeerd sprake is van een normaal verdeling. Dit betekent dat H0 kan worden aangenomen en H1 kan worden verworpen.

(21)

20

Hoofdstuk 4 Resultaten

4.1 Toetsen hypotheses

De eerste hypothese welke in het onderzoek getoetst wordt is:

H1= de financiële crisis heeft een negatieve invloed op de hoogte van bezoldiging van de bestuurders van Nederlands beursgenoteerde ondernemingen.

In het voorgaand hoofdstuk is vastgesteld dat de hypothese wordt getoetst middels de t-toets . In SPSS wordt de t-toets uitgevoerd. Bij de t-toets wordt als vergelijkingswaarde het

gemiddelde van de beloning en salarissen genomen voor de periode 2008-2011: Totale beloning 2008-2011: € 303.638.000

Aantal steekproeven: 100

Gemiddelde: € 3.036.380

De uitkomsten van de t-toets vanuit SPSS zijn opgenomen in bijlage 4.Onderstaande

hypotheses zijn getoetst in SPPS:

H0= de hoogte van de totale bezoldiging wijkt niet significant af

H1= de hoogte van de totale bezoldiging wijkt significant af

Uit de uitkomsten opgenomen in bijlage 4 blijkt dat de significantie waarde groter is dan 5%

derhalve kan geconcludeerd worden dat de hypothese H0 verworpen kan worden en dat de hypothese H1 aangenomen kan worden. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat bij hypothese één geen significant verschil is geconstateerd.

De uitkomst van deze toets is dat de invloed van de crisis op de totale bezoldiging

bestuurders van Nederlandse ondernemingen bewerkstelligt dat het verschil tussen de hoogte van bezoldiging bestuurders voor de crisis en tijdens de crisis kleiner wordt.

H2= de financiële crisis heeft een negatieve invloed op de hoogte van het variabele deel van bezoldiging van Nederlands beursgenoteerde ondernemingen.

Aan de hand van de Wilcoxon Signed Rank toets welke wordt uitgevoerd in SPSS wordt hypothese 2 getoetst. Daarbij wordt de variabele beloning voor de jaren 2006 tm 2007 vergeleken met het jaar 2008. Het jaar 2008 is namelijk het jaar waarin de crisis is ontstaan.

De uitkomsten van de t-toets vanuit SPSS zijn opgenomen in bijlage 5 en 6, onderstaand zijn

(22)

21

Onderstaande hypotheses zijn getoetst in SPPS:

H0= de hoogte van de variabele bezoldiging wijkt niet significant af H1= de hoogte van de variabel bezoldiging wijkt significant af

Uit de uitkomsten opgenomen in bijlage 5 en 6 blijkt dat de significantie waarde groter is dan

5% derhalve kan geconcludeerd worden dat de hypothese H0 verworpen kan worden en dat de hypothese H1 aangenomen kan worden. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat bij hypothese twee geen significant verschil is geconstateerd.

De uitkomst van deze toets is dat de invloed van de crisis op de variabele bezoldiging

bestuurders van Nederlandse ondernemingen bewerkstelligt dat het verschil tussen de hoogte van de variabele bezoldiging bestuurders voor de crisis en tijdens de crisis kleiner wordt.

H3= de daling van de variabele beloning gedurende de periode 2006-2011 zal voor beursgenoteerde financiële ondernemingen hoger zijn dan voor beursgenoteerde niet financiële ondernemingen.

Door de extra reguleringen op de financiële markten betreffende het beloningsbeleid, zoals de invoering van de Code Banken, wordt verwacht dat de financiële crisis een groter invloed heeft op de bezoldiging bestuurders voor de financiële beursgenoteerde ondernemingen ten opzichte van niet financieel beursgenoteerde ondernemingen.

In het voorgaand hoofdstuk is vastgesteld dat de gepaarde t-toets methode gehanteerd kan worden. Voor de jaren 2006 tot en met 2011 is een vergelijking gemaakt tussen de variabele beloning voor financieel en niet financieel ondernemingen.

In SPSS is de gepaarde t-toets uitgevoerd. De uitkomsten van de toets vanuit SPSS zijn

opgenomen in bijlage 7. Onderstaande tabel betreft een overzicht van variabele beloning van

financiële en niet financiële instellingen.

Jaartal Gemiddelde variabele

bezoldiging

financiële ondernemingen

Gemiddelde variabele bezoldiging niet financiële ondernemingen

€000 €000 2006 454,891 200,93 2007 549,084 402,351 2008 184,767 315,1975 2009 54,770 216,354 2010 58,87 342,523 2011 56,288 257,82

Uit bovenstaande cijfers blijkt dat de gemiddelde variabele beloning in de jaren 2006 en 2007 voor de financiële instellingen hoger is dan de gemiddelde variabele beloning voor de niet financiële ondernemingen. In het jaar 2008, het jaar waarin de crisis is ontstaan, daalt zowel in de financiële sector als in de niet financiële sector de gemiddelde variabele beloning. De

(23)

22

procentuele daling betreft 66,5% respectievelijk 28%. De relatieve daling in de financiële sector is hoger dan in de niet-financiële sector.

De volgende hypotheses zijn getoetst in SPSS:

H0= de hoogte van de variabele bezoldiging voor de beursgenoteerde financiële instellingen wijkt niet significant af van de variabele bezoldiging van beursgenoteerde niet-financiële instellingen

H1= de hoogte van de variabele bezoldiging voor de beursgenoteerde financiële

instellingen wijkt significant af van de variabele bezoldiging van beursgenoteerde niet-financiële instellingen

Middels de gepaarde t-toets zijn de gemiddelde variabele beloningen per jaar van de financiële en niet financiële ondernemingen vergeleken.

Uit de uitkomsten opgenomen in bijlage 7 blijkt dat de significantie waarde kleiner is dan 5%

derhalve kan geconcludeerd worden dat de hypothese H1 verworpen kan worden en dat de hypothese H0 aangenomen kan worden. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat bij hypothese drie een significant verschil is geconstateerd.

De uitkomst van deze toets is dat de invloed van de crisis op de variabele bezoldiging bestuurders van Nederlandse ondernemingen niet bewerkstelligt dat het verschil tussen de hoogte van de variabele bezoldiging bestuurders van beursgenoteerde financiële en niet-financiële ondernemingen wordt.

4.2 Conclusie

Dit onderzoek heeft zich gericht op de impact van de financiële crisis op bezoldiging van bestuurder van in Nederland beursgenoteerde ondernemingen. Voorafgaande aan het onderzoek is de volgende hoofdvraag opgesteld:

In hoeverre is de mate van beloning en met name de variabele beloning van de bezoldiging bestuurders afhankelijk van de financiële crisis en is hierbij nog sprake van een verschil tussen financiële en niet financiële ondernemingen?

Naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek en door middel van de geteste hypotheses is vastgesteld dat de financiële crisis invloed heeft op de totale en variabele bezoldiging van bestuurders van in Nederland beursgenoteerde ondernemingen. Dit betekent dat een

significante invloed van de financiële crisis op de hoogte van bezoldiging van de bestuurders is geconstateerd. De invloed van de crisis op de variabele beloning van financiële instellingen is niet significant groter dan de invloed van de crisis op de variabele beloning van

niet-financiële instellingen. Er is dus geen verschil, in de mate waarop de crisis invloed heeft op de variabele beloning bij financiële en niet-financiële ondernemingen.

(24)

23 4.3 Beperkingen

De beperking in dit onderzoek is het feit dat het zich alleen heeft gericht op de componenten vaste salaris en de variabele korte termijn bonus van de bezoldiging bestuurders. Hierdoor zijn de overige componenten van de bezoldiging niet meegenomen. Voor een

vervolgonderzoek zou de langetermijn bonus als onderdeel van de variabele beloning meegenomen kunnen worden. Dit omdat de langetermijn bonus vaak een termijn heeft van circa 3 jaar waarna deze wordt uitgekeerd.

Daarnaast zou de periode van het onderzoek uitgebreid kunnen worden. De periode voor de crisis betreft nu 2 jaar, namelijk 2006 en 2007. Men zou de periode uit kunnen breiden waarbij de jaren voorafgaande aan de financiële crisis wordt vergroot.

Voor de selectie zijn indien gegevens niet juist en/of volledig werden verantwoord een andere onderneming geselecteerd. Hierdoor zijn geen beperkingen geconstateerd in de onderzoek

data van de opgenomen ondernemingen in bijlage 1.

4.4 Aanbevelingen

Zoals ook al in de vorige paragraaf is aangegeven zou de uitbreiding van aantal

looncomponenten uit te breiden een goede aanbeveling zijn voor een vervolgonderzoek. Daarnaast is in het onderzoek voor de bepaling van de invloed van de crisis op de bezoldiging bestuurders geen rekening gehouden met de hoogte van de ontvangen staatssteun. In een vervolg onderzoek zou voor het toetsen van hypothese 3 rekening gehouden kunnen worden met de hoogte van de staatssteun per financiële instelling.

(25)

24

Literatuurlijst

Bebchuck,L and Fried, J, (2003) , Executive Compensation as an agency problem, Journal of Economic Perspectives

Blanchard O.J, (2008), The crisis: Basic Mechanisms, and Appropriate Policies Bussel, Prof.dr.G.M.M van, (2012), HR Belonen op weg naar volwassenheid Brunnermeier M, (2008), Bank lending during the financial crisis of 2008

Cools, K. en Praag, M. van, (2000), Topsalarissen en aandelenopties. Economisch

Statistische Berichten

Delarue, S en Seynaeve,M (2008-2009), Oorzaken en gevolgen van de economische crisis en

aanbeveling naar de toekomst: een verkenning

European Commision, (2010), Euro Summit Statement

Ewijk, C. van en Teulings, C, (2009), De grote recessie - Het Centraal Planbureau over de

kredietcrisis

Gorton,G, (2008), Bank Panics and Business Cycles

Hall, B. & Liebman J. ,1998, Are CEOs really paid like bureaucrats? Quarterly Journal of

Economics

Hewitt, (2006) , Op zoek naar de juiste balans – Beloning van topbestuurders bij

Nederlandse ondernemingen

Hoeven ter, R.L. (2006). IFRS op zak. Kluwer.

Jensen, M.C. and Meckling W.H., (1976), Theory of the firm: Managerial Behavoir,

Agency Costs and Ownership Structure, Journal of Finance Economics

Jong, A.de, Mertens, G en Roosenboom, P, (2005), Hoe actief zijn aandeelhouders in

Nederland?: Een empirische analyse van opkomst en stemgedrag

Monitoring Commissie, Corporate Governance Code,(2003) Beginselen van deugdelijk

ondernemingsbestuur en best practice bepalingen

Monitoring Commissie, Corporate Governance Code,(2013) Overzicht Corporate

Governance in Nederland 2003-2013

Nederlandse Vereniging van Banken (2009). Code Banken

(26)

25

Otten, H. Schenk en A. Verwer, (2008), De Code Tabaksblat en de beloning van CEO‟s in

Nederland

Praag CM. van, (2005), Literatuuronderzoek “Relatie beloning van topbestuurders en

ondernemingsprestaties

Raad voor de Jaarverslaggeving, Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, voor grote en middelgrote rechtspersonen, jaareditie 2013

Scott, W.R. (2009), Financial accounting theory Vocht, A, (2012), Basishandboek SPSS

Artikel 135 Burgerlijk Wetboek Boek 2 Artikel 383 Burgerlijk Wetboek Boek 2 Artikel 391 Burgerlijk Wetboek Boek 2

Websites: www.cbs.nl www.fhfa.gov www. euronext.nl www.commissiecorporategovernance.nl. www.commissiecodebanken.nl www.toezichtdnb.com www.rijksoverheid.nl .

(27)
(28)

27

Bijlagen

(29)

28 Bijlage 2 – Data ondernemingen

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1.267 1.219 1.835 1.701 1.718 1.566 Vaste beloning 845 693 842 842 859 895 Variabele beloning 422 526 993 859 859 671 500 1.000 1.500 2.000 X 1 0 0 0 Bezoldingbestuurders Unit 4 Agresso 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 3.456 3.623 3.075 3.877 4.399 4.253 Vaste beloning 1864 1828 1.701 1.934 2.108 2.126 Variabele beloning 1592 1795 1.374 1.943 2.291 2.127 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 X 1 0 0 0 Bezoldingbestuurders Wolters kluwer 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1.214 1.633 1.336 1.531 2.302 1.431 Vaste beloning 681 754 697 886 1.447 1.020 Variabele beloning 533 879 639 645 855 411 500 1.000 1.500 2.000 2.500 X 1 0 0 0 Bezoldingbestuurders SBM 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1.267 1.219 1.835 1.701 1.718 1.566 Vaste beloning 845 693 842 842 859 895 Variabele beloning 422 526 993 859 859 671 500 1.000 1.500 2.000 X 1 0 0 0 Bezoldingbestuurders Unit 4 Agresso 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 3.456 3.623 3.075 3.877 4.399 4.253 Vaste beloning 1864 1828 1.701 1.934 2.108 2.126 Variabele beloning 1592 1795 1.374 1.943 2.291 2.127 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 X 1 0 0 0 Bezoldingbestuurders Wolters kluwer 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1.214 1.633 1.336 1.531 2.302 1.431 Vaste beloning 681 754 697 886 1.447 1.020 Variabele beloning 533 879 639 645 855 411 500 1.000 1.500 2.000 2.500 X 1 0 0 0 Bezoldingbestuurders SBM 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 5.561 8.241 5.900 5.953 6.411 4.946 Vaste beloning 2.825 2.810 2.670 3.353 3.378 2.097 Variabele beloning 2.736 5.431 3.230 2.600 3.033 2.849 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 A xi s Ti tl e Bezoldingbestuurders Ahold 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 5.171 8.437 7.033 3.443 5.609 3.133 Vaste beloning 2.314 3.210 3.433 2.192 2.730 2.570 Variabele beloning 2.857 5.227 3.600 1.251 2.879 563 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 X 1 0 0 0 Bezoldiging bestuurders kpn 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1.925 2.241 1.232 1.054 1.644 1.150 Vaste beloning 742 747 799 877 1.025 1.150 Variabele beloning 1.183 1.494 433 177 619 500 1.000 1.500 2.000 2.500 X 1 0 0 0

Bezoldiging bestuurders tomtom

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1.802 1.984 2.076 2.180 2.747 2.057 Vaste beloning 1.142 1.221 1.281 1.325 1.635 1.402 Variabele beloning 660 763 795 855 1.112 655 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 X 1 0 0 0

Bezoldiging bestuurders VOPAK 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 5.561 8.241 5.900 5.953 6.411 4.946 Vaste beloning 2.825 2.810 2.670 3.353 3.378 2.097 Variabele beloning 2.736 5.431 3.230 2.600 3.033 2.849 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 A xi s Ti tl e Bezoldingbestuurders Ahold 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 5.171 8.437 7.033 3.443 5.609 3.133 Vaste beloning 2.314 3.210 3.433 2.192 2.730 2.570 Variabele beloning 2.857 5.227 3.600 1.251 2.879 563 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 X 1 0 0 0 Bezoldiging bestuurders kpn 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1.925 2.241 1.232 1.054 1.644 1.150 Vaste beloning 742 747 799 877 1.025 1.150 Variabele beloning 1.183 1.494 433 177 619 500 1.000 1.500 2.000 2.500 X 1 0 0 0

Bezoldiging bestuurders tomtom

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1.802 1.984 2.076 2.180 2.747 2.057 Vaste beloning 1.142 1.221 1.281 1.325 1.635 1.402 Variabele beloning 660 763 795 855 1.112 655 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 X 1 0 0 0

(30)

29 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.685 2.976 5.487 3.696 4.337 5.223 Vaste beloning 1.724 2.132 2.802 2.802 2.293 3.020 Variabele beloning 961 844 2.685 894 2.044 2.203 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 X 1 0 0 0 Bezoldiging bestuurders DSM 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.804 2.951 3.061 3.410 4.165 4.372 Vaste beloning 1.921 2.010 2.073 2.106 2.535 2.636 Variabele beloning 883 941 988 1.304 1.630 1.736 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 5.000 X 1 0 0 0

Bezoldiging bestuurders ASML

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 743 782 750 1.637 1.652 1.674 Vaste beloning 480 480 505 1.309 972 992 Variabele beloning 263 302 245 328 680 682 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 1.800 X 1 0 0 0

Bezoldiging bestuurders Aalberts Industrie 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 7 6 7 6 4 6 Vaste beloning 4 4 4 4 3 4 Variabele beloning 3 2 3 2 1 2 - 1 2 3 4 5 6 7 8 X 1 0 0 0 .0 0 0

Bezoldiging bestuurders Arcellor Mittal 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.685 2.976 5.487 3.696 4.337 5.223 Vaste beloning 1.724 2.132 2.802 2.802 2.293 3.020 Variabele beloning 961 844 2.685 894 2.044 2.203 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 X 1 0 0 0 Bezoldiging bestuurders DSM 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.804 2.951 3.061 3.410 4.165 4.372 Vaste beloning 1.921 2.010 2.073 2.106 2.535 2.636 Variabele beloning 883 941 988 1.304 1.630 1.736 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 5.000 X 1 0 0 0

Bezoldiging bestuurders ASML

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 743 782 750 1.637 1.652 1.674 Vaste beloning 480 480 505 1.309 972 992 Variabele beloning 263 302 245 328 680 682 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 1.800 X 1 0 0 0

Bezoldiging bestuurders Aalberts Industrie 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 7 6 7 6 4 6 Vaste beloning 4 4 4 4 3 4 Variabele beloning 3 2 3 2 1 2 - 1 2 3 4 5 6 7 8 X 1 0 0 0 .0 0 0

Bezoldiging bestuurders Arcellor Mittal 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.726 2.719 2.981 2.764 3.871 3.393 Vaste beloning 1.088 995 1.219 1.370 1.683 1.613 Variabele beloning 1.638 1.724 1.762 1.394 2.188 1.780 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Boskalis

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.157 2.228 2.423 3.409 3.554 4.637 Vaste beloning 1.334 1.364 1.513 2.548 2.308 2.983 Variabele beloning 823 864 910 861 1.246 1.654 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 5.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Nutreco

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 6.470 8.356 4.531 3.449 3.949 3.973 Vaste beloning 4.061 3.491 2.682 1.849 1.600 1.840 Variabele beloning 2.409 4.865 4.165 2.605 2.349 2.133 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Unilever

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 5.295 6.194 5.895 5.483 5.269 2.807 Vaste beloning 3.183 3.930 4.084 3.883 3.628 1.736 Variabele beloning 2.112 2.264 1.811 1.600 1.641 1.071 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Postnl 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.726 2.719 2.981 2.764 3.871 3.393 Vaste beloning 1.088 995 1.219 1.370 1.683 1.613 Variabele beloning 1.638 1.724 1.762 1.394 2.188 1.780 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Boskalis

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.157 2.228 2.423 3.409 3.554 4.637 Vaste beloning 1.334 1.364 1.513 2.548 2.308 2.983 Variabele beloning 823 864 910 861 1.246 1.654 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 5.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Nutreco

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 6.470 8.356 4.531 3.449 3.949 3.973 Vaste beloning 4.061 3.491 2.682 1.849 1.600 1.840 Variabele beloning 2.409 4.865 4.165 2.605 2.349 2.133 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Unilever

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 5.295 6.194 5.895 5.483 5.269 2.807 Vaste beloning 3.183 3.930 4.084 3.883 3.628 1.736 Variabele beloning 2.112 2.264 1.811 1.600 1.641 1.071 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 X 1 0 0 0 . €

(31)

30 Variabele beloning 2.409 4.865 4.165 2.605 2.349 2.133 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.738 1.915 2.258 2.299 1.617 2.769 Vaste beloning 1.625 1.105 1.173 1.085 1.214 2.130 Variabele beloning 1.113 810 570 - 403 639 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders USCG People 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 5.449 8.016 7.676 6.818 10.219 8.351 Vaste beloning 2.578 2.837 2.864 3.300 3.366 3.537 Variabele beloning 2.871 5.179 4.812 3.518 6.853 4.814 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Randstad

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 931 1.008 1.204 1.464 1.211 1.463 Vaste beloning 721 777 865 1.099 913 1.049 Variabele beloning 210 231 339 365 298 414 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Ten Cate

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 3.549 3.841 1.733 1.100 1.513 1.211 Vaste beloning 1.976 2.079 1.288 950 950 649 Variabele beloning 1.573 1.762 445 150 563 562 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Air France Variabele beloning 2.409 4.865 4.165 2.605 2.349 2.133 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.738 1.915 2.258 2.299 1.617 2.769 Vaste beloning 1.625 1.105 1.173 1.085 1.214 2.130 Variabele beloning 1.113 810 570 - 403 639 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders USCG People 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 5.449 8.016 7.676 6.818 10.219 8.351 Vaste beloning 2.578 2.837 2.864 3.300 3.366 3.537 Variabele beloning 2.871 5.179 4.812 3.518 6.853 4.814 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Randstad

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 931 1.008 1.204 1.464 1.211 1.463 Vaste beloning 721 777 865 1.099 913 1.049 Variabele beloning 210 231 339 365 298 414 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Ten Cate

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 3.549 3.841 1.733 1.100 1.513 1.211 Vaste beloning 1.976 2.079 1.288 950 950 649 Variabele beloning 1.573 1.762 445 150 563 562 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Air France

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 3.036 3.149 2.042 1.854 2.014 2.010 Vaste beloning 1.937 1.981 2.042 1.854 2.014 2.010 Variabele beloning 1.099 1.168 - - - 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 X 1 0 0 0 . € Bezoldiging bestuurders SNS 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1537 1749 1454 1680 1650 2095 Vaste beloning 795 645 1201 1292 1275 1300 Variabele beloning 742 1104 253 388 375 795 0 500 1000 1500 2000 2500 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Binckbank

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.445 2.172 1.798 2.892 2.962 3.015 Vaste beloining 1.713 1.713 1.798 1.847 1.827 2.175 Variabele beloning 732 459 - 1.045 1.136 840 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Delta Lloyd

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 11.714 15.915 6.387 2.042 2.853 2.666 Vaste beloning 4.309 6.044 6.387 2042 2853 2666 Variabele beloning 7.405 9.871 - 0 0 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 18.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders ING

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 3.036 3.149 2.042 1.854 2.014 2.010 Vaste beloning 1.937 1.981 2.042 1.854 2.014 2.010 Variabele beloning 1.099 1.168 - - - 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 X 1 0 0 0 . € Bezoldiging bestuurders SNS 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 1537 1749 1454 1680 1650 2095 Vaste beloning 795 645 1201 1292 1275 1300 Variabele beloning 742 1104 253 388 375 795 0 500 1000 1500 2000 2500 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Binckbank

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 2.445 2.172 1.798 2.892 2.962 3.015 Vaste beloining 1.713 1.713 1.798 1.847 1.827 2.175 Variabele beloning 732 459 - 1.045 1.136 840 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders Delta Lloyd

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 11.714 15.915 6.387 2.042 2.853 2.666 Vaste beloning 4.309 6.044 6.387 2042 2853 2666 Variabele beloning 7.405 9.871 - 0 0 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 18.000 X 1 0 0 0 . €

(32)

31 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 8.088 7.948 5.571 1.729 1.659 1.671 Vaste beloning 2.255 2.397 1.871 1.729 1.659 1.671 Variabele beloning 5.833 5.551 3.700 - - 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 X 1 0 0 0 . €

Bezoldiging bestuurders AEGON

2006 2007 2008 2009 2010 2011 Totale beloning 8.088 7.948 5.571 1.729 1.659 1.671 Vaste beloning 2.255 2.397 1.871 1.729 1.659 1.671 Variabele beloning 5.833 5.551 3.700 - - 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 9.000 X 1 0 0 0 . €

(33)

32 Bijlage 3 – Uitkomst Kolmogorov-Smirnov toets

2006

Hypothesis Test Summary

Null Hypothesis Test Sig. Decision

1

The categories of BAM occur with equal

probabilities. One-Sample Chi-Square Test 1,000 Retain the null hypothesis. 2 The distribution of 2877 is normal with mean 3.425,88 and standard deviation 2.605,66. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,264 Retain the null hypothesis. 3 The distribution of 1994, is normal with mean 1.745,44 and standard deviation 1.077,31. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,802 Retain the null hypothesis. 4 The distribution of 883 is normal with mean 1.680,44 and standard deviation 1.710,70. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,142 Retain the null hypothesis. Asymptotic significances are displayed. The significance level is ,05.

2007

Hypothesis Test Summary

Null Hypothesis Test Sig. Decision

1

The categories of BAM occur with equal

probabilities. One-Sample Chi-Square Test 1,000 Retain the null hypothesis. 2 The distribution of 2912, is normal with mean 4.088,60 and standard deviation 3.608,23. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,094 Retain the null hypothesis. 3 The distribution of 1830, is normal with mean 1.883,08 and standard deviation 1.328,89. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,663 Retain the null hypothesis. 4 The distribution of 1082, is normal with mean 2.205,52 and standard deviation 2.409,59. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,032 Reject the null hypothesis. Asymptotic significances are displayed. The significance level is ,05.

(34)

33 2008

Hypothesis Test Summary

Null Hypothesis Test Sig. Decision

1

The categories of BAM occur with equal

probabilities. One-Sample Chi-Square Test ,738 Retain the null hypothesis.

2 The categories of 923 occur

with equal probabilities.

One-Sample Chi-Square Test 1,000 Retain the null hypothesis. 3 The distribution of 3202 is normal with mean 3.309,92 and standard deviation 2.284,55. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,276 Retain the null hypothesis. 4 The distribution of 2279 is normal with mean 1.922,92 and standard deviation 1.341,81. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,749 Retain the null hypothesis. Asymptotic significances are displayed. The significance level is ,05.

2009

Hypothesis Test Summary

Null Hypothesis Test Sig. Decision

1

The categories of BAM occur with equal

probabilities. One-Sample Chi-Square Test 1,000 Retain the null hypothesis. 2 The categories of 2277, occur with equal probabilities. One-Sample Chi-Square Test 1,000 Retain the null hypothesis.

3 The categories of 333, occur

with equal probabilities.

One-Sample Chi-Square Test ,997 Retain the null hypothesis. 4 The distribution of 2610, is normal with mean 2.714,16 and standard deviation 1.657,38. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,658 Retain the null hypothesis.

(35)

34 2010

Hypothesis Test Summary

Null Hypothesis Test Sig. Decision

1

The categories of BAM occur with equal

probabilities. One-Sample Chi-Square Test 1,000 Retain the null hypothesis. 2 The categories of 304, occur with equal probabilities. One-Sample Chi-Square Test 1,000 Retain the null hypothesis. 3 The distribution of 2808, is normal with mean 3.205,48 and standard deviation 2.126,43. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,664 Retain the null hypothesis. 4 The distribution of 2504, is normal with mean 1.871,16 and standard deviation 902,87. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,955 Retain the null hypothesis. Asymptotic significances are displayed. The significance level is ,05.

2011

Hypothesis Test Summary

Null Hypothesis Test Sig. Decision

1

The categories of BAM occur with equal

probabilities. One-Sample Chi-Square Test 1,000 Retain the null hypothesis. 2 The categories of 1073, occur with equal probabilities. One-Sample Chi-Square Test ,997 Retain the null hypothesis. 3 The distribution of 3023, is normal with mean 2.915,96 and standard deviation 1.747,76. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,787 Retain the null hypothesis. 4 The distribution of 1950, is normal with mean 1.809,00 and standard deviation 830,16. One-Sample Kolmogorov-Smirnov Test ,988 Retain the null hypothesis. Asymptotic significances are displayed. The significance level is ,05.

(36)

35 Bijlage 4 – Uitkomst t- toets

2006 One-Sample Statistics N Mean Std. Deviation Std. Error Mean 2877 25 3431,720 2604,5458 520,9092 One-Sample Test Test Value = 3036 t df Sig. (2-tailed) Mean Difference 95% Confidence Interval of the Difference Lower Upper 2877 ,760 24 ,455 395,7200 -679,384 1470,824 2007 One-Sample Statistics N Mean Std. Deviation Std. Error Mean 2912, 25 4088,60 3608,226 721,645 One-Sample Test Test Value = 3036 t df Sig. (2-tailed) Mean Difference 95% Confidence Interval of the Difference Lower Upper 2912, 1,459 24 ,158 1052,600 -436,80 2542,00 2008 One-Sample Statistics N Mean Std. Deviation Std. Error Mean 3202 25 3309,920 2284,5456 456,9091 One-Sample Test Test Value = 3036 t df Sig. (2-tailed) Mean Difference 95% Confidence Interval of the Difference Lower Upper 3202 ,600 24 ,554 273,9200 -669,094 1216,934

(37)

36 2009 One-Sample Statistics N Mean Std. Deviation Std. Error Mean 2610, 25 2714,16 1657,376 331,475 One-Sample Test Test Value = 3036 t df Sig. (2-tailed) Mean Difference 95% Confidence Interval of the Difference Lower Upper 2610, -,971 24 ,341 -321,840 -1005,97 362,29 2010 One-Sample Statistics N Mean Std. Deviation Std. Error Mean 2808, 25 3205,48 2126,427 425,285 One-Sample Test Test Value = 3036 t df Sig. (2-tailed) Mean Difference 95% Confidence Interval of the Difference Lower Upper 2808, ,399 24 ,694 169,480 -708,27 1047,23 2011 One-Sample Statistics N Mean Std. Deviation Std. Error Mean 3023, 25 2915,96 1747,758 349,552

(38)

37 One-Sample Test Test Value = 3036 t df Sig. (2-tailed) Mean Difference 95% Confidence Interval of the Difference Lower Upper 3023, -,343 24 ,734 -120,040 -841,48 601,40

(39)

38 Bijlage 5 – Uitkomst Wilconsox toets

2006 versus 2008 Descriptive Statistics N Mean Std. Deviation Minimu m Maximu m Variabel 25 1688,040 1707,4243 3,0 7405,0 Variabel200 8 25 1387,0000 1452,07690 ,00 4812,00 Ranks N Mean Rank Sum of Ranks Variabel2008 - Variabel Negative Ranks 13 a 13,15 171,00 Positive Ranks 12b 12,83 154,00 Ties 0c Total 25 a. Variabel2008 < Variabel b. Variabel2008 > Variabel c. Variabel2008 = Variabel Test Statisticsa Variabel2008 - Variabel Z -,229b Asymp. Sig. (2-tailed) ,819

a. Wilcoxon Signed Ranks Test b. Based on positive ranks.

(40)

39 2007 versus 2008 Descriptive Statistics N Mean Std. Deviation Minimu m Maximu m Variabel200 7 25 2205,52 2409,593 2 9871 Variabel200 8 25 1387,0000 1452,07690 ,00 4812,00 Ranks N Mean Rank Sum of Ranks Variabel2008 - Variabel2007 Negative Ranks 14 a 13,86 194,00 Positive Ranks 11b 11,91 131,00 Ties 0c Total 25 a. Variabel2008 < Variabel2007 b. Variabel2008 > Variabel2007 c. Variabel2008 = Variabel2007 Test Statisticsa Variabel2008 - Variabel2007 Z -,848b Asymp. Sig. (2-tailed) ,397

a. Wilcoxon Signed Ranks Test b. Based on positive ranks.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

T-toets middelgroot + klein, niet-financieel Descriptive Statistics. N Minimum Maximum

Als in mijn eigen sportschool een test- of informatie avond van een sportmerk is, dan zou ik daar naar toe gaan?. helemaal oneens ① ② ③ ④ ⑤ helemaal

4.3.1 Independent samples t-test hypothesis 1 total sample.

Omdat het doel van deze filetmonsters primair de vergelijking met de gehalten in de gehele sub- adulte vis was zijn alleen filet monsters geproduceerd voor soorten en

 Zorg ervoor dat de huid goed droog is vooraleer een nieuwe plaat op te kleven, zodat er geen urine of water onder de plaat kan blijven zitten, want dit zorgt dan weer voor

Om ervoor te zorgen dat er meer mest en plantaardig afval wordt in- gewerkt in de bodem in Ethiopië, moeten er onder meer duurzame alternatieven komen voor mest als brandstof

Naar ons oordeel geeft de in het Jaarverslag 2018 D66 opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Vereniging Politieke

The mean difference is significant at the