• No results found

OVERGANGSNORMEN OP- en DOORSTROOMREGELING

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVERGANGSNORMEN OP- en DOORSTROOMREGELING"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OVERGANGSNORMEN

OP- en DOORSTROOMREGELING

2014 - 2015

(2)

Voorwoord

Voor u ligt het document Overgangsnormen en op- en doorstroomregeling 2014-2015.

De Johan de Witt Scholengroep is een school waar het behalen van zo goed mogelijke resultaten het belangrijkste doel is.

Leerlingen komen naar school om een diploma te halen. Het Johan de Witt wil graag dat iedere leerling zijn of haar diploma op een zo hoog mogelijk niveau haalt. Daarmee kunnen ze weer verder leren op een mbo-, hbo- of universitaire opleiding.

Landelijke ontwikkelingen rondom taal en rekenen laten zien dat er veel meer gerichte aandacht moet zijn voor Nederlands, Engels en rekenen. Het Johan de Witt heeft daarom heldere doelen per opleiding, per leerjaar geformuleerd. Deze doelen zijn ook terug te vinden in de overgangsnormen.

Afhankelijk van landelijke ontwikkelingen worden doelen en normen rondom taal en rekenen eventueel aangepast. Indien dit het geval is, communiceert de school dat op tijd.

(3)

Overgangsnormen en op- en doorstroomregeling JdW 2014-2015

Onderbouw

Van Naar Overgangs- en sectornormen

VMBO 1 VMBO 2 1. Gemiddeld een 6,0 over alle vakken.

2. Ten hoogste één 5,0 voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen.

3. Over alle vakken maximaal 2 onvoldoendes.

4. Maximaal 2 tekorten, bij meer dan twee tekorten ben je een bespreekgeval, we kijken dan of met max. twee taken een leerling toch aan de

overgangsnormen kan voldoen (een 5 is één tekort, een 4 is twee tekorten, een 3 is drie tekorten, etc.).

5. Referentieniveau Nederlandse en Engelse taal en rekenen:

Referentieniveau Nederlands1 en Rekenen:

• BBL: Aan het einde van leerjaar 2 is de score op landelijke taal- en rekentoetsen (TOA) op 1F, ontwikkelscore 70.

• KBL/MAVO: Aan het einde van leerjaar 2 is de score op

landelijke taal- en rekentoetsen (TOA) op 1F, ontwikkelscore 80.

• HAVO: Aan het einde van leerjaar 2 is de score op de landelijke taal -rekentoetsen (TOA) op 2F, ontwikkelscore 90.

Referentieniveau Engels2 (ERK):

• BBL: Aan het einde van leerjaar 2 is de score op de landelijke toetsen (TOA) op A1, ontwikkelscore 50.

• KBL/MAVO: Aan het einde van leerjaar 2 is de score op de landelijke toetsen (TOA) op A1, ontwikkelscore 60.

• HAVO: Aan het einde van leerjaar 2 is de score op de landelijke toets (TOA) op A2, ontwikkelscore 70.

6. Toegang tot leerjaar 3, sectornormen VMBO:

• Zorg & Welzijn leerjaar 3 – een 6,0 voor het vak biologie in leerjaar 2.

• ICT leerjaar 3 – een 6,0 voor het vak wiskunde in leerjaar 2.

• SD&V leerjaar 3 – een 6,0 voor de vakken biologie, economie en LO in leerjaar 2.

• Handel & Administratie – een 6,0 voor de vakken wiskunde en economie in leerjaar 2.

• Techniek leerjaar 3 – een 6,0 voor de vakken wiskunde en WET in leerjaar 2.

MAVO 1 MAVO 2

HAVO 1 HAVO 2

VMBO 2 VMBO 3

MAVO 2 MAVO 3

HAVO 2 HAVO 3

NB1: Op maandag 30 augustus 2015 wordt om 12u het maakwerk van de taak ingeleverd en de bijbehorende toets gemaakt. Na 14 dagen volgt de uitslag. De leerling wordt voorlopig geplaatst in het volgende leerjaar, en bestelt ook de boeken van dat leerjaar. Bij een negatieve uitslag wordt de leerling teruggeplaatst.

1 Nederlands: lezen, schrijven, taalverzorging, luisteren en spreken/gesprekken

2 Engels: lezen, schrijven, luisteren en spreken/gesprekken

(4)

Bovenbouw

Leerjaar 3 VMBO BBL, KBL en MAVO

Van Naar Overgangs- en sectornormen

VMBO 3 VMBO 4 1. Gemiddeld een 6,0 over alle vakken.

2. Ten hoogste één 5,0 voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen.

3. Over alle vakken maximaal 2 onvoldoendes.

4. Maximaal 2 tekorten (een 5 is één tekort, een 4 is twee tekorten, een 3 is drie tekorten, etc.).

5. Referentieniveau Nederlandse en Engelse taal en rekenen:

Referentieniveau Nederlands3 en Rekenen:

• BBL: Aan het einde van leerjaar 3 is de score op landelijke taal- en rekentoetsen (TOA) op 2F, ontwikkelscore 80/90.

• KBL/MAVO: Aan het einde van leerjaar 3 is de score op

landelijke taal- en rekentoetsen (TOA) op 2F, ontwikkelscore 90.

Referentieniveau Engels4 (ERK):

• BBL: Aan het einde van leerjaar 3 is de score op de landelijke toetsen (TOA) op A1, ontwikkelscore 60.

• KBL/MAVO: Aan het einde van leerjaar 3 is de score op de landelijke toetsen (TOA) op A2, ontwikkelscore 70.

Sectornorm:

• Zorg & Welzijn leerjaar 3 – een 6,0 voor het vak biologie in leerjaar 3.

• ICT leerjaar 3 – een 6,0 voor het vak wiskunde in leerjaar 3.

• SD&V leerjaar 3 – een 6,0 voor de vakken biologie, economie en LO in leerjaar 3.

• Economie – een 6,0 voor de vakken wiskunde en economie in leerjaar 3.

• Techniek leerjaar 3 – een 6,0 voor de vakken wiskunde en Nask in leerjaar 3.

Aanvullende norm sectoren Zorg & Welzijn en SD&V:

• Het vak wiskunde moet in het 3e jaar een 6,0 zijn.

MAVO – Standaard 7e vak:

De keuze van het verplichte 7e vak voor de bovenbouw wordt door de leerling bij de examencommissie ingediend. Het is ter beoordeling aan de vaksectie om in te stemmen met de toewijzing van het 7e vak of om het af te wijzen.

MAVO 3 MAVO 4

NB1: De weging van de cijfers is vastgelegd in de PTA’s BBL 3, KBL 3 en MAVO 3.

NB2: Om met het 7e vak (voor MAVO) deel te mogen nemen aan het centraal examen (CE) moet dat vak minimaal een 6,0 hebben voor het schoolexamen (SE).

(5)

Leerjaar 3 HAVO

Van Naar Overgangs- en profielnormen

HAVO 3 HAVO 4 1. Gemiddeld een 6,0 over alle vakken.

2. En tevens gemiddeld een 6,0 voor de profielvakken.

3. Ten hoogste één 5,0 voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen.

4. Over alle vakken, maximaal 2 onvoldoendes.

5. Maximaal 3 tekorten (een 5 is één tekort, een 4 is twee tekorten, een 3 is drie tekorten, etc.).

6. Referentieniveau Nederlandse en Engelse taal en rekenen:

• Nederlands5 en rekenen: Aan het einde van leerjaar 3 is de score op landelijke taal- en rekentoetsen (TOA) op 2F, ontwikkelscore 100.

• Engels6: Aan het einde van leerjaar 3 is de score op de landelijke toetsen (TOA) op A2/B1, ontwikkelscore 80.

Profielnorm NT, NG, EM en CM:

• Geen onvoldoendes in de profielvakken.

5 Nederlands: lezen, schrijven, taalverzorging, luisteren en spreken/gesprekken

6 Engels: lezen, schrijven, luisteren en spreken/gesprekken

(6)

Leerjaar 4 HAVO

Van Naar Overgangsnormen

HAVO 4 HAVO 5 1. Gemiddelde score voor het overgangsrapport is minimaal een 6,0 over alle vakken.

2. Je hebt voldoende of goed voor lichamelijke opvoeding en ckv omgerekend in het cijfer 6,0.

3. Je eindcijfers van het overgangsrapport voldoen aan de volgende eisen:

a. Alle eindcijfers zijn minimaal 6,0.

b. Of één eindcijfer is een 5 en alle andere eindcijfers zijn een 6 of hoger.

c. Of één eindcijfer is een 4 en alle andere eindcijfers zijn een 6 of hoger en het gemiddelde van de eindcijfers 6,0 of hoger bedraagt.

d. Of twee eindcijfers zijn een 5, of een 4 en een 5, met de overige eindcijfers 6 of hoger en het gemiddelde van de eindcijfers 6,0 of hoger bedraagt.

e. Geen cijfer 3 of lager.

4. Bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen, maximaal één 5.

5. Referentieniveau Nederlandse en Engelse taal en rekenen:

• Nederlands7 en rekenen: Aan het einde van leerjaar 4 is de score op landelijke taal- en rekentoetsen (TOA) op 3F, ontwikkelscore 110.

• Engels8: Aan het einde van leerjaar 4 is de score op de landelijke toetsen (TOA) op B1, ontwikkelscore 90.

Overige informatie:

6. Het combinatiecijfer is het afgeronde gemiddelde van maatschappijleer (4 HAVO) en het profielwerkstuk (5 HAVO). Geen cijfer 3 of lager.

(7)

Leerjaar 4/5 VWO

Van Naar Overgangsnormen9

VWO 4/5 VWO 5/6 1. Gemiddelde score voor het overgangsrapport is minimaal een 6,0 over alle vakken.

2. Je hebt voldoende of goed voor lichamelijke opvoeding en ckv omgerekend in het cijfer 6,0.

3. Je eindcijfers van het overgangsrapport voldoen aan de volgende eisen:

a. Alle eindcijfers zijn minimaal een 6,0.

b. Of één eindcijfer is een 5 en alle andere eindcijfers zijn een 6 of hoger.

c. Of één eindcijfer is een 4 en alle andere eindcijfers zijn een 6 of hoger en het gemiddelde van de eindcijfers 6,0 of hoger bedraagt.

d. Of twee eindcijfers zijn een 5, of een 4 en een 5, met de overige eindcijfers 6 of hoger en het gemiddelde van de eindcijfers 6,0 of hoger bedraagt.

e. Geen cijfer 3 of lager.

4. Bij de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen, maximaal één 5.

5. Referentieniveau Nederlandse en Engelse taal en rekenen:

• Nederlands10 en rekenen: Aan het einde van leerjaar 4 is de score op landelijke taal- en rekentoetsen (TOA) op 3F, ontwikkelscore 110.

• Engels11: Aan het einde van leerjaar 4 is de score op de landelijke toetsen (TOA) op B1, ontwikkelscore 90.

Overige informatie:

6. Het combinatiecijfer is het afgeronde gemiddelde van maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk. Geen cijfer 3 of lager.

9 De normen zijn boven de slaag-zakregeling

10 Nederlands: lezen, schrijven, taalverzorging, luisteren en spreken/gesprekken

11 Engels: lezen, schrijven, luisteren en spreken/gesprekken

(8)

Opstromen

Van Naar Criteria bij opstroom per 1 augustus

1B 2K 1. Gemiddeld een 7,5 over alle vakken.

2. Minimaal een 7,5 voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen.

3. Referentieniveau; zie overgangseisen in bovenliggend opstroomniveau.

1K 2M

1M 2H

2B 3K

2K 3M

2M 3H

(9)

Doorstroom 4 mavo naar 4 havo

Van Naar Criteria bij doorstroom MAVO 4 HAVO 4 Het vakkenpakket:

• In alle vakken die je kiest, moet je eindexamen mavo hebben gedaan.

Uitzondering hierop zijn de vakken aardrijkskunde en geschiedenis De criteria:

• De vakdocenten in 5H geven verplicht een oordeel over de studiehouding van de leerling in 5H. Docenten mogen uitsluitend goed, voldoende of onvoldoende geven. De examencommissie / directie beslist onder andere n.a.v. criteria en oordeel.

• In mavo 4 volg je verplicht 7 vakken.

• Het gemiddelde van de niet afgeronde eindcijfers van deze 7 vakken moet een 6,99 zijn.

• Van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde moet het niet afgeronde eindcijfer minimaal een 6,99 zijn.

• Als je wiskunde B kiest, ben je verplicht om in juni, na je CE, op school een cursus wiskunde B te volgen om zo de aansluiting op 4 havo te verbeteren.

Bij het niet volgen van de cursus wiskunde B, kun je het vak ook niet kiezen in 4 havo.

Doorstroom 5 havo naar 5 vwo

Van Naar Criteria bij doorstroom HAVO 5 VWO 5 Het vakkenpakket:

• Indien een leerling van 5 havo naar 5 vwo wil, is het vak wiskunde in 5 havo verplicht.

• Frans is verplicht. Indien een leerling geen Frans heeft gehad (of een andere moedertaal heeft dan het Nederlands), dient het bestuur van de school akkoord te gaan met het volgen van een ander schoolvak. Of de leerling beheerst aantoonbaar het examenniveau van een MVT en kiest ervoor om in dit vak examen te doen. De leerling dient hiervoor een verzoek in bij de examencommissie.

• De leerling volgt dezelfde vakken als waar het op de havo examen in heeft gedaan. In overleg wordt het 8e vak gekozen.

De criteria:

• De vakdocenten in 5H geven verplicht een oordeel over de studiehouding van de leerling in 5H. Docenten mogen uitsluitend goed, voldoende of onvoldoende geven. De examencommissie / directie beslist onder andere n.a.v. criteria en oordeel.

• Het gemiddelde van het centraal examen dient tenminste 7,0 te bedragen.

Een leerling wordt toegelaten tot 5 vwo als aan alle twee der criteria is voldaan.

Als niet aan alle twee der criteria wordt voldaan beslist de directie.

Ouder(s) en/of verzorger(s) kunnen tegen de uitspraak van de examencommissie bij de directeur in beroep gaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- met behulp van de concepten voedselrelatie en interactie met (a)biotische factoren ten minste in contexten op het gebied van duurzaamheid en voedselproductie benoemen welke

Maar niet alleen het redeneerproces was voor dit type opgaven anders dan het proces voor de traditionele ontleedopga- ven (ezelsbruggetjes toepassen, antwoorden invullen), ook

decimaal) voor het CE lager is dan een 5,5. • ten hoogste één vijf als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde A of B heeft behaald. Voor leerlingen zonder

Laten we eerst vaststellen dat Mügge blijkbaar nog niet gewaarschuwd heeft voor het pseudo-wetenschappelijke karakter van de politicologie over kiesstelsels, die hij in zijn

• Maak een grafiek van de temperatuur in de afgelopen week gemeten door het weerstation van je eigen school en door dat van het KNMI in De Bilt.. Als je niet meer precies weet hoe

De cursist exploreert de mogelijkheden van digitale toestellen en toepassingen om zijn leren te ondersteunen De cursist werkt met voor hem relevante

Daardoor is de warmteproductie van deze WKC (ruim 3 petajoule) en de uitstoot (circa 0,5 megaton CO2) verplaatst naar de sector industrie (Paragraaf 3.2.2). De twee boven-

What is the character of the Peshitta’s Ezekiel translation and its relevance for textual criticism of Ezekiel when, by applying the Frame Semantics approach,