Leerdoelen Rubric [ niveau] [vak] [ Hoofdstuk/thema]
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is de leerling in staat om:
(cognitieve leerdoelen vanuit docent geschreven)
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
( Cognitieve leerdoelen vanuit leerling geschreven) 1 Arm en rijk in Nigeria
1.1
Antwoord geven op de vraag in welk opzicht Nigeria de reus van Afrika is.
2 Op een topografische kaart de belangrijkste steden, rivieren en zeeën van Nigeria benoemen.
3 De regionale verschillen in bnp per inwoner in Nigeria beschrijven en verklaren.
4 Vertellen welke godsdiensten de Nigerianen hebben.
5 De verschillende klimaten in Nigeria beschrijven
6 Uitleggen aan de hand van de klimaten welke gebieden in Nigeria geschikt en minder geschikt zijn voor landbouw.
7 1.2
De armoede in Nigeria beschrijven aan de hand van de basisbehoeften 8 Uitleggen waardoor er in Nigeria niet altijd voedselzekerheid is.
9 Twee vormen van ondervoeding beschrijven.
10 Aangeven wat de belangrijkste ziekten zijn in Nigeria.
11 Regionale verschillen beschrijven en verklaren.
12 1.3
Uitleggen waarom veel Nigerianen onvoldoende inkomen hebben.
13 Vertellen wat de belangrijkste sectoren zijn waarin de Nigerianen werken.
14 Gevolgen noemen van het geldtekort in de gezondheidszorg en het onderwijs.
15 Het verband uitleggen tussen geweld, armoede en honger.
16 Het verband uitleggen tussen droogte armoede en honger.
17 1.4
Uitleggen wat vrije handel is
18 De belangrijkste import- en exportproducten van Nigeria noemen.
19 Voor- en Nadelen geven van vrije handel voor Nigeria.
20 Uitleggen waardoor de olieprijs kan stijgen en dalen en de gevolgen hiervan benoemen voor Nigeria.
21 Vier inkomstenbronnen van Nigeria noemen.
22 Armoede en rijkdom in de Verenigde Staten 2.1
De oorzaken van de groei en het verval van Detroit beschrijven en verklaren.
23 De woning- en bevolkingskenmerken van de arme en de rijke wijken van Detroit beschrijven en verklaren.
Leerdoelen Rubric [ niveau] [vak] [ Hoofdstuk/thema]
24 Uitleggen welke maatregelen in Detroit worden genomen om een gebied in verval weer tot leven te wekken.
25 2.2
Verschillende manieren om welvaart te meten.
26 De ongelijkheid van de inkomensverdeling over de bevolkingsgroepen in de Verenigde Staten beschrijven en verklaren.
27 De ongelijkheid van de inkomensverdeling over de verschillende staten beschrijven en verklaren.
28 Het effect van de globalisering op de lonen en de werkloosheid in de Verenigde Staten beschrijven en verklaren.
29 Uitleggen hoe je de Lorenzcurve moet aflezen.
30 De ligging van de belangrijkste steden, staten en wateren van de Verenigde Staten aangeven.
31 2.3
Weet welke delen van de Verenigde Staten geschikt zijn voor landbouw en welke niet.
32 Verklaren waarom de Amerikaanse landbouw zo veel produceert.
33 Verklaren op welke manier het Amerikaanse platteland is veranderd.
34 Aangeven welke plaats de Verenigde Staten inneemt in de wereldwijde handel.
35 2.4
Beschrijven uit welke landen veel mensen naar de Verenigde Staten willen verhuizen.
36 Beschrijven van en naar welke staten in de Verenigde Staten mensen verhuizen en je kunt uitleggen waarom ze dat doen.
37 Een eigen mening met behulp van argumenten vormen over de situatie aan de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico.
38 Arm en Rijk in Nederland 3.1
Arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom.
39 Arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan de bebouwingsdichtheid en de voorzieningen in een wijk.
40 Kenmerken geven van mensen in arme en rijke wijken in Nederland.
41 Voorbeelden geven van arme en rijke wijken in je eigen omgeving.
42 3.2
Aangeven wat opleidingsniveau en structurele werkloosheid met elkaar te maken hebben.
43 Uitleggen waarom de integratie van niet westerse allochtonen in oude arbeiderswijken moeizaam verloopt.
44 Uitleggen wat sociale cohesie en sociale onveiligheid met elkaar te maken hebben.
45 Uitleggen waarom mensen in achterstandswijken vaak een ongezonde leefstijl hebben.
46 Vertellen wat de gevolgen zijn van een ongezonde leefstijl.
47 3.3
Uitleggen dat armoede in Nederland vooral te maken heeft met een vergelijking met andere landen 48 Uitleggen wat het gevolg is van de open grenzen van de Europese Unie voor bedrijven die mensen
Leerdoelen Rubric [ niveau] [vak] [ Hoofdstuk/thema]
zoeken die voor het minimumloon willen werken
49 Drie groepen mensen benoemen die moeilijk een vaste, veilige baan kunnen vinden 50 3.4
Het verschil uitleggen tussen sanering en renovatie.
51 Voorbeelden geven van manieren waarop een gemeente de inrichting van een wijk kan verbeteren.
52 Twee voorbeelden geven van manieren waarop de leefbaarheid in een wijk door armoedebeleid kan verbeteren.
53 Uitleggen voor welke leeftijdsgroep het erg belangrijk is om ondersteuning te krijgen om armoede goed tegen te gaan.
54 3.5
Uitleggen wat besteedbaar inkomen is.
55 Uitleggen wat de armoedegrens is.
56 Voorbeelden geven van rijke en arme gebieden in Nederland (provincies)
57 Uitleggen welk mensen van landelijke naar stedelijke gebieden verhuizen en waarom ze dat doen.
58 Uitleggen wat de gevolgen zijn van de trek naar de stad voor de leeftijdsopbouw en het gemiddelde inkomen van de mensen die achterblijven.
59 Uitleggen wat sociaaleconomische status is en wat dit te maken heeft met leefstijl en levensverwachting.
60 Positieve kenmerken noemen van het wonen op het platteland, die laten zien dat je voorzichtig moet zijn met het trekken van conclusies over arm en rijk als je alleen maar naar inkomen kijkt.
61 Casus Ogoni C.1
Beschrijven waar de Ogoni wonen en waarvan ze leven.
62 De gevolgen beschrijven van de olie industrie in Ogoniland voor de welvaart, de gezondheid en de voedselsituatie van de Ogoni.
63 Beschrijven welke rode oliemaatschappij Shell en de Ogoni zelf spelen bij de lekkages van de pijpleidingen.
64 Beschrijven en verklaren wat armoede, honger en ziekte met elkaar te maken hebben.
65 C.2
Uitleggen wat armoede gerelateerde en omgeving gerelateerde ziekten zijn en waarom de verschillende soorten ziekten bij de Ogoni voorkomen.
66 Beschrijven wat de gevolgen van de olie industrie zijn voor de gezondheid van de Ogoni.
67 C.3
Uitleggen wat het verschil is tussen ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking.
68 Drie soorten ontwikkelingshulp beschrijven
69 Uitleggen waarom Nederland de Nigeriaanse overheid niet steunt.
70 Je mening over het oplossen van de problemen in Ogoniland uitleggen met argumenten.
Leerdoelen Rubric [ niveau] [vak] [ Hoofdstuk/thema]
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is de leerling in staat om:
(vaardigheden vanuit docent geschreven)
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
( vaardigheden vanuit leerling geschreven)
1 Via de registers in de atlas de juiste kaarten op kunnen zoeken 2 Relevante informatie uit de atlaskaarten halen
3 Relevante informatie uit grafieken en diagrammen halen 4 Vanuit cijfers zelf grafieken en diagrammen opstellen 5
6 7 8
Leerdoelen Rubric VMBOT3 Aardrijkskunde Bronnen van energie.
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is de leerling in staat om:
(cognitieve leerdoelen vanuit docent geschreven)
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
( Cognitieve leerdoelen vanuit leerling geschreven) Energie in Nederland 1 Je kunt verschillende energiebronnen noemen.
2 Je kunt benoemen welke energiebronnen worden gerekend tot de fossiele energiebronnen.
3 Je kunt nadelen noemen van het gebruik van fossiele energiebronnen en je kunt voor- en nadelen beschrijven van het gebruik van kernenergie.
4 Je kunt beschrijven wat groene stroom is.
5 Je kunt voorbeelden noemen van duurzame energiebronnen en je kunt voor- en nadelen noemen van het gebruik van duurzame energiebronnen.
6 Je kunt opnoemen welke energiebronnen voor het opwekken van energie worden gebruikt.
7 Je kunt beschrijven waar energie wordt opgewekt.
8 Je kunt beschrijven wat fossiele energiebronnen zijn.
9 Je kunt drie voorbeelden van fossiele energiebronnen opnoemen.
10 Je kunt uitleggen hoe de stroom van een elektriciteitscentrale naar jouw huis (en stopcontact) wordt vervoerd.
11 Je kunt uitleggen wat uitputbare energiebronnen zijn.
12 Je kunt uitleggen wat vernieuwbare energiebronnen zijn.
13 Je kunt beschrijven wat het continentaal plat is en wat dit te maken heeft met energieproductie.
14 Je kunt het begrip duurzame energie beschrijven.
15 Je kunt minimaal drie duurzame energiebronnen opnoemen die wij in Nederland kunnen gebruiken.
16 Je kunt van deze verschillende duurzame energiebronnen een beperkingen en/of nadeel opnoemen.
17 Je kunt benoemen welke bron momenteel de grootste bijdrage levert aan het opwekken van duurzame energie en welke bronnen in de toekomst een grotere bijdrage moeten gaan leveren.
18 Je kunt beschrijven wat een waterkrachtcentrale is.
19 Je kunt uitleggen waarom er in ons land geen waterkrachtcentrales zijn.
20 Je kunt beschrijven waarom Nederland erg geschikt is voor het opwekken van windenergie.
21 Je kunt beschrijven wat de mogelijkheden zijn om zelf energie op te wekken met behulp van zonne- energie, bodemwarmte of een windmolen.
22 Je kunt aangeven hoe het zelf opwekken van energie gestimuleerd kan worden.
23 Je kunt twee beperkingen opnoemen voor het zelf opwekken van energie.
Leerdoelen Rubric VMBOT3 Aardrijkskunde Bronnen van energie.
24 Je kunt het begrip aardwarmte beschrijven.
Energie in Frankrijk 25 Je kunt de manier waarop in Nederland energie wordt opgewekt vergelijken met de manier waarop dat in Frankrijk gebeurt.
26 Je kunt beschrijven hoe de meeste elektriciteit in Nederland wordt opgewekt.
27 Je kunt beschrijven hoe de meeste elektriciteit in Frankrijk wordt opgewekt.
28 Je kunt beschrijven hoe het proces van energie opwekking in een kerncentrale in elkaar zit 29 Je kunt beschrijven wat grijze energie is.
30 Je kunt uitleggen waarom het aanbod van wind- en zonne-energie niet constant is.
31 Je kunt uitleggen waarom de vraag naar energie niet constant is.
32 Je kunt uitleggen hoe vraag en aanbod van gas en stroom met elkaar in evenwicht worden gebracht.
33 Je kunt uitleggen wat de gevaren zijn van het opwekken van kernenergie 34 Je kunt beschrijven wat de halfwaardetijd is.
35 Je kunt uitleggen wat aardolieraffinage is.
36 Je kunt beschrijven wat een terminal is.
37 Je kunt uitleggen wat horizonvervuiling is.
38 Je kunt uitleggen wat een geothermische centrale is.
39 Je kunt beschrijven waarom de uitstoot van roetdeeltjes slecht is voor de gezondheid.
Brazilië 40 Je kunt beschrijven welke verschillende energiebronnen er in Brazilië zijn en welke verschuivingen in het gebruik van die bronnen zijn opgetreden.
41 Je kunt opnoemen welke verschillende bronnen van energie er in Brazilië zijn (minimaal drie).
42 Je kunt uitleggen dat er verschuivingen in het gebruik van die bronnen zijn opgetreden en waarom die verschuivingen hebben plaatsgevonden.
43 Je kunt uitleggen wat de BRIC landen zijn en waarom ze bij elkaar horen.
44 Je kunt beschrijven wat een technopool is.
45 Je kunt uitleggen waarom de urbanisatiegraat zo hoog is.
46 Je kunt beschrijven waar de bevolkingsdichtheid in Brazilië het hoogst is.
47 Je kunt uitleggen wat suikerriet met het duurzaam produceren van energie te maken heeft.
48 Je kunt beschrijven waarom Brazilië zo veel hydro-elektriciteit kan produceren.
49 Je kunt benoemen wat favelas zijn
Je kunt beschrijven wat thermische centrales zijn
Leerdoelen Rubric VMBOT3 Aardrijkskunde Bronnen van energie.
Je kunt beschrijven wat een risico is bij het opwekken van hydro-elektriciteit als het gaat om de continuïteit.
Je kunt duidelijk maken wat de relatie is tussen oliepalmplantages en de biodiversiteit in Brazilië.
Je kunt beschrijven waarom het voor Brazilië goedkoper is om kernenergie te produceren dan in Nederland.
Je kunt beschrijven wat inundatie is en wat voor gevolgend dat kan hebben voor de (inheemse) bevolking en natuur.
Je kunt beschrijven wat kolonisatie is als het gaat om de Amazone.
Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van de ontbossing in de Amazone Je kunt beschrijven wat dagbouw is.
Je kunt uitleggen wat biodiversiteit is en de nadelige gevolgen hiervan beschrijven als het gaat om ontbossing.
Je kunt beschrijven wat de gevolgen van ontbossing zijn voor de inheemse bevolking en wat eraan gedaan wordt om deze mensen te beschermen
Leerdoelen Rubric VMBOT3 Aardrijkskunde Bronnen van energie.
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is de leerling in staat om:
(vaardigheden vanuit docent geschreven)
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
( vaardigheden vanuit leerling geschreven)
1 Via de registers in de atlas de juiste kaarten op kunnen zoeken
2 Relevante informatie uit de atlaskaarten halen
3 Relevante informatie uit grafieken en diagrammen halen
4 Vanuit cijfers zelf grafieken en diagrammen opstellen 5
6 7 8
Leerdoelen Rubric 3T Aardrijkskunde Grenzen aan de identiteit
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is de leerling in staat om:
(cognitieve leerdoelen vanuit docent geschreven)
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
( Cognitieve leerdoelen vanuit leerling geschreven) Grenzen aan de identiteit in Nederland 1
7.1
Uitleggen hoe je grenzen trekt tussen gebieden op basis van verschillende kenmerken
2 Uitleggen wat een natuurlijke grens is 3 Uitleggen wat een open grens is 4 Uitleggen wat een gesloten grens is
5 Het verschil uitleggen tussen een open en een gesloten grens 6 Minimaal twee voorbeelden geven van grenzen die verschuiven
7 Mensen met een eigen groepsidentiteit benoemen op basis van culturele en of sociaal economische kenmerken
8 Uitleggen waarom groepsidentiteit niet altijd iets te maken heeft met het gebied waar mensen wonen 9 Uitleggen waarom groepsidentiteit iets te maken heeft met het gebied waar mensen wonen
10 In een voorbeeld herkennen of je te maken hebt met insluiting of uitsluiting 11
7.2
Beschrijven uit welke landen het koninkrijk der Nederlanden bestaat
12 Uitleggen wat het betekend dat Nederland een soeverein land is 13 Uitleggen wat het territorium van Nederland is
14 Beschrijven waarom provincies en gemeenten bestuurlijke regio’s zijn
15 Ten minste vier voorbeelden geven van zaken waar provincies over beslissen en waar gemeenten over beslissen
16 Ten minste twee voorbeelden geven van manieren waarop je als burger invloed kunt uitoefenen op het bestuur in Nederland
17 7.3
Voorbeelden geven van lokalisme en regionalisme
18 Beschrijven bij welke lokale, regionale, nationale of andere identiteit jij je het meeste thuis voelt en waarom dat zo is
19 7.4
Ten minste drie voorbeelden beschrijven van open grenzen tussen Nederland en de buurlanden
20 Beschrijven wat een euregio is en wat deze doet
21 Een voorbeeld geven van een euregio waarbij Nederland bij betrokken is en wat deze doet 22
7.5
Uitleggen wat pluriformiteit in Nederland is en kan hier minimaal 2 voorbeelden van geven
23 Pluriformiteit in je eigen omgeving herkennen en hier ten minste twee voorbeelden van geven
Leerdoelen Rubric 3T Aardrijkskunde Grenzen aan de identiteit
24 Ten minste twee voorbeelden geven van sociale samenhang
25 Uitleggen waarom verminderde sociale samenhang kan leiden tot minder betrokkenheid en participatie van wijkbewoners
26 Voorbeelden van ontkerkelijking beschrijven 27 Een voorbeeld van integratie en segregatie geven
28 Ten minste twee voorbeelden geven van sociale ongelijkheid
29 Het verband beschrijven tussen minder sociale samenhang, segregatie en sociale ongelijkheid
30 Beschrijven hoe sociale samenhang wordt vergroot door te letten op leefbaarheid in wijken en je kunt hiervan twee voorbeelden noemen
31 Verklaren op welke manier tolerantie een rol speelt bij samenleven 32
33 34 35 36 38 39 40
Leerdoelen Rubric 3T Aardrijkskunde Grenzen aan de identiteit
Leerdoel. Vóór het einde van deze periode is de leerling in staat om:
(vaardigheden vanuit docent geschreven)
Beoordelingscriterium.
Hiervoor kan ik:
( vaardigheden vanuit leerling geschreven)
1 Via de registers in de atlas de juiste kaarten op kunnen zoeken
2 Relevante informatie uit de atlaskaarten halen
3 Relevante informatie uit grafieken en diagrammen halen
4 Vanuit cijfers zelf grafieken en diagrammen opstellen 5
6 7 8
