Tilburg University
Er zijn 2.0
Körver, Jacques
Published in:
Tijdschrift Geestelijke Verzorging
Publication date:
2019
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Link to publication in Tilburg University Research Portal
Citation for published version (APA):
Körver, J. (2019). Er zijn 2.0. Tijdschrift Geestelijke Verzorging, 22(96), 3.
General rights
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal
Take down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
3
Tijdschrift Geestelijke Verzorging | jaargang 22 | nr 96
Er zijn 2.0
V
roeg je in de jaren dat ik zelf geestelijk verzorger was (1982-2000) een willekeurig collega hoe hij of zij het doel van geestelijke verzorging zou omschrijven, dan kon je er zeker van zijn dat acht op de tien iets zei in de trant van: ‘er zijn’. Er zijn voor de patiënt, cliënt, be-woner, gedetineerde, militair. Er zijn voor de ander. De theorie van de presentie moest nog wor-den geschreven. Nadat Andries Baart in 2001 zijn onderzoek had gepubliceerd, is de uitspraak ‘er zijn’ meer en meer in onbruik geraakt. Vraag je nu aan een geestelijk verzorger wat zij of hij als kern ziet van het eigen werk, dan zal een grote meerderheid vast en zeker verwijzen naar ‘pre-sentie’. Daarmee impliciet of expliciet verwijzend naar de presentietheorie, waarbij mij vaker de twijfel bekruipt of de spreker het onderzoek van Andries Baart wel gelezen en/of goed begrepen heeft. Naast de relationele oriëntatie die in de presentietheorie klinkt, is er tevens sprake van een duidelijke doeloriëntatie. In ieder geval klinkt ‘presentie’ beter (moderner, wetenschappelij-ker) dan ‘er zijn’. Het is ook een concept dat ingang gevonden heeft in tal van andere zorg- en hulpverlenende beroepen en het kan dus op enige herkenning en erkenning rekenen.Tegen de achtergrond van de huidige ontwikkelingen in de beroepsgroep zelf en in de wijze waarop zingeving (levensbeschouwing wordt overigens meestal vergeten!) door allerlei be-roepen in de zorg maar ook elders wordt omarmd, vroeg ik mij af om we de term ‘er zijn’ niet opnieuw moeten gaan gebruiken. Maar dan niet meer in relatie tot de cliënt. ‘Er zijn’ in een organisatie, in een team, op een afdeling, bij een multidisciplinair overleg, op een website, in een maatschap, in een PaTz-team. Mijn ervaring als geestelijk verzorger en als opleider van toekom-stige geestelijk verzorgers heeft mij geleerd, dat aandacht voor en vragen over zingeving (èn le-vensbeschouwing – vgl. de Beroepsstandaard 2015) niet zozeer door beleidstukken, protocollen of scholingen worden gestimuleerd, maar juist en vooral doordat er een geestelijk verzorger is. Dat een geestelijk verzorger in de organisatie rondloopt, dat hij of zij het belang van geestelijke verzorging belichaamt, representeert en present stelt. Er is. Er gewoonweg is. En dan uiteraard (en dit is het 2.0) vanuit de eigen deskundigheid vragen stelt, waarnemingen deelt, adviezen verstrekt, begeleidingen verricht en verantwoordt, anderen voortdurend attendeert op levens-beschouwelijke, ethische en zingevingsaspecten van zorg, hulp en begeleiding, en voordoet hoe je daarmee omgaat. En symboolfiguur en voor een deel ook eigenaar (om een lelijke moderne term te gebruiken) is van dat bijzondere domein levensbeschouwing en zingeving. Als er geen maatschappelijk werker rondloopt in een instelling, verschrompelt de aandacht voor de sociale context. Als er geen psychiater aanwezig is in de ouderenzorg, verdampt de alertheid voor psychiatrische componenten in de zorg. Dat geldt ook voor zingeving en levensbeschouwing. De geestelijk verzorger moet er zijn. Hij/zij stelt zingeving en levensbeschouwing present.
De inhoud van dit nummer onderstreept dat in allerlei toonaarden. Geestelijk verzorgers ken over bijzondere competenties en een bijzondere sensitiviteit die anderen niet ter beschik-king hebben. Zij beschikken over expertise en kennis (op basis van bekwaamheid en bevoegd-heid) die anderen gewoonweg niet hebben. Dit is de basis voor de verdere ontwikkeling van het professionele zelfbewustzijn dat ik vaak nog mis in de beroepsgroep.
Sjaak Körver, hoofdredacteur; tgvhoofdredacteur@vgvz.nl