ÜNTVANGtiv 2 2 OKI', 2010
-+- -r alleen deeit^f
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Theologische Universiteit Apeldoorn t.a.v. het College van Bestuur Wilhelminapark 4
7316 BT Apeldoorn
Hoger O nderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl
Datum
2 2 0KT 2019
Betreft Besluit macrodoelmatigheid wo-masteropleiding Herbronning Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing
Geacht college,
Met uw brief van 5 september 2019, door de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (hierna: CDHO) ontvangen op 6 september 2019, hebt u mij het voornemen voorgelegd om de wo-masteropleiding Herbronning Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing te verzorgen als bekostigde opleiding in Apeldoorn.
A d vie s CDHO
De CDHO heeft m ij bij brief van 14 oktober 2019, kenmerk 2019/082, positief geadviseerd over uw aanvraag. Het advies van de CDHO dat Integraal onderdeel uitm aakt van dit besluit, tre ft u hierbij aan.
Onze referen tie 16872729 Uw b rief van 5 september 2019 Bijlagen 1
Een belanghebbende kan tegen d it besluit binnen zes weken na de dag waarop he t besluit hem is toegezonden schriftelijk bezwaar maken. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in b ij De m inister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, onder vermelding van "Bezwaar", te r attentie van DUO
Bezwaarschriftencommissie, Postbus 30205, 2500 GE Den Haag. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op ww w.duo.nl/zakelijk onder 'Oneens m e t Duo'.
B es lu it
Gelet op de advisering van de CDHO, het bepaalde in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) en in de Regeling macrodoelmatigheid hoger onderwijs (hierna: Regeling), heb ik besloten in te stemmen met uw voornemen om de wo-masteropleiding Herbronning
Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing te verzorgen als bekostigde opleiding in Apeldoorn. Met toepassing van artikel 6.2, derde lid, van de WHW, beperk ik mijn instemming to t de deeltijdvariant.
B eo o rd e lin g s k a d e r
De w ettelijke grondslag voor mijn besluitvorming is gelegen in artikel 6.2 van de WHW. Voorts is de Regeling leidraad geweest voor mijn afwegingen.
M o tiv e rin g
Overeenkomstig het advies van de CDHO, concludeer ik dat uw aanvraag, wat betreft de deeltijdvariant van de opleiding, voldoet aan de criteria a en b van artikel 4, eerste lid, van de Regeling. Voor de nadere motivering verwijs ik u naar de genoemde adviezen van de CDHO.
C ro h o -p ro ce d u re
Ingevolge artikel 6.2, zevende lid, van de WHW, vervalt dit besluit indien de opleiding niet binnen tien maanden na dagtekening van het besluit is
Pagina 1 van 2
geregistreerd in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs (Croho).
Registratie binnen die term ijn is niet eerder m ogelijk dan nadat de NVAO over onderhavige opleiding een positief besluit heeft genomen in het kader van de toets nieuwe opleiding. In verband met de geldigheidsduur van dit besluit, adviseer ik u zo spoedig m ogelijk bij de NVAO een aanvraag voor een toets nieuwe opleiding in te dienen. Voor de registratie van uw opleiding kunt u gebruik maken van a-Croho. Mocht u vragen hebben over de registratie, dan kunt u contact opnemen met registersho@duo.nl.
Een afschrift van deze brief is gezonden aan de CDHO, de NVAO, de VSNU, de Inspectie van het Onderwijs en de Dienst Uitvoering Onderwijs (Groningen).
De m inister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, namens deze,
de directeur Hoger Onderwijs en Studiefinanciering,
Onze referen tie 16872729
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postadres t.a.v. de Minister
mw. mr. drs. I.K. van Engelshoven
Postbus 85498 2508 CD Den Haag Postbus 16375
2500 BJ DEN HAAG
Bezoekadres Parkstraat 28 2514 JK Den Haag T: 070 8505300 W: www.cdho.nl E: info@cdho.nl
OCW Advies nieuwe opleiding
Onderwerp Ons Kenmerk Datum
Nieuwe opleiding
Theologische Universiteit Apeldoorn deeltijd wo master
Herbronning Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing
Apeldoorn
2019/082 14/10/2019
Geachte mevrouw Van Engelshoven,
Op 06/09/2019 heeft de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs het voornemen ontvangen van de Theologische Universiteit Apeldoorn om de wo master Herbronning Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing als bekostigde opleiding te verzorgen te Apeldoorn (brief van 05/09/2019 zonder kenmerk). Op 09/09/2019 heeft de commissie om aanvullende informatie verzocht. De aanvraag was op 23/09/2019 voorzien van alle voor de beoordeling benodigde gegevens en is door de commissie in behandeling genomen.
Advies Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs
Gelet op het hierna volgende adviseert de commissie u om positief te besluiten op het verzoek van de Theologische Universiteit Apeldoorn om de wo master Herbronning Gereformeerde Theologie:
Tekst, Traditie en Toepassing als bekostigde opleiding te Apeldoorn te verzorgen. De commissie adviseert u om de toestemming te beperken tot de deeltijdvariant op grond van de bevoegdheid in art. 6.2 lid 3 WHW.
Beoordelingskader
De wettelijke grondslag voor dit advies is gelegen in art. 6.2 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). Voorts heeft de Regeling macrodoelmatigheid hoger
onderwijs van 20 juni 2018, verder te noemen de Regeling, voor de commissie als leidraad gediend. Het beoordelingskader treft u in de bijlage bij dit advies aan.
Omschrijving van de aanvraag
Aanvrager wil de wo master Herbronning Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing (internationale naam: Living Reformed Theology) in Apeldoorn aanbieden. Het gaat om een
pagina 1 van 8
Nederlands- en Engelstalige wo master in het Croho onderdeel Taal en Cultuur. De opleiding omvat 60 EC en wordt in deeltijdvorm aangeboden. De opleiding is toegankelijk voor studenten met een afgeronde wo bachelor- of masteropleiding Theologie, een andere wo bachelor- of
masteropleiding, een hbo bacheloropleiding Theologie of een internationaal equivalent van deze opleidingen en aanvullende eisen die de TUA wil stellen. Volgens aanvrager wil de masteropleiding studenten opleiden tot expert in het benaderen van actuele vraagstukken vanuit een theologisch perspectief en wil men studenten praktische wijsheid ten aanzien van traditie en cultuur bijbrengen.
In dat kader verdiepen studenten zich in de essenties van gereformeerde theologie, herbronning van de gereformeerde theologie, bijbellezen in de 21ste eeuw en christelijk
leiderschap. Afgestudeerden van de opleiding kunnen als theoloog aan het werk binnen de gereformeerde kerk, bij overheidsinstanties of in het bedrijfsleven.
Motivering
De aanvraag voldoet naar mening van de commissie aan de criteria a en b in art. 4 lid 1 van de Regeling. Gelet op de geringe omvang van de arbeidsmarktbehoefte en het feit dat aanvrager een zekere opscholingsbehoefte aannemelijk heeft gemaakt, adviseert de commissie de toestemming te beperken tot de deeltijdvariant op grond van de bevoegdheid in art. 6.2 lid 3 van de WHW.
Beoordeling criterium a
Aanvrager stelt dat de wo master Herbronning Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing aansluit op een arbeidsmarktbehoefte in combinatie met een maatschappelijke behoefte.
Beoordeling arbeidsmarktbehoefte
Ter onderbouwing van de arbeidsmarktbehoefte aan afgestudeerden van de master Herbronning Gereformeerde Theologie verwijst aanvrager naar het onderzoek 'Eindrapport.
Doelmatigheidsonderzoek voor een master Living Reformed Theology' dat aanvrager in 2019 heeft laten uitvoeren door EXPHO en Tien Organisatieadvies. In dit onderzoek wordt voor wat betreft de arbeidsmarktbehoefte verwezen naar ROA's database AIS, de 'Arbeidsmarktprognose 2018-2019' van het UWV, de website van de master Theologie van Tilburg University
(https://www.tilburguniversity.edu/nl/onderwijs/masteropleidingen/theologie/carriere), 15 interviews met potentiële werkgevers en een enquête onder een veertigtal personen, bedrijven en organisaties.
Aanvrager stelt dat in ROA's database AIS de prognoses voor de opleidingstypen wo taal, cultuur en journalistiek, wo psychologie en maatschappelijk werk en wo politicologie en sociologie het meest relevant zijn. De commissie acht het opleidingstype wo taal, cultuur en journalistiek het meest relevant voor afgestudeerden van de wo master Herbronning Gereformeerde Theologie, aangezien ROA de bestaande masters Theologie binnen dit opleidingstype heeft ondergebracht.
ROA typeert de toekomstige arbeidsmarktsituatie voor afgestudeerden van dit opleidingstype als 'goed' en verwacht dat werkgevers in de periode tot 2022 'grote' knelpunten in de
personeelsvoorziening zullen ondervinden.
Tabel 1.
Opleidingstype Arbeidsmarktprognose variabele Indicator Aantal Totaal % 6 jr.
Gem. jaarlijks
% Typering
wo taal, cultuur en journalistiek verwachte uitbreidingsvraag tot 2022 6600 7 1.2 hoog wo taal, cultuur en journalistiek verwachte vervangingsvraag tot 2022 11500 13 2.1 laag wo taal, cultuur en journalistiek verwachte baanopeningen tot 2022 18100 20 3.1 gemiddeld wo taal, cultuur en journalistiek
verwachte instroom van
schoolverlaters tot 2022 15200 17 2.7 laag
wo taal, cultuur en journalistiek
ITKP toekomstige knelpunten
personeelsvoorziening in 2022 1 groot
wo taal, cultuur en journalistiek
ITA toekomstige arbeidsmarktsituatie
in 2022 1 goed
bron: ROA, AIS
Aanvrager betoogt vervolgens dat de beroepsgroep 'psychologen en sociologen' binnen ROA's classificatie relevant is aangezien hierin psychologen, theologen en voorgangers van de eredienst, sociologen en antropologen zijn ondergebracht. De commissie merkt op dat ROA ook filosofen, historici en politicologen onder deze beroepsgroep begrijpt. ROA verwacht voor deze beroepsgroep 'zeer grote' knelpunten in de toekomstige personeelsvoorziening. De commissie overweegt hierbij dat binnen ROA's systematiek bij het opleidingstype verwachte
vacatureaantallen gerelateerd worden aan de uitstroom uit opleidingen. Deze geven dus een goed beeld van de verhouding tussen aantallen werkzoekenden en baanopeningen. Bij de tabellen per beroepsgroep geeft ROA enkel een beeld van het aantal verwachte vacatures, zonder daarbij de uitstroom uit opleidingen te betrekken. Om die reden kent de commissie het meeste gewicht toe aan relevante opleidingstypen in ROA's database AIS.
Vervolgens stelt aanvrager dat uit de 'Arbeidsmarktprognose 2018-2019' van het UWV blijkt dat het aantal banen in de sector Cultuur, Sport en Recreatie met 3,3% groeit in 2019 (p. 15). De commissie oordeelt dat hieruit geen arbeidsmarktbehoefte aan afgestudeerden van de voorgenomen master Herbronning Gereformeerde Theologie kan worden afgeleid.
Aanvrager stelt dat uit de website van de master Theologie van Tilburg University
(https://www.tilburguniversity.edu/nl/onderwijs/masteropleidingen/theologie/carriere) naar voren komt dat alumni van de master theologie een goede arbeidsmarktpositie verwerven. De commissie constateert dat op deze pagina wordt verwezen naar het ROA rapport 'De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2018' uit 2013. Dit rapport is verouderd en is door de commissie buiten beschouwing gelaten. Verder wordt op deze website verwezen naar een onderzoek onder 115 alumni van de masteropleiding door Kaski Onderzoekscentrum religie en samenleving uit 2015.
Aangezien dit onderzoek niet is bijgevoegd en het onderzoek op de website van het Kaski niet vindbaar is heeft de commissie deze gegevens eveneens buiten beschouwing gelaten.
Voorts verwijst aanvrager naar interviews die EXPHO en Tien Organisatieadvies in 2019 hebben gehouden met 15 potentiële werkgevers. De verslagen van deze gesprekken zijn bij het dossier gevoegd. Uit deze gespreksverslagen komt naar voren dat de geïnterviewden het belang
onderschrijven van een gereformeerde Theologie opleiding die zich richt op de verbinding met de maatschappij. Meer concreet geven zij de inschatting dat in totaal jaarlijks circa 15 zittende werknemers in aanmerking zouden komen om deze opleiding te volgen.
Ten slotte refereert aanvrager aan een online enquête waaraan 43 respondenten hebben
deelgenomen. Deze enquête is in 2019 uitgezet door EXPHO en Tien Organisatieadvies. Aanvrager heeft een overzicht van de respondenten en de gehanteerde vragenlijst bij het dossier gevoegd. Uit de enquête komt een totale vraag naar nieuwe medewerkers met het profiel van de voorgenomen master van 14,8 fte naar voren alsmede een vraag van 0,5 fte naar medewerkers met dit profiel die
pagina 3 van 8
extern ingehuurd zouden kunnen worden (p. 21). De opscholingsbehoefte onder deze
respondenten is wat groter; uit de enquête blijkt dat binnen de geraadpleegde organisaties een totale opscholingsbehoefte is van circa 27 medewerkers en dat men 49 medewerkers losse modules uit deze opleiding zou willen laten volgen (p. 22).
De commissie concludeert op grond van het bovenstaande dat aanvrager het bestaan van een marginale arbeidsmarktbehoefte en enige opscholingsbehoefte aannemelijk heeft gemaakt.
Beoordeling maatschappelijke behoefte
Ter onderbouwing van de maatschappelijke behoefte aan de wo master Herbronning
Gereformeerde Theologie verwijst aanvrager onder andere naar het WRR rapport 'Geloven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie' (2006), het Regeerakkoord 2017- 2021, 'Zingeving in de zorg: de mens centraal' van ZonMW (2016), 'De waarde(n) van
weten' Strategische Agenda Hoger onderwijs en onderzoek 2015-2025 van het Ministerie van OCW (2015), het CBS rapport 'Religie aan het begin van de 21ste eeuw' (2009), het CBS rapport 'Religie en sociale cohesie' (2019) en 'Christenen in Nederland. Kerkelijke deelname en christelijke gelovigheid' (2018) van het SCP.
Aanvrager betoogt dat de rol van religie in de samenleving en het onderwijs belangrijk blijft en refereert daarbij aan het WRR rapport 'Geloven in het publieke domein. Verkenningen van een dubbele transformatie'. In dat rapport wordt opgemerkt dat religie in het begin van de 21ste eeuw lijkt terug te keren in de maatschappij en dat die terugkeer veel vragen oproept (p. 13). De
commissie merkt op dat de constatering dat religie een grotere rol in de huidige maatschappij lijkt te krijgen nog geen bewijs vormt van het bestaan van een maatschappelijke behoefte aan de voorgenomen opleiding.
Vervolgens geeft aanvrager aan dat religie een vorm van zingeving is en dat uit het Regeerakkoord 2017-2021 'Vertrouwen in de toekomst' naar voren komt dat zingeving een belangrijk element is bij het speerpunt 'waardig ouder worden'. De commissie constateert dat in het Regeerakkoord is vastgelegd dat het kabinet het manifest 'Waardig ouder worden' oppakt (p. 13). Hierbij wordt echter niet gerefereerd aan het belang van zingeving dan wel religie.
In de publicatie 'Zingeving in de zorg: de mens centraal' van ZonMW zijn essays verzameld die betrekking hebben op verschillende vormen van zingeving, waar religie er één van is (p. 11). De commissie constateert dat uit deze essaybundel een toegenomen behoefte aan zingeving in de zorg naar voren komt en dat afgestudeerden o.a. in de zorg als geestelijk verzorger aan het werk kunnen gaan. Om die reden sluit deze opleiding naar mening van de commissie aan op een maatschappelijke behoefte.
In 'De waarde(n) van weten' Strategische Agenda Hoger onderwijs en onderzoek 2015-2025 van het Ministerie van OCW (2015) worden volgens aanvrager drie taken toebedeeld aan het
onderwijs; kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (p. 74). Aanvrager ziet in de taken kwalificatie en persoonsvorming een rol voor de voorgenomen opleiding omdat studenten kennis aangereikt krijgen en zich persoonlijk kunnen ontwikkelen. De commissie acht de beschreven taken van het onderwijs in de Strategische Agenda dermate algemeen dat hieruit geen specifieke
maatschappelijke behoefte aan deze masteropleiding afgeleid kan worden.
Aanvrager stelt dat de religie een positieve bijdrage kan leveren aan sociale cohesie en verwijst hierbij naar de CBS rapporten 'Religie aan het begin van de 21ste eeuw' (2009) en 'Religie en sociale cohesie' (2019). In dit laatste rapport wordt geconstateerd dat leden van religieuze
groeperingen, met name de 'PKN'ers', maatschappelijk actiever zijn en meer vertrouwen hebben in de medemens (p. 12). Deze constatering is echter geen blijk van het bestaan van een behoefte aan deze masteropleiding. Hetzelfde geldt voor de vaststelling dat de positie van religie binnen de samenleving verandert en dat gelovigen veranderen, zoals opgenomen in de publicatie 'Christenen in Nederland. Kerkelijke deelname en christelijke gelovigheid' (2018) van het SCP (p. 8-10).
De commissie concludeert op basis van de essaybundel 'Zingeving in de zorg' van ZonMW dat de voorgenomen master beantwoordt aan een maatschappelijke behoefte.
De commissie concludeert op grond van het bovenstaande dat de aanvraag aansluit op een maatschappelijke behoefte en op een geringe arbeidsmarktbehoefte, die deels bestaat uit een opscholingsbehoefte. De aanvraag voldoet aan criterium a in art. 4 lid 1 van de Regeling.
Beoordeling criterium b
Vanaf 06/09/2019 is op de website van de CDHO kennis gegeven van het voornemen van de Theologische Universiteit Apeldoorn om de wo master Herbronning Gereformeerde Theologie:
Tekst, Traditie en Toepassing in Apeldoorn aan te bieden. Hiermee is aan de instellingen voor hoger onderwijs de mogelijkheid gegeven om hun zienswijzen op dit voornemen kenbaar te maken.
Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Aanvrager heeft de voorgenomen master Herbronning Gereformeerde Theologie vergeleken met verwante wo masteropleidingen. Er bestaan geen verwante hbo masters. Uit de vergelijking met bestaande theologische opleidingen komt naar voren dat deze ofwel sterk gericht zijn op de theorie ofwel op het beroep van predikant. De voorgenomen master beoogt een brug te slaan tussen theorie en praktijk en neemt daarmee een tussenpositie in.
Aanvrager heeft een overzicht geleverd van de instroom in verwante bekostigde opleidingen. De totale instroom in het verwante bekostigde onderwijsaanbod bestond de afgelopen 5 jaar uit circa 230 eerstejaarsstudenten.
pagina 5 van 8
Tabel 2.
Opleiding Instelling '14-'15 '15-'16 '16-'17 '17-'18 '18-'19
M Theologie (60257) Radboud Universiteit Nijmegen (21PM)
12 7 3 5 4
Theologische Universiteit Apeldoorn (21QO)
9 13 10 14 10
Theologische Universiteit v/d Gereformeerde Kerken (vrijg.) Ned. (25AV)
8 7 5 7 9
Tilburg University (21PN) 7 5 7 9 6
M Theologie &
Religiewetenschappen (60824)
Radboud Universiteit Nijmegen (21PM)
40 38 42 22 42
Rijksuniversiteit Groningen (21PC)
43 27 35 31 27
Tilburg University (21PN) 4 4 8 3 5
Universiteit Leiden (21PB) 11 9 14 3 6
Universiteit Utrecht (21PD) 10 14 8 12 9
Universiteit van Amsterdam (21PK)
20 18 16 18 18
Vrije Universiteit Amsterdam (21PL)
31 50 48 52 62
M Theologie &
Religiewetenschappen (research) (60827)
Rijksuniversiteit Groningen (21PC)
8 6 8 4 3
Universiteit van Amsterdam (21PK)
10 8 3 4 7
Vrije Universiteit Amsterdam (21PL)
6 3 10 5 9
M Theologie &
Religiewetenschappen (60825)
Vrije Universiteit Amsterdam (21PL)
7 7 3 4 6
M Theologie Algemeen (66117) Theologische Universiteit v/d Gereformeerde Kerken (vrijg.) Ned. (25AV)
11 15 10 11 10
eerstejaarsinstroom totaal 237 231 230 204 233
Bron: DUO, bewerking ABF
Aanvrager heeft een prognose gemaakt van de instroom in de voorgenomen opleiding op grond van een enquête onder bachelorstudenten van de TUA, overige bachelorstudenten en
werkenden. Aanvrager verwacht dat jaarlijks circa 30 studenten in deze deeltijdopleiding zullen instromen. De commissie acht deze prognose aan de hoge kant, gelet op de veel geringere instroom in verwante masteropleidingen.
Als de instroom in de bestaande opleidingen en de verwachte instroom in de voorgenomen wo master Herbronning Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing wordt afgezet tegen de behoefte die bij criterium a aannemelijk is gemaakt, blijkt dat er enige ruimte is om deze
opleiding binnen het bekostigde domein vorm te geven.
Vestiging van de opleiding in Apeldoorn heeft geen negatief effect op de landelijke spreiding van het onderwijsaanbod.
De commissie concludeert dat er enige ruimte in het landelijk aanbod bestaat om de wo master Herbronning Gereformeerde Theologie te realiseren. De aanvraag voldoet aan criterium b in art. 4 lid 1 van de Regeling.
Gelet op het vorenstaande adviseert de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs u om positief te besluiten op het voorliggende verzoek. De commissie adviseert om de toestemming te beperken tot de deeltijdvariant op grond van de bevoegdheid in art. 6.2 lid 3 WHW.
Advies aan de NVAO over de naam- en taalkeuze en Croho indeling
De commissie heeft geconstateerd dat de voorgenomen opleiding dermate afwijkt van het bestaande verwante opleidingenaanbod, dat dit de keuze voor een andere naam rechtvaardigt.
Verder heeft de commissie geconstateerd dat aanvrager de wo master Herbronning Gereformeerde Theologie gedeeltelijk in het Engels wil aanbieden. Aanvrager motiveert deze keuze door te stellen dat het Engels als voertaal aansluit bij de beoogde instroompopulatie en de literatuur die studenten zullen bestuderen. Aanvrager geeft aan dat de keuze voor het Engels niet direct samenhangt met de arbeidsmarktbehoefte. De commissie concludeert dat uit deze motivering niet blijkt dat de keuze voor Engels als voertaal aansluit op een arbeidsmarktbehoefte.
Bovendien heeft de commissie geconstateerd dat aanvrager de wo master Herbronning
Gereformeerde Theologie: Tekst, Traditie en Toepassing in het Croho onderdeel Taal en cultuur wil indelen. Dit voorstel sluit aan op de indeling van verwante bestaande opleidingen.
De NVAO ontvangt dit advies, zodat zij dit kan opnemen in het informatiedossier voor het panel ten behoeve van de toets nieuwe opleiding.
De Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs
drs. P.M.M. Rullmann Voorzitter CDHO
pagina 7 van 8
Bijlage:
Beoordelingskader macrodoelmatigheid nieuwe opleiding of nevenvestiging
Aan de hand van de in de Regeling macrodoelmatigheid hoger onderwijs van 20 juni 2018 genoemde voorwaarden worden voornemens tot het verzorgen van een nieuwe opleiding
beoordeeld op doelmatigheid. Een nieuwe opleiding kan volgens artikel 4 van deze Regeling alleen doelmatig worden geacht indien het voornemen voldoet aan de criteria a en b.
Volgens criterium a heeft het instellingsbestuur aangetoond dat er behoefte bestaat aan de nieuwe opleiding of nevenvestiging, zijnde overwegend een arbeidsmarktbehoefte, dan wel een
overwegend maatschappelijke behoefte in combinatie met een arbeidsmarktbehoefte, dan wel een overwegend wetenschappelijke behoefte in combinatie met een arbeidsmarktbehoefte.
Volgens criterium b dient het instellingsbestuur aan te tonen dat in de behoefte die bij criterium a is aangetoond niet door het bestaande opleidingenaanbod wordt voorzien.
Advies aan de NVAO over naam- en taalkeuze en Croho onderdeel
In de Toelichting op de Regeling is aangegeven dat de CDHO ook een rol heeft bij de beoordeling van de voorgestelde naam en voertaal van de opleiding en bij de voorgestelde positionering in het Croho.
Wat betreft de opleidingsnaam: de CDHO kijkt of de voorgestelde naam van de opleiding passend is, gelet op de namen van verwante opleidingen. Daarbij is het uitgangspunt dat sterk op elkaar lijkende opleidingen dezelfde naam krijgen, om de transparantie van het opleidingenaanbod voor studiekiezers en werkgevers te borgen. In het Croho kan ook een internationale (Engelse) naam worden geregistreerd. Dit onderdeel van het CDHO advies is niet gericht aan de Minister van OCW, maar aan de NVAO. Het panel van de NVAO toetst of de naamkeuze gerechtvaardigd is gelet op de inhoud van de opleiding en de namen van vergelijkbare opleidingen (artikel 5.7, vierde lid, onderdeel a, van de WHW).
Wat betreft de taalkeuze: het uitgangspunt in de wet is dat een opleiding in het Nederlands wordt aangeboden. De arbeidsmarktbehoefte kan een reden zijn om een opleiding in een andere taal aan te bieden. Dit onderdeel van het CDHO advies is niet gericht aan de Minister van OCW, maar aan de NVAO. Het panel van de NVAO toetst de motivering van de taalkeuze bij Standaard 2 in het Accreditatiekader.
Wat betreft de positie in het Croho: de CDHO kijkt of de voorgestelde indeling in het Croho
passend is, gelet op de indeling van verwante opleidingen. Daarbij is het uitgangspunt dat sterk op elkaar lijkende opleidingen in hetzelfde Croho onderdeel worden geregistreerd, om de
transparantie van het opleidingenaanbod voor studiekiezers en werkgevers te borgen. Dit
onderdeel van het CDHO advies is niet gericht aan de Minister van OCW, maar aan de NVAO. Het panel van de NVAO toetst of de voorgestelde indeling in het Croho aansluit bij de ordening van verwante opleidingen.
