wo 19 jan – zo 23 jan 2022
homas Jackson
Voor(uit)lopers
OVERZICHT VOORWOORD Beste muziekliefhebber
Twee jaar is het ondertussen al geleden dat u een Bach Academie in Brugge kon meemaken. Geen luisteraar of muzikant had ooit de malaise durven voorspellen waarin de wereld zich nog steeds bevindt.
Toch is er hoop op beterschap en laat de cultuurwereld het hoofd niet hangen! We zijn dan ook erg verheugd dat we u ondanks een hindernissenparcours dit jaar opnieuw live mogen ontmoeten, met dank aan de Raad van State en aan het onvermoeibare team van Concertgebouw Brugge.
Net zoals we in afzienbare tijd zullen terugblikken op dit heden, verbanden zullen leggen met het verleden en hopelijk lessen trekken voor de toekomst, zijn ook Bachs composities niet zomaar uit de lucht komen vallen. Bachs ontwikkeling is ingebed in een grote familietraditie van Thüringse stadsmuzikanten en organisten.
Zijn levenslange leergierigheid bracht hem bovendien niet enkel in contact met oude meesters of gerespecteerde voorbeelden maar zorgde er ook voor dat hij voortdurend nieuwe tendensen absorbeerde. Van Palestrina’s contrapunt,
over de orgelwerken van Buxtehude en de concerti van Vivaldi tot de empfindsahme stijl aan het hof van Frederik de Grote: Bach bleef gefascineerd door elke mogelijke compositietechniek en verwerkte die virtuoos en briljant in zijn eigen oeuvre.
Deze twaalfde Bach Academie kijkt voorbij de grenspalen van Bachs leven, terug naar inspiratiebronnen als Buxtehude of Reincken en blikt net zo goed vooruit naar 20e-eeuwse echo’s in het werk van componisten als Berio, Glass of Sciarrino.
Centraal in deze editie staan enkele van Bachs meest iconische werken als de Goldbergvariaties, het Musikalisches Opfer of de tijdens zijn leven nooit uitgevoerde h-Moll Messe. Het zijn en blijven stuk voor stuk muzikale schatkamers vol inventiviteit, energie, en diepmenselijke ontroering.
Sta me toe u welkom te heten op dit jaarlijkse Bachfestival. Ik hoop van harte dat u samen met ons mag genieten van heel wat intense muzikale momenten!
Uw toegewijde cantor,
— Philippe Herreweghe
Beste muziekliefhebber
© Michiel Hendryckx
Festivaloverzicht
WO 19 JAN 2022
CREATIEOPDRACHT CONCERTGEBOUW
20.00 Kamermuziekzaal
Robin Verheyen Quartet
The Bach Riddles In samenwerking met KAAP
JAZZ
p. 8
DO 20 JAN 2022 20.00 Koninklijke Stadsschouwburg
The Goldberg Variations
Platform–K / Michiel Vandevelde / Philippe Thuriot
In samenwerking met Cultuurcentrum Brugge
DANS
p. 9
ZA 22 JAN 2022 11.00 Kamermuziekzaal
Toshiyuki Shibata &
Anthony Romaniuk
Bach & Glass
KAMERMUZIEK
p. 10
15.30 Kamermuziekzaal
Christine Busch, Alexis Kossenko, Ageet Zweistra &
Maude Gratton
Bach. Musikalisches Opfer
KAMERMUZIEK
p. 11
20.00 Concertzaal
Collegium Vocale Gent
Bach. h-Moll Messe
VOCAAL
p. 5
ZO 23 JAN 2022 11.00 OLV-van- Blindekenskapel
Benjamin Alard &
Gerlinde Sämann
Bach. Neumeisterkoralen
VOCAAL
p. 12
14.00 Kamermuziekzaal Ensemble Stravaganza Bach, Buxtehude & Reincken
KAMERMUZIEK
p. 14
17.00 Kamermuziekzaal
Elicia Silverstein
Bach, Biber, Berio &
Sciarrino
KAMERMUZIEK
p. 16
20.00 Concertzaal
Collegium Vocale Gent
Bach. h-Moll Messe
VOCAAL
p. 5
Het programma en de organisatie van de Bach Academie Brugge zijn het resultaat van een intense samenwerking tussen Collegium Vocale Gent en Concertgebouw Brugge, onder curatorschap van Philippe Herreweghe.
Concertgebouw Brugge maakt deel uit van REMA, Réseau Européen de Musique Ancienne.
Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad.
In samenwerking met onze festivalpartner
KLAVIER
GENRE
ZO 23 JAN 2022 11.00–17.00 Forum 6 De h-Moll Messe als compendium Luistercursus
Zowat de hele westerse muziekgeschiedenis komt in Bachs h-Moll Messe aan bod: van gregoriaans over renaissancepolyfonie tot eigentijdse barok. Vaste waarde op de Bach Academie Ignace Bossuyt bespreekt deze composities en vergelijkt ze met missen van tijdgenoten.
i.s.m Davidsfonds Academie
LEZING & DEBAT
ZO 23 JAN 2022 11.00 Belfort
Bach op de beiaard
Wim Berteloot
De stadsbeiaardier van Brugge laat vanop de 18e-eeuwse beiaard van het Belfort werk van Bach en andere over de stad galmen.
KLAVIER
Willem Créman (1895-1970) Herinneringen aan J.S Bach
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
‘Air’ uit Pastorale, BWV590 (arr. Bernard Winsemius)
‘Arioso’ uit Cantate, BWV156 (arr. Eugeen Uten)
‘Prelude’ uit Cellosuite nr.1, BWV1007 (arr. Peter Bremer) Bist du bei mir, BWV508 Ich ruf zu dir, BWV639 (arr.
Arend van der Toorn)
‘Jesus bleibet meien Freude’ uit Cantate BWV147
(arr. Wim Berteloot)
‘Prelude’ uit BWV998 (arr. Frank Deleu)
‘Air’ uit Orkestsuite nr.3, BWV1068 (arr. Leen ‘t Hart)
‘Prelude’ uit Luitsuite nr.2, BWV997 (arr. Winsemius)
‘Prelude’ uit BWV533 (arr. Uten)
‘Siciliano’ uit Fluitsonate, BWV1031 (arr. Bremer)
‘Wir setzen uns mit Tränen nieder’ uit Mattheüspassie, BWV244 (arr. John Couter) Volg het concert ook live via
facebook.com/CarillonBrugge
Contextoverzicht
OVERZICHT
ZA 22 & ZO 23 JAN 2022
Collegium Vocale Gent
Bach. h-Moll Messe
19.15 inleiding door Ignace Bossuyt 20.00 Concertzaal
—
Collegium Vocale Gent: koor & orkest (zie p. 18)
Philippe Herreweghe: dirigent Dorothee Mields: sopraan Margot Oitzinger: mezzosopraan Alex Potter: contratenor Guy Cutting: tenor Peter Kooij: bas
—
Johann Sebastian Bach (1685-1750) h-Moll Messe, BWV232 (1748)
• Kyrie
• Gloria
• Credo
• Sanctus
• Agnus Dei
—
Met Nederlandse boventiteling
Bachs sublieme muzikale testament
Juli 1733. Vanuit Leipzig reist de 47-jarige (protestant) Johann Sebastian Bach naar Dresden met een kersvers manuscript bestaande uit eenentwintig losse partijen, klaar voor uitvoering. Bestemmeling is de (katholieke) Saksische keurvorst Friedrich August II, onderwerp twee groots opgezette misdelen, ‘Kyrie’ en ‘Gloria’, die hij aan de vorst opdraagt, met het nederig verzoek om de eretitel van ‘Hofcompositeur’. Door geregelde conflicten met zijn meerderen in Leipzig keert Bach graag terug naar Dresden, waar eersterangsmusici als Hasse, Heinichen, Zelenka, Quantz en Pisendel het hof glans gaven. De muzikale smaak was er vooral Italiaans, Vivaldi hét model. Met de Dresdener sterren voor ogen componeerde Bach een ‘Kyrie’ en’ Gloria’ waarin zowel de zangers als de instrumentalisten konden schitteren, ook solistisch, in een waaier aan stijlen, genres en technieken.
In 1748, kort voor zijn overlijden, besloot Bach om de twee delen uit te breiden tot een volledige vijfdelige mis. Van deze h-Moll Messe is een autografe partituur bewaard, waarin Bach de misdelen voor Dresden, ‘Kyrie’ en ‘Gloria’, opnam, ‘Credo’
en ‘Agnus Dei’ nieuw componeerde en een
‘Sanctus’ integreerde dat hij voor Kerstmis 1724 had geschreven. Opvallend is ook dat Bach delen uit tot wel 35 jaar eerder gecomponeerde cantates herwerkte, een toen alom beproefde praktijk die Bach geregeld toepaste. De mis vervat bovendien als het ware de hele West-Europese muziekgeschiedenis in één meesterwerk,
VOCAAL
22 & 23 JAN 2022
Bachs h-Moll Messe heeft amper nog geheimen voor onze ‘huismusicoloog’ Ignace
Bossuyt. Dankzij zijn boek over het werk maakt hij ook ons deelgenoot van de fascinerende geschiedenis van
Bachs muzikaal testament.
Warm aanbevolen leesvoer!
22 & 23 JAN 2022
van het gregoriaans over de polyfonie van de middeleeuwen en de renaissance tot de barokperiode en zelfs de preklassiek.
Doordat Bach de relatief lange delen uit protestantse cantates integreert in de katholieke mis overschrijdt de h-Moll Messe elke specifieke religieuze gezindte. Ten slotte is ze een ware schatkamer van de barokke retoriek, technieken waarmee componisten de toehoorder wilden overtuigen, beleren, imponeren én ontroeren, en staat vooral ook de theologische symboliek centraal.
De inzet van het ‘Kyrie’ zet al de toon: een langzame, intense smeekbede als een groots voorportaal voor een monumentale fuga die de roep om erbarmen tot in de kern uitdiept.
Het ‘Christe’ is opgevat als een duet, wellicht een symbolische verwijzing naar de tweede persoon van de Drievuldigheid met twee naturen (God en mens), die ‘één is met de Vader’ (beide stemmen beginnen unisono) en ‘uit de Vader voortkomt’ (de stemmen imiteren elkaar ook). Deze dualiteit komt
terug in het duet ‘Et in unum Dominum’ 22 & 23 JAN 2022
‘De mis vervat als het ware de hele West-Europese
muziekgeschiedenis in één meesterwerk, van het gregoriaans over polyfonie, tot barok en zelfs preklassiek.’
in het ‘Credo’. In het driedelige ‘Kyrie’
demonstreert Bach al overtuigend zijn zin voor historische synthese: ‘Kyrie I’ is een laat-barok ‘concerto’, met constant dialogerende stemmen en instrumenten,
‘Christe’ een solistisch lyrisch duet in de eigentijdse ‘stile moderno’ (zoals een liefdesduet in de opera). ‘Kyrie II’ is een voorbeeld van de vocale ‘stile antico’, de renaissancepolyfonie, waarbij de instrumenten de stemmen exact volgen.
Na de smeekbede om erbarmen volgt de lofprijzing ‘Gloria’. Toepasselijk spaart Bach de ‘koninklijke’ trompetten op voor grootse momenten, zoals verder in het
‘Gloria’ ook op het einde van ‘Et in terra pax’ (‘vrede op aarde voor de mensen van goede wil’), ‘Gratias agimus tibi’ (‘wij zeggen u dank voor uw grote heerlijkheid’) en het slotdeel ‘Cum Sancto Spiritu’, en in het ‘Credo Patrem omnipotentem’ (de
‘almachtige Vader’), ‘Et resurrexit’ (de verrijzenis) – een uitbarsting van triomf na het intieme ‘Et incarnatus’ (Christus’
menswording) en het intens droevige
‘Crucifixus’ (Christus’ lijden en dood) – en het afsluitende ‘Et expecto’ (de vervulling van de opstanding). Ook in de lofzang
‘Sanctus’ zijn de trompetten prominent
aanwezig. Tot slot van de mis herhaalt Bach ‘Gratias agimus tibi’ met de woorden
‘Dona nobis pacem’: als een feestelijke dankbetuiging aan de Schepper en als een vredeswens.
In ‘Laudamus te’ zingt de sopraan haar jubelzang in dialoog met een virtuoze viool. Beiden leven zich uit in overvloedige versieringen en trillers: Bach bekeert zich hier tot de ‘galante’ stijl, die in Dresden erg in trek was. Contrast staat vaak in functie van de weergave van de inhoud van de tekst: het lieflijk-pastorale duet ‘Domine Deus’, met traverso’s, violen con sordino en pizzicatobas, mondt uit in een donker gekleurd ‘Qui tollis’-koor, in een langzaam tempo, zonder dempers of pizzicato, als uitdrukking van de smeekbede om erbarmen vanwege de zondigheid van de mens. In de verdere solodelen valt vooral
‘Quoniam tu solus sanctus op’, in de bij Bach unieke bezetting van bas, hoorn, twee fagotten en basso continuo – een uniciteit ingegeven door het woord ‘solus’ (‘alleen’), dat driemaal voortkomt, met de hoorn als symbool voor de goddelijke majesteit?
— Ignace Bossuyt
‘Opvallend is dat Bach delen uit tot wel 35 jaar eerder gecomponeerde cantates herwerkte, een toen alom beproefde praktijk die hij
geregeld toepaste.’
— 7 —
20 JAN 2022
19 JAN 2022
WO 19 JAN 2022
CREATIEOPDRACHT CONCERTGEBOUW
Robin Verheyen Quartet
The Bach Riddles
DO 20 JAN 2022
The Goldberg Variations
Platform–K / Michiel Vandevelde / Philippe Thuriot
20.00 Kamermuziekzaal
—
Robin Verheyen: saxofoon Benoît Delbecq: piano
Clemens van der Feen: contrabas Toma Gouband: percussie
—
Robin Verheyen (1983) The Bach Riddles (2016)
—
In samenwerking met KAAP Met de steun van
The Bach Riddles ging tijdens Bach Academie Brugge 2017 in première, werd in juni 2018 opgenomen in De Singel en afgewerkt in de loop van 2019. De release van het album – een suite in elf stukken – via W.E.R.F. Records gebeurde uiteindelijk in september 2021.
‘De saxofonist en componist [Robin Verheyen] heeft de partijen van Bach niet gekopieerd of er zomaar iets bij gecomponeerd, maar het origineel een update gegeven en de linken met hedendaagse en geïmproviseerde muziek gelegd die een visionair als Bach nu misschien ook gelegd zou hebben.
Het vertrekpunt is het avontuurlijke kamermuziekensemble dat hij samenstelde, met sax, prepared piano – waarbij de snaren zijn ‘versterkt’ met allerlei voorwerpen - percussie en contrabas. ‘Ik heb muzikanten gevraagd die een band met Bach hadden en iets aan zijn muziek konden toevoegen.’ (…)
‘In de tijd van Bach zou deze combinatie een cultuurschok geweest zijn. Maar de grootste muzikanten zijn in mijn ogen ook het meest open-minded. Dus ik zou verwachten dat Bach eerder gefascineerd zou zijn (..)’ Verheyen ziet het als zijn taak om muziektradities uit het verleden met het heden te verbinden en daar zijn persoonlijk product uit te distilleren. ‘Genres lopen voor mij door elkaar. Ik heb nooit gehouden van de academische benadering van muziek (…).’
— uit een interview met Robin Verheyen door Tom Peeters in De Tijd, 22 september 2021
JAZZ
19.15 inleiding door De Zendelingen 20.00 Koninklijke Stadsschouwburg
—
Michiel Vandevelde: choreografie Oskar Stalpaert, Michiel Vandevelde &
Audrey Merilus: dans
Philippe Thuriot: accordeon & compositie Kristof van Baarle: dramaturgie
Michiel Vandevelde & Tom Callemin:
scenografie
Tutia Schaad: kostuums
—
Johann Sebastian Bach (1685-1750) Goldbergvariaties (arr. Philippe Thuriot)
—
In samenwerking met Cultuurcentrum Brugge
DANS
22 JAN 2022
KAMERMUZIEK
ZA 22 JAN 2022
Christine Busch, Alexis Kossenko, Ageet Zweistra & Maude Gratton
Bach. Musikalisches Opfer
15.30 Kamermuziekzaal
—
Christine Busch: viool Alexis Kossenko: fluit Ageet Zweistra: cello Maude Gratton: klavecimbel
—
Johann Sebastian Bach (1685-1750) Musikalisches Opfer, BWV1079 (selectie)
Meesterschap & moderniteit
Johann Sebastian Bach is 62 als hij in 1747 een reis naar Potsdam en Berlijn onderneemt die hem als musicus niets minder dan ultieme erkenning oplevert. Alle kranten van Leipzig tot Frankfurt berichtten over de ontvangst van de ‘oude’ Bach in het stadspaleis van de jonge Pruisische koning Frederik de Grote.
Als gepassioneerde muziekliefhebber en begenadigd fluitist daagde die Bach uit om te improviseren op een ‘koninklijk’ thema. Bach verblufte de aanwezigen ter plekke door zijn spel en beloofde de vorst het thema verder op papier uit te werken tot een volwaardige fuga met zes stemmen. Maar hij ging nog een stap verder en breidde de oorspronkelijke improvisatie uit tot een heuse meerdelige compositie onder de titel Musikalisches Opfer, BWV1079. Drie genres komen aan bod: fuga, canon en sonate. Twee fuga’s voor klavecimbel in strenge oude stijl betitelt Bach als ‘ricercar’
(‘zoeken’). Tien canonische stukken leveren bewijs van zijn contrapuntische inventiviteit.
Als toegift aan de fluitspelende koning voegt Bach ten slotte een vierdelige triosonate toe.
Misschien was Frederik geflatteerd door de allusies op de empfindsame Berlijnse stijl in de sonate? Of misschien was hij beledigd door de allesbehalve eenvoudige fluitpartij die Bach hem had toebedeeld? Wat er ook van zij, door de briljante vervlechting van strikte archaïsche technieken en moderne vrije vormen – zoals dat ook in de h-Moll Messe het geval zou zijn – geeft de ‘oude’
Bach eens te meer blijk van een verbluffend compositorische meesterschap en verfrissende moderniteit.
— Jens Van Durme
Zonder klavecimbel
Bachs interesse voor de traversfluit valt hoe dan ook samen met een bepalende evolutie: vanaf het midden van de barok en onder invloed van virtuozen als Quantz in Duitsland en Hottetere in Frankrijk verdween namelijk de blokfluit geleidelijk aan van het toneel ten voordele van de traverso.
Zowel technisch als expressief bleek het een veel groter potentieel te hebben dat Bach ten volle exploreert in zijn fluitsonates.
BWV1030 is Bachs meest uitgebreide en ambitieuze fluitsonate. Ze dateert van toen Bach in Leipzig als leider van het Collegium Musicum wekelijks concerten verzorgde in het beroemde Café Zimmermann. De musici gebruiken een kopie van een Silbermann, een piano die Bach zeker heeft gekend en wellicht ook bewonderd. Zo nemen ze de vrijheid om de vraag te stellen: “Hoe zou Bach in een wereld zonder klavecimbel zijn fluitsonates hebben gespeeld?”
Naast Bach klinken drie werken van de Amerikaanse minimalist Philip Glass.
Façades was oorspronkelijk bedoeld als onderdeel van de soundtrack voor de legendarische film Koyaanisqatsi, wanneer op het scherm een kalm Wall Street op zondagochtend te zien is. De Etudes voor piano schreef Glass in 1994 voor dirigent en pianist Dennis Russell Davies, die als een van de weinigen Glass’ muziek aanvankelijk in het openbaar uitvoerde, naast de componist zelf.
— Jens Van Durme & Albert Edelman ZA 22 JAN 2022
Toshiyuki Shibata &
Anthony Romaniuk
Bach & Glass
11.00 Kamermuziekzaal
—
Toshiyuki Shibata: traverso
Anthony Romaniuk: fortepiano, piano
—
Johann Sebastian Bach (1685-1750) Fantasie op een sarabande (naar Bachs Fluitpartita, BWV1013)
Fluitsonate in C, BWV1033
• Andante – Presto
• Allegro
• Adagio
• Menuet I & II
Fluitsonate in b, BWV1030
• Andante
• Largo e dolce
• Presto
Philip Glass (1937) Façades (1981)
Etudes voor piano nr.2 en 5 (1994) en improvisaties
De precieze volgorde van de werken wordt door de uitvoerders bekendgemaakt tijdens het concert.
22 JAN 2022
KAMERMUZIEK
23 JAN 2022
opstanding uit de doden, of in Werde munter, meine Gemüte waarin Gods goedheid wordt geprezen. De toegevoegde snel dalende lijn aan het slot van Herr Gott, nun schleuß den Himmel auf illustreert de laatste verzen van de eerste koraalstrofe: ‘zend mij naar de eeuwige rust’. Het koraal Aus tiefer Not schrei ich zu dir, een smeekbede om erbarmen, eindigt met een nadrukkelijk voorgeschreven vertraging, waarbij de bovenstem een dalende secunde herhaalt die toen bekend stond als ‘Seufzer’, de zuchtfiguur die hier het verdriet van de zondaar uitdrukt.
Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen, het lied over Jezus’ passie, is gekruid met chromatiek, vooral bij het begin en aan het slot, de typische melodische gang in halve tonen, hét muzikaal symbool bij uitstek van lijden en dood.
Wat deze koraalpreludes zo boeiend maakt, is de veelzijdigheid waarmee Bach de bewerking van de melodieën aanpakt: met het koraal soms duidelijk herkenbaar in de bovenstem (Das alte Jahr vergangen ist, O Jesu, wie ist dein Gestalt, Als Jesus Christus in der Nacht), verhuizend van de ene stem naar de andere (Wir glauben all einen Gott, Nun laßt uns den Leib begraben), of rijkelijk versierd (Du Friedefürst, Herr Jesu Christ).
Vrije fantasie gaat gepaard met een strenge,
meer contrapuntische aanpak, vaak in één koraal, zoals in Als Jesus in der Nacht: na de gelijkmatige, plechtige voordracht van het koraal volgt een levendige, virtuoze variatie.
De jeugdige componist demonstreert met overtuiging zijn beheersing van alle technieken en texturen – en van zijn gevoel voor de weergave van het passende affect:
van melancholisch en meditatief tot jubelend en exuberant.
— Ignace Bossuyt ZO 23 JAN 2022
Benjamin Alard &
Gerlinde Sämann
Bach. Neumeisterkoralen
11.00 OLV-van-Blindekenskapel
—
Benjamin Alard: orgel Gerlinde Sämann: sopraan
—
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
• Das alte Jahr vergangen ist, BWV1091
• Herr Gott, nun schleuss den Himmel auf, BWV1092
• Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen, BWV1093
• O, Jesu wie ist dein Gestalt, BWV1094
• Aus tiefer Not schrei ich zu dir, BWV1099
• Wir glauben all einen Gott, BWV1098
• Lamm Gottes unschuldig, BWV1095
• Du Friedefürst, Herr Jesu Christ, BWV1102
• Jesu meine Freude, BWV1105
• Gott ist mein Heil, mein Hilf und Trost, BWV1106
• Als Jesus Christus in der Nacht, BWV1108
• Nun lasset uns den Leib begraben, BWV1111
• Herzlich lieb hab ich dich, o Herr, BWV1115
• Werde Munter, mein Gemüte, BWV1118
Bach in de leer
In Bachherdenkingsjaar 1985 deden enkele musicologen een fenomenale ontdekking:
in een laat-18e-eeuws handschrift, bewaard in de Yale University in New Haven, bleken op naam van Johann Sebastian Bach 38 koraalbewerkingen voor orgel te staan, waarvan de meeste unica. De samensteller van het handschrift was de Thüringse organist Johann Georg Neumeister, vandaar de benaming ‘Neumeisterkoralen’ voor de collectie van 82 werken, die verder vooral nog orgelkoralen bevat van andere leden van de Bachfamilie. Deze fascinerende werkjes behoren tot de vroegste productie van Bach.
Een aantal stamt mogelijk uit zijn leertijd bij zijn oudere broer bij wie hij tussen 1695 en 1700 verbleef na het overlijden van zijn beide ouders.
Koraalbewerkingen voor orgel dienden vaak als inleiding voor de gemeenschapszang van het lied. De melodie werd op de meest uiteenlopende wijze voorgesteld: soms ongewijzigd in de bovenstem, met een eenvoudige harmonisatie, maar vaker meer kunstvaardig door toevoeging van versieringen, imitatieve verwerking waarbij de ene stem de melodie van de andere overneemt, of ook virtuoos omspeeld, soms op het improvisatorische af. Opvallend is vooral de neiging om de inhoud van de koraaltekst muzikaal te expliciteren, wat Bach in latere collecties, zoals het Orgelbüchlein, nog zal intensifiëren. Zo staat een wisseling van een twee- naar een drieledig metrum in verband met uitingen van vreugde, zoals in Nun lasset uns den Leib begraben, waar de tekst refereert aan de
23 JAN 2022
KLAVIER VOCAAL
‘Wat deze
koraalpreludes zo
boeiend maakt, is
de veelzijdigheid
waarmee Bach de
bewerking van de
melodieën aanpakt.’
23 JAN 2022
KAMERMUZIEK
ZO 23 JAN 2022
Ensemble Stravaganza
Bach, Buxtehude & Reincken
14.00 Kamermuziekzaal
—
Ensemble Stravaganza:
Domitille Gilon & Anthony Marini: viool Robin Pharo: viola da gamba
Pierre Rinderknecht: teorbe & gitaar Brice Sailly: orgel
Thomas Soltani: klavecimbel
—
Johann Theile (1646-1724) Sonata duplex a 3 (1691)
Dieterich Buxtehude (1637-1707)
Sonate voor twee violen, viola da gamba en basso continuo, BuxWV266
• Adagio – Allegro – Adagio
• Solo – Allegro
• Adagio – Allegro – Adagio – Presto – Adagio – Lento
Philipp Heinrich Erlebach (1657-1714) Sonate 5 voor viool, viola da gamba en basso continuo (1694)
• Adagio
• Allegro
• Adagio
• Sarabande
• Gigue
Dieterich Buxtehude (1637-1707)
Sonate voor twee violen, viola da gamba en basso continuo, BuxWV271
• Allegro
• Solo: Adagio – Allegro - Allegro / Adagio à 3
• Allegro
• Solo: Adagio – Allegro
• Allegro
Johann Adam Reincken (1643-1722) Hortus Musicus IV in d (1687)
• Sonata 16ta
• Allemand 17ma
• Courant 18va
• Saraband 19ma
• Gigue 20ma
—
Dit concert wordt opgenomen door Klara en uitgezonden in Klara Live op
woensdag 23.02.2022. Bedankt voor het vermijden van storende geluiden – ook tussen de delen.
23 JAN 2022
Stylus phantasticus
Het pronkstuk van de instrumentale muziek in de barok voor een of meerdere solisten met basso continuo is de sonate voor strijkers. Voor viool en – vooral in Duitsland – viola da gamba, of voor een combinatie van beide instrumententypes, met als resultaat een zeer verfijnd en origineel koloriet: de meer extroverte, glansrijke vioolklank samen met de meer introverte, ietwat nasale sound van de gamba. Naast de combinatie van viool en viola da gamba, een bezetting die in Duitsland vooral in de laatste decennia van de 17e eeuw een opmerkelijke bloei kende, valt in deze werken vooral ook de vermenging van sonate en suite op. Hierbij worden abstracte, met tempoaanduidingen als adagio, andante en allegro aangegeven delen, eigen aan de sonate, vaak
samengebracht met de toen courante dansen, typisch voor de suite. Kenmerkend voor de hele 17e eeuw is het ontbreken van gestandaardiseerde vormen: het aantal delen varieert en binnen elk deel komen er vaak constant tempowisselingen voor.
Voorbeelden van de combinatie van sonate en suite zijn de werken van Johann Adam Reincken en Philipp Heinrich Erlebach. De zes composities in Reinckens uitgave van 1687, met als titel Hortus Musicus (Muzikale Tuin) beginnen alle met een sonate, waarop een suite volgt met de toen vier ‘klassieke’
barokdansen allemande, courante, sarabande en gigue, die onderling perfect contrasteren qua tempo en metrum. De inleidende sonate behoort tot het vroege type, waarin verschillende tempi elkaar binnen één enkel deel opvolgen: op een expressief langzaam adagio volgt een snel, ritmisch stuwend allegro, en dan een prachtig adagio, eerst voor vioolsolo, dan voor viola gamba. Typisch Duits, zoals ook in de sonate van Erlebach, is het dialogerend spel tussen de verschillende partners, die elk hun zelfstandige rol spelen.
Nog tot op het einde van de 17e eeuw komt de eendelige sonate voor, in een vaak
onvoorspelbare opeenvolging van korte contrasterende deeltjes, zoals bij Johann Theile. Dietrich Buxtehude drijft de grilligheid van de typisch Noord-Duitse zogenaamde stylus phantasticus ten top, niet alleen in zijn orgelwerk, maar ook in zijn sonates.
Streng contrapunt gaat hand in hand met adembenemende improvisatorische solopassages. Buxtehude exploiteert bovendien op fascinerende wijze zowel de lyrische als de dramatische kwaliteiten van elk instrument.
De tijd dat deze getalenteerde componisten uit de 17e eeuw werden afgedaan als louter
‘voorlopers van Johann Sebastian Bach’
is definitief voorbij. Ze worden nu terecht op hun eigen waarde geschat, zoals in hun tijd ook door Bach zelf, die zowel Reincken als Buxtehude persoonlijk heeft ontmoet.
Buxtehude was zijn idool: in 1707 zocht hij hem als twintigjarige op in Lübeck. Reincken van zijn kant bewonderde de jonge Bach om zijn geniale improvisaties. Bachs werk is ondenkbaar zonder zijn Duitse voorgangers:
van kindsbeen af koesterde hij hun knappe werkstukken, hij kopieerde en imiteerde ze en met hun composities als fundament ontplooide zich zijn genie tot de gekende absolute hoogte, als briljante synthese van de toenmalige West-Europese muziek.
— Ignace Bossuyt
‘Naast de combinatie
van viool en viola da
gamba, valt in deze
werken vooral ook
de vermenging van
sonate en suite op.’
23 JAN 2022
Stile avanguardista
‘Het idee voor dit programma ontstond toen ik me realiseerde dat een groep Italiaanse kunstenaars in de tweede helft van de 20e eeuw mijn impuls deelde om ‘de gedachtegangen te traceren die punten vastleggen en verbinden die ver uit elkaar liggen in plaats en tijd’, zoals Italo Calvino schreef in 1985. Er is een paradox inherent aan die periode: componisten als Berio, Castiglioni en de jongere Sciarrino stonden voor moderniteit, maar waren tegelijkertijd geobsedeerd door de muziek van het verleden. Hoewel het zaadje van dit historisch delicate muzikaal modernisme wellicht onbedoeld een generatie eerder werd geplant door Mussolini, overstijgen de muziek en literatuur van deze opmerkelijke groep kunstenaars die oorsprong.
KAMERMUZIEK
17.00 Kamermuziekzaal
—
Elicia Silverstein: viool
—
Johann Sebastian Bach (1685-1750) Vioolsonate nr. 1 in g, BWV1001
Heinrich Ignaz Franz von Biber (1644-1704) Passacaglia uit Rozenkranssonates
Salvatore Sciarrino (1947) Capriccio nr. 2
Antonio Maria Montanari (1676-1737) Giga senza basso
Luciano Berio (1925-2003) Sequenza VIII
Johann Sebastian Bach (1685-1750) Ciaccona uit Partita nr. 2 in d, BWV1004
ZO 23 JAN 2022
Elicia Silverstein
Bach, Biber, Berio & Sciarrino
23 JAN 2022
Ik heb lang gewerkt op de verbanden tussen deze Italiaanse avantgardisten en de stylus phantasticus van de 17e eeuw.
Door juist die structuren, speciale effecten, ritmische motieven en technieken van variatie, imitatie en dissonantie die deze 17e-eeuwse werken zo radicaal maakten te lenen en aan te passen, trokken de 20e-eeuwse componisten verbanden met hun muzikale voorouders die de grens tussen oud en nieuw doet verdwijnen.
Mijn favoriete momenten in dit programma zijn de overgangen. Het mysterieuze piano aan het einde van Bibers Passacaglia
‘Ik wil echt het
contactpunt worden tussen de componist, de muziek en de luisteraar. Precies waar de historische uitvoeringspraktijk om draait.’
luidt zo perfect de delicate magie van Sciarrino’s Capriccio in. Berio’s Sequenza, rond twee noten A en B en opgebouwd als een chaconne, wordt onvermijdelijk een eerbetoon aan dat muzikale
hoogtepunt, de Ciaccona uit Bachs Partita, waar – historisch – verleden, heden en toekomst naast elkaar bestaan.’
— Elicia Silverstein, bewerkt uit de toelichting bij haar cd The Dreams
& Fables I Fashion
© Axel Bernstorff
VOOR(UIT)LOPERS
Collegium Vocale Gent
koor
sopraan 1 Dorothee Mields Chiyuki Okamura Magdalena Podkościelna
sopraan 2 Margot Oitzinger Hannah Ely Annelies Brants
countertenor Alex Potter Cécile Pilorger Alexander Schneider Bart Uvyn
tenor Guy Cutting Peter Di-Toro Stephan Gähler Johannes Gaubitz
bas Peter Kooij Philipp Kaven Julian Millán Bart Vandewege
orkest
eerste viool Christine Busch Maria Roca Paul Bialek
tweede viool Dietlind Mayer Adrian Chamorro Marieke Bouche
altviool Deirdre Dowling Kaat De Cock
cello
Ageet Zweistra Harm-Jan Schwitters
contrabas Miriam Shalinsky
orgel
Maude Gratton
traverso Patrick Beuckels Katrien Gaelens
hobo Jasu Moisio Taka Kitazato Nathalie Petibon
fagot
Julien Debordes Andrià Sanchez Calonge
hoorn Bart Cuypers
tromba Sander Kintaert Elena Torres Yorick Roscam
pauken David Dewaste
VOOR(UIT)LOPERS
Canaletto, Frauenkirche (1749-50), brandpunt van Dresden, de barokstad van Friedrich August I
Collegium Vocale Gent (BE) werd 50 jaar geleden opgericht door Philippe Herreweghe.
Het was een van de eerste ensembles die de nieuwe inzichten over de uitvoering van barokmuziek toepasten op de vocale muziek. Voor elk project verzamelt Collegium Vocale Gent de optimale bezetting,
waardoor het een breed repertoire kan uitvoeren, van renaissancepolyfonie tot hedendaagse muziek. Barokmuziek, meer bepaald het oeuvre van Johann Sebastian Bach, staat centraal in de concertkalender van het ensemble.
Ondertussen maakten ze tientallen opnames met renaissancepolyfonie, barokmuziek, klassieke en romantische oratoria en hedendaagse muziek. Het ensemble en zijn dirigent zijn de centrale gasten op de jaarlijkse Bach Academie Brugge in januari.
Philippe Herreweghe (BE) profileerde zich met Collegium Vocale Gent, La Chapelle Royale en Ensemble Vocal Européen als specialist van renaissance- en barokmuziek.
Zijn levendige, diepgaande en retorische aanpak van dit repertoire wordt alom geprezen. Met het Orchestre des Champs- Elysées legt hij zich sinds 1991 ook toe op het klassieke en romantische repertoire.
Sinds 1997 is hij vaste gastdirigent van het Antwerp Symphony Orchestra, met een focus op een verfrissende lezing van (pre-) romantische muziek. Enige jaren geleden richtte hij het platenlabel Phi op, dat cd’s uitbrengt met zeer divers repertoire van Collegium Vocale Gent, het Orchestre des Champs-Elysées, het Antwerp Symphony Orchestra en verschillende bevriende ensembles en solisten. In 2010 ontving de dirigent de prestigieuze Bachmedaille van de stad Leipzig.
Benjamin Alard (FR) viel tijdens het concours van het MA Festival in 2004 op met zijn Bach-interpretatie. Sindsdien groeide hij uit tot een van Frankrijks meest gevraagde klavecimbel- en orgelspelers, onder meer op zijn ‘eigen’ orgel van de Parijse Saint-Louis-en l’Île. Bij Harmonia Mundi werkt hij aan een integrale opname van alle Bachwerken voor klavier. Ook de carrière van Gerlinde Sämann (DE) is onlosmakelijk verbonden met de muziek van Bach, terwijl ze daarnaast geregeld te horen is in het liedrepertoire en hedendaags muziektheater. Ze staat bovendien mee aan de basis van het ensemble VocaMe.
Wim Berteloot (BE) is stadsbeiaardier van Brugge, waar hij eerst een aantal jaren Frank Deleu assisteerde. Hij studeerde aan het Conservatorium van Gent en de Beiaardschool Jef Denyn en heeft momenteel de leiding over het mannenkoor De Kerels. Hij schrijft geregeld muziek voor koor en voor beiaard.
Christine Busch (DE) is als aanvoerder van het orkest van Collegium Vocale Gent, maar ook met onder meer haar eigen Salagon Quartet een graag geziene gast in het Concertgebouw. Haar interpretatie van Bachs muziek voor viool solo verscheen op het label Phi (Outhere Music). Alexis Kossenko (FR) geniet een stevige reputatie als fluitspeler en kamermuzikant, maar ook als dirigent van Les Ambassadeurs, met wie hij tweemaal in Brugge te zien was met sopraan Sabine Devieilhe. Het ensemble fuseerde inmiddels met La Grande Ecurie in Tourcoing. Ageet Zweistra (NL) studeerde bij Anner Bijlsma in Den Haag en groeide uit tot een spil in het orkest van Collegium Vocale Gent en het Orchestre des Champs-Elysées. Verder is ze onder meer te horen bij Le Banquet Céleste en haar eigen Edding Kwartet. Maude Gratton (FR) ten slotte was eveneens al vaak te horen
BIOGRAFIEËN
Biografieën
in Brugge, onder meer in een schitterend orgelrecital in de Blindekenskapel. Met haar eigen ensemble Il Convito verkent ze het repertoire van Mozart, Haydn, Carl Philip Emanuel Bach en tijdgenoten.Guy Cutting (UK) studeerde aan New College, Oxford, waar hij zich concentreerde op het werk met vocale ensembles. Hij won de Jeffrey Thomas Award van de American Bach Soloists en was tot vorig seizoen een ‘rising star’ bij het Orchestra of the Age of Enlightenment. Naast zijn solo- en ensemblewerk bij tal van prominente ensembles is hij lid van het Damask Vocal Quartet, gespecialiseerd in kamerrepertoire van de 19e en 20e eeuw.
De bas Peter Kooij (NL) begon zijn carrière op zesjarige leeftijd als solist in een jongenskoor. Ruim tien jaar later studeerde hij zang aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium. Zijn repertoire omvat muziek van Heinrich Schütz tot Kurt Weill. Hij nam al meer dan 100 cd’s op, waaronder de integrale Bach- cantates met het Bach Collegium Japan onder leiding van Masaaki Suzuki.
De 17e en 18e eeuw spelen een hoofdrol in het muzikale repertoire van sopraan Dorothee Mields (DE). Met haar feilloze techniek en etherische klank is ze ook een ideale vertolker van hedendaags repertoire. Ze is te horen op tal van cd’s, onder meer met Collegium Vocale Gent, Lautten Compagney Berlin, Hille Perl en Stefan Temmingh.
Margot Oitzinger (AT) studeerde in Graz en volgde masterclasses bij onder meer Emma Kirkby en Peter Kooij voordat ze aan een bloeiende carrière begon, vooral in het oratorium- en operarepertoire van de barok. Zo was ze onder meer te horen bij Bach Collegium Japan, Concerto Copenhagen, Sette Voci, het Dunedin Consort, en het Orkest van de Achttiende Eeuw, waar ze te zien was in een productie van Monteverdi’s Ritorno d’Ulisse in patria.
Countertenor Alex Potter (UK) is een veelgevraagd vertolker van 17e- en 18e-eeuwse muziek. Geprezen als een
‘rijzende ster van de countertenorwereld’
trad Potter als solist op met ensembles zoals het Stuttgart Symphony Orchestra, de Holst Singers en Collegium Vocale Gent. Hij is ook op tal van cd’s te horen, waaronder een opname van Bachs h-Moll Messe met Concerto Copenhagen en Lars Urik Mortensen.
Toshiyuki Shibata (JP) studeerde in Japan, de Verenigde Staten en België en combineert een carrière in Europa met tal van optredens in zijn geboorteland. Als traversospeler richt hij zich met name op barokmuziek, maar daarnaast is hij zeer geïnteresseerd in hedendaags repertoire.
Zo vindt hij een ideale muzikale partner in de immer nieuwsgierige Anthony Romaniuk (AU), die nog tijdens het afgelopen MA Festival in Brugge te horen was met zijn multiklavierproject Bells. Samen namen ze afgelopen zomer Bachs fluitsonates op met een Silbermann-pianoforte, een opname die onlangs verscheen bij Outhere Music.
Elicia Silverstein (US) is een muzikant in hart en nieren, die zich niet gemakkelijk in een hokje laat duwen. Haar fascinatie voor oude muziek vertaalde zich in een onderzoekersbeurs naar de links tussen de Italiaanse avant-garde van de 20e eeuw en barokmuziek, en later naar haar opname The Dreams & Fables I Fashion. De komende maanden is ze onder meer te horen als solist in Mendelssohns Vioolconcerto.
Ensemble Stravaganza (FR), geleid door Domitille Gilon en Thomas Soltani, werd gelauwerd tijdens de Premio Bonporti en het Van Wassenaer-concours en ontwikkelde sindsdien een drukke concertkalender vol Europese oude- muziekfestivals, waaronder dat van Brugge.
Hun cd’s verschijnen op het label Muso (Harmonia Mundi) en omvatten onder meer een opname van het Bach Academie- programma onder de titel Abendmusiken.
BIOGRAFIEËN
vr 04 — zo 06 mrt 2022
GEORG FRIEDRICH HÄNDEL
Il trionfo del Tempo e del Disinganno
vr 13 — zo 15 mei 2022
JOHN DOWLAND
Lachrimae, or Seaven Teares
wo 25 mei — zo 29 mei 2022
GUILLAUME DUFAY
Missa L’homme armé
Stadsplan
TOPSTUK—
WEKEN
markt
‘T ZAND
VLAMINGSTR. VLAM
ING STR.
VLA MIN
GDA M WERFSTRAAT
ST. JORISSTRAAT
PHILIP- STOCKSTR.
GELDMUNDSTRAAT
KUIPERSSTRAAT
STEENSTRAAT
ZUIDZANDSTRAAT SMEDENSTRAAT
ZEV
EN
STERR ESTR.
HO
EFIJZER LAAN
BOEVERIESTR.
GOEZEPUTSTRAAT NOORDZANDSTRAAT
DIJVER WO
LLES TRAAT
GRUUTHUSESTR. OUDE BURG N 31
A 10 E 40 E 403
E 17
STATION PAA
LSTRAA
T
KA MM AKER
SSTRA AT KREU
PE LEN STRA AT
MAGDALENAZAAL
02
03
04
Concertgebouw (Concertzaal,
Kamermuziekzaal, Forum 6)
‘t Zand 34 8000 Brugge
Koninklijke Stadsschouwburg Vlamingstraat 29
8000 Brugge
OLV-van-Blindekenskapel Kreupelenstraat 8
8000 Brugge Belfort Markt 8000 Brugge
STADSPLAN
topstukweken.be
XX JAN 2020
GENRE
Laat weten wat je van het concert vond op
ConcertgebouwBrugge
@concertgebouwbr
info & tickets +32 70 22 12 12 — In&Uit: ‘t Zand 34, Brugge
concertgebouw.be
V.U. Katrien Van Eeckhoutte, 't Zand 34, Brugge
In de kijker
GOLD 2022
Brugse stemmen uit de renaissance
WOENSDAG – ZONDAG
Concertgebouw en diverse locaties in de stad
25 – 29 MEI 2022
GOLD verbindt het mooiste uit de Brugse Gouden Eeuw: de fascinerende stadsgeschiedenis, het onroerend erfgoed, de kunstschatten en bovenal de muziek. De tweede festivaleditie duikt in de verbazende, detective-waardige geschiedenis van het op en top Brugse Lucca Choirbook en (culturele) relaties tussen Brugge en Italië.
© Peter De Bruyne
20 jaar Concertgebouw
Feest mee
ZONDAG – ZONDAG
Concertgebouw
13 – 27 FEB 2022
Op 20 februari 2002 om 20.02 verklaarden we het Concertgebouw voor geopend.
20 jaar later vieren we feest, met de wereldpremière van Mystery Sonatas / For Rosa op Bibers Mysteriesonates door huisartiest Rosas, een prentenboek voor families en nieuwe videokunst van David Claerbout.