• No results found

[Review of the book F.H. Jacobi, Werke. Band 6.2: Romane I: Edward Alwill. Anhang, Carmen Götz (Hrsg.), 2016]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "[Review of the book F.H. Jacobi, Werke. Band 6.2: Romane I: Edward Alwill. Anhang, Carmen Götz (Hrsg.), 2016]"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

F.H. Jacobi, Werke. Gesamtausgabe. Band 6,2: Romane 1: Eduard Allwill, Anhang. Herausgegeben von Carmen Götz. Hamburg, Meiner, 2016, 24x17, pp. 249-497, € ???. Tien jaar na de publicatie van de kritische uitgave van Jacobi’s briefroman Allwill is de daarbij behorende commentaarband verschenen. Vanwege het feit dat dit werk tijdens Jacobi’s leven vijf uitgaven heeft gekend, waarvan de edities van 1776 en 1792 in de tekstband zijn opgenomen, is deze commentaarband essentieel voor een goed begrip van de ontstaansgeschiedenis en interpretatie van Allwill. Er zijn nog twee andere elementen die het commentaar tot een waardevol hulpmiddel maken. Sinds het verschijnen van Allwill tot aan het einde van de 20e eeuw is deze tekst regelmatig geïnterpreteerd als een sleutelroman, waarin diverse personages uit de roman model zouden hebben gestaan voor reëel bestaande personen (in het bijzonder Goethe, Heinse en Jacobi zelf), constellaties, plaatsen, etc. In het commentaar worden deze (mogelijke) versleutelingen geëxpliciteerd, zodat de lezer zelf een oordeel over de juistheid ervan kan vormen. Overigens toont de uitgeefster in dit verband aan dat de pogingen om een één op één correspondentie aan te tonen tussen de personages uit de roman en reële personen uit Jacobi’s leven doodlopen. Zo zijn er letterlijke overeenkomsten tussen de beschrijvingen die Jacobi in zijn correspondentie geeft van het karakter van Goethe en de figuur van Allwill, maar er zijn eveneens parallellen tussen de levensgeschiedenis van Allwill en die van Jacobi zelf, evenals tussen Allwills gedrag en dat van Jacobi’s tweede zoon, Georg Arnold. Een tweede bijzondere verdienste van deze commentaarband is dat de uitgeefster verwijst naar inhoudelijke parallellen tussen bepaalde passages uit de Allwill en soms identieke motieven en formuleringen uit het filosofische werk en de correspondentie van Jacobi en sommige van zijn tijdgenoten, zoals Goethe en Rousseau. Uiteraard streeft de uitgeefster voor deze verwijzingen geen volledigheid na.

Een andere factor die maakt dat deze commentaarband – meer nog dan die bij andere delen van Jacobi’s werk – onontbeerlijk is voor de interpretatie, is dat Allwill uit fragmenten bestaat, of, zoals Jacobi het zelf schrijft: “Bruchstücke aus einem Bruchstücke; ein Ding ohne Anfang, ohne Ende, ohne wahren Zusammenhang. Etwas das nicht einmal den Nahmen eines Fragments, eines ganzen Stücks behaupten kann.”1 Het fragmentaire karakter van Allwill is in

de eerste plaats een gevolg van het simpele feit dat dit boek onvoltooid gebleven is en dat de achtereenvolgende uitgaven – de eerste verscheen in 1775 in het damesblad Iris, de tweede in 1776 in het tijdschrift Der Teutsche Merkur en de vierde werd als boek gepubliceerd in 1792 – steeds werden aangevuld met nieuwe brieven. Een andere verklaring vloeit voort uit het genre van de briefroman zelf, hetgeen nog versterkt wordt doordat dit werk eerder een verzameling brieven is dan een echte briefroman. Een laatste en filosofisch gezien meest relevante uitleg van het fragmentaire karakter van Allwill is dat Jacobi dit boek bewust ‘voorzag’ van hiaten, waarmee hij wilde benadrukken dat de waarheid nooit in een

samenhangend en allesomvattend systeem (het ideaal van de moderne filosofie) uitgedrukt kan worden.

Deze commentaarband bevat een overvloed aan informatie over de

onstaansgeschiedenis van en de eerste reacties op de verschillende edities van Allwill. Wat betreft de wisseling van tijdschrift tussen eerste en tweede uitgave verneemt de lezer dat de belangrijkste reden daarvan lag in de veel bredere verspreiding van de Merkur, ook al geeft Jacobi zelf als reden op dat de nieuwe brieven van de tweede editie ongeschikt waren voor publicatie in een damesblad. De reacties op de eerste editie van Allwill waren geenszins eensluidend positief. Hoewel Hamann en Lessing waardering uiten voor Allwill, zijn Goethe en ook Wieland, de uitgever van de Merkur, van mening dat Jacobi er niet in geslaagd is de grote hoeveelheid literair materiaal tot een eenheid te verwerken; Merck schrijft zelfs dat

(2)

Allwill slechts uit lege frasen bestaat en geenszins een vergelijking kan doorstaan met Goethes Werther, een boek met een gelijkaardige opbouw en thematiek. De meeste tijdgenoten beschouwden Allwill als een voorbeeld van de in die tijd erg populaire sentimentaliteitsliteratuur, ook al verzette Jacobi zich uitdrukkelijk tegen een dergelijke interpretatie door te stellen dat hij met zijn werk beoogde “Beyträge zur Naturgeschichte des Menschen zu liefern” en het eenvoudige, onoplosbare bestaan aanschouwelijk wilde maken; abstracte, filosofische verklaringen zijn daartoe slechts een middel, nooit het laatste doel.2 Als

gevolg van deze negatieve reacties besluit Jacobi in eerste instantie zijn literaire activiteiten te staken en alleen nog een sterk ingekorte derde editie van Allwill te publiceren als onderdeel van de eerste – en enige – band van zijn Vermischte Schriften.

Desondanks verschijnt er in 1792 een nieuwe uitgave van de Allwill, die t.o.v. de vorige editie is uitgebreid met een Vorwort, negen nieuwe brieven, waarvan een aantal geschreven zijn toen Jacobi nog aan de eerdere edities van dit boek werkte, en de Zugabe. An Erhard O**. Naar Jacobi’s eigen zeggen is deze nieuwe uitgave minder literair en meer filosofisch van aard;3 behalve het Vorwort en de Zugabe is hiervoor in het bijzonder Brief XV

verantwoordelijk, waarin Jacobi een versleutelde kritiek levert op Kants

transcendentaalfilosofie. In haar Editorischer Bericht reconstrueert de uitgeefster zo precies mogelijk de complexe ontstaansgeschiedenis van deze Zugabe en van de andere aanvullingen en herwerkingen t.o.v. de vroegere edities van Allwill. Ook deze nieuwe uitgave wordt niet eenduidig positief onthaald: sommige lezers waarderen dat Jacobi het innerlijk van zijn personages meer aanduidt dan volledig ontwikkelt, andere bekritiseren dat de vorm van de roman ondergeschikt wordt gemaakt aan filosofische doeleinden, nog andere vinden dat Jacobi’s filosofische gedachtegang moeilijk te volgen is. In 1812 verschijnt de laatste, nauwelijks gewijzigde editie van Allwill als deel van de eerste band van de door Jacobi zelf geredigeerde uitgave van zijn Werke. Ook de ontstaansgeschiedenis van deze editie en de eerste recensies daarvan worden in deze commentaarband uitvoerig besproken.

Net als de reeds verschenen commentaarbanden van deze kritische editie is ook deze band met veel zorg en kennis van zaken samengesteld en biedt een schat aan

achtergrondinformatie en tekstverheldering die voor de interpretatie van Allwill onmisbaar zijn. In vergelijking met de eerder verschenen commentaarbanden valt op dat hier regelmatig wordt verwezen naar de tot op heden verschenen tien banden (en zelfs naar Band 11, die nog moet verschijnen) van de correspondentie van Jacobi teneinde de Allwill zo goed mogelijk te kunnen situeren.4

Peter Jonkers

2 Friedrich Heinrich Jacobi, Briefwechsel. Gesamtausgabe, Band 1,3. Stuttgart-Bad Cannstatt, Frommann-Holzboog, 1987, 163.

3 Jacobi, Werke 7,1, 112.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In een brief aan Jacobi van 26 april 1796 bevestigt Fichte dat de belangrijkste overeenkomst van zijn filosofie met die van Jacobi erin bestaat zij beiden denken dat alle waarheid

In de periode daarna (d.w.z. vanaf begin 1794) verandert echter de toon en inhoud van de correspondentie tussen vader en zoon: Jacobi maakt zich grote zorgen over de gevolgen van

De achtste band van de kritische uitgave van Jacobi’s correspondentie bevat in het totaal 587 brieven, geschreven in een periode van tweeënhalf jaar (alleen de brieven die in

Mendelssohn in januari 1786, waarvan Jacobi door sommige tijdgenoten werd beschuldigd rechtstreeks toe te hebben bijgedragen middels de publicatie van zijn correspondentie met

Download date: 15.. Jacobi, Gesamtausgabe der Bayerischen Akademie der Wissenschaften. Herausgegeben von Jürgen Weyenschops. Zeven jaar na de publicatie van Band 5 van

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

gelegenheidsauteur als Jacobi is een dergelijke analyse van de ‘Sitz im Leben’ van zijn werk uiteraard van cruciaal belang, zeker omdat de in deze band bijeengebrachte teksten veelal

Mijn ervaring als geestelijk verzorger en als opleider van toekom- stige geestelijk verzorgers heeft mij geleerd, dat aandacht voor en vragen over zingeving (èn le- vensbeschouwing