Hanteren Huisdieren
Les 4 blok 2: Bijzondere handelingen
Een hond muilkorven
Wat moet je weten?
• Honden kunnen bijten als ze bang zijn of pijn hebben.
• Met een snuitband of muilkorf kun je bijten voorkomen.
• Een snuitband is een sjaal of een band die je om de snuit wikkelt.
• Een muilkorf is een korfje dat om de snuit heen past.
• Dit is gemaakt van metaal, kunststof of leer en er zit een band aan.
• Met de band knoop je de muilkorf achter de kop vast.
• Een muilkorf werkt beter dan een snuitband
Een hond muilkorven
Wat ga je doen?
• Spreek de hond rustig toe om hem te kalmeren.
• Houd de snuitband met twee handen in het midden vast.
• Schuif je handen ongeveer 30 cm uit elkaar.
• Leg het middelste gedeelte over de bovenkant van de snuit.
Een hond muilkorven
• Maak een enkelvoudige knoop onder de kaak.
• Beweeg de uiteinden van de snuitband naar de nek van de hond.
• Maak een enkelvoudige knoop met een strik net onder het achterhoofd van de hond.
• Trek de knoop aan, maar niet te strak.
• Een muilkorf hoef je alleen maar over de snuit heen te plaatsen.
• Je knoopt hem op dezelfde manier vast als de snuitband, of met een gesp.
Een hond muilkorven
Waar moet je op letten?
• Kijk en luister goed naar de hond en let op zijn lichaamstaal.
Een kat vangen met een vangstok
Zeer agressieve katten die kans hebben gezien de benen te nemen kun je weer pakken
met een vangstok.
Aan deze stok bevindt zich aan het ene einde een lus, die aan het andere einde bediend kan worden.
Schuif met de stok de lus over de kop van de kat en trek de lus aan.
De kat kan nu geen kant meer op.
Een hond een halsband aandoen
Pak de halsband.
Maak de gesp los.
Loop vanaf de zijkant naar de hond toe.
Praat tegen de hond. Zo stel je hem gerust
Een hond een halsband aandoen
Steek je hand uit met je handpalm naar boven.
Laat de hond even rustig snuffelen.
Aai de hond onder zijn kin.
Aai een vreemde hond nooit meteen over zijn kop en rug.
Doe de halsband om de nek.
Een hond een halsband aandoen
Doe het riempje door de gesp.
Trek de halsband aan.
Doe twee vingers tussen de halsband en de hals.
Maak de gesp vast.
Beloon de hond door ‘braaf‘ te zeggen.
Pak de riem.
Klik de riem vast aan de halsband.
Een hond een pil geven
Wat moet je weten?
• Als honden ziek zijn kun je ze medicijnen geven.
• Je kunt ze ook medicijnen geven ter voorkoming van ziekten.
• Je hebt medicijnen in pilvorm, maar ook in druppelvorm.
• Honden vinden pillen meestal niet lekker.
• Daarom kun je een pil ook verstopt in een stukje worst geven.
Een hond een pil geven
Wat ga je doen?
• Ga naar een rustige hond toe en doe zijn bek open.
• Leg de pil achter op de tong.
• Houd de bek dicht zodat de hond de pil niet uitspuugt.
• Wrijf met je andere hand over zijn keel om hem te laten slikken.
• Of doe de pil in een stukje worst.
• Laat de hond de worst opeten.
• Controleer of de hond de pil echt doorslikt.
Een hond een pil geven
Waar moet je op letten?
• Zorg ervoor dat de hond de pil helemaal doorslikt.
• Blijf daarna nog even bij de hond, om te kijken of hij de pil niet uitspuugt.
Een kat een pil geven
Praat tegen de kat. Zo stel je hem gerust.
Til de kat op.
Zet hem op tafel.
Zorg dat zijn kop naar rechts wijst.
Aai de kat met je rechterhand over zijn kop en rug.
Het dier wordt zo rustig.
Houd je linkerhand voor zijn borst.
Een kat een pil geven
Leg je rechterhand op zijn kop.
Pak stevig met je duim en middelvinger de bovenkaak vast.
Doe dit net achter de hoektanden.
Pas op je vingers. Een kat heeft scherpe tanden.
Trek zijn kop iets achterover.
Zijn neus wijst nu naar het plafond.
Het bekje gaat vanzelf open.
Een kat een pil geven
Pak met je linkerhand de pil tussen duim en wijsvinger.
Druk met de middelvinger van dezelfde hand de onderkaak iets naar beneden.
Stop de pil achterin de bek.
Houd de kop nog steeds achterover.
Duw het bekje dicht.
Streel de kat over zijn keel, zodat hij gaat slikken.
Als de kat over zijn neus likt, heeft hij de pil doorgeslikt.
Zet de kat weer op de grond.
Een fret een tuigje omdoen
Wat moet je weten?
• Fretten hebben minimaal twee uur per dag beweging nodig.
• Je kunt de fret net als een hond uitlaten.
• Je doet de fret dan een speciaal frettentuigje om.
• Daarmee voorkom je dat de fret wegloopt.
• Het tuigje mag niet te strak en ook niet te los zitten.
• Tussen de fret en het tuigje moet een duim passen.
Een fret een tuigje omdoen
Wat ga je doen?
• Ga met een frettentuigje naar een fret.
• Doe het grote gedeelte van het tuigje achter de voorpoten om.
• Klik dit vast.
• Doe het kleinste gedeelte van het tuigje om de nek heen.
• Klik dit vast.
• Houd de riem stevig vast, anders gaat de fret er misschien vandoor.
Veilig werken met (boerderij)dieren
Waar moet je op letten?
• Pas op dat de fret je niet bijt.
• Slimme fretten kunnen zich uit een tuigje wurmen.
• Houd de fret altijd in de gaten, anders ontsnapt hij.
Veilig werken met (boerderij)dieren
Wat moet je weten?
• Werken met dieren brengt risico’s met zich mee.
• Daarom zijn er veiligheidsvoorschriften waar je je aan moet houden.
Wat ga je doen?
• Doe al je sieraden af.
• Als je lang haar hebt, doe het dan in een knot of staart.
• Draag goed aansluitende werkkleding, bijvoorbeeld een overal.
Veilig werken met (boerderij)dieren
• Draag stevige schoenen, die vies mogen worden.
• Als je tussen de dieren in gaat draag je laarzen, liefst met stalen neuzen.
• Blijf bij dieren altijd rustig: ga niet rennen of schreeuwen.
• Zorg ervoor dat je een zelfverzekerde houding tegenover dieren hebt.
• Zorg ervoor dat je nooit een touw om je handen heen wikkelt.
Veilig werken met (boerderij)dieren
• Zorg ervoor dat je een dier aan een touw altijd goed vastknoopt.
• Zorg ervoor dat je bij bijvoorbeeld dieren scheren of melken lichaamscontact houdt met het dier.
• Als je het dier niet vertrouwt haal je er iemand bij.
Waar moet je op letten?
• Let altijd op de lichaamstaal van het dier.
Wat heb je nodig?
• Goed passende kleding of overal, stevige schoenen of laarzen en eventueel een haarelastiekje.
Handen wassen
Wat moet je weten?
• Op je handen zitten bacteriën die mensen en dieren ziek kunnen maken.
• Daarom moet je voor en na het hanteren van dieren je handen wassen.
• En ook altijd voordat je voer klaarmaakt of geeft en voordat je zelf gaat eten.
• Warm water maakt beter schoon dan koud water.
• Onder nagels en ringen gaan vuil en bacteriën zitten.
• Daarom moeten je nagels kort zijn en goed schoon.
• Ringen moeten daarom af.
• Bacteriën vermenigvuldigen zich snel op vochtige handen en handdoeken.
Handen wassen
Wat ga je doen?
• Doe eventuele ringen af en zet de warme kraan aan.
• Laat het water zo warm worden als jij kunt verdragen.
• Was eerst met zeep het ergste vuil van je handen.
• Schrob met een nagelborsteltje het vuil onder je nagels vandaan.
• Spoel je handen zorgvuldig af.
• Was je handen nog een keer met zeep.
• Spoel weer zorgvuldig alle zeepresten van je handen.
• Droog je handen goed af.
Handen wassen
Waar moet je op letten?
• Zorg ervoor dat handdoeken regelmatig worden vervangen.
Wat heb je nodig?
• Warm water, (desinfecterende) zeep, nagelborsteltje.
• Schone en droge handdoek.
