33944 - Immaculata Maria Instituut te Roosdaal 1 Vlaams Ministerie
van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie
Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Immaculata Maria Instituut te Roosdaal
Hoofdstructuur so
Instellingsnummer 33944
Instelling Immaculata Maria Instituut
directeur Jan DENIL
adres Kapelleweide 5 - 1760 ROOSDAAL
telefoon 054-32.31.01
fax 054-34.11.75
e-mail imi.secundair@imi.be
website/URL http://www.imi-secundair.be
Bestuur van de instelling 963314 - VZW Zusters Christ. Scholen West- Brabant te LAKEN
adres Paul Jansonstraat 57 - 1020 LAKEN
Scholengemeenschap 111591 - SGKSO Kardinaal Cardijn te HALLE
adres Lenniksesteenweg 2 - 1500 HALLE
CLB 114827 - Vrij CLB Halle te HALLE
adres Ninoofsesteenweg 7 - 1500 HALLE
Dagen van het opvolgingsbezoek 08/02/2013 Einddatum van het opvolgingsbezoek 08/02/2013 Datum bespreking verslag met de instelling 08/02/2013
Samenstelling inspectieteam
Inspecteur-verslaggever Alex Maes Teamleden Gino Malfait
Vera Timmers Roger Van den Borre Deskundige(n) behorend tot de
administratie nihil
Externe deskundige(n) nihil
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING ... 3
1. HISTORIEK ... 5
2. TE REMEDIEREN TEKORTEN ... 5
3. ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD? ... 6
3.1 Regelgeving ... 6
3.2 Basisvorming: Muzikale opvoeding a-stroom, b-stroom en aso 2 ... 6
3.3 Basisvorming: Project algemene vakken in bso tweede graad, derde graad (III,1 en III,2) en in het specialisatiejaar (III,3) ... 6
3.4 Specifiek gedeelte: Presentatietechnieken en Verkoopkunde in Moderealisatie en - presentatie bso 2 ... 7
3.5 Specifiek gedeelte: Stages verkoopkunde en Verkoopkunde en artikelenkennis in Moderealisatie en -presentatie bso 3 ... 7
4. ADVIES ... 8
5. REGELING VOOR HET VERVOLG ... 8
33944 - Immaculata Maria Instituut te Roosdaal 3
INLEIDING
Dit verslag is het resultaat van de opvolgingsdoorlichting van uw instelling1 door de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap. Het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 geeft haar de opdracht hiertoe.
Als een instelling bij een doorlichting een beperkt gunstig advies kreeg, volgt na de periode, vermeld in het advies, een opvolgingsdoorlichting. Tijdens een opvolgingsdoorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de bij de voorgaande doorlichting vastgestelde tekortkomingen voldoende werden geremedieerd.
Het referentiekader dat de onderwijsinspectie gebruikt bij een (opvolgings)doorlichting is opgebouwd rond de componenten context, input, proces en output:
• context: de omgevingskenmerken en de kenmerken van administratieve, materiële, bestuurlijke en juridische aard die de instelling karakteriseren
• input: kenmerken van het personeel en van de leerlingen of cursisten van de instelling
• proces: initiatieven die een instelling neemt om output te realiseren, rekening houdend met haar context en input
• output: de resultaten die de instelling met haar leerlingen of cursisten bereikt.
Meer info over het CIPO-referentiekader vindt u op www.onderwijsinspectie.be.
Tijdens het opvolgingsbezoek verzamelt het inspectieteam bijkomende informatie via observaties, gesprekken en analyse van documenten.
De opvolgingsdoorlichting resulteert in een opvolgingsverslag dat bestaat uit een concluderend gedeelte en een advies.
Het concluderende gedeelte omvat de conclusies van de opvolging.
Het opvolgingsverslag eindigt met een advies dat betrekking heeft op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de instelling. De onderwijsinspectie kan twee adviezen uitbrengen:
• een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de instelling of van structuuronderdelen
• een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de instelling of van structuuronderdelen op te starten.
Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de instelling de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken.
Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve verslag informeert de directeur van de instelling leerlingen, ouders en/of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. De directeur van het centrum voor leerlingenbegeleiding informeert de centrumraad.
Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de instelling het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de instelling of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen.
De instelling mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
1Instelling: onderwijsinstelling of CLB (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 11°). Onderwijsinstelling: een pedagogisch geheel waar onderwijs georganiseerd wordt en waaraan een uniek instellingsnummer toegekend is (Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, artikel 2, 13°).
Meer informatie?
www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
33944 - Immaculata Maria Instituut te Roosdaal 5
1. HISTORIEK
Het vorige doorlichtingsbezoek vond plaats van 19/04/2010 tot 22/04/2010 en werd afgesloten met een beperkt gunstig advies. Vanaf 01/09/2012 moet de instelling kunnen aantonen dat de tekorten die aan de basis lagen van dit advies, in voldoende mate werden geremedieerd. Dit verslag beschrijft in welke mate de instelling daarin is geslaagd.
2. TE REMEDIEREN TEKORTEN
STRUCTUURONDERDEEL Basisvorming Keuze/Specifiek gedeelte
Graad 1 Muzikale opvoeding
Graad 2 Project algemene vakken
Graad 3 Project algemene vakken
Omwille van het onvoldoende realiseren van de leerplandoelstellingen voor
Graad 2 ASO Muzikale opvoeding
Tweede graad BSO Moderealisatie en - presentatie
0 AV/KV/PV
Presentatietechnieken, TV Verkoopkunde
Derde graad BSO Moderealisatie en - verkoop
0 Stages verkoopkunde, TV Verkoopkunde en artikelenkennis
3. ZIJN DE TEKORTEN GEREMEDIEERD?
3.1 Regelgeving
Voldoet
Motivering
• Bij de doorlichting van 19/04/2010 tot 22/04/2010 werd vastgesteld dat de motiveringen van de eindbeslissingen en de studiebekrachtigingen geen relevante elementen bevatten die tot de beslissing van de delibererende klassenraad hebben geleid.
• De motiveringen in de notulen zijn nu gebaseerd op de behaalde resultaten en de ondersteunende initiatieven genomen door de school en de leraren. Eveneens is bij de motivering een duidelijke oriëntering toegevoegd.
• De motivering van de eindbeslissing en studiebekrachtiging voldoet.
3.2 Basisvorming: Muzikale opvoeding a-stroom, b-stroom en aso 2
Voldoet
Motivering
• Het geheel van de leerplanrealisatie was totaal ondermaats en dit t.a.v. nagenoeg alle leerplandoelen van de leerplannen voor zowel de A- als B-stroom alsook het leerplan 2de graad ASO.
• Via het degelijk screenen van het doorlichtingsverslag is een grondige remediëring opgezet. Daarbij is vertrokken vanuit de concrete beginsituatie en werd gezamenlijk gezocht naar een kwaliteitsvolle realisatie van alle leerplandoelen en dito inhouden. Daartoe werd de vakgroep uitgebouwd als een platform voor leerplanstudie, met goede ondersteuning en opvolging vanuit de schoolleiding.
Gekoppeld aan de weg naar een degelijke leerplanrealisatie, heeft de school de nodige materiële vereisten voorzien.
• De leerplanrealisatie kenmerkt zich door een heuse en positieve ommekeer. Uit gesprek en documentenstudie blijkt thans een kwaliteitsvolle leerplanrealisatie, en dit voor zowel de A- als de B- stroom alsook het leerplan 2de graad ASO. De ruime kwaliteitsverbetering geldt ook voor de evaluatie die transparant en valide is. De metamorfose binnen het verstrekte muziekonderwijs resulteert ook in het feit dat de muziekbeleving en het muziekplezier in ruime mate de muren van het vaklokaal overstijgen. De huidige invulling van het vakkenonderwijs bouwt ook mee aan een interessante en dynamische parascolaire muziekwerking. Dit biedt eveneens een verrijking van de brede en harmonische vorming op schoolniveau.
• Als werkpunt voor de verdere uitbouw van het muziekonderwijs dient meegenomen te worden dat het huidige vaklokaal veel te klein is. Het verdient aanbeveling om in het te finaliseren masterplan een lokaal te voorzien op het gelijkvloers met een grootte van minstens viermaal het huidig lokaal. Dit is een noodzaak om het huidige ‘elan vital’ van het muziekonderwijs aan te houden.
3.3 Basisvorming: Project algemene vakken in bso tweede graad, derde graad (III,1 en III,2) en in het specialisatiejaar (III,3)
Voldoet
Motivering
• Bij de doorlichting werd vastgesteld dat de leerplandoelstellingen en eindtermen niet in voldoende mate werden gerealiseerd, doordat niet werd voldaan aan de minimale materiële leerplanvereisten.
• De school beschikt bij de opvolging over een volwaardig pav-lokaal dat is uitgerust conform de minimale materiële leerplanvereisten en dat in principe alleen voor de vakken mavo en pav wordt gebruikt.
33944 - Immaculata Maria Instituut te Roosdaal 7 Daarnaast kan voor ICT-opdrachten ook worden uitgeweken naar een van de ICT-lokalen. Zowel in III,1 als in III,2 zijn er voor pav nog grote lesgroepen.
• De realisatie van het vak in beide graden is in verscheidene opzichten bijgestuurd. Tot de bevordering van de functionele taalvaardigheid wordt op schoolniveau bijgedragen door initiatieven met betrekking tot het talenbeleid. Voor andere aspecten van de realisatie worden extra initiatieven genomen die curriculumgericht zijn en die ook met betrokkenheid van externe sprekers gebeuren.
• De evaluatie bestaat gedeeltelijk uit reproductieve vragen. Ze is nog niet volledig afgestemd op het leerplanconcept.
• De vaktitularissen hebben zich geprofessionaliseerd met betrekking tot de nieuwe leerplannen.
• De realisatie voldoet in de betrokken structuuronderdelen.
3.4 Specifiek gedeelte: Presentatietechnieken en Verkoopkunde in Moderealisatie en - presentatie bso 2
Voldoet
Motivering
• Tijdens de doorlichting werden de volgende knelpunten vastgesteld. De school beschikte niet over de minimale materiële vereisten. Daardoor werden de leerinhouden van een ruim aantal leerplandoelstellingen voor de vakken presentatietechnieken en verkoopkunde niet, met onvoldoende diepgang of te theoretisch aangeboden.
• De school heeft inspanningen geleverd om deze tekorten weg te werken. Er werd een vaklokaal verkoopkunde ingericht dat voorzien is van de uitrusting die het leerplan voorschrijft. Uit het cursusmateriaal blijkt dat het aanbod werd bijgestuurd, al blijven er nog groeikansen. De aangeboden leerinhouden worden ook praktisch ingeoefend. In samenwerking met de pedagogische begeleidingsdienst wordt binnenkort een softwareprogramma voor voorraadbeheer aangekocht. Ter voorbereiding van deze implementatie volgden de leraren nascholing.
• De cursus presentatietechnieken werd geactualiseerd. Door enkele personeelswissels kan de leerplanrealisatie in de graadklas nog niet volledig aangetoond worden. Het engagement en de voorbereidingen van de leraren tonen echter een gunstige evolutie. Uit de evaluatiefiches blijkt dat zowel het product als het proces wordt beoordeeld. Tevens is er ruimte voor systematische zelfevaluatie door de leerlingen.
• Het huidige lerarenteam toont voldoende engagement om het verbeteringsproces verder gestalte te geven.
3.5 Specifiek gedeelte: Stages verkoopkunde en Verkoopkunde en artikelenkennis in Moderealisatie en -presentatie bso 3
Voldoet
Motivering
• Tijdens de doorlichting werden de volgende knelpunten vastgesteld. De school beschikte niet over de minimale materiële vereisten. De leerinhouden van een ruim aantal leerplandoelstellingen voor het vak verkoopkunde en artikelenkennis werden niet gerealiseerd. Daarnaast werd de regelgeving omtrent de organisatie van de stages onvoldoende gerespecteerd.
• De school heeft inspanningen geleverd om deze tekorten weg te werken. De regelgeving werd gelijkgericht voor alle betrokken studierichtingen bijgestuurd. De risicoanalyse en werkpostfiches worden opgevraagd en alle noodzakelijke items worden opgenomen in de stageovereenkomsten. De stageactiviteitenlijst is gebaseerd op de leerplandoelstellingen, maar ze wordt nog niet geïndividualiseerd per stagebedrijf en per leerling. De stageverslagen bevatten steeds een link met de leerplandoelstellingen, toch blijven de leervorderingen nog onduidelijk. Uit de evaluatiefiche van de
stage blijkt dat ook de vaardigheden worden beoordeeld, maar de verhouding attitudes/vaardigheden is nog niet in evenwicht. Door de clustering van de vaardigheden is de aantoonbaarheid van de leerplanrealisatie nog onvoldoende transparant.
• De inrichting van een vaklokaal verkoopkunde heeft een positieve invloed op de leerplanrealisatie. De uitrusting biedt voldoende mogelijkheden tot een praktische invulling van de aangeboden leerinhouden.
• Het huidige lerarenteam toont voldoende engagement om het verbeteringsproces verder gestalte te geven.
4. ADVIES
In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor erkenning van de tekorten zoals vermeld in punt 2 van dit verslag
G UNST IG
voor alle structuuronderdelen.
voor alle structuuronderdelen.
5. REGELING VOOR HET VERVOLG
Nihil
Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever
Alex Maes
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling:
Voor kennisname
Het bestuur of zijn gemandateerde
Jan Denil