• No results found

CIRCULAIRE ECONOMIE IN DE BOUWINDUSTRIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CIRCULAIRE ECONOMIE IN DE BOUWINDUSTRIE"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CIRCULAIRE ECONOMIE IN DE BOUWINDUSTRIE

DUURZAAM OPGELOST

25-6-2014 TU Delft Zakariya Chebli

(2)

1

V

OORWOORD

Voor u ligt het P2 rapport dat is opgesteld in het kader van het afstuderen aan de leerstoel Real Estate &

Housing van faculteit bouwkunde aan de TU Delft. Deze rapportage is een verder e uitwerking van het voorlopige onderzoeksvoorstel en kan worden opgevat als een contract tussen de student en de begeleiders, met de nodige flexibiliteit voor eventuele aanpassingen gedurende het onderzoekstraject. Het onderzoek vindt plaats binnen het DC&M lab (Design & Construction Management) en betreft de implementatie van circulaire economie in de Nederlandse bouwindustrie, vanuit het perspectief van de aanbiedende partij.

Het rapport geeft de bevindingen van het onderzoek tot dusver en maakt inzichtelijk hoe het vervolg van het onderzoek zal verlopen. Aanvullend op dit rapport zal op 25 juni een presentatie plaatsvinden waarin het onderzoeksvoorstel nader wordt toegelicht.

Delft, juni 2014 Zakariya Chebli

“WE SHOULD NOT TRY TO FORECAST WHAT WILL HAPPEN, BUT TRY TO MAKE PROVISIONS FOR THE UNFORESEEN”

N. J. Habraken, 196I

“IF A BUILDING DOESN’T SUPPORT CHANGE AND REUSE, YOU HAVE ONLY AN ILLUSION OF SUSTAINABILITY”

Croxton, 2003

P

ERSONALIA

Naam : Zakariya Chebli Studentnr. : 1285335

Adres : Balthasar van der Polweg 1112 2628 ZJ Delft

Tel. nr. : 06-43498293

E-mail : z.chebli@student.tudelft.nl Cheb.zaka@gmail.com 1e mentor : Matthijs Prins 2e mentor : Ad Straub

Praktijkbeg. : N. Slob en S. Mohammadi Datum : 25-06-2014

Lab : Design & Construction Management

(3)

2

I NHOUDSOPGAVE

Voorwoord ... 1

Personalia ... 1

Introductie ... 4

1 Persoonlijke aspecten ... 5

1.1 Motivatie ... 5

1.2 Visie ... 5

1.3 Profiel ... 5

1.4 Leerdoelen ... 6

1.5 Relevantie... 6

2 Onderzoeksvoorstel... 8

2.1 Soort afstudeerproject... 8

2.2 Probleem oriëntatie ... 8

2.3 Probleemanalyse... 9

2.4 Het Probleem...12

2.5 Probleemstelling ...13

2.6 Onderzoeksvragen ...13

2.7 Onderzoeksdoel ...14

2.8 Beoogd r esultaat...14

3 Methodologie ...16

3.1 De indeling van het onderzoek ...16

3.2 literatuurstudie ...16

3.3 interviews ...17

3.4 Case studies ...17

3.5 Beantwoording onderzoeksvragen...18

4 Theoretisch kader ...20

4.1 Utopisch beeld...20

4.2 Eigendom en Verantwoordelijkheid...20

4.3 De circulaire economie opvatting van een gebouw ...21

4.4 Het gebouw in lagen ...21

4.5 De verbinding tussen elementen ...22

4.6 Demontage koppeling ...22

4.7 Restwaarde...22

4.8 Materiaal en levensduur ...23

4.9 Investeren in demontage en hergebruik ...23

(4)

3

4.10 Een voorbeeldconstructie...24

4.11 Voorlopige inhoudsopgave eindrapport ...25

5 Onderzoeksorganisatie ...27

5.1 Onderzoeksprogramma ...27

5.2 Wetenschapsgebieden...27

5.3 Mentoren ...27

5.4 Bedrijf...27

5.5 Planning ...28

5.6 Positie binnen onderzoek naar CE ...28

6 Literatuur...29

(5)

4

I

NTRODUCTIE

Men is zich steeds meer bewust van het feit dat de consumptie van natuurlijke grondstoffen en de vervuiling van het milieu niet eeuwig op de gebruikelijke manier door kunnen gaan. Deze parallel aan elkaar gaande processen moeten op een bepaalde manier gereduceerd worden om zo het planeet ook voor ko mende generaties bewoonbaar te houden. Vanuit circulaire economie streeft men dan ook naar een industrie waarin het huidige lineaire proces plaatsmaakt voor een meer circulair proces met betrekking tot grondstoffen en milieu: zo zal zowel de consumptie van natuurlijke grondstoffen als de belasting van het milieu ger educeerd worden (Ellen MacArthur Foundation, 2012). Maar tegelijkertijd kan dit concept ook de nodige flexibiliteit in de bouwindustrie verschaffen. Deze constructie lijkt in eerste instantie een praktische oplossing voor meerdere problemen die zich in de bouwindustrie voordoen. Maar gebrek aan kennis zorgt ervoor dat men, zowel vanuit aanbieder als afnemer, niet weet hoe hier financieel voordeel mee te behalen.

Tegelijkertijd zou dit principe recht doen aan de afstemming van vraag en aanbod van vastgoed, waarbij op dit moment een sterke mis-match bestaat. Het statisch karakter van vastgoed maakt het lastig om het aanbod van vastgoed op de voortdurend veranderende vraag van gebruikers aan te passen. Eerder heeft men door middel van flexibiliteitsmaatregelen, oftewel bouwkundige oplossingen, getracht de nodige flexibiliteit te verkrijgen om zo in te kunnen spelen op dit fenomeen. Echter heeft dit niet geleid tot significante verbetering in de bouw met betrekking tot flexibiliteit, terwijl de vraag naar flexibiliteit in de huidige bouwindustrie blijft groeien.

(6)

5

1 P

ERSOONLIJKE ASPECTEN

1.1 M

OTIVATIE

Op de vastgoedmarkt spelen vele factoren een rol bij de afstemming van vraag en aanbod op elkaar . Zo zorgen huidige trends als duurzaamheid, leegstand, belangen van verschillende partijen en de levenscyclus van gebouwen voor een dynamisch en interessant onderzoeksveld. Daarnaast is de opkomende circulaire economie een belangrijke factor die een bijdrage kan leveren aan het afstemmen van vraag en aanbod op elkaar. Verder speelt het financiële aspect een cruciale en overkoepelende rol waarmee ieder discipline in de vastgoedwer eld rekening dient te houden. Kor tom, binnen dit onderzoeksveld zijn er tal va n mogelijkheden en oplossingen die niet alleen de bouwindustrie maar ook de omgang met de natuur kunnen herstellen en verbeteren.

1.2 V

ISIE

Gebouwen en componenten waaruit ze zijn opgebouwd worden lang niet allemaal optimaal benut: vaak zijn deze op het moment van sloop nog goed te (her)gebruiken. Maar omdat het vaak financieel aantrekkelijker is om te slopen en opnieuw te bouwen gebeur t dit regel matig. Op deze manier worden er te vaak onnodig grondstoffen aan de natuur onttrokken ter wijl dit gepaard gaat met bovenmatige milieuvervuiling. Door flexibiliteit op te nemen in gebouwen heeft men geprobeerd de levensduur van gebouwen te verlengen: door ze makkelijker aanpasbaar te maken zouden deze eenvoudig met de wijzigende eisen mee kunnen veranderen en langer dienst blijven doen. Een andere opvatting zou zijn om niet de levensduur van de gebouwen te verlengen, maar door simpelweg beter gebruik te maken van de beschikbare grondstoffen. Ook hier speelt flexibiliteit, weliswaar in een andere vorm, een belangrijke rol.

Binnen dit onderzoek zal een vorm van flexibiliteit bestudeerd worden die vanuit de circulaire economie cruciaal is en die betrekking heeft op het ver mogen om bouwelementen te demonteren en te hergebruiken. Dit is essentieel om de consumptie van grondstoffen te reduc eren en de belasting van het milieu terug te dringen.

Dit vereist wel een andere visie jegens gebouwen: deze worden hierbij niet opgevat als producten die geconsumeerd worden maar als service biedende objecten die in handen zijn en blijv en van de aanbieders ervan. Op deze manier kunnen de afnemers slechts de dienst verkrijgen voor een bepaalde periode, waardoor de ontvangen dienst beter aansluit op de wensen van de consument. Zo blijven de bouwkundige verantwoordelijkheden voor rekening van de aanbieder. Omdat deze methode echter niet gebruikelijk is weet men, zowel vanuit aanbieder- als afnemerskant, nog niet hoe hier financieel voordeel mee te behalen. Zowel organisatorisch als technisch is er met betrekking tot deze setting veel te onderzoeken.

1.3 P

ROFIEL

Het circulaire economie principe waarbij men handelt op basis van diensten in plaats van producten, welke in paragraaf 2.3.3 nader zal worden toegelicht, kent reeds een aantal voorlopende praktijkvoorbeelden. Zo leveren ESCo’s (Energy Service Companies) energie service aan gebruikers/eigenaren van gebouwen op basis van dit principe: de energievoorziening en de management ervan wordt dan aa n een externe partij uitbesteed (ESCoNetwerk.nl, 2013). Behalve ESCo’s worden tegenwoordig steeds meer producten op basis van dit principe in de vorm van een dienst aangeboden. Zo bestaan er bedrijven die gespecialiseerd zijn in het aanbieden van kozijnen en vloerbedekkingen voor een vooraf afgesproken periode. Een steeds groter deel van het gebouw wordt hiermee in de vorm van een service aangeboden en dit gaat gepaard met minder verantwoordelijkheid en eigendom vanuit de afnemer. De toekomstverwachting is dan ook dat hele gebouwen geleased kunnen worden met alle benodigde voorzieningen die de gebruiker wenst. Behalve de voordelen vanuit circulaire economie zullen gebouwen op basis van dit principe ook flexibel zijn vanwege de ongebondenheid tussen elementen, wat immers makkelijker aanpassingen toelaat. Hiermee is flexibiliteit, welk vandaag de dag hoog in het vaandel staat vanwege de almaar veranderende eisen van gebruikers, een neveneffect van circulaire economie.

(7)

6

1.4 L

EERDOELEN

In het kader van dit onderzoek worden onder andere de volgende leerdoelen in acht genomen:

- Inzicht krijgen over de circulaire economie en de voordelen die daarmee verkregen kunnen worden.

- Een nieuwe benadering vanuit circulaire economie op de bouw bestuderen.

- Communicatietechnieken zoals interviewen verbeteren.

- De consequenties van circulaire economie op de bouwwereld in kaart brengen.

1.5 R

ELEVANTIE

In deze paragraaf zal de relevantie van het onderzoek kenbaar worden gemaakt op basis van wetenschappelijke en maatschappelijke motieven. Daarnaast zal er worden toegelicht wat de gebruikspotentie is van het onderzoek en welke partij en hierbij (in)direct gebruik kunnen maken van het resultaat.

1.5.1 WET ENSCH APPELI JKE REL EV ANT I E

In de hedendaagse wereld is circulaire economie een relatief nieuw begrip dat zich op verschillende sectoren aan het uitbreiden is. Er wordt dan ook volop onderzoek gedaan naar deze nieuwe manier van zaken doen met het voornaamste doel de belasting van het milieu in verschillende sectoren terug te dringen. Ook en zeker voor de bouw kunnen de principes van circulaire economie leiden tot verbeteringen aangezien de bo uw een van de meest milieu vervuilende sectoren in Nederland is. Dit onderzoek zal zich met name bezighouden met implementatie van circulaire economie in de bouwindustrie en focussen op hoe de verschillende aanbiedende partijen op de markt gefaciliteerd kunnen worden bij het assembleren van hun elementen tot het eindproduct, het gebouw. Wetenschappelijk gezien is er al ruim geschreven over circulaire economie in algemene zin, maar de verdieping per sector is nog mager, ook voor de bouw. Daarom zijn dergelij ke onderzoeken van essentieel belang om de gaten in de wetenschappelijke kennis aan te vullen. Ook zullen deze onderzoeken de implementatie van circulaire economie in de praktijk promoten, indien wetenschappelijk wordt bewezen dat deze nieuwe manier van handelen ook lucratief is. Financiële winstgevendheid is immers vaak de drijfveer achter vele ontwikkelingen in onze wereld.

1.5.2 MAAT SCH APPELI JKE RELEV ANT I E

Vanuit maatschappelijk perspectief gezien zal dit en soortgelijke onderzoeken op lange termijn bijdragen aan het creër en van gebouwen die beter aansluiten op de wensen van de consument terwijl tegelijkertijd de belasting van het milieu gereduceerd wordt. Dit kan dus een antwoord bieden op de steeds veranderende vraag van de consument ten opzichte van het relatief statische karakter van vastgoed. Verder zal het circulaire economie concept, dat binnen dit onderzoek verder ontwikkeld en aangemoedigd wordt, zorgen voor een constructie binnen de bouwindustrie die op basis van diensten is gebaseerd waar bij men slecht betaalt voor de gewenste dienst en dus minder overbodige kosten zal maken. Een bouwconstructie zoals in dit onderzoek wordt voorgesteld zal dus meer consumentvriendelijk zijn dan de huidige. Daarnaast is het vanuit duurzaamheidsoogpunt noodzakelijk om spoedig over te gaan op deze nieuwe manier van handelen omdat de huidige consumptie van natuurlijke grondstoffen en de belasting van het milieu niet oneindig zo door kan gaan.

Wanneer het implementeren van de circulaire economie ook financieel voordeel weet te behalen, dan zal voor alle duurzaamheidsaspecten een gewin zijn: people, planet en profit. Het is vanuit maatschappelijk perspectief daarom uiterst relevant om dit onderzoek uit te voeren.

(8)

7 1.5.3 GEBRUI KSPOT ENT I E

In de huidige bouwwer eld bestaan er reeds bedrijven die producten leveren op basis van principes die vergelijkbaar zijn met circulaire economie. O mdat het fenomeen r elatief nieuw is en niet op grote schaal wordt toegepast zal het bij de implementatie de nodige problemen met zich meebrengen. Onderzoeken als deze zorgen ervoor dat veel problemen geëlimineerd worden omdat bij voorbaat al in kaart wordt gebracht wat men kan verwachten. De randvoorwaarden die voor de implementatie van circulaire economie aan het eind van het onderzoek zullen worden opgesteld kunnen dienen als richtlijnen waarmee men r ekening dient te houden bij het handelen op basis van circulaire economie om de kans op succes te vergroten. Ook weet men beter welke risico’s men kan verwachten. Tot slot dient een gebouwmodel te worden ontwikkeld die de assemblage van bouwkundige componenten faciliteert vanuit het oogpunt van demontage en hergebruik.

(9)

8

2 O

NDERZOEKSVOORSTEL

Bij dit afstudeeronderzoek staat de implementatie van circulaire economie principes in de Nederlandse bouwindustrie centraal. Dit zal voor een aantal problemen de oplossing moeten bieden en zo resulteren in duurzamer bouwen. Behalve de bijdrage aan het milieu zal ook de flexibiliteit en daarmee het consumentgericht bouwen door de implementatie van circulaire economie verbeter en. Men heeft op verschillende wijzen getracht in te spelen op toekomstige veranderingen in gebouwen door uiteenlopende flexibiliteitsmaatregelen te treffen. Echter hebben deze vooraf geïmplementeerde maatregelen als nadeel dat men vaak gedwongen is vanuit vooraf bepaalde scenario’s hierop in te spelen en dus enige toekomst voorspelling moet kunnen uitvoer en (Geraedts, 1999). In de huidige wereld waarin de eisen en wensen van de gebruiker constant veranderen is deze toekomstvoorspelling moeizaam te realiseren. Het is dan nog maar de vraag in hoeverre daadwerkelijk beroep wordt gedaan op de geïmplementeerde maatregelen.

Een alternatief dat meer voordelen met betrekking tot flexibiliteit in de bouwindustrie voorspelt is het circulaire economie principe, dat primair op het verbeteren van de relatie met natuur en milieu is geri cht (Ellen MacArthur Foundation, 2012). Hierbij worden gebouwen geleverd als ensembles van elementen die in het bezit zijn van aanbieders en zo vaak als mogelijk hergebruikt worden. Hoewel dit een zeer voor de hand liggende oplossing lijkt te zijn voor verschillende problemen in de bouwwereld, wordt het principe met uitzondering op enkele pilotprojecten in de praktijk niet toegepast. Daarom zal dit afstudeerproject zich bezighouden met hoe hier vanuit het perspectief van de aanbiedende partij financieel voordeel mee te behalen om dit te kunnen promoten.

2.1 S

OORT AFSTUDEERPROJECT

Het circulaire economie principe zal binnen dit onderzoek als uitgangspunt worden genomen voor het aanbieden van gebouwen op de markt en hiermee zal een vertaalslag worden gemaakt naar een gebouw.

Hierbij zal de nadruk op het product liggen die een huisvestingdienst moet leveren aan de afnemende partij. Er zal worden uitgezocht waaraan dit product moet voldoen om financiële waarde te creër en voor de aanbiedende partij: hoe zal financiële haalbaarheid op basis van circulaire economie bereikt moeten worden?

De organisatie die hier bij hoort en uiteraard een ander e inrichting zal hebben dan bij traditionele modellen verdient binnen dit onderzoek eveneens de nodige aandacht.

2.2 P

ROBLEEM ORIËNTATIE

De huidige bouwwereld is voor een groot deel van uitputting van natuurlijke grondstoffen en vervuiling van het milieu verantwoordelijk (Spence & Mulligan, 1995). Hoewel men al decennia lang bewust is van dit probleem heeft er binnen de bouwindustrie geen wezenlijke verandering plaatsgevonden om dit milieuonvriendelijk karakter van de bouwindustrie te bestrijden. Omdat het financiële aspect meestal de drijfveer is achter het handelen in de bouw wordt doorgaans gezocht naar de meest goedkope oplossingen. Deze zijn ec hter vaak in strijd met duurzame en milieuvriendelijke principes. Het is daarom essentieel om naar lucratieve oplossingen en technieken te zoeken die wel milieuvriendelijk zijn en deze door te ontwikkelen. Wanneer deze dan financieel aantrekkelijk blijken zullen ze kunnen concurreren met traditionele methoden die vaak milieuonvriendelijk zijn. Het circulaire economie concept biedt dergelij ke oplossingen die om nader onderzoek en ontwikkeling vragen. Dit concept heeft potentie om naast het milieuprobleem van de bouw ook voor andere problemen een oplossing te bieden binnen de bouw. Aangezien de leegstand en mis -match op de vastgoed markt voor een groot deel toe te kennen is aan het relatief statisch karakter van vastgoed ten opzichte van de dynamische vraag, zou flexibiliteit een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van deze problemen.

Flexibiliteit dient hierbij niet te worden nagestreefd als het hoofddoel, maar als een middel waarmee blijvende aanpasbaarheid en duurzaamheid kan worden bereikt (Slob & Mohammadi, 2010).

(10)

9

2.3 P

ROBLEEMANALYSE

In deze paragraaf zullen een aantal zaken aan bod komen die bepalend zijn voor de probleemstelling binnen dit onderzoek. Na het behandelen van achtergrondinformatie zullen ook trends en literatuur met betrekking tot de circulaire economie en flexibiliteit aan de orde zijn.

2.3.1 WAT ER V OORAF GI NG

Het duurzaamheidsaspect heeft in de huidige bouwindustrie veel aanhang gekregen vanwege de bewustwording van de druk vanuit de bouw jegens de natuur. Gebouwen worden ook daad werkelijk duurzamer en energiezuiniger. Een groot deel van de belasting is echter toe te kennen aan de daadwerkelijke bouwactiviteiten en gebruik van materialen. Hierop heeft duurzaamheid geen wezenlijke veranderingen in gebracht terwijl dit vanuit milieuperspectief van groot belang is.

Daarnaast wijzigen de wensen van de gebruikers van vastgoed, onder meer woningen en kantoorgebouwen, tegenwoordig sneller dan ooit. Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen die bijdragen aan het dynamisch karakter van de vraag vanuit gebruikers. Zo zijn gezinssamenstellingen en nieuwe manieren van werken enkele voorbeelden die invloed hebben op de vraag naar bepaalde eigenschappen van het vastgoed. Om deze dynamische vraag en het relatief statische vastgoed beter op elka ar te kunnen afstemmen heeft men met verschillende ideeën en middelen gepoogd tot oplossingen te komen: van slimme ontwerpoplossingen tot tastbare maatregelen die in de bouw zijn geïmplementeerd om de toekomstige aanpasbaarheid te faciliteren.

Eveneens is men hier niet in geslaagd om wezenlijke resultaten te boeken.

2.3.2 CI RCULAI RE ECONOMI E

Vanwege de hoge druk van de Chinese economie op natuur en milieu is in eerste instantie de aandacht voor de circulaire economie ontstaan. Men heeft zich ger ealiseerd dat handelen jegens de natuur zoals in de huidige economie wordt gedaan niet oneindig door kan gaan. Om uitputting van de grondstoffen en de vervuilding van het milieu een halt toe te roepen heeft de Chinese overheid besloten om het circulaire economie principe te implementeren in de Chinese economie (Yong, 2007). Het concept komt erop neer dat men ernaar streeft de kringloop tussen producten en grondstoffen zoveel mogelijk te sluiten: door toevoeging van energie en arbeid zullen materialen aan het einde van een dienst opnieuw als grondstoffen kunnen worden ingezet v oor de volgende dienst. Er zijn twee kringlopen te onderscheiden binnen de circulaire economie: de biologische kringloop en technische kringloop van materialen zoals in figuur 1 is weergegeven. Behalve een lagere belasting voor het milieu zal hiermee ook d e hoge consumptie van natuurlijke grondstoffen gereduceerd worden. De voordelen van circulaire economie zijn in de literatuur uitvoerig beschreven en algemeen is dat dit concept kan bijdragen tot verbetering van de grondstoffen productiviteit en eco-efficiëntie, hervorming van milieubeheer en het bereiken van duurzame ontwikkeling (Yuan, Bi, & Moriguichi, 2006).

FIG U U R 1.DE K R IN G L O P EN VAN C IR C U L AIR E EC O N O M IE ( EL L EN MACAR TH U R FO U N D ATIO N,2012)

(11)

10 2.3.3 TRENDS M.B.T.FLEXI BI LI T EI T

De vraag naar en het belang van flexibiliteit worden door uiteenlopende factoren beïnvloed. Zo zorgen de huidige trends (Geraedts, 2008a) rond flexibiliteit voor toenemende vraag naar toekomstig aanpasbare gebouwen. Een aantal belangrijke trends zullen hier kort toegelicht worden.

Allereerst is de levenscyclus van gebouwen van belang voor de gevraagde flexibiliteit. De levensduur van gebouwen wordt tegenwoordig langer en dit is in strijd met de snel wijzigende eisen van de gebruikers.

Hiermee wordt de vraag naar flexibiliteit juist groter.

Tegenover de lange levenscyclus van gebouwen staat de steeds korter wordende levenscyclus van functies die in deze gebouwen geaccommodeerd moeten worden. Deze fenomenen complementeren elkaar op het vergroten van de vraag naar flexibiliteit. Verder stelt de huidige leegstaand, onder voornamelijk kantoorgebouwen, de flexibiliteit in bouwwerken ter discussie. Tot slot speelt binnen dit kader het karakteristieke conflict tussen de dynamische vraag en het relatief statisch aanbod een leidende rol in de behoefte naar flexibiliteit. De relevantie van flexibiliteit wordt door Croxton benadrukt in zijn onderstaande citaat. En je kunt je inderdaad afvragen hoe duurzaam een gebouw nog is die niet in staat zich aan de veranderende omstandigheden te kunnen aanpassen.

“If a building doesn’t support change and reuse, you have only an illusion of sustainability. You may have excellent building orienta tion and other en ergy-saving systems, but the building must also be able to be flexible to meet a change in curriculum.” (Croxton, 2003)

Daar komt bij dat vanuit economisch oogpunt korte levensduren van gebouwen helemaal niet gunstig blijken.

Er bestaat simpelweg geen manier om financieel aantrekkelijke gebouwen te maken voor korte duur (Hughes, Ancell, Gruneberg, & Hirst, 2004). Dit betekent dat indien gebouwen niet in staat zijn zich door de tijd heen aan te kunnen passen, deze de huidige en toekomstige korte levensduren van functies op den duur niet kunnen tegemoetkomen.

2.3.4 DE PRI NCI PES V AN CI RCULAI RE ECONOMI E

De circulaire economie kent een aantal basisprincipes die belangrijk zijn en in acht moeten worden genomen bij het implementer en van het concept. Daarbij wordt binnen het systeem een onderscheid gemaakt tussen twee kringlopen: een biologische kringloop waarin grondstoffen na gebruik veilig terugvloeien in de natuur en een technische kringloop, waarvoor product(onderdelen) zo zijn ontworpen en verhandeld dat deze op kwalitatief hoogwaardig niveau opnieuw gebruikt kunnen worden. Hierdoor blijft de economische wa arde zoveel mogelijk behouden. De basisprincipes voor ci rculaire economie zijn (MVO, 2013):

1 Waardebehoud wordt gemaximaliseerd door eerst te kijken naar producthergebruik, vervolgens hergebruik van onderdelen en als laatst hergebruik van grondstoffen.

2 Producten worden zo ontwo rpen en gemaakt dat deze aan het eind van de gebruiksfase makkelijk demontabel zijn en materiaalstromen eenvoudig gescheiden kunnen worden.

3 Tijdens productie, gebruik en ver werking van het product worden geen schadelijke stoffen uitgestoten.

4 De onderdelen en grondstoffen van ‘gebruiksproducten’ (zoals een lamp) worden hergebruikt zonder kwaliteitsverlies (bijvoorbeeld in een nieuwe lamp, maar wellicht wel in een nieuwe laptop, bijvoorbeeld).

5 De grondstoffen van ‘verb ruiksproducten’ (zoals tandpasta) zijn biologisch afbreekbaar en worden (na eventuele onttrekking van nog waardevolle gronds toffen) teruggegeven aan de natuur.

6 Producenten behouden het eig endom van gebruiksproducten, klanten betalen voor het gebruik ervan, niet voor het b ezit. Een andere mogelijkheid is dat de producent het product terugkoopt aan het einde van de levensduur.

7 Omdat de prestatie van het product de waarde bepaalt, wordt het lever en van de juiste kwaliteit extreem belangrijk voor de producent.

(12)

11 8 Een van de meest belangrijke succesfactoren is (cross -sectorale) ketensa menwerking gericht op het creëren van meervoudige waarde. Hierbij vermeerdert niet alleen de economische waarde van alle bedrijven in de keten, maar ook de ecologische en sociale waarde.

Alle principes zijn in zekere mate belangrijk voor de verdere ontwikkeling van circulaire economie met betrekking tot de bouw, echter verdienen een aantal punten in het bijzonder de aandacht omdat deze wezenlijk zijn voor het onderzoek. De voorwaarde van demontabelbaarheid vanuit principe twee is van essentieel belang om circulaire economie te kunnen verwezenlijken binnen de bouwindustrie, terwijl dit fenomeen zich nauwelijks voordoet in de traditionele bouw. Ook het principe betreffende het eigendom van de producten is van groot belang voor de bouw, aangezien dit aangeeft dat de afnemer zal worden vrijgesteld van verantwoordelijkheid en bezit van kostbare producten en slechts betaalt voor de dienst die hij afneemt. Tot slot heeft het laatste principe nog een belangrijke rol bij het goed functioneren van het circulaire economie concept binnen de bouwindustrie. Aangezien bij het vervaardigen van gebouwen verschillende leveranciers aan bod komen dient zeker vanuit dit perspectief meervoudige waarde te worden nagestreefd.

2.3.5 CI RCULAI RE ECONOMI E I N DE BOUW

Behalve de genoemde voordelen voor natuur en milieu zal het circulaire economie principe ook oplossingen bieden voor problemen in de huidige bouwindustrie. Middels flexibiliteit die circulaire economie te bieden heeft kunnen gebouwen beter worden afgestemd op de wensen van de gebruiker. Gebouwen zijn daarmee ook beter in staat zich aan veranderingen te onderwerpen. Naast de voordelen voor de afnemer die op basis van een overeenkomst precies de dienst ontvangt waar hij om vraagt zal het principe voor de aanbiedende partij vanuit financieel oogpunt ook gunstig zijn omdat het hem in staat stelt dezelfde grondstoffen steeds opnieuw in te zetten. Hierbij blijven de elementen in eigendom van de aanbieder. Aangezien het principe in de praktijk nog nauwelijks is toegepast zal men bij de implementatie ervan de nodige problemen onderv inden. De rol van dit onderzoek hierin is bestuderen hoe financiële haalbaarheid kan worden bereikt met betrekking tot het circulaire economie concept. Het concept wordt hierbij beschouwd als middel waarmee blijvende duurzaamheid en flexibiliteit kan worden bereikt waarbij de nadruk ligt op de aanbiedende partij.

2.3.6 CI RCULAI RE ECONOMI E & FLEXI BI LI T EI T

Het circulaire economie concept is in eerste instantie niet ontstaan vanuit een flexibiliteitsgedachte. Echter kunnen gebouwen die gebaseerd zijn op dit concept als flexibel worden opgevat vanwege het voorwaarde scheppend karakter dat dit concept met zich meebrengt: voor succes dient het gebouw in staat te zijn ontleed te kunnen worden in elementen die terug genomen worden door de aanbieders. Deze voorwaarde heeft invloed op een aantal zaken die om nader onderzoek vragen. Zo zal bij deze vorm van bouwen een verschuiving plaatsvinden van levensduren van gebouwen naar levensduren van materialen en grondstoffen. Hierbij is het van belang dat de verschillende levensduren goed op elkaar worden afgestemd. Flexibiliteit wordt voornamelijk verkregen uit het feit dat binnen de circulaire economie gebouwen worden opgevat als een verzameling grondstoffen en materialen die gunstig met elkaar zijn verbonden en zo een dienst leveren. Hierbij kunnen naar wens van de afnemer van de dienst materialen worden toegevoegd, ontnomen en getransformeerd worden om het gebouw aan nieuwe eisen te kunnen laten voldoen. Deze vorm van flexibiliteit is een neveneffect van het circulaire economie principe.

2.3.7 EERDERE FLEXI BI LI T EI T SOPLOSSI NGEN

Al decennia lang tracht men in te spelen op toekomstige veranderingen door flexibiliteitsmaatregelen toe te passen in gebouwen. Deze maatregelen variëren van ontwerpoplossingen tot oplossin gen in de vorm van fysieke elementen die bij de bouw worden geïmplementeerd en stellen karakteristieke eigenschappen aan de bouw die bij circulaire economie ook belang zouden kunnen zijn. De ontkoppelbaarheid van elementen en de vrij indeelbaarheid van de ruimte zijn karakteristieken die van groot belang zijn voor IFD (industrieel, flexibel &

demontabel) bouwprojecten respectievelijk ‘Open Bouwen’ projecten.

(13)

12 IFD bouwen kan worden gedefinieerd als: een bouwconcept voor het creër en van flexibele gebouwen, wa arbij de gebruiker vrij is in de keuze voor de omvang, de detaillering en de indeling van de woning in kwestie.

Dergelijke keuzemogelijkheden zouden ook bij het bouwen vanuit circulaire economie essentieel zijn om de afnemer van de dienst de nodige flexibiliteit en keuzemogelijkheid te kunnen aanbieden. Bij IFD gaat men een stap verder door de woningen aanpasbaar te maken ter wijl de gebruikers erin wonen (Geraedts, 2011).

Daarnaast blijkt verkavelbaarheid, de mate die een bouwkundig object in staat stelt te worden omgezet tot een andere indeling, essentieel te zijn voor flexibiliteit. Het r ealiseren van een verkavelbaar gebouw vormt een van de belangrijkste ontwerp- en bouwstrategieën voor flexibiliteit (Geraedts, 1999).

Een andere techniek waarmee men heeft getracht flexibiliteit te bereiken is het open bouwen principe. Een goed voorbeeld van dit bouwprincipe is het idee van Frank Bijdendijk om bestemming-loze gebouwen te ontwikkelen waar alle functies van wonen, werken, winkelen naar keuze van de huurder in principe in terecht kunnen: solids (ArchiNed, 2009). Vanwege hun lange levensduur (uitgangspunt 200 jaar) en de mogelijkheid om tot verschillende functies getransformeerd te kunnen worden, moeten deze gebouwen bouwkundig gezien aan de hoogste eisen voldoen om inderdaad al die functies te accommoderen en blijvend flexibel te zijn . Gedurende deze lange exploitatieperiode is relatief weinig geld nodig voor onderhoud en renovatie omdat materialen hierop zijn geselecteerd en veranderingen eenvoudig uit te voeren zijn door de flexibiliteit, met name de wijze waarop de inbouw kan worden gewijzigd. De gedachte bij deze gebouwen is niet om vanuit optimale efficiëntie te werk te gaan, maar vanuit optimale gebruiksmogelijkheden (Crone, 2011). De genoemde aspecten zouden bij bouwen vanuit circulaire economie als een kwaliteit worden opgevat die mogelijk kunnen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het concept.

2.3.8 VERGELI JKBARE PRAKT I JKV OORBEELDEN

In de praktijk komen reeds voorbeelden voor van leveranciers die opereren op basis van een vergelijkba ar principe als dat van circulaire economie. Twee bekende voorbeelden zullen hier kort worden toegelicht om een voorproefje van het principe te demonsteren: tapijttegels en energievoorziening. Op basis van een overeenkomst kunnen producten in de vorm van e en dienst voor een afgesproken periode geleased worden.

Een belangrijk gegeven betr eft de tapijttegels is dat men werkt vanuit het ‘cradle to cradle’ principe: na het verstrijken van de periode worden de tapijttegels door de leverancier teruggenomen waarna deze na verwerking opnieuw dienst kunnen doen voor een volgend tapijttegel (Bijlsma, 2013). Daarbij komt dat het ontwerp van de tegels goed af te stemmen is op de behoeften van architecten, huizenbezitters en eindgebruikers en zo de nodige flexibiliteit met betrekking tot keuzemogelijkheden verschaft.

Naast tapijttegels wordt tegenwoordig ook energie op basis van een soortgelijk principe geleverd: ESCo. Deze afkorting staat voor Energy Service Company waarmee bedrijven worden aangeduid die zich bezighouden met de ontwikkeling, installatie en financiering van projecten en vervolgens energie leveren aan afnemers op basis van een prestatiecontract van vaak vijf a tien jaar (Vine, 2005). Het betreft vaak een consortium van meerdere partijen, bestaand uit een technisch team en een financier die de ener gievoorziening en de management ervan op zich nemen. Energie wordt in de vorm van een dienst geleverd en de benodigde installaties blijven in het bezit van de ESCo. Beide voorbeelden laten zien dat de afnemer van een dienst wordt vrijgesteld van bouwkundige zaken en deze over laten aan deskundigen. Ook hoeft de afnemer geen aanzienlijke bedragen te betalen voor bezit terwijl hij alleen gebruik wil maken van de dienst.

2.4 H

ET

P

ROBLEEM

Vanuit de circulaire economie gedachte blijkt dat de consumptie van natuurlijke grondstoffen een enorme reductie vereist om ook toekomstige generaties in hun behoefte te kunnen voorzien. Daar naast dient ook de huidige vervuiling van het milieu een halt toegeroepen te worden. Aan de andere kant is er vanwege de tegenstrijdige karakteristieken van de vraag en aanbod van vastgoed een wanverhouding tussen de twee ontstaan: de steeds meer dyna mische vraag sluit niet altijd goed aan op het r elatief starre aanbod. Gebrek aan flexibiliteit zorgt er voor dat dit probleem door de steeds sneller wijzigende wensen van de consument almaar

(14)

13 groter wordt. Daarbij wordt flexibiliteit in bouwkundige projecten vaak als onderdeel gezien van de huidige tendens van duurzaamheid omdat flexibiliteit vaak bijdraagt aan soortgelijke doelen: de consumen t beter tot dienst te zijn terwijl men probeert verspilling zoveel mogelijk tegen te gaan.

Hoewel het circulaire economie concept een oplossing lijkt te zijn voor deze en andere problemen binnen de bouwindustrie, wordt deze constructie in de hedendaagse bouwindustrie (nog) nauwelijks toegepast. Een simpele verklaring hiervoor is gebrek aan kennis voor financieel voordeel. Met ander e woorden: het is in de hedendaagse bouwindustrie niet bekend welke problemen zich kunnen voordoen bij de implementatie van dit relatief nieuwe concept en op welke manier hieraan te verdienen valt. Wanneer bewezen wordt dat bouwen onder de circulaire economie voorwaarden lucratief is zullen meer partijen volgen met de toepassing van dit concept met alle gevolgen van dien voor zowel de bouw als het milieu.

2.5 P

ROBLEEMSTELLING

Het probleem binnen dit onderzoek betreft voornamelijk de toepassing van het circulaire economie concept in de huidige bouwindustrie. Aangezien dit fenomeen onbekend is terwijl het mogelijk een grote impact kan hebben op de bouw in positieve zin, is het essentieel dat er onderzoek naar wordt gedaan. De probleemstelling die hiermee gepaard gaat is als volgt:

Hoewel het CE principe een oplossing lijkt te bieden voor de bouwindustrie wat betreft demontage en hergebruik van bouwelementen is e chter niet bekend hoe dit te kunnen vertalen naar een lucratief model voor aanbiedende partijen.

2.6 O

NDERZOEKSVRAGEN

Binnen dit onderzoek zijn twee aspecten van groot belang: enerzijds zijn de voordelen die het circulaire economie concept voor het milieu met zich meebrengt van groot belang. Anderzijds is de geleverd flexibiliteit in de bouwindustrie op basis van dit conc ept erg waardevol. De flexibiliteit hier heeft betrekking op bouwkundige elementen en hun vermogen voor demontage en hergebruik. Daarin speelt de koppeling tussen deze elementen een cruciale rol. Hiermee kan namelijk ingespeeld worden op een aantal belangrijke principes van circulaire economie om zo meer waarde te halen uit bouwkundige elementen . De onderzoeksvraag die hierbij van toepassing is luidt:

Hoe kan het circulaire economie concept financiële waarde creëren voor de aanbiedende partijen van bouwkundige elementen binnen de bouwindustrie?

Dus met ander e woorden: wat hebben de aanbieders van bouwelementen in de bouwindustrie nodig en hoe moeten ze handelen om succesvol te zijn met de toepassing van circulaire economie? Alvorens antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag dienen een aantal deelvragen te worden beantwoord. Daarbij ligt de nadruk op het product of bouwkundig element met betrekking tot de implementatie van circulaire economie.

De deelvragen voor het onderzoek zijn als volgt ingedeeld:

Wat houdt circulaire economie in?

o Wat houdt het circulaire economie concept voor de bouw in?

o Welke voordelen biedt circulaire economie vanuit natuur en milieu perspectief?

o Welke voordelen biedt circulaire economie voor de bouwindustrie?

o Welke voordelen biedt het circulaire economie concept met betrekking tot flexibiliteit?

Wat betekent circulaire economie vanuit het perspectief van aanbiedende partijen?

o Welke voordelen biedt circulaire economie voor aanbiedende partijen van bouwelementen?

o Waar dienen aanbiedende partijen rekening mee te houden bij het handelen vanuit circulaire economie?

(15)

14 o Welke nadelen en bedr eigingen zouden aanbiedende partijen kunnen verwachten vanuit

circulaire economie?

Waar moet een gebouw, dan wel bouw component, vanuit cir culaire economie principes aan voldoen?

o Hoeveel en welke lagen dienen er bij de classificatie van bouwelementen gehanteerd te worden?

o Waarvan is koppeling tussen bouwkundige elementen afhankelijk en hoe dient deze te geschieden?

o Welke materialen kunnen bij dit concept het beste worden toegepast en hoe zal de afstemming van de levensduren hiervan geschieden?

Hoe kan er met het circulaire economie concept financiële waarde gecreëerd worden?

o Hoe kan het waarde behoud principe van elementen en materialen verwezenlijkt worden in de bouwindustrie?

o Kan dit waarde behoud worden vertaald naar financiële waarde?

o Is er potentie voor een markt van gebruikte producten/materialen op basis van restwaarden?

2.7 O

NDERZOEKSDOEL

Circulaire economie is een relatief nieuw begrip en de betekenis ervan voor de bouwindustrie is ook niet simpel uit te drukken. Binnen circulaire economie hebben gebouwen een ander e opvatting dan binnen de traditionele bouw. Hiermee biedt circulaire economie mogelijk nieuwe kansen en oplossingen voor de bouwindustrie. Het doel van dit onderzoek is deze mogelijkheden en kansen op te sporen door vanuit circulaire economie denkend de bouwindustrie te benaderen . Hierbij ligt de focus op de koppeling tussen elementen met het oog op toekomstige demontage. Door vanuit de principes van circulaire economie hiernaar te kijken zal dit nieuwe inzichten en oplossingen bieden met betrekking tot hergebruik van elementen en materialen. Hierop kan vervolgens vanuit financieel oogpunt op worden gestudeerd om tot lucratieve oplossingen te komen. Tevens vult het onderzoek de wetenschappelijke kennis op het gebied van circulaire economie aan, hoofdzakelijk vanuit de bouwindustrie.

2.8 B

EOOGD RESULTAAT

In deze paragraaf zal de doelgroep waarop het onderzoek gericht is en het eindresultaat van het onderzoek aan de orde zijn.

2.8.1 DOELGROEP

Vanuit de circulaire economie gedachte staan er twee partijen hoofdzakelijk tegenover elkaar: de aanbiedende partijen van diensten en de afnemende partijen van deze diensten. Een belangrijk verschil hierin met de huidige lineaire economie is dat de aanbiedende partijen verantwoordelijk en eigenaar blijft van de producten die als dienst worden geleverd. De nadruk bij dit onderzoek zal liggen op deze aanbiedende partijen en hoe de toepassing van circulaire economie voor deze partijen te faciliteren. Daarbij gaat het voornamelijk om het in kaart brengen van de financiële haalbaarheid van het handelen op basis van circulaire economie. Behalve de leveranciers van verschillende bouwcomponenten behor en andere partijen die bijdragen aan het leveren van diensten voor afnemende partijen ook tot de aanbiedende partij. Omdat samenwerkingsvormen tussen deze partijen in de praktijk nog nauwelijks bestaan valt in dit stadium nog niet met precisie te zeggen wie allemaal tot de aanbiedende partij behoren. Verder zal het onderzoek ook gericht zijn op technici die op basis van circulaire economie principes producten moeten ontwerpen. Voor hen zal een gebouwmodel worden ontwikkeld dat moet bijdragen tot een succesvolle implementatie van circulaire economie.

(16)

15 2.8.2 RESULT AAT

Het resultaat van het onderzoek is en gebouwmodel dat gedur ende het traject zal worden ontwikkeld. Dit model geeft aan onder welke voorwaarden de toepassing van circulaire economie in de bouw zal moeten geschieden. Hierbij ligt de focus op de koppeling tussen bouwcomponenten. De voorwaarden en richtlijnen zullen vanuit het perspectief van toekomstige demontage en hergebruik worden ontwikkeld en moeten hieraan op een financieel verantwoorde manier aan bijdragen. Naast het gebouw model volgens de principes van circulaire economie zullen ook aanbevelingen worden opgesteld die bij de toepassing van het circulaire economie concept moeten faciliteren om de kans op succes te vergroten.

(17)

16

3 M

ETHODOLOGIE

In dit hoofdstuk zullen de method en en technieken voor het uitvoeren van het onderzoek worden gepresenteerd.

3.1 D

E INDELING VAN HET ONDERZOEK Het onderzoek kan worden onderverdeeld in een viertal onderzoek elementen die samen het onderzoek zullen vormen. Het eerste element is de literatuurstudie die zich voornamelijk in de beginfase van het onderzoek een belangrijk rol speelt. Deze heeft als doel het onderzoeksveld te verkennen en zo de mogelijk- en onmogelijkheden met betrekking tot het uitvoeren van het onderzoek in kaart te brengen. Aangezien de literatuur over circulaire economie in het algemeen oppervlakkig is en weinig literatuur bestaat over de directe relatie met de bouwindustrie is data uit veldwerk van essentieel belang voor dit onderzoek.

Het tweede element van het onderzoek is dan ook het uitvoeren van interviews met professionals en de personen in kwestie: de aanbiedende partijen van bouwcomponenten . Daarnaast zullen ook cases uit de praktijk voor aanvullende informatie moeten zorgen. Deze kunnen immers het beste weergeven wat goed en minder goed gaat in de praktijk en deze kennis is wezenlijk voor het onderzoek. Hoe de verschillende elementen tot elkaar verhouden is te zien in figuur 2. De verschillende elementen van het onderzoek zullen in dit hoofdstuk nader worden toegelicht.

3.2

LITERATUURSTUDIE

Alvorens diep te kunnen ingaan op de vraag hoe financieel voordeel behaald kan worden uit de restwaarden van componenten en materialen in het kader van circulaire economie wordt het kennisgebied rond circulaire economie beter verkend. Daarbij wordt algemene data over circulaire economie verkregen: het betreft met name informatie over welke voordelen de circulaire economie in de huidige wereld te bieden heeft op verschillende fronten en in abstracte zin hoe men te werk zal moeten gaan om een circulaire economie te bereiken in de verschillende sectoren. De ontwikkeling van de literatuur verschilt hierbij sterk per sector, voor de bouw staat deze ontwikkeling nog in de kinderschoenen. Dit is onder andere te danken aan de complexiteit van de bouw tegenover het relatief kort bestaan van het circulaire economie ideaal. De richtlijnen voor circulaire economie zijn meestal ook niet direct op de bouw toepasbaar en vragen daardoor vaak om verder onderzoek. Een belangrijke principe van circulaire economie dat van groot belang is voor dit onderzoek is bijvoorbeeld de voorwaarde dat producten zo ontworpen en gemaakt moeten worden dat deze aan het eind van de gebruiksfase makkelijk demontabel zijn en materiaalstromen eenvoudig gescheiden kunnen worden.

Een concrete oplossing voor hoe dit in de praktijk moet gebeuren is echter niet te verkrijgen via de literatuur en vergt nader onderzoek en data uit andere bronnen. Voor dergelijke vragen zal informatie voor het onderzoek bijvoorbeeld ook uit cases en interviews worden gehaald die gerelateerd zijn aan circulaire economie. De literatuur kan wel helpen bij het classificeren van de verschillende componenten in groepen om

FIG U U R 2.DE O P ZET VAN H ET O N D ER ZO EK

(18)

17 zo een de meest geschikte onderverdeling voor circulaire economie te bepalen. De volgende werken zijn onmisbaar voor het onderzoek:

- Toward a circular economy vol. 1 - Toward a circular economy vol. 2

- A new dynamic: effective business in a circular economy

- Levensduur van bouwproducten (Straub, van Nunen, Janssen, & Liebregts, 2011)

- Ondernemen in de circulaire economie; nieuwe verdienmodellen voor bedrijven en ondernemers Behalve deze titels zijn er en zul len er veel meer werken geraadpleegd worden. Deze literatuur wordt echter expliciet aangehaald omdat het gedurende het hele traject nog van betekenis zal zijn voor het onderzoek.

3.3

INTERVIEWS

Behalve de literatuurstudie zal er ook informatie moeten worden gewonnen door middel van interviews . Deze zullen op twee groepen gericht zijn. Allereerst zullen interviews met aanbiedende partijen van bouwcomponenten moeten uitwijzen hoe deze partijen kijken tegen het circulaire economie concept en wat zij als positief dan wel negatief ervaren. Daarnaast zullen er ook interviews met professionals plaatsvinden. Het betreft hierbij professionals uit het bouwkundig kennisgebied met specialisaties in demontage en hergebruik.

De koppeling tussen bouwcomponenten binnen de kaders van demontage en hergebruik zal als uitgangspunt worden genomen voor de interviews . Op basis van de verkregen informatie zullen er randvoorwaarden met betrekking tot de koppeling tussen componenten worden opgesteld. Deze randvoorwaarden dienen als leidraad meegenomen te worden bij afwegingen met betrekking tot hergebruik van bouwcomponenten en materialen. Hierbij zal de voorwaarde vanuit circulaire economie om elementen zo te maken dat ze demontabel zijn een leidende functie hebben. De partijen die mogelijk benaderd zullen worden voor een interview zijn bijvoorbeeld:

- Professionals uit IFD projecten

- Professionals op het gebied van hergebruik

- Aanbieders van traditionele bouwkundige componenten - Aanbieders van circulaire componenten, zoals Desso

3.4 C

ASE STUDIES

Ook het behandelen van relevante cases zal bijdragen aan het verkrijgen van bruikbare informatie voor het onderzoek. De cases hoeven hierbij niet perse als honderd procent circulair te worden beschouwd om bruikbaar te zijn. Cases zijn binnen dit onderzoek belangrijk omdat hiermee de vertaalslag naar de praktijk kan worden gemaakt: door te kijken naar welke aspecten wel en minder goed tot uiting komen in de praktijk kan bepaald worden waar de knelpunten voor de implementatie van circulaire economi e liggen. Echter zijn er op het gebied van circulaire economie niet veel cases beschikbaar: er zijn geen cases waarvan men kan zeggen dat deze volledig circulair zijn. Daarom wordt bij de case selectie voor dit onderzoek naar een aantal criteria gekeken om de geschiktheid van de case te bepalen. Aangezien het onder zoek zich vooral richt op het product, dan wel bouwkundig element, zal dit bij de selectie een voorwaarde zijn. Het product dient binnen de case aan een of meer van de volgende eigenschappen te voldoen:

- Het product is op de markt gebracht met de gedachte o m na de levensduur terug genomen te worden door de aanbieder ervan dan wel een andere partij .

- Men is zich bij het ontwerp van het product al bewust van het belang van het demontabel karakter en heeft dit meetgenomen in het ontwerp.

- De producten dienen zo te zijn ontwikkeld dat deze na de levensduur goed en makkelijk te scheiden zijn.

(19)

18 - Bij de ontwikkeling van het product is men bewust van de verschillende levensduren van materialen

en probeert men hiervan optimaal gebruik te maken.

- Men is zich bewust van de restwaarde van elementen/materialen en probeert hier door middel van hergebruik optimaal gebruik van te maken.

Op basis van deze criteria zullen de cases worden geselecteerd. De opgesomde eigenschappen zijn min of meer terug te redeneren naar de circulaire economie principes. Daarbij ligt de focus op het demontabel en scheidbaar zijn van materialen in de technische kringloop. Omdat het onderzoek dit wil faciliteren is dit circulaire economie principe leidend voor het onderzoek. Hi eronder zijn de cases die mogelijk zullen worden gebruikt voor het onderzoek. Deze lijst zal worden uitgebr eid waarna vervolgens op basis van de genoemde criteria een aantal cases zullen worden geselecteerd. Naast de criteria is het natuurlijk zaak dat de case ook genoeg en de juiste informatie kan bieden.

- Gemeentehuis Brummen

- Duurzaamheidsfabriek Dordrecht - Project XX in Delft

De informatie uit de cases moet de interviews aanvullen in het verschaffen van informatie voor het stellen van de randvoorwaarden met betrekking tot de koppeling van elementen. Ook hier kunnen eventueel cases worden gebruikt die in eerste instantie niet vanuit circulaire economie zijn geïnitieerd maar wel circulaire economie principes dragen, zoals het demontage principe. Voor zowel de interviews als de cases geldt dat deze informatie verschaffen waarmee vervolgens al explorerend voorwaarden zullen worden gesteld met betr ekking tot de bouwkundige componenten.

3.5 B

EANTWOORDING ONDERZO EKSVRAGEN

In deze paragraaf zal worden toegelicht met welk doel de verschillende onderzoeksvragen zijn opgesteld.

Daarnaast wordt behandeld hoe de verschillende onderzoeksvragen zullen worden beantwoord en welke middelen en methoden hiervoor gebruikt zullen worden.

Deelvraag 1: Wat houdt circulaire economie in?

Doel: Het doel van deze vraag is in eerste instantie de algemene kennis met betr ekking tot circulaire economie in kaart te brengen. Tevens zullen de voordelen die circulaire economie op verschillende gebieden te bieden heeft worden achterhaald. Dit is vooral ten behoeve van de promotie van circulaire economie van belang. Tevens moet eerst goed duidelijk worden wat een bepaalde maatregel te bieden heeft voordat men ber eid is erin te investeren. Hierbij zal onderscheid worden gemaakt tussen baten voor het milieu, bouwindustrie en flexibiliteit.

Methode: Aangezien de literatuur rond circulaire economie veel te zeggen heeft over de voordelen van dit concept zal deze vraag uiteraard voornamelijk door middel van literatuur worden beantwoord. Echter kan informatie uit interviews en cases eventueel het antwoord op deze vraag aanvullen. Tot slot kan het explorerend onderzoeken van het fenomeen leiden tot mogelijke voordelen die nog niet bekend waren, bijvoorbeeld wat betreft flexibiliteit.

Deelvraag 2: Wat betekent circulaire economie vanuit het perspectief van aanbiedende partijen?

Doel: Deze vraag is van belang omdat het circulaire economie benadert vanuit de partij die centraal staat binnen het onderzoek: de aanbiedende partij. Allereerst is het belangrij k om te weten wat circulaire economie voor deze partij te bieden heeft. Deze partij speelt immers een belangrijke rol in de circulaire economie keten. De aanbieder is uiteindelijk verantwoordelijk voor een aantal zaken binnen circulaire economie. En daarom is het van belang om te onderzoeken hoe de partij zelf tegen dit concept aankijkt. Ook zullen voordelen voor de partij leiden tot meer aanhang van dit concept in de praktijk. Aan de andere kant zullen de te

(20)

19 verwachten nadelen en bedreigingen in kaart worden gebracht zodat men er al in een vroeg rekening mee kan worden gehouden.

Methode: Gedeeltelijk zal deze vraag door middel van literatuur worden beantwoord, bijvoorbeeld wat betreft de voordelen die het concept voor aanbiedende partijen te bieden heeft. Maar ook de interviews, met name onder de aanbiedende partijen, zullen de nodig infor matie voor deze vraag verschaffen. Tot slot betreft de vraag gedeeltelijk voorwaarden waaraan moet worden voldaan binnen circulaire economie, die tevens zelf ontwikkeld moeten worden tijdens het onderzoek.

Deelvraag 3: Waar aan moet een gebouw, dan wel bouw component, vanuit cir culaire economie principes aan voldoen?

Doel: Deze vraag is van uiterst belang voor het onderzoek omdat deze een groot deel van het antwoord op de hoofdvraag kan verschaffen. Het doel van deze vraag is het bepalen van voorwaarden met betr ekking tot bouwcomponenten. Hierbij wordt geredeneerd vanuit oogpunt van toekomstige demontage en hergebruik, waarvoor de demontage voorwaarde vanuit circulaire economie als uitgangspunt dient.

Methode: Door informatie uit de interviews te bestuderen en explorerend naar geselecteerde cases te kijken zullen er randvoorwaarden worden opgesteld ten behoeve van demontage en hergebruik. Daarnaast zal de benadering van de bouw vanuit een circulaire gedachte in de vorm van explorerend onderzoek bijdragen tot het beantwoorden van deze vraag. Met andere woorden: door vanuit circulaire economie principes denkend de koppeling tussen bouwkundige componenten te bestuder en worden nieuwe inzichten bekend. Hieruit wordt vervolgens een gebouwmodel ontwikkeld dat demontage en hergebruik faciliteert volgens de principes van circulaire economie.

Deelvraag 4: Hoe kan er met het circulaire economie concept financiële waarde gecreëerd worden?

Doel: Het doel van deze vraag is om de principes van circulaire economie in verband brengen met het financiële aspect, dat immers de drijfveer is achter vele ontwikkelingen. Het financiële aspect is relevant in die zin dat het bepalend is voor succes van een bepaald concept.

Wanneer men financieel profijt van iets inziet zal deze eerder geneigd zijn te investeren.

Daarom brengt deze vraag het waarde behoud waarnaar vanuit circulaire economie wordt gestreefd in verband met een financiële waarde: de restwaarde van componenten en materialen wordt uitgedrukt in financiële waarde. Op deze manier zal moeten blijken in hoeverre er potentie is voor een markt van gebruikte componenten en materialen op basis van de restwaarde.

Methode: Allereerst is deze vraag gedeelteli jk te beantwoorden interviews met aanbiedende partijen door te kijken hoe zij tegen een markt van gebruikte componenten aankijken. Maar ook zal bij de ontwikkeling van het gebouwmodel op basis van circulaire economie principes het financiële aspect in acht worden genomen: bij afwegingen omtr ent demontage en hergebruik heeft het financiële aspect een maatgevende rol. Dit zal bij het ontwikkelen van het model in acht worden genomen. In de voorbeeld constructie van paragraaf 4.10 wordt duidelijk hoe het financiële aspect wordt meegenomen in de overwegingen rond toekomstige demontage en hergebruik.

(21)

20

4 T

HEORETISCH KADER In dit hoofdstuk komt het theor etisch kader van het onderzoek aan de orde.

Hierin zal de theorie waarbinnen het onderzoek plaatsvindt worden toegelicht.

Dit is van belang voor de afbakening van het onderzoek. In figuur 3 laat het schema zien hoe het kennisgebied van het onderzoek verdeeld is en waarmee het raakvlak heeft. Centraal hierin is de demontage koppeling.

4.1 U

TOPISCH BEELD

Vanuit de circulaire economie wordt er een industrie nagestreefd die in de huidige wereld (nog) niet te realiseren is vanwege uiteenlopende aspecten: bijvoorbeeld juridisch, technisch en financieel is het niet haalbaar om een gebouw neer te zetten dat volledig aan de circulaire economie principes voldoet. In deze paragraaf wordt dit utopisch beeld da t men vanuit circulaire economie zoveel mogelijk nastreeft geschetst. In de ideale circulaire economie situatie worden volledige gebouwen door afnemende partijen in de vorm van een dienst afgenomen van aanbiedende partijen. Na de exploitatieperiode wordt het gebouw gedemonteerd in bouwkundige elementen en materialen die vervolgens teruggaan de leverancier ervan. Deze worden door deze eigenaar weer hersteld door additie van arbeid en energie om weer opnieuw dienst te kunnen doen in een volgend gebouw volgens de circulaire economie principes. Op basis van dit concept zullen afnemers van diensten zich huisvesten in gebouwen die beter zijn afgestemd op hun behoeften en hiermee de mis -match tussen vraag en aanbod van vastgoed wordt ger educeerd. Maar ook zal dit principe resulteren in minder milieu vervuiling, minder consumptie van natuurlijke grondstoffen, meer duurzaamheid en meer flexibiliteit en keuzemogelijkheden voor consumenten. Hiermee lijkt de implementatie van circulaire economie een oplossing te bieden voor uiteenlopende problemen binnen de bouwindustrie, maar de toepassing van dit concept zal geen eenvoudige opgave zijn. Dit onderzoek houdt zich bezig met het gedeeltelijk oplossen van problemen met betrekking tot de koppeling tussen de verschillende bouwkundige elementen.

4.2 E

IGENDOM EN

V

ERANTWOORDELIJKHEID

De implementatie van circulaire economie zal ook aanpassingen omtrent verantwoordelijkheid en eigendom behoeven. Omdat de afnemende partij slechts in de dienst geïnteresseerd is zal deze ook slechts hiervoor betalen: dit gebeurt op basis van prestatie voor een bepaalde periode. De aanbiedende partij blijft hierbij eigenaar van het gebouw, dan wel van de bouwelementen. Ook blijft de aanbieder hierbij verantwoordelijk voor de kwaliteit die geleverd wordt en voor eventueel onderhoud. Zo wordt de afnemer vrijgesteld van bouwkundige verantwoordelijkheden en kan hij zich beter focussen op zijn kernactiviteiten. Tevens zullen de kosten voor de dienst lager liggen dan wanneer men het gebouw zou aanschaffen. Doordat bij deze constructie de producten in eigendom van de aanbiedende partij blijven en de geleverde prestatie waarde bepalend is, zal kwaliteit hoog in het vaandel staan voor de aanbiedende partijen. Bij conventionele flexibiliteitsmaatregelen is men vaak niet geneigd ex tra investeringen te verrichten omdat het gebouw na oplevering vaak van de hand wordt gedaan en de toekomstige flexibiliteit dienst doet aan een andere partij. Echter wanneer de planning, implementatie en management van een project in de handen van een enkele organisatie zijn, is men eerder

FIG U U R 3.TH EO R ETISC H K AD ER

(22)

21 bereidt ex tra te invester en voor toekomstige flexibiliteit (Geraedts, 2008b). Zo zullen aanbiedende partijen binnen circulaire economie genoodzaakt zijn om kwaliteit en flexibiliteit te leveren omdat zij eigenaar blijven.

4.3 D

E CIRCULAIRE ECONOMIE OPVATTING VAN EEN GEBOUW

Vandaag de dag wordt een gebouw normaliter geïnterpreteerd als een op zichzelf staand object dat na de levensduur, steeds minder vaak, gelijk wordt gemaakt met de grond. Echter is deze benadering vanuit circulaire economie niet vanzelfsprekend: hier wordt een gebouw opgevat als een ensemble van verschillende bouwkundige elementen die op een gunstige manier met elkaar zijn verbonden om zo goed mogelijk de functie waarvoor het is geassembleerd te vervullen. Deze elementen vormen samen het gebouw zoals we die kennen.

Binnen de circulaire economie krijgen deze afzonderlijke elementen een belangrijke rol omdat dit de bouwstenen zijn die herhaaldelijk ingezet kunnen worden. Daarbij probeert men zoveel mogelijk gebruik te maken van de restwaarde die in deze elementen verscholen zit. Door de elementen te herstellen en hergebruiken wordt deze restwaarde benut die in de traditionele bouw meestal onbenut de natuur in wordt geloosd. Een gebouw dat als een verzameling afzonderlijke elementen wordt opgevat waarbij de compositie van het ensemble eenvoudig kan worden gewijzigd bezit uiteraard meer flexibiliteit dan een gebouw waarvan de elementen door verhevenheid een op zichzelf staand en star object vormen. De flexibiliteit heeft hier betrekking op het vermogen waarmee de elementen in staat zijn van elkaar te worden gescheiden zonder daarbij beschadigd te worden.

4.4 H

ET GEBOUW IN LAGEN

Een belangrijk principe vanuit circulaire economie is de voorwaarde om de producten zo ontworpen en gemaakt worden dat deze aan het einde van de levensduur gedemonteerd kunnen worden in afzonderlijke elementen die terug kunnen naar de aanbieder ervan. Om aan dit principe enige structuur te kunnen geven dienen de bouwkundige elementen gerangschikt te worden. Bij deze rangschikking kunnen ze worden ingedeeld naar de functie die ze vervullen. Zo behoren alle elementen die bijdragen aan het vervullen van dezelfde functie in dezelfde groep elementen. Hedendaagse gebouwen hebben in tegensteling tot primitieve bouwwerken meer samenstellingen van bouwkundige elementen nodig om deze indeling te kunnen maken vanwege de veelomvattendheid en complexiteit van de huidige gebouwen. Volgens Leupen (2002) kan een gebouw in vijf verschillende lagen worden ingedeeld, te noemen: draagconstructie, huid, enscenering, dienende elementen en ontsluiting. Met deze indeling kan ieder bouwkundig element in het gebouw aan een bepaalde laag of ensemble worden toegekend. Op de markt geldt echter een andere indeling hiervoor: de draagconstructie, gevel, inbouw en installaties. Op basis van deze verdeling leveren aanbiedende partijen hun elementen op de markt.

Deze indeling van gebouwen in verschillende bouwkundige lagen is vanuit circulaire economie zeer relevant: de opvatting van een gebouw binnen circulaire economie als een ensemble van elementen maakt een classificering noodzakelijk. Het aantal elementen dat zich in een gebouw bevindt kan zo hoog oplopen dat er anders geen grip meer op is en de bouw nog complexer wordt. Echter is nog niet bekend welke indeling er vanuit circulaire economie gehanteerd zal moeten worden. Daarom is dit een van de te onderzoeken aspecten binnen dit onderzoek. Wanneer de verbinding tussen de elementen wordt aangenomen als uitgangspunt voor de indeling zou bijvoorbeeld de volgende indeling kunnen ontstaan:

- Bouwkundige elementen die slechts een natte verbinding kunnen aangaan - Bouwkundige elementen die met slechts een klikverbinding kunnen volstaan

- Bouwkundige elementen die een zware, maar mogelijk demontabele, verbinding vereisen

Hierop kan vervolgens verder ger edeneerd worden vanuit bouwkundige eisen, bijvoorbeeld met betrekking tot de krachten afdracht. Zo kunnen de groepen verder verdeeld worden in zelfdragende elementen en elementen waarbij de krachten afdracht via andere vereist is. Op deze mani er zal er een classificatie ontstaan die optimaal is vanuit circulaire economie gezien.

(23)

22

4.5 D

E VERBINDING TUSSEN ELEMENTEN

De voorwaarde vanuit circulaire economie dat elementen zo moeten worden ontworpen en gemaakt dat ze demontabel zijn vormt een deel van het probleem met betrekking tot de implementatie van circulaire economie in de bouw. Het is immers eenvoudiger om iets te ontwerpen en maken dat niet aan deze voorwaarde hoeft te voldoen. Daar komt bij dat de geleverde elementen van verschillende aanbi edende partijen afkomstig zullen zijn. De vraag die hierbij dan opduikt is: hoe moeten al deze verschillende elementen met elkaar worden verbonden om vervolgens demontabel te zijn? Het antwoord op deze vraag zal een groot deel van het probleem dat zich bij de implementatie van circulaire economie in de bouw voordoet oplossen. Dit verklaart waarom de verbinding tussen de verschillende bouwkundige elementen essentieel is voor een correcte werking van circulaire economie.

4.6 D

EMONTAGE KOPPELING

Binnen dit onderzoek zal de nadruk liggen op de koppeling tussen de verschillende bouwkundige elementen.

Met het oog op toekomstige demonteerbaarheid en terugneembaarheid van de elementen door aanbiedende partijen is het uiterst belangrijk dat deze elementen na hun dienst kunnen worden gedemonteerd en gescheiden. Hierbij kan het eventueel vereist zijn dat de elementen bij demontage niet mogen beschadigen, omdat ze bijvoorbeeld in de oorspronkelijke vorm zullen worden hergebruikt. De demontage voorwaarde is essentieel en geldt als een van de basis principes van circulaire economie. De interface die als koppeling tussen meerder e elementen fungeert dient dus ook een ontkoppeling mogelijk te maken. Daarom wordt dit binnen het onderzoek de demontage koppeling genoemd. De ei sen waaraan deze demontage koppeling moet voldoen verschillen per situatie en worden door uiteenlopende zaken bepaald. Zo is belangrijk tot welke lagen de afzonderlijke elementen behoren en uit welke materialen ze zijn opgebouwd. Maar ook de rol die de elementen na hun dienst moeten vervullen, hergebruik van het element of slechts van het materiaal, is van belang voor de eisen aan de demontage koppeling. Tot slot zijn de levensduren van de afzonderlijke elementen bepalend, aangezien deze per element kunnen verschillen. De genoemde aspecten zullen in het vervolg van dit hoofdstuk nader worden behandeld.

4.7 R

ESTWAARDE

Producten in de lineaire economie worden na hun levensduur vaak als niet bruikbaar opgevat en komen zo als afval materiaal in de aarde terecht. Dit terwijl de producten, c.q. de materialen waaruit ze zijn opgebouwd, vaak nog wel waarde bezitten waar men gebruik van zou kunnen maken. Hiervan is men binnen de circulaire economie bewust geworden en het is zaak om op een dusdanige manier te werk te gaan om deze restwaarde optimaal te benutten. Een manier om van deze r estwaarde te kunnen profiteren is door hergebruik. Hierbij kan het element in haar oorspronkelijke vorm worden hergebruikt, wat het meest inter essant is vanuit circulaire economie, omdat hiermee een minimaal aan restwaarde verloren gaat. Maar wanneer het element niet meer voldoet aan de eisen om in de oorspronkelijke vorm hergebruikt te worden dan dient vanuit circulaire economie gekeken naar de volgende mogelijkheid: hergebruik va n onderdelen ervan. Pas wanneer blijkt dat dit ook niet mogelijk is zal moeten worden gekeken naar hoe de grondstoffen hergebruikt kunnen worden. Dit is een belangrijk principe van circulaire economie en wanneer men deze volgorde aanhoudt zal waarde behoud gemaximaliseerd worden en de restwaarde het best worden benut. Een aspect dat een cruciale rol speelt bij dit principe is de koppeling die als verbinding fungeert tussen verschillende componenten. Deze is namelijk medebepalend voor de verder e ontwikkeling van het element en welke mogelijkheden het voor hergebruikt te bieden heeft.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op dit moment worden maatregelen die gericht zijn op de hoogste treden in de R-ladder verder uitgewerkt en geconcretiseerd, wat in de meeste gevallen een gunstig effect heeft voor

2. Voor toetsing van de kwaliteit van CSR- en circulair beleid in de managementcyclus verwijst hij naar een geobjectiveerde werkwijze, afgeleid van ISO26000, COSO of ander

Sinds 2018 gebeurt er in Vlaanderen voor het eerst vrij uitgebreid onderzoek naar de impact van de transitie naar een circulaire economie op de werk- gelegenheid, onder andere in

Dit moeten zorgen voor een meer gelijk speelveld op de Europese interne markt en zelfs in een mondiale markt, waardoor alle actoren in de waardeketen aan dezelfde ambitieuze

Circulaire economie: moet een hernieuwbare dimensie bevatten de overgang van de lineaire economie (‘ontginnen, maken, weggooien’) met eindige grondstoffen naar een economie

Voor de Nederlandse economie biedt een transitie naar een circulaire economie verschillende kansen: een grotere onafhankelijkheid van de import van grondstoffen, nieuwe

De ontwikkeling op het gebied van duurzaamheid en energie hebben gevolgen voor de manier waarop wij onze omgeving inrichten. We willen gebruik maken van de kennis en ideeën van

Dinsdag 27 november: Masterclass Circulaire Economie (kennissessie 2) Dinsdag 15 december: Masterclass Circulaire Economie (praktijksessie 1) Dinsdag 18 januari: