pagina 1 van 3 Geachte leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Op donderdag 19 november a.s. spreekt u met de staatssecretaris van VWS over de geestelijke gezondheidszorg. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) vraagt uw Kamer om in het debat met de staatssecretaris aandacht te besteden aan het volgende:
Zorgverzekeraars vinden dat iedereen met psychische klachten de juiste zorg en ondersteuning moet krijgen. Veel mensen krijgen te maken met psychische klachten door levensproblemen en dat kan veel persoonlijk leed veroorzaken. De manier waarop de ggz in Nederland is
georganiseerd maakt dat bij deze (ook lichte) psychische klachten te vaak en te snel een
medische oplossing wordt gezocht. Ook bij psychiaters en psychologen neemt de roep toe om de samenleving mentaal weerbaarder te maken en veel meer te zoeken naar (sociale) oplossingen voor beginnende psychische klachten. We zien dat door de doorgeslagen medicalisering de ggz- sector onvoldoende toegankelijk is voor mensen met ernstige psychische aandoeningen.
Zorgverzekeraars pleiten voor een maatschappelijk debat over het demedicaliseren van de ggz en het mentaal weerbaarder maken van de samenleving vanuit het sociaal domein.
Afgelopen zomer hebben zorgverzekeraars daarom in “De ggz in 2025 - Vergezicht op de geestelijke gezondheidszorg” hun gezamenlijke visie gegeven op de toekomst van onze
geestelijke gezondheidszorg. De zorgverzekeraars willen met deze visie een bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie over de ggz en aan oplossingen voor uitdagingen zoals
wachtlijsten en complexe zorgvragen. De visie van de zorgverzekeraars is tot stand gekomen met behulp van bijna zeventig betrokkenen. Onder meer vertegenwoordigers van cliënten en
naasten, psychologen, psychiaters, huisartsen, en toezichthouders hebben meegedacht.
Zorgverzekeraars spraken met hen over de huidige situatie en de toekomst van de ggz.
Zorgverzekeraars geven in de visie zes speerpunten voor de ggz in 2025:
1. Zorgverzekeraars willen de trend van onderbehandeling van zware klachten en overbehandeling van lichte klachten keren.
2. Samen met het ggz-veld worden goede, bewezen praktijken ontwikkeld, op grotere schaal toegepast en via de nieuwe bekostigingssystematiek per 2022 gefinancierd.
3. Zorgverzekeraars zetten in op het verbeteren van de samenwerking tussen de
huisartsenzorg en de ggz-sector en het versterken van het sociaal domein en de eerste lijn.
4. Zorgverzekeraars vragen de Rijksoverheid om de gemeentelijke overheden via het Gemeentefonds voldoende en stabiel te financieren om hun taken waar te kunnen maken.
5. De Rijksoverheid moet een heldere uitspraak doen over de afbakening van de aanspraak geneeskundige ggz in de Zorgverzekeringswet.
6. De Rijksoverheid moet kwalitatieve toetredingsdrempels voor zorgaanbieders mogelijk maken.
Aan Vaste Commissie VWS, Tweede kamer der Staten Generaal
Van Zorgverzekeraars Nederland Datum 13 november 2020
Contact Wouter Kniest (06-31048760) Ons kenmerk FS-20-290
Onderwerp Notaoverleg GGZ / Toegang tot de Wlz voor ggz-cliënten / …
pagina 2 van 3 De ggz is een wezenlijk onderdeel van onze gezondheidszorg en Nederlanders moeten beroep
kunnen doen op goede, tijdige en zinnige ggz-zorg. De toegang staat op dit moment onder druk.
Zorgverzekeraars vinden dat we samen moeten investeren in het vergroten van het oplossings- en weerbaarheidsvermogen van de samenleving. De sleutel voor succes is het verleggen van het paradigma: van behandelen en genezen naar werken aan maatschappelijk herstel voor mensen met psychische kwetsbaarheden.
Deze verschuiving in paradigma kent volgens zorgverzekeraars twee belangrijke pijlers.
• een nauwe samenwerking tussen de ggz, het sociaal domein en de huisarts, met preventie en maatschappelijk herstel als gemeenschappelijk uitgangspunt van de samenwerking;
• een zo effectief mogelijke inzet van premiegeld in de curatieve ggz, met oog voor toegankelijkheid (geen wachtlijsten) en gepaste zorg (doelmatigheid en kwaliteit).
Ter ondersteuning van deze twee belangrijke pijlers, vragen wij u het kabinet op te roepen om dit te ondersteunen door:
1. Vergroot de samenwerking (regelruimte) tussen de zorgwetten
2. Maak niet vrijblijvende afspraken over transparantie van kwaliteit met de ggz-sector
1. Vergroot de samenwerking (regelruimte) tussen de zorgwetten
Eén van de speerpunten uit ons vergezicht op de ggz in 2025 is dat zorgverzekeraars samen met de ggz-sector goede, bewezen praktijken ontwikkelen, opschalen en via de nieuwe
bekostigingssystematiek (het zorgprestatiemodel) financieren. Door aan te sluiten bij de praktijk van zorgprofessionals en de ervaringen van patiënten kunnen we, juist ook op het grensvlak van het medisch en het sociale domein, nieuwe werkwijzen ontwikkelen.
De interventie “Werk als Beste Zorg” is daarvan een goed voorbeeld. Als ggz-aanbieders, het UWV, gemeenten en zorgverzekeraars de handen ineen slaan om ggz-patiënten met afstand tot de arbeidsmarkt te helpen naar werk, levert dat direct meerwaarde op. Zorgverzekeraars willen de komende jaren samenwerken met gemeenten, zorgaanbieders en UWV aan het landelijk opschalen van deze interventie.
Een ander voorbeeld uit het hoofdlijnenakkoord GGZ, is het dat mensen een psycholoog of een psychiater (Zvw) kunnen raadplegen via een sociaal wijkteam (Wmo). Het doel is om minder (snel) door te verwijzen naar de curatieve ggz en mensen vanuit de gemeente beter te
ondersteunen. De bekostiging van deze consultatiefunctie komt echter helaas nog onvoldoende van de grond, omdat VNG en ZN geen helderheid krijgen van het ministerie van VWS hoe we dit op een pragmatische manier kunnen bekostigen.
We zien dat de samenwerking tussen de domeinen te vaak wordt belemmerd door de strakke regelgeving. Dit zorgt ervoor dat innovatieve ideeën en concepten vaak al aan de voorkant stranden, omdat de eisen aan de achterkant te strak staan afgesteld.
• We vragen uw Kamer om bij de staatssecretaris te pleiten voor meer regelruimte in de Zorgverzekeringswet, om in samenspraak met gemeenten, goede praktijken op het snijvlak van het medische en sociaal domein te ontwikkelen en op te schalen naar landelijke innovaties. Wij zijn van mening dat het bestaande stelsel hierdoor beter gaat functioneren, zonder het helemaal op zijn kop te zetten. Dit kan door binnen de bestaande innovatieregels (van NZa en Zorginstituut) de mogelijkheid te bieden om samenwerking op (en soms over) de grenzen van de Zvw mogelijk te maken en om bepaalde
verantwoordingseisen flexibeler toe te mogen passen, als dat een innovatie in de weg zit .
pagina 3 van 3 2. Invoering nieuwe bekostiging helpt alleen met inzicht transparantie van kwaliteit
Verzekerden betalen premie voor goede curatieve ggz. Om te zorgen dat dit geld van onze verzekerden zo zinnig mogelijk wordt ingezet, komt de NZa in 2022 met een nieuwe bekostiging waardoor er meer ruimte ontstaat voor innovatieve afspraken. Zorgverzekeraars steunen de nieuw bekostiging omdat ze op basis van zorgvraag(zwaarte) gedifferentieerde
contractafspraken kunnen maken met ggz-aanbieders. Daarmee krijgen we veel beter en sneller inzicht in bijvoorbeeld de capaciteit van hoog complexe ggz-zorg, en kunnen we wachttijden nog beter bestrijden.
Tegelijkertijd bevat de nieuwe bekostiging nog veel open eindes. Zo normeert het nieuwe model niet op de inhoud van de geboden zorg. Het gevaar van overbehandeling is daardoor zeer groot, terwijl de ggz kampt met personeelstekorten en wachttijden. Voor zorgverzekeraars is het daarom een absolute randvoorwaarde dat dat we antwoord krijgen op de volgende vragen: welke interventies dragen effectief en doelmatig bij aan de omslag naar maatschappelijk herstel? En welke niet? Het is belangrijk dat cliënten, professionals en financiers actief samen bepalen en vastleggen welke interventies daar wel aan voldoen, en welke niet.
Op het moment dat we de zorgvraagtypering kunnen koppelen aan de nieuwe bekostiging met behandelcomponenten (ambulante consulten en ligdagen) en daarbij ook inzicht krijgen in de behandel-effectiviteit, dan zal de ggz er in 2022 een stuk beter voor staan dan in 2020.
Zorgverzekeraars stellen dat dit mogelijk is met een beperkte set aan wettelijk vastgelegde uitkomstindicatoren, die door aanbieders beschikbaar worden gesteld voor keuze-informatie voor patiënten, leren en verbeteren tussen professionals en inkoopinformatie voor
zorgverzekeraars.
• ZN pleit er daarom voor dat de staatssecretaris niet-vrijblijvende afspraken maakt met de ggz-sector over het aanleveren van een beperkte set uitkomstindicatoren per 2022.
Zonder deze uitkomstindicatoren zal de nieuwe bekostiging per 2022 onvoldoende de gewenste vernieuwing brengen en wordt de potentie van het zorgprestatiemodel onderbenut.
De inzet van zorgverzekeraars is om een constructieve bijdrage te leveren aan de verbetering van de inrichting van de ggz. Wij stellen het op prijs als u de punten uit onze brief kunt betrekken bij het debat. Mocht u vragen hebben, dan zijn wij natuurlijk altijd bereid deze te beantwoorden.
Met vriendelijke groet, Zorgverzekeraars Nederland
Mevrouw P.H. van Holst-Wormser Algemeen directeur