• No results found

Vraag nr. 3 van 2 oktober 2001 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 3 van 2 oktober 2001 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 3

van 2 oktober 2001

van de heer CARL DECALUWE Sociale huisvesting – Liften

Een Europese richtlijn omschrijft de veiligheids-voorschriften voor liften in gebouwen. Nu blijkt er een Europese aanbeveling te zijn om deze veilig-heidsvoorschriften eveneens toe te passen voor ou-dere liften.

Dit betekent aanzienlijke meerkosten voor de be-trokken eigenaars. Voor de globale private sector zou het gaan om meerkosten van 70 miljard frank. 1. Als betrokken aanbeveling wordt uitgevoerd,

welke meerkosten betekent dit voor de sociale huisvestingssector ?

2. Bestaat er een inventaris van de bestaande toe-stand van de liften in de sociale woningen ? In welke mate dienen er liften vervangen te wor-den om aan de Europese richtlijn te voldoen ? 3. In welke mate was de Vlaamse Gemeenschap

betrokken bij de voorbereiding van deze aanbe-veling vanuit de Europese Unie ? In welke mate was er contact vanuit Economische Zaken ?

Antwoord Algemeen

De aanbeveling van de Europese Commissie 95/216/EG van 8 juli 1995 stelt inzake bestaande liften : zorgen dat de bestaande liften in een bevre-digende staat van onderhoud verkeren en deze vei-liger maken door voorschriften toe te passen steu-nend op een reeks van tien opgesomde basisbegin-selen.

Op initiatief van minister Magda Aelvoet wordt een nieuwe reglementering uitgewerkt (uitgaande van de Europese voornorm prEN 81-80) om be-staande liften veiliger en bedrijfszekerder te m a k e n , en dit in samenwerking met eigenaarsgroe-peringen, liftconstructeurs en controleorganismen. Deze wetgeving zou van toepassing zijn op alle lif-ten (al dan niet onderworpen aan het ARAB) in gebruik genomen vóór 1 juli 1999 (ARAB : A l g e -meen Reglement voor de A r b e i d s b e s cherming – red.).

De liften beheerd door de socialehuisvestingsmaat-schappijen (SHM) zijn conform de A R A B - v o o r-schriften en sedert 1 juli 1999 conform het luik van de Europese liftenrichtlijn 95/216/EG dat de arti-kels 270, 271 en 280 van het ARAB vervangt. A l l e liften zijn tevens conform de regelgeving en nor-men van toepassing op het monor-ment van ingebruik-n a m e. Alle lifteingebruik-n wordeingebruik-n regelmatig oingebruik-nderhoudeingebruik-n en periodiek gekeurd (minstens viermaal per jaar). Twee derde van de veiligheidseisen opgenomen in het ontwerp van KB op initiatief van minister Magda A e l v o e t , waren reeds opgenomen in het ARAB (KB : koninklijk besluit – red.).

Volgende veiligheidsvoorzieningen waren niet op-genomen in het ARAB of de normen : k o o i d e u r e n (oudere VHM-liften zijn meestal niet voorzien van k o o i d e u r e n , de laatste 10 jaar zijn automatische kooideuren naar een standaardvoorziening geëvol-u e e r d ) , een kooistandaandgeëvol-uiding in de kooi (de laatste 10 jaar geëvolueerd naar een standaard-v o o r z i e n i n g ) , een permanente (spraak)standaard-verbinding met hulpdiensten (niet geïnstalleerd in V H M - l i f t e n van vóór 1999), een inrichting die een gelijkstelling tussen vloerbordes en vloerkooi op minder dan 10 mm nauwkeurig toelaat (een VHM-eis sedert circa 5 jaar), een beveiliging tegen een plotse stijging van de kooi.

Bij liften met een snelheid kleiner dan 0,63 m/s kan in plaats van kooideuren ook een gevoelig scherm (of elektronisch gordijn) toegepast worden (om in bepaalde gevallen een voldoende vrije breedte van de kooitoegang te behouden).

Per lift moet door een controleorganisme (aan de hand van een checklist/leidraad) een risicoanalyse worden uitgevoerd, die de basis zal vormen voor het uitwerken van een regularisatieprogramma. D i t betekent dat, afhankelijk van het veiligheidsrisico, bepaalde aanpassingen prioritair gesteld worden. Het regularisatieprogramma laat toe de kosten voor de aanpassingen te spreiden over een langere p e r i o d e. Deze controles zouden worden gespreid over meerdere jaren, afhankelijk van de ouderdom van de liften. De termijn voor aanpassing zou even-eens meerdere jaren bedragen. Momenteel zou nog onderhandeld worden over deze termijnen.

(2)

Uitgaande van 1.400 betrokken liften waarvoor telkens een risicoanalyse wordt uitgevoerd (5.000 fr. / l i f t ) , waarbij twee derde van (automa-tische) kooideuren moet worden voorzien (150.000 fr. / l i f t ) , een derde van een frequentie-regeling (400.000 à 600.000 fr./lift) en 95 % een permanente spraakverbinding krijgt (30.000 f r. / l i f t ) , zou dit een kostprijs van 350 à 500 mil-joen frank met zich meebrengen. Deze cijfers vertegenwoordigen enkel een zeer ruwe schat-ting, te spreiden over vijf à tien jaar.

2. Momenteel maakt de Vlaamse Huisvestings-maatschappij (VHM) een inventaris op van het volledige patrimonium van de SHM's. De ken-merken inzake liften zijn echter in een tweede fase gepland. De informatie die hierin vervat zal z i t t e n , heeft voornamelijk betrekking op de leeftijd en de algemene staat van de liften. D a t kan wel een beeld geven van de te vervangen of grondig te renoveren liften, doch niet van de im-pact van een eventuele toepassing van de nieu-we regelgeving.

Omstreeks 1990 dienden alle liften aangepast te worden aan de gewijzigde bepalingen van het A R A B. Op dat moment waren er 1.260 liften, gespreid over een zestigtal SHM's. S e d e r t d i e n zijn heel wat van deze liften vervangen of gron-dig gerenoveerd, andere ondergingen belangrij-ke aanpassingswerbelangrij-ken. De aangroei van het lif-tenpark sedert 1990 is niet bekend.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

De voorbije jaren werd geregeld gedebatteerd in het Vlaams Parlement om de uitbetaling van de verwijlintresten te minimaliseren en werden hier- omtrent begeleidingsmaatregelen binnen

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting

De Franse Gemeenschap heeft in ruil beloofd eveneens decretaal de verplichting voor zijn kabelmaatschappijen op te nemen om de twee netten van de VRT door te geven.. Een voorontwerp

Bij de ingebruikname zou gebleken zijn dat vracht- wagens moeilijkheden hebben om te passeren, m e t beschadiging tot gevolg1. Naar verluidt wordt een heraanleg van de

Bij de opmaak van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan kan wel- iswaar voor een bepaald gebied een bestemming voor waterzuivering mee opgenomen worden vol- gens de

Deze vraag werd eveneens gesteld aan me- vrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmi- lieu en

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare We r k e n en Energie.