• No results found

INFORMATIE VOOR ASSISTENT SCHEIDSRECHTERS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "INFORMATIE VOOR ASSISTENT SCHEIDSRECHTERS"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INFORMATIE VOOR ASSISTENT SCHEIDSRECHTERS

Een wedstrijdje “vlaggen”…

Iedereen kan het, alleen is het wel makkelijk dat je de regels een klein beetje kent. Waar moet je bijvoorbeeld staan bij een doeltrap, welk vlagsignaal geef je bij

buitenspel en hoe geef je een wissel aan? Deze vragen en vele anderen worden in dit document in het kort uitgelegd.

SC Elistha versie 1.0 Elst, september 2013

(2)

In leid in g en d oe l

1

INHOUD

Inleiding en doel ... 2

De taak van de assistent scheidsrechter ... 3

Voor aanvang van een wedstrijd ... 4

Wanneer moet een assistent scheidsrechter vlaggen ... 5

De positie van de assistent scheidsrechter ... 6

Positie bij de aftrap ... 6

Algemene positie gedurende de wedstrijd ... 6

Positie bij een doelschop ... 7

Positie als doelverdediger de bal in spel brengt (met de hand)... 7

Positie bij ‘Doelpunt – Geen Doelpunt’ situaties ... 8

Postie bij een Hoekschop ... 9

Positie bij een vrije schop ... 10

Positie bij een strafschop ... 10

Spelregels van belang voor de assistent scheidsrechter ... 11

De bal in en uit het spel ... 11

Buitenspel ... 12

Buitenspel staan ... 12

Strafbaar buitenspel ... 12

Niet strafbaar Buitenspel ... 12

Definities ... 12

De inworp ... 18

De Doelschop ... 18

De Hoekschop ... 19

Het gebruik van de vlag ... 20

Vlagsignalen ... 20

Vlagtechniek en samenwerking ... 22

(3)

In leid in g en d oe l

2

INLEIDING EN DOEL

Bij voetbalwedstrijden op groot veld (11 tegen 11) wordt gebruik gemaakt van assistent scheidsrechters, ook wel grensrechters genoemd. Bij wedstrijden van de jeugd (vanaf de D-pupillen) wordt deze rol meestal ingevuld door een van goedwillende ouders/verzorgers van een jeugdlid.

Het doel van deze instructie is om informatie te geven aan vrijwilligers die (incidenteel) de rol van assistent scheidsrechter vervullen bij wedstrijden van hun zoon of dochter.

De instructie bevat niet uitputtend alle spelregels van het voetbalspel, maar besteed slechts aandacht aan de zaken en regels waarmee een assistent scheidsrechter het meest te maken krijgt. Het vormt daarmee een basis voor iedereen die als vrijwillig assistent scheidsrechter bij Elistha aan de slag gaat.

EEN WEDSTRIJDJE “VLAGGEN”…

IEDEREEN KAN HET, ALLEEN IS HET WEL MAKKELIJK DAT JE DE REGELS EEN KLEIN BEETJE KENT. WAAR MOET JE BIJVOORBEELD STAAN BIJ EEN DOELTRAP, WELK VLAGSIGNAAL GEEF JE BIJ BUITENSPEL EN HOE GEEF JE EEN WISSEL AAN? DEZE VRAGEN EN VELE ANDEREN WORDEN IN DIT DOCUMENT IN HET KORT UITGELEGD.

(4)

De taak van d e ass ist ent sc h ei d sr ec h te r

3

DE TAAK VAN DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER

De taak van een assistent scheidsrechter is het samenwerken met de scheidsrechter om een wedstrijd op de juiste wijze volgens de spelregels te laten verlopen. De nadruk ligt hier nadrukkelijk op het samenwerken met de scheidsrechter.

De assistent vormt de oren en ogen van scheidsrechters in spelsituaties die voor scheidsrechters niet geheel of onduidelijk waar te nemen zijn. De assistent geeft feitelijk slechts aanwijzingen door aan de scheidsrechter door het gebruik van verschillende vlagsignalen. De scheidsrechter neemt uiteindelijk alle beslissingen over interpretatie en toepassing van de spelregels.

Gouden regel:

Vlag eerlijk en maak geen onderscheid tussen de thuis of uitspelende ploeg. Door eerlijk te vlaggen dwingt de assistent scheidsrechter respect af bij spelers van beide teams, de scheidsrechter en aanwezige toeschouwers.

(5)

Voor aa n va n g va n ee n we d strij d

4

VOOR AANVANG VAN EEN WEDSTRIJD

 Voorafgaande aan een wedstrijd maakt de scheidsrechter meestal afspraken met de assistent scheidsrechter. Dit initiatief zal meestal van de scheidsrechter komen en zal enkele minuten duren.

Hierbij geeft de scheidsrechter instructies aan beide assistent scheidsrechters.

 De assistent scheidsrechter gaat terug naar zijn team om eventueel instructies door te geven aan leider(s) en spelers.

 De assistent scheidsrechter loopt mee naar de middenstip om gezamenlijk de toss te doen. Op basis van de toss wordt de zijde bepaald waarlangs de assistenten de eerste / tweede helft zich

positioneren. Uitgangspunt hierbij is dat de assistent altijd loopt aan de rechterzijde van het veld gezien vanuit de aanvalsrichting van de tegenstander. Assistenten afgevaardigd door team A letten op buitenspelsituaties in de aanval van team B.

(6)

Wan n ee r m oet ee n a ss iste n t schei d srec h ter vlaggen

5

WANNEER MOET EEN ASSISTENT SCHEIDSRECHTER VLAGGEN

 Wanneer de bal geheel en al buiten het speelveld is, aangeven welke partij recht heeft op een inworp, hoekschop of doelschop.

o Bij een inworp wijst de assistent met de vlag richting de hoekvlag van de niet ingooiende partij.

o Bij een hoekschop wijst de assistent met de vlag richting de hoekvlag van de verdedigende partij.

o Bij een doeltrap wijst de assistent met de vlag richting het doel van de verdedigende partij.

 Wanneer een speler bestraft kan worden voor het buitenspel staan. Maak gebruik van de twee seconden bedenktijd. De assistent wijst met de vlag de plaats aan van de speler die buitenspel stond.

o Voor een speler aan de andere kant van het speelveld houdt u de vlag schuin omhoog.

o Voor een speler midden op het speelveld houdt u de vlag horizontaal.

o Voor een speler het dichtst bij u houdt u de vlag schuin naar de grond.

 Wanneer overtredingen plaatsvinden in het gezichtsveld van de assistent scheidsrechter en waarbij de assistent scheidsrechter ervan overtuigd is dat de overtreding buiten het gezichtsveld van de

scheidsrechter heeft plaatsgevonden.

 Wanneer onbehoorlijk gedrag of enig ander voorval heeft plaatsgevonden buiten het gezichtsveld van de scheidsrechter.

 Wanneer men een wisselspeler wenst in te zetten. Hierbij houdt de assistent de vlag horizontaal boven zijn/haar hoofd.

(7)

De p os itie van d e ass isten t sc h ei d srec h te r

6

DE POSITIE VAN DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER

POSITIE BIJ DE AFTRAP

De assistent-scheidsrechters moeten zich op één lijn bevinden met de voorlaatste verdediger. De assistent- scheidsrechter staat altijd aan de kant van het veld waar de linksback van zijn eigen club/team staat.

ALGEMENE POSITIE GEDURENDE DE WEDSTRIJD

De assistent-scheidsrechters moeten zich op één lijn bevinden met de voorlaatste verdediger of de bal als deze dichter bij de doellijn is dan de voorlaatste verdediger. De assistent-scheidsrechters houden hun blik altijd op het speelveld gericht.

(8)

De p os itie van d e ass isten t sc h ei d srec h te r

7

POSITIE BIJ EEN DOELSCHOP

 De assistent-scheidsrechters moeten eerst controleren of de bal zich binnen het doelgebied bevindt:

o wanneer de bal niet op de juiste plaats is neergelegd moet de assistent-scheidsrechter in die positie blijven, oogcontact met de scheidsrechter maken en zijn vlag in de lucht steken. In de D-jeugd mag de doelverdediger of voorlaatste verdediger de doelschop nemen vanaf de rand van het strafschopgebied.

 Wanneer de bal eenmaal goed ligt binnen het doelgebied, begeeft de assistent-scheidsrechter zich naar de rand van het strafschopgebied om te controleren dat de bal het strafschopgebied verlaat (bal in het spel) en dat de aanvallers zich er buiten bevinden:

o wanneer de voorlaatste verdediger de doelschop neemt, begeeft de assistent-scheidsrechter zich direct naar de rand van het strafschopgebied.

o wanneer een teamgenoot de bal bij een doelschop (vanaf de grond) binnen het

strafschopgebied aanraakt, dient de assistent-scheidsrechter zijn vlag in de lucht te steken.

De scheidsrechter besluit in deze situatie dat de doelschop opnieuw genomen dient te worden.

 Tot slot moet de assistent-scheidsrechter een positie innemen om de buitenspellijn te controleren; dit heeft te allen tijde prioriteit.

POSITIE ALS DOELVERDEDIGER DE BAL IN SPEL BRENGT (MET DE HAND)

 De assistent-scheidsrechters moeten positie innemen ter hoogte van de rand van het strafschopgebied en controleren dat de doelverdediger de bal niet met de handen raakt buiten het strafschopgebied.

 wanneer de doelverdediger de bal buiten het strafschopgebied nog aanraakt met zijn handen, dan geeft de assistent-scheidsrechter dit aan door zijn vlag recht in de lucht te steken.

(9)

De p os itie van d e ass isten t sc h ei d srec h te r

8

 Als de doelverdediger de bal in het spel heeft gebracht, moeten de assistent-scheidsrechters een positie innemen om de buitenspellijn te controleren; dit heeft te allen tijde prioriteit.

POSITIE BIJ ‘DOELPUNT – GEEN DOELPUNT’ SITUATIES

Wanneer er een doelpunt is gemaakt en er is geen twijfel over de beslissing, dan moeten de scheidsrechter en de assistent-scheidsrechter oogcontact maken en vervolgens moet de assistent-scheidsrechter 25 – 30 meter langs de zijlijn, richting middenlijn rennen zonder zijn vlag in de lucht te steken.

Wanneer een doelpunt is gescoord terwijl de bal nog in het spel lijkt te zijn, dan moet de assistent-

scheidsrechter eerst zijn vlag in de lucht steken om de aandacht van de scheidsrechter te trekken en daarna vervolgen met de normale procedure bij een doelpunt door 25 – 30 meter langs de zijlijn richting middenlijn rennen.

(10)

De p os itie van d e ass isten t sc h ei d srec h te r

9

In het geval dat de bal niet geheel en al over de doellijn is gegaan en het spel gewoon doorgaat omdat er geen doelpunt is gescoord, moet de scheidsrechter oogcontact maken met de assistent-scheidsrechter en, indien noodzakelijk, een discreet handgebaar maken.

POSTIE BIJ EEN HOEKSCHOP

De positie van de assistent-scheidsrechter bij een hoekschop is achter de hoekvlag evenwijdig aan de doellijn.

In deze positie mag hij de speler die de hoekschop neemt niet belemmeren. Hij moet er op toezien dat de bal goed ligt in het hoekschopgebied.

wanneer de scheidsrechter voor aanvang van de wedstrijd aangeeft dat de assistent-scheidsrechter bij hoekschoppen op de hoogte van de rand van het strafschopgebied dienen te staan, dan vervalt bovenstaande spelregel. In deze situaties besluit de scheidsrechter zelf om positie te nemen op de achterlijn.

(11)

De p os itie van d e ass isten t sc h ei d srec h te r

10

POSITIE BIJ EEN VRIJE SCHOP

De positie van de assistent-scheidsrechter bij een vrije schop is op één lijn met de voorlaatste verdediger om de buitenspellijn te controleren; dit heeft in alle gevallen prioriteit. Echter, hij moet in staat zijn om de bal te volgen door zich langs de zijlijn richting de hoekvlag te bewegen indien op het doel wordt geschoten.

POSITIE BIJ EEN STRAFSCHOP

De assistent-scheidsrechter moet zijn opgesteld op de kruising van de doellijn en het strafschopgebied.

Wanneer de doelverdediger overduidelijk van de doellijn komt voordat de bal is getrapt en er geen doelpunt wordt gescoord, moet de assistent-scheidsrechter zijn vlag in de lucht steken.

(12)

Sp el rege ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

11

SPELREGELS VAN BELANG VOOR DE ASSISTENT SCHEIDSRECHTER

DE BAL IN EN UIT HET SPEL

De bal is uit het spel wanneer:

De bal geheel en al over de doellijn of zijlijn is gegaan hetzij over de grond, hetzij door de lucht.

 Het spel is onderbroken door de scheidsrechter.

De bal is in het spel op ieder ander moment, dus ook:

 Wanneer de bal terugspringt van een doelpaal, doellat, of hoekvlaggenstok en in het speelveld blijft.

 Wanneer de bal terugspringt van de scheidsrechter of een assistent scheidsrechter en in het speelveld blijft.

Onderstaande tekening laat zien wanneer een bal geheel en al over een doellijn of zijlijn is.

(13)

Sp el rege ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

12

BUITENSPEL

BUITENSPEL STAAN

Buitenspel staan als zodanig is geen overtreding. Een speler staat buitenspel indien:

 Een speler dichter bij de doellijn van de tegenpartij is dan de bal en de voorlaatste tegenstander.

Een speler staat niet buitenspel indien:

 Hij zich op zijn eigen speelheft bevindt, of

 Hij gelijk staat met de voorlaatste tegenstander, of

 Hij gelijk staat met de laatste twee tegenstanders.

STRAFBAAR BUITENSPEL

Een speler word voor het buitenspel staan bestraft indien hij, op het moment dat de bal wordt geraakt door een medespeler, naar het oordeel van de scheidsrechter, actief bij het spel is betrokken door:

 In te grijpen in het spel, of

 Een tegenstander in zijn spel te beïnvloeden, of

 Voordeel te trekken uit zijn buitenspel staan.

NIET STRAFBAAR BUITENSPEL

Een speler wordt niet voor het buitenspel staan bestraft indien hij de bal rechtstreeks ontvangt uit:

 Een doelschop

 Een inworp

 Een hoekschop

DEFINITIES

 “Ingrijpen in het spel” betekent het spelen of raken van de bal, die door een medespeler is gespeeld of geraakt.

 “Een tegenstander in zijn spel beïnvloeden” betekent voorkomen dat een tegenstander de bal kan spelen of in staat is te spelen door duidelijk het gezichtsveld of de bewegingen van de tegenstander te blokkeren of het maken van een gebaar of beweging die, naar het oordeel van de scheidsrechter, een tegenstander misleidt of afleidt.

 “Voordeel trekken uit buitenspel staan” betekent het spelen van de bal, die terugkomt van de doelpaal of doellat terwijl hij zich op het moment van spelen buitenspel staat of het spelen van de bal, die terugkomt van een tegenstander terwijl hij op het moment van spelen buitenspel staat.

De onderstaande tekeningen laten zien of we te maken hebben met strafbaar buitenspel of niet.

(14)

Sp el re ge ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

13

(15)

Sp el rege ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

14

(16)

Sp el rege ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

15

(17)

Sp el rege ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

16

(18)

Sp el rege ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

17

(19)

Sp el rege ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

18

DE INWORP

 Een inworp wordt toegekend aan de tegenstanders van de speler die de bal het laatst raakte voordat de bal geheel en al over de zijlijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij door de lucht.

 Uit een inworp kan niet rechtstreeks worden gescoord.

 De speler die inwerpt moet:

o Met de voorzijde van zijn lichaam in de richting van het speelveld staan.

o Met een gedeelte van elke voet op of achter de zijlijn staan.

o De bal met beide handen vasthouden.

o De bal inwerpen van achter het hoofd en daarboven loslaten.

o De bal inwerpen vanaf de plaats waar deze over de zijlijn is gegaan.

 Alle tegenstanders moeten tenminste twee meter afstand houden.

 Na de inworp, mag de speler welke heeft ingeworpen de bal niet voor de tweede keer raken, voordat deze is geraakt door een andere speler.

DE DOELSCHOP

 Een doelschop wordt toegekend wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij door de lucht, en het laatst is geraakt door een speler van de aanvallende partij, mits er geen doelpunt is gemaakt.

 Vanuit een doelschop kan rechtstreeks worden gescoord, maar alleen in het doel van de tegenpartij.

 De procedure voor het nemen van een doelschop is als volgt:

o De doelschop wordt genomen door een speler van de verdedigende partij vanaf een willekeurig punt binnen het doelgebied. Echter bij de D-pupillen wordt de doelschop genomen vanaf een willekeurig punt op de rand van het strafschopgebied.

o De tegenstanders blijven buiten het strafschopgebied totdat de bal in het spel is.

o De nemer mag de bal niet opnieuw spelen, voordat deze is geraakt door een andere speler.

o De bal is in het spel wanneer deze rechtstreeks buiten het strafschopgebied is getrapt.

 Overtredingen en straffen

o Als de bal niet rechtstreeks buiten het strafschopgebied wordt getrapt wordt de doelschop overgenomen.

o Als de nemer, nadat de bal in het spel is gebracht, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler, wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.

(20)

Sp el rege ls va n b ela n g vo or d e ass isten t sc h ei d sr ec h te r

19

DE HOEKSCHOP

 Een hoekschop wordt toegekend, wanneer de bal geheel en al over de doellijn is gegaan, hetzij over de grond, hetzij door de lucht en het laats geraakt is door een speler van de verdedigende partij, mits er geen doelpunt is gemaakt.

 Vanuit een hoekschop kan rechtstreeks worden gescoord in het doel van de tegenpartij.

 De procedure voor het nemen van een hoekschop is als volgt:

o De bal moet liggen binnen de kwartcirkel van het hoekschopgebied het dichtst bij de plaats waar de bal over de doellijn ging. Zie onderstaand diagram.

o De hoekvlaggenstok mag niet worden verplaatst.

o De tegenstanders moeten zich op tenminste 9,15 meter van het hoekschopgebied bevinden totdat de bal in het spel is.

o De bal is in het spel wanneer deze is getrapt en beweegt.

o De nemer mag de bal niet opnieuw spelen, voordat deze is geraakt door een andere speler.

 Overtreding en straffen

o Als de nemer nadat de bal in het spel is gebracht, de bal voor de tweede keer raakt (niet met zijn handen), voordat deze is geraakt door een andere speler, wordt een indirecte vrije schop toegekend aan de tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de overtreding plaatsvond.

o Voor elke ander overtreding van deze regel wordt de hoekschop overgenomen.

(21)

Het ge b ru ik van d e vl ag

20

HET GEBRUIK VAN DE VLAG VLAGSIGNALEN

In de vorige hoofdstukken is al iets geschreven hoe een assistent scheidsrechter in bepaalde situaties moet vlaggen. Voor verschillende situaties in het spel zijn er specifieke vlagsignalen.

Bijgaande illustraties laten de vlagsignalen zien welke een assistent scheidsrechter in specifieke situaties moet hanteren.

 Vervanging: in het amateurvoetbal is het toegestaan om bij wissels dit signaal af te geven.

 Inworp: bij een inworp (ingooi) geeft de assistent-scheidsrechter het signaal naar links wanneer de verdedigende partij mag ingooien en naar rechts wanneer de aanvallende partij de inworp heeft.

 Zodra de bal in zijn geheel over de achterlijn is geweest geeft de assistent-scheidsrechter aan of het een doelschop of hoekschop betreft. Bij een doelschop wijst de assistent-scheidsrechter zijn vlag horizontaal naar voren. Bij een hoekschop wijst de assistent-scheidsrechter met zijn vlag naar beneden richting de cornervlag.

(22)

Het ge b ru ik van d e vl ag

21

 Op het moment dat de speler die betrokken is bij een aanval in buitenspel positie staat, geeft de assistent-scheidsrechter het teken van buitenspel aan. Dit doet hij door zijn vlag recht in de lucht te steken. Op het moment dat de scheidsrechter besluit te fluiten, geeft de assistent-scheidsrechter globaal aan op welk gedeelte van het veld de buitenspelsituatie heeft plaatsgevonden.

 Wanneer de buitenspel staande speler zich bevindt op het gedeelte van het veld dichtbij de assistent- scheidsrechter, dan dient hij zijn vlag naar beneden te wijzen.

 Wanneer de buitenspel staande speler zich centraal op het veld bevindt, dan dient de assistent- scheidsrechter zijn vlag horizontaal naar voren te wijzen.

 Wanneer de buitenspel staande speler zich aan de andere kant van het speelveld bevindt, dan dient de assistent-scheidsrechter dit aan te geven door zijn vlag schuin naar boven te steken.

 De eerste handeling, die de assistent-scheidsrechter verricht bij een buitenspel beslissing, is het in de lucht steken van de vlag. Vervolgens gebruikt hij zijn vlag om het gebied op het speelveld aan te geven waar de overtreding plaatsvond. Wanneer het vlagsignaal niet direct wordt opgemerkt door de scheidsrechter, dan moet de assistent-scheidsrechter blijven vlaggen totdat het signaal is gezien of totdat de bal duidelijk in bezit is van de verdedigende partij. De vlag moet met de rechterhand in de lucht worden gestoken, omdat dit de assistent-scheidsrechter een beter zicht geeft op het speelveld.

(23)

Het ge b ru ik van d e vl ag

22

In het amateurvoetbal beslist de scheidsrechter meestal zelf of er een overtreding is begaan. Toch mag een assistent-scheidsrechter hierbij assisteren. Bij een overtreding zwaait de grensrechter mijn zijn vlag recht in de lucht enkele keren met kleine bewegingen van links naar rechts. Vervolgens geeft hij aan wie de overtreding heeft begaan.

VLAGTECHNIEK EN SAMENWERKING

 De vlag van de assistent-scheidsrechter moet altijd zichtbaar zijn voor de scheidsrechter, niet zijn opgerold en moet stil worden gehouden tijdens het rennen. Wanneer hij een signaal geeft, moet de assistent- scheidsrechter stoppen met rennen, zich naar het veld keren, oogcontact maken met de scheidsrechter en de vlag in

 de lucht steken met duidelijke (niet overhaaste of overdreven) bewegingen. De vlag moet een verlengstuk van de arm vormen.

 De assistent-scheidsrechters moeten de vlag de lucht in steken met die hand waarmee ze ook het volgende signaal geven, wanneer er meerdere signalen achter elkaar gegeven worden. Wanneer de omstandigheden veranderen en de andere hand gebruikt moet worden voor het volgende signaal, dan moet de assistent- scheidsrechter de vlag onder zijn middel naar de andere hand brengen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens de herhalingen minimaal iedere 40 seconden wisselen van loopsnelheid of volg tijdens de herhalingen één van de trainingsvormen die onderaan het trainingsschema bij

Aangezien we een hele lange periode achter de rug hebben waarin geen wedstrijden zijn gespeeld en het soms lastig was om onder goede omstandigheden te trainen, zal het

In alle herhalingen minimaal iedere 40 seconden wisselen van loopsnelheid of volg tijdens de herhalingen één van de trainingsvormen die onderaan het trainingsschema bij Intensieve

Als je verwacht dat je vanaf begin juli al wordt aangesteld bij oefenwedstrijden en je hebt de afgelopen maanden goed getraind, dan is het verstandig om de eerste 2-3 weken van

In alle herhalingen minimaal iedere 30 seconden wisselen van loopsnelheid of volg tijdens de herhalingen één van de trainingsvormen die onderaan het trainingsschema bij Intensieve

Als je tot nu toe goed hebt doorgetraind en dit blijft doen tot de zomervakantie, dan kun je dan eventueel een paar weken gas terug nemen en daarna optrainen richting de start van

Als er vanaf 16 maart ook door de oudere senioren weer in groepsverband getraind mag worden, dan is het wellicht mogelijk dat de zogeheten Regio Cup vanaf medio april van start

Als hij/zij voor de tweede keer verzuimt om tijdig de lijn te raken, dan zal hij/zij door de testleider uit de test worden genomen en dan heeft hij/zij de test niet gehaald.