• No results found

Buitendijkse waterveiligheid. September 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Buitendijkse waterveiligheid. September 2016"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Buitendijkse

waterveiligheid

September 2016

(2)

2

Aanleiding

In Nederland wonen ruim 100.000 mensen buitendijks langs de rivieren. Deze gebieden zijn niet wettelijk beschermd tegen water. Dat wil nog niet zeggen dat buitendijks wonen, werken of recreëren onveilig is.

In de Drechtsteden en Dordrecht ligt een dicht bevolkt buitendijks gebied, met naast veel bewoners ook grote economische belangen.

De risico’s voor de mensen die buitendijks wonen en werken zijn relatief laag. Dat geldt ook als het klimaat verandert, mits er rekening wordt gehouden met de kans op overstromingen.

De laatste jaren is de aandacht voor buitendijkse waterveiligheid toegenomen. Het ministerie van BZK is in bestuurlijke dialoog getreden over het risicobeleid en met name waterveiligheidsbeleid buitendijks. De provincie Zuid-Holland heeft in 2013 een beleidskader voor buitendijks bouwen vastgesteld.

In de gebiedsstrategie voor het Eiland van Dordrecht, onderdeel van de Deltabeslissing in 2014, is de

buitendijkse opgave benoemd.

Het historisch havengebied is als één van de vier pilots aangewezen in het Deltaprogramma Rijnmond - Drechtsteden.

Het overstromen van de kades in de historische binnenstad van Dordrecht in januari 2012 en februari 2013 en de media aandacht voor deze incidenten heeft de aandacht voor buitendijkse waterveiligheid doen toenemen.

In dit document is gekozen voor een gebiedsgerichte benadering. Hierin wordt een onderscheid gemaakt in vier deelgebieden. Per gebied wordt uiteengezet waar problemen kunnen optreden en welke maatregelen genomen worden.

Inhoudsopgave

Aanleiding

1. Historisch havengebied 2. Buitendijkse flanken

3. Industrie en bedrijfsterreinen

4. Natuur- en recreatiegebieden

In de meerlaagsveiligheidsstrategie voor het Eiland van Dordrecht zijn ook buitendijkse aandachtspunten, zoals adaptief bouwen en aandacht voor

nutsvoorzieningen opgenomen.

(3)

1. HISTORISCH HAVENGEBIED

Het historisch havengebied van Dordrecht kent drie componenten die er voor zorgen dat er bij hoogwater overstromingen plaatsvinden. De hoogteligging, de terugkeertijden en de lage ontwikkeldynaiek.

Hoogteligging

Het historisch havengebied is een extreem laaggelegen gebied. De laagste kade in het gebied, de Taankade, ligt op een hoogte van 1.95 m + NAP. De hoogste kade ligt op circa 3.30 m + NAP.

Terugkeertijden

In onderstaande tabel zijn de verwachte waterstanden weergegeven in meters + NAP.

Ter hoogte van Groothoofd

Frequentie 2050 2100 Per 10 jaar + 2.50 + 2.66 Per 100 jaar + 2.76 + 2.94 Per 1.000 jaar + 2.99 + 3.22 Per 2.000 jaar + 3.07 + 3.32 Per 4.000 jaar + 3.17 + 3.43 Per 10.000 jaar + 3.31 + 3.60

In 2012 en 2013 zijn waterstanden tussen de + 2.30 en +2.44 gemeten in het historisch havengebied.

Gelet op klimaatverandering is de verwachting dat in de toekomst hogere waterstanden frequenter voor zullen komen.

Lage ontwikkeldynamiek

Het historisch havengebied is beschermd stadsgezicht en kent vele (rijks)monumentale panden. In totaal bevinden zich circa 1200 panden in dit gebied, waarvan circa 1000 een bouwperiode van voor 1940 kennen.

Er bevinden zich 430 Rijksmonumenten en 340 ge- meentelijke monumenten buitendijks.

Het erfgoed dient beschermd te worden tegen

aantasting door hoogwater. Daarnaast zorgt dit ook voor een relatief lage ontwikkeldynamiek.

Grootschalige herontwikkelingen, waarmee kan wor- den ingespeeld op een veiligere situatie, zijn in dit ge- bied niet aan de orde.

Gevolgen

Door de lage ligging en de verwachte waterstanden treedt inundatie van kades regelmatig op. Jaarlijks vind er een situatie plaats waarbij water de laagstgelegen panden binnen kan dringen en daar schade kan

veroorzaken. Ook is het openbaar gebied niet volledig toegankelijk in die situatie.

De ervaringen uit 2012 en 2013 leren dat niet iedere bewoner of ondernemer tijdens een hoogwatersituatie in staat is om noodmaatregelen te treffen om schade en overlast te voorkomen. Een deel van de mensen hebben voorzorgsmaatregelen getroffen, anderen zijn niet aanwezig of fysiek niet in staat maatregelen te nemen.

Schade wordt op dit moment niet gemonitord of bijgehouden. Dergelijke informatie vergroot de ken- nis over de omvang van het probleem en helpt bij het agenderen van een lange termijn oplossing.

Extreme situaties

De afbeelding op pagina 4 toont de situatie bij een waterstand van circa 2.50 m. Op dat moment stromen diverse kades onder water en is bij circa 100 panden de mogelijkheid er dat water het pand binnendringt.

De gevolgen bij een extreem hoge waterstand van 2.80 m zijn ook in kaart gebracht. Een groter gebied wordt getroffen en er zal meer schade optreden. De kans op een dergelijk scenario is klein, maar wel aanwezig.

Lange termijn gevolgen

De wateroverlast in dit gebied komt nu nog niet frequent voor en de schade die hierbij optreedt blijft beperkt. Bij een grotere overstroming zullen de

gevolgen ingrijpender zijn. De verwachting is dat er een moment is waarop bewoners en ondernemers be- sluiten dat de voordelen van het wonen en ondernemen in de binnenstad niet meer opwegen tegen de nadelen van hoogwater.

Dat de kans op een overstroming groter wordt is op dit moment geen aanleiding voor inwoners om andere investeringsbesluiten te nemen.

Oplossingsrichting korte termijn 1. Communicatie

Het communiceren over de risico’s, de gevolgen, de eigen verantwoordelijkheid van mensen en de maatregelen die zij kunnen nemen, is een manier waarop de gemeente bewustwording over dit probleem creeërt.

De herhaling van de boodschap zorgt ervoor dat bewoners bewust hun eigen afweging kunnen maken.

2. Pandsgewijze bescherming

Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om panden te beschermen tegen hoogwater.

Sommige bewoners hebben maatregelen genomen in de vorm van vloedschotten of waterdichte deuren.

Het is vanuit de overheid in de huidige regelgeving niet mogelijk maatregelen af te dwingen. Door kennis beschikbaar te stellen en deze via de website te ontsluiten is het uiteindelijk aan de pandeigenaar zelf of deze voor een pand voorzorgsmaatregelen treft.

Oplossingsrichting lange termijn

Een oplossing voor de lange termijn kan gevonden worden in een collectieve kering die het gehele buitendijks gebied tegen overstromingen beschermd.

Een studie uit 2010 toont aan dat het technisch mogelijk is een dergelijke kering aan te leggen, maar dat dit hoge kosten met zich meebrengt.

Op dit moment wegen die investeringskosten niet op tegen de schade die daarmee voorkomen wordt.

De strategie van de gemeente Dordrecht is om op het moment dat er in dit gebied wordt geïnvesteerd in waterveiligheid, te onderzoeken of het historisch havengebied mede beschermd kan worden.

Een mogelijke toekomstige verhoging of versterking van de primaire waterkering de Voorstraat is hierbij het meest voor de hand liggende moment.

De Voorstraat versterken of verhogen is vanwege de monumentale en beeldbepalende bebouwing een moeilijke opgave.

De verwachting is dat er het komende decennium nog geen besluiten worden genomen.

3

(4)

Waterdieptes bij een waterstand van 2.50 m + NAP.

Waterdieptes bij een waterstand van 2.80 m + NAP.

Overstroming Taankade januari 2012.

Overstroming Taankade januari 2012.

4

(5)

2. BUITENDIJKSE FLANKEN

De buitendijkse flanken zijn de bewoonde gebieden aan de flanken van de historische binnenstad. De Staart, de Wantijbuurt, Plan Tij maar ook de buitendijkse kant van de Weeskinderendijk behoren tot dit gebied.

Hoogteligging

De buitendijkse flanken zijn veelal hooggelegen woongebieden vanaf 3.00 m + NAP.

De Waalstraat op de Staart is de laagstgelegen straat op 2.70 m + NAP.

Deze gebieden hebben sinds 1953 geen overlast, schade of gevaarlijke situaties vanuit hoge waterstanden gekend.

Terugkeertijden

In onderstaande tabel zijn de verwachte waterstanden weergegeven in meters + NAP.

Ter hoogte van de Merwedestraat

Frequentie 2050 2100 Per 10 jaar + 2,55 + 2,68 Per 100 jaar + 2,79 + 2,97 Per 1.000 jaar + 3,03 + 3,26 Per 2.000 jaar + 3,11 + 3,36 Per 4.000 jaar + 3,20 + 3,47 Per 10.000 jaar + 3,34 + 3,63

Ontwikkeldynamiek

De buitendijkse flanken kennen een hoge

ontwikkeldynamiek. Regelmatig zijn er locaties die een grootschalige of kleinschalige herontwikkeling

doormaken.

Bij deze nieuwe (woningbouw) ontwikkelingen is het belangrijk om waterveiligheid als ontwerpprincipe mee te nemen. Er liggen met name kansen om unieke woongebieden te creëren waar er daadwerkelijk samen met het water wordt geleefd.

In deze gebieden zijn er verschillende aansprekende voorbeelden. Plan Tij is op een unieke manier

ontworpen. Ook bij het stedenbouwkundig ontwerp van Stadswerven speelt de waterveiligheid een belangrijke rol.

Advieshoogte woningbouw

Bij nieuwe ontwikkelingen is er vaak de mogelijkheid om op een andere hoogte te bouwen dan het oorspron- kelijke maaiveld. Als minimum vloerpeilhoogte voor woningen wordt 3.30 m + NAP geadviseerd.

Dit is een waterstand die zelfs bij de meest extreme klimaatveranderingen in 2100 minder dan eens in de 1000 jaar zal voorkomen, zoals in de tabel hiernaast is weergegeven.

Bij renovaties van panden is het aan te raden om te overwegen of een dergelijke hoogte haalbaar is, of dat andere maatregelen genomen kunnen worden.

Infrastructuur

Door de buitendijkse flanken lopen een aantal

hoofd-ontsluitingswegen. Het is van belang dat deze invalswegen naar de stad voor hulpdiensten te allen tijden te gebruiken zijn.

Daarom wordt geadviseerd om bij grote onderhouds- projecten van deze wegen te onderzoeken op welke wijze een waterrobuuste aanleg mogelijk is.

Communicatie

Communicatie in de buitendijkse flanken richt zich met name op het informeren over de buitendijkse ligging.

Niet iederen is zich hiervan bewust.

De communicatieboodschap in het historisch havenge- bied richt zich op de voorbereiding op een scenario en het nemen van maatregelen om overlast en schade te voorkomen. Een dergelijke boodschap is in de buiten- dijkse flanken niet noodzakelijk.

Door waterrobuust te ontwerpen, zoals het Wervenpark bij Stadswerven of de woningen in Plan Tij, wordt ook bewustwording over overstromingen en waterstanden gecreërd.

Oplossingsrichting lange termijn

In 2016 worden in deze gebieden geen problemen gesignaleerd. De kans op overstromingen is erg klein, gezien de hoogteligging van grote delen van deze ge- bieden.

Op de lange termijn is de verwachting dat de ontwik- keldynamiek in deze gebieden groot genoeg is om mee te bewegen met klimaatveranderingen.

De frequentie van de extreme hoogwaterstanden is dermate laag dat de verwachting is dat in de tussenlig- gende periode panden en gebieden grootschalige her- ontwikkelingen door zullen maken.

5

(6)

Inudatiedieptes bij een waterstand van 2.75 m + NAP. Woning op waterveilige hoogte in Plan Tij.

Impressie van een drijvende woning in Stadswerven.

Impressie van de drijvende woningen in Stadswerven.

6

(7)

3. INDUSTRIE EN BEDRIJFSTERREINEN

De buitendijkse industrie- en bedrijfsterreinen in Dordrecht zijn de Zeehaven aan de westkant van de stad en de Eerste, Tweede en Derde Merwedehaven aan de noordkant van de stad.

Hoogteligging

De buitendijks gelegen bedrijfs- en industrieterreinen zijn over met algemeen hooggelegen (+3.50).

Er zijn lager gelegen delen, bijvoorbeeld bij scheeps- hellingen of havenkades. Hier is een directe relatie tus- sen het gebruik van het terrein en de ligging aan het water.

Terugkeertijden

In onderstaande tabel zijn de verwachte waterstanden weergegeven in meters + NAP.

Ter hoogte van de Kilkade (Zeehaven)

Frequentie 2050 2100 Per 10 jaar + 2.41 + 2.58 Per 100 jaar + 2.66 + 2.85 Per 1.000 jaar + 2.90 + 3.13 Per 2.000 jaar + 2.98 + 3.23 Per 4.000 jaar + 3.08 + 3.34 Per 10.000 jaar + 3.23 + 3.50 Ter hoogte van de Baanhoekweg

(Tweede Merwedehaven)

Frequentie 2050 2100 Per 10 jaar + 2.55 + 2.71 Per 100 jaar + 2.84 + 3.02 Per 1.000 jaar + 3.09 + 3.33 Per 2.000 jaar + 3.17 + 3.44 Per 4.000 jaar + 3.26 + 3.55 Per 10.000 jaar + 3.40 + 3.71

Probleemschets

De industrie- en bedrijfsterreinen zijn in de huidige situatie veelal hoog genoeg gelegen om zelfs in een meest extreme hoogwatersituatie niet te overstromen.

Desondanks zijn er twee type bedrijven waar extra aandacht voor waterveiligheid gevraagd wordt.

BRZO bedrijven

Op deze terreinen zijn er een viertal bedrijven die in de categorie BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) vallen. Daarnaast zijn er een aantal bedrijven die wer- ken met gevaarlijke stoffen.

Bij deze bedrijven kan er theoretisch als gevolg van een overstroming milieuschade ontstaan.

In 2015 hebben de gemeente, de omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid en de veiligheidsregio Zuid-Holland- Zuid hier gezamenlijk onderzoek naar uitgevoerd.

De conclusie van dit onderzoek is dat de bedrijven over het algemeen hoog genoeg gelegen zijn om geen acuut overstromingsgevaar met gevolgen te kennen.

Daarnaast wordt aanbevolen om in de veiligheidsplan- nen van deze bedrijven te omschrijven wat de kans is dat water op het terrein komt als gevolg van een overstroming en wat de effecten op de bedrijfsvoering daarvan zijn.

Daarmee wordt aan bewustwording over dit risico ge- werkt en is het probleem benoemd in een veiligheids- plan waarin maatregelen worden geborgd.

Nutsvoorzieningen

In deze gebieden zijn de belangrijke nutsvoorzieningen voor Dordrecht en de regio gelegen.

Het 380 kV transformatorstation voor electriciteit, de drinkwatervoorziening, de afvalwaterzuivering, het hoofdstation van het gasnetwerk en de afvalcentrale van HVC welke warmte levert, zijn allemaal buitendijks gelegen.

Het doorfunctioneren van deze objecten en het trans- port van de nutsvoorzieningen naar binnendijks gebied is van cruciaal belang voor het functioneren van de stad in een hoogwatersituatie.

Deze voorzieningen zijn allemaal hooggelegen.

Toch kennen zij een relatief lage ontwikkeldynamiek.

Daarom is het bij de aanleg hiervan van belang goed na te denken over de hoogteligging.

Gezien het belang van de voorzieningen wordt bij nieuwe ontwikkelingen geadviseerd deze zo robuust als mogelijk (minimaal +4.00) aan te leggen, zodat er geen risico op uitval van de voorzieningen als gevolg van een buitendijkse overstroming bestaat.

Oplossingsrichting lange termijn

De hoogteligging van deze gebieden zorgt ervoor dat er op de korte termijn geen maatregelen noodzakelijk zijn.

Blijvend dient er aandacht te zijn voor de hoogteligging van bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen en de nutsvoorzieningen.

7

(8)

Inudatiedieptes bij een waterstand van 2.75 m + NAP. Buitendijks gelegen industrie aan de Baanhoekweg.

Schematische weergave van het gasnetwerk in Dordrecht.

Buitendijks gelegen 380 kV transformatorstation.

8

(9)

Ontwikkeldynamiek

In het natuurgebied zijn gebouwde ontwikkelingen niet of nauwelijks aan de orde. Ten behoeve van recreatieve voorzieningen vinden wel regelmatig ontwikkelingen in het gebied plaats. Met name de Beleidslijn Grote Rivieren is hierin bepalend voor de mogelijkheden.

Beleidslijn Grote Rivieren

Deze beleidslijn is door het Rijk vastgesteld om de wa- terbergende functie van deze gebieden te waarborgen.

Dit waterveiligheidsbelang acht het Rijk groter dan het belang van recreatief medegebruik voor inwoners van de stad en regio.

In de beleidslijn is het gehele natuur- en recreatiege- bied aangewezen als stroomvoerend regime.

Dit betekent in de praktijk dat gebouwen niet zijn toegestaan en dat de waterbergende capaciteit die zij innemen, elders in het gebied dienen te worden gecompenseerd.

Gevolgen

De economische schade die kan ontstaan als gevolg van een overstroming in dit gebied is beperkt. Er zijn maar een beperkt aantal panden aanwezig en die zijn veelal hooggelegen.

Als gevolg van de beleidslijn is herontwikkeling en het realiseren van nieuwe recreatieve voorzieningen in dit gebied niet eenvoudig en brengt extra kosten met zich mee. Dit leidt ertoe dat initiatieven niet gerealiseerd worden en daarmee het gebied minder aantrekkelijk wordt in de veranderende recreatiemarkt.

4. NATUUR EN RECREATIEGEBIEDEN

Het Nationaal Park de Biesbosch is een natuur- en recreatiegebied dat bekend staat om de getijdennatuur.

Door de getijdeninvloed overstromen delen van dit gebied dagelijks, waardoor hoogwater op zichzelf geen probleem is.

Hoogteligging

De natuur- en recreatiegebieden kennen een zeer gevarieerde hoogteligging.

De verschilende deelgebieden (Dordtse Biesbosch en Sliedrechtse Biesbosch) kennen verschillende polders en ophogingen.

De laagste gebieden liggen op 0.00 m + NAP.

Het toekomstige recreatiegebied de Derde Merwedeha- ven is met 35.00 m + NAP het hoogste punt.

Terugkeertijden

In onderstaande tabel zijn de verwachte waterstanden weergegeven in meters + NAP.

Ter hoogte van de Baanhoekweg (Bezoekerscentrum)

Frequentie 2050 2100 Per 10 jaar + 2.40 + 2.52 Per 100 jaar + 2.63 + 2.80 Per 1.000 jaar + 2.89 + 3.15 Per 2.000 jaar + 3.00 + 3.26 Per 4.000 jaar + 3.11 + 3.39 Per 10.000 jaar + 3.28 + 3.57 Ter hoogte van de Nieuwe Merwedeweg (Zuidhaven)

Frequentie 2050 2100 Per 10 jaar + 2.31 + 2.47 Per 100 jaar + 2.60 + 2.80 Per 1.000 jaar + 2.89 + 3.15 Per 2.000 jaar + 2.98 + 3.26 Per 4.000 jaar + 3.08 + 3.37 Per 10.000 jaar + 3.23 + 3.53

Oplossingsrichting fysiek

Voor gebouwen zoals het bezoekerscentrum of een restaurant is waterrobuust ontwerpen noodzakelijk.

De meest eenvoudige manier daarbij is het ophogen van het maaiveld. Een aanleghoogte vanaf + 3.50 is hierbij verstandig.

Veel van de bestaande voorzieningen zijn reeds op een terp gebouwd.

Daarnaast kan gedacht worden aan voorzieningen op dunne palen of drijvende voorzieningen.

Oplossingsrichting beleidsmatig

Om nieuwe ontwikkellingen toch mogelijk te maken, wordt voorgesteld te onderzoeken welke maatregelen er mogelijk zijn als compesatie in het kader van de Beleidslijn Grote Rivieren en welke investeringen dit met zich meebrengt.

Door deze investeringen mee te koppelen met andere ontwikkelingen, kan een ‘spaarbank’ aan ontwikkel- ruimte ontstaan die in de toekomst voor de beperkte uitbreiding van gebouwen ingezet kan worden.

9

(10)

Inudatie bij een waterstand van 2.75 m + NAP. Het bezoekerscentrum aan de Baanhoekweg op een bestaande terp.

De dagelijkse getijdenwerking in de Tongplaat. De Tongplaat van bovenaf gezien.

10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- het college opdracht te geven de uitgangspunten voor de herinrichting uit te werken in een definitief ontwerp met kostenraming en bestemmingsplan;. - het college opdracht te geven

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op 29 september 2016. de griffier,

- kennis te nemen van het onderzoek en de vergelijking van locaties, zoals beschreven in de notitie 'Huisvesting van de raad van Bergen';. - in te stemmen met de huisvesting van

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op 29 september 2016. de griffier,

- kennis te nemen van de concept Economische Visie Gemeente Bergen 2016-2030 - akkoord te gaan met de terinzagelegging van de concept Economische Visie Gemeente.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bergen op 29 september 2016. de griffier,

het bestemmingsplan 3e Herziening Schoorl, kernen en buurtschappen (bijlage 1), vast te stellen op basis van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Aldus vastgesteld in

In te stemmen om de percelen Oude Heereweg 3 Zb, Oude Heereweg 3 Zc, Oude Heereweg 3 Zd en Oude Heereweg 3 Ze in Schoorl te bestemmen tot Natuur met voor iedere