U ZIET MIJ
ZIET U M J
Meinsje
Wijma
INHOUD
Voorwoord / 6
GOD DIE ER WAS
Schepping / 10 Ontstaan / 13 Ongerept / 14 Overvloed / 17 Licht / 18 Geschenk / 23 Ere zij God! / 24
Wolk van getuigen / 28 Heilig / 33
Geef de liefde door / 34
GOD DIE ER IS
Avondrood / 38 Teer / 41
Stroom van Levend water / 42 Dansen op de wind / 47
Mijmeren / 48 Gevonden / 53 Verscholen / 54 Horizon / 57
Ik laat je niet los! / 58
Herfst / 61
Bewogen bestaan / 62
In U mag ik weten wie ik ben / 64 Omarmen / 68
Gezellig / 72 Bloesem / 75 Ontluiken / 76 Welterusten / 79 Bloei / 80
Puur / 83
Verbonden / 84 Uniek / 87
Aan Vaders hand / 88 Liefde / 91
Aandacht / 92 Onderweg / 95
GOD DIE KOMT
Eeuwigheid / 98
Verborgen belofte / 101 Vernieuwing / 102 Thuis / 105
Op die dag / 106
U ziet mij Meinsje Wijma
© 2022 Scholten Uitgeverij BV Burgemeester Drijbersingel 25 8021 DA Zwolle
info@scholtenuitgeverij.nl www.scholtenuitgeverij.nl Vormgeving: Marcin & Milou Drukwerk: www.drukcase.nl Eerste druk, maart 2022 ISBN 978 90 832047 5 8 NUR 707
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
All rights reserved. No portion of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means – electronic, mechanical, photocopy, recording or any other – except for brief quotations in printed reviews, without the prior written permission of the publisher.
VOORWOORD
Sinds in 2017 mijn eerste boek ‘U (maar zo) ALLEEN!’ verscheen, heb ik vrijwel iedere dag geschilderd. Middels mijn schilderijen uit ik mijn verwondering over het mooie en het minder mooie van het leven. In dit boek smelten al die schilderijen samen tot één verhaal over Wie God was en is.
In het laatste hoofdstuk schilder en schrijf ik over het moment dat we bij God zullen zijn in de hemel. Zonder te weten hoe dat zal zijn. Maar ik zie er naar uit, want Hij is daar.
Tegelijkertijd geniet ik van het leven hier op aarde. Met vallen en opstaan. Net als ieder ander.
Wie ‘U (maar zo) ALLEEN!’ heeft gelezen, weet dat ik dat boek heb gebaseerd op de verdrietige omstandigheden die ik mee- maakte. Het boek is inmiddels vijf maal herdrukt en is zo bij veel mensen terechtgekomen. Het boek wordt ingezet bij the- rapieën, in pastorale gesprekken en mensen geven het elkaar cadeau wanneer ze met lijden, tegenslag, rouw of eenzaamheid te maken hebben.
En nu is hier een tweede boek! Dit boek draagt de titel ‘U ziet mij’. De hoop en vreugde die meer en meer in mijn leven en
schilderijen begon door te breken, wil ik graag in dit boek laten doorklinken en verspreiden. Diep verwonderd ben ik over Wie God was, Wie Hij is en ik verlang ernaar om bij Hem te wonen.
Niet vanuit wanhoop zoals in ‘U (maar zo) ALLEEN!’, maar van- uit liefde voor God.
Dit boek heb ik geschreven als een drieluik.
Deel één gaat over God die er was.
Deel twee over God die er is.
En deel drie over God die komt.
Van eerste scheppingsdag tot aan Hemelvaart. Van het begin van ons leven tot aan het moment dat we bij God zullen zijn in de hemel.
Onze omstandigheden en wijzelf veranderen, maar God is altijd Dezelfde. Toen, nu en straks. De tijd gaat door en is altijd aan- wezig. Zo gaat God ook door en is ook Hij altijd aanwezig.
Er bestaat geen einde, alleen een nieuw begin.
En zolang we hier op aarde leven, mogen we ons vasthouden aan deze belofte: ‘U ziet mij!’
6 7
GOD die
ER WAS
10
GOD die ER WAS
SCHEPPING
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweef- de boven het water. En God zei: Laat er licht zijn!
En er was licht. En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. En God noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht.
GENESIS 1:1-5 HSV
Woest en leeg.
Het was aardedonker op de aarde.
En God schiep het licht.
Hierdoor ontstond er een dag- en nachtritme.
Iedere dag is nieuw.
God schiep het licht in al Zijn pracht.
De allergrootste Kunstenaar.
Hij bedacht alles wat er nog nóóit was geweest.
13
GOD die ER WAS
ONTSTAAN
En God zei: Laat het water dat onder de hemel is, in één plaats samenvloeien en laat het droge zichtbaar worden! En het was zo. En God noemde het droge aarde en het samengevloeide water noemde Hij zeeën; en God zag dat het goed was.
GENESIS 1:9 EN 10 HSV
En God zag dat het goed was.
Als wij vandaag de dag met Gods liefde en door Zijn ogen naar Zijn schepping kijken dan kunnen ook wij zeggen dat het goed is.
Zeer goed!
14
GOD die ER WAS
ONGEREPT
En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waar- in hun zaad is op de aarde! En het was zo. En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En God zag dat het goed was.
GENESIS 1:11 EN 12 HSV
Dan klinkt daar Gods stem dat er groen uit de aarde mag opkomen.
Wat een kiemkracht!
Een diversiteit aan bloemen komt tot bloei.
Vele plantensoorten beginnen te groeien met hun eigen kenmerken- de stengels, bladeren, kleuren, wortels, hoogtes en vormen.
Vruchtbomen dragen vrucht en gewassen komen op uit de grond.
De aanwezigheid van planten, gewassen en vruchtbomen schep- pen levengevende mogelijkheden voor de mens.
Het ontstane groen voorziet in eten, drinken, kruiden en zuurstof.
Het opgekomen groen is vruchtbare ongereptheid in pure vorm.
Uit het niets.
Wat een Schepper!
17
GOD die ER WAS
OVERVLOED
Hoe groot zijn Uw werken, HEERE, U hebt alles met wijsheid gemaakt, de aarde is vol van Uw rijkdommen.
PSALM 104:24 HSV
God schiep ook nog vele diersoorten en tenslotte schiep Hij de mens. Man en vrouw.
De aarde is nu compleet. Vol van Gods rijkdom, wijs- heid en fascinerende schoonheid. Mensen en dieren leven samen in het paradijs. In harmonie, perfectie, vrede en overvloed. Het paradijs is een HEERlijke plaats. De mens wandelde dagelijks met God.
Wat wil een mens nog meer?
De vraag is niet wat wil een mens nog meer, maar waarom wil een mens nog meer?
19
GOD die ER WAS 18
GOD die ER WAS
LICHT
…maar van de vrucht van de boom die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: U mag daarvan niet eten en hem niet aanraken, anders sterft u. Toen zei de slang tegen de vrouw: U zult zeker niet ster- ven. Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend. En de vrouw zag dat die boom goed was om ervan te eten en dat hij een lust was voor het oog, ja, een boom die begerenswaardig was om er verstandig door te worden; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en hij at ervan.
GENESIS 3:3-6 HSV
Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou le- ven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof
van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. Hij verdreef de mens, en plaatste ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een vlammend zwaard, dat heen en weer bewoog, om de weg naar de boom des levens te bewaken.
GENESIS 3:22-24 HSV
De mens wilde niet alleen wandelen met God, maar zijn als God.
Sindsdien denkt de mens keer op keer: ik doe het zelf, ik heb God niet nodig, of ik ben als God. God schiep de mens naar Zijn evenbeeld. We lijken wel op Hem, maar we zijn geen God.
God schiep ons met keuzevrijheid. Aan ons is het om keer op keer te beslissen waarvoor we kiezen.
Plotseling was in het paradijs iedere vrede, perfectie, harmonie en overvloed verdwenen. De gevolgen van de schijnbare eigen ʻwijsheid’ van de mens werden meer en meer zichtbaar.
20
GOD die ER WAS
De mens dacht het zelf te kunnen. En denken wij vaak niet net zo? Maar daarmee komt het paradijs ver achter ons te liggen.
De aarde werd een plek van verwaarlozing, uitbuiting, racisme, geweld, incest, gedwongen prostitutie, corruptie, terrorisme, verslaving, moord en leugens. Maar al wonen we nu nog op deze gehavende aarde en is satan levens- gevaarlijk en niet te onderschatten, het kwaad heeft niet voor altijd gewonnen.
Mét de straf om de mens uit het paradijs te weren, kwam direct Gods belofte voor redding.
Hij sloot het paradijs af, zodat de mens niet van de boom van het leven zou kunnen eten. Hiermee voorkwam God dat de mens eeuwig zou leven in een stukgemaakte, uit- zichtloze situatie.
