Vraag nr. 96
van 11 februari 1998
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Inning kijk- en luistergeld – Taalgebruik
Op 1 april 1997 werd voor de dienst Kijk- en Luis-tergeld de Belgacom-periode afgesloten. Op deze datum ging de inning, wat Vlaanderen betreft, o v e r van Belgacom naar de intercommunale CV Cipal (Centrum Informatica Provincie Antwerpen en Limburg).
Graag had ik de minister volgende probleemstel-ling voorgelegd.
1. In welke taal dient de bezitter van een tv-toestel in Vlaanderen maar gedomicilieerd in Wallonië te worden aangeschreven om de taks op het kijk- en luistergeld te betalen ?
Het blijkt dat Cipal dat op dit ogenblik doet in het Frans.
2. Is dit wel conform het koninklijk besluit van 18 juli 1966 en meer specifiek ook de omzendbrief BA 97/22 met betrekking tot het taalgebruik in de gemeentebesturen van het Nederlandse taal-gebied en de toepasbaarheid ervan in intercom-munale verenigingen, die recentelijk naar de Vlaamse administraties en overheden werd gestuurd ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Fi n a n c i ë n , B e g r o t i n g en Gezondheidsbeleid en aan de heer Luc M a r t e n s, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.
Gecoördineerd antwoord*
Het kijk- en luistergeld is een gemeenschapsbelas-ting die wordt geacht gelokaliseerd te zijn op de plaats waar het televisietoestel wordt gehouden (artikel 5bis, § 1 en § 4 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten).
De Vlaamse regering heeft met de intercommunale vereniging Cipal een overeenkomst voor het leve-ren van diensten gesloten,waarbij deze laatste de opdracht kreeg te zorgen voor een maximale admi-nistratieve en informatica-technische ondersteu-ning bij een aantal taken die verband houden met
de inning en de invordering van het kijk- en luister-geld in het Nederlandse taalgebied.
Dat Cipal een intercommunale vereniging is, is in deze aangelegenheid niet relevant : Cipal voert die opdracht niet uit als een opdracht ten behoeve van de lokale besturen. De Vlaamse regering had de opdracht ook aan een andere openbare of particu-liere rechtspersoon kunnen toewijzen of doen uit-voeren door haar eigen diensten. De administratie-ve werkzaamheden die Cipal uitvoert met betrek-king tot die inningsopdracht zijn bijgevolg onder-worpen aan dezelfde regels uit de taalwetgeving die zouden gelden voor de diensten van de V l a a m-se Gemeenschap als zij die werkzaamheden zelf zouden uitvoeren. In casu verwijs ik naar de omzendbrief VR 97/29 van 7 oktober 1997 inzake taalgebruik in de diensten van de Vlaamse rege-r i n g. Een verege-rwijzing naarege-r omzendbrege-rief BA 97/22 met betrekking tot het taalgebruik in de gemeente-besturen van het Nederlandse taalgebied en de toepasbaarheid ervan in intercommunale vereni-gingen is hier dan ook niet relevant.
Het gebruik der talen door de diensten van de Vlaamse regering en het ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap wordt geregeld door titel III van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Gelet op wat voorafgaat, komt het aan mijn collega mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, d i e bevoegd is voor Financiën en Begroting, toe een antwoord te verstrekken op de vraag van de Vlaamse volksvertegenwoordiger.