6 juli
�����������������������
2007
44
De gevaarlijke cocktail van UV en pil
Kans op zowel fototoxische als fotoallergische reactie
De invloed van zonlicht of andere bronnen van UV-straling in com- binatie met bepaalde geneesmiddelen kan resulteren in fotoreact- viteit. Zowel een fototoxische als een fotoallergische reactie kan de huid ernstig aantasten. Denk hierbij aan rode huid, jeuk, uitdro- ging, schilfering of zelfs brandwonden.
Tekst | Florence van Hunsel en Annemarie Bijl
C
utane fotoreactiviteit kan ontstaan door gebruik van bepaalde genees- middelen in combinatie met bloot- stelling aan zonlicht of aan bronnen van kunstmatige UV-straling [1-3]. Zo’n reactie ontstaat door absorptie van licht, waarbij reactief zuurstof of vrije radicalen een rol spelen . Het betreft vaak een reactie door UVA-straling, die ook kan optreden bij be- wolking, achter vensterglas en door dunne kleding heen [4, 5].Individuele genetische variatie in opname en metabolisering van het geneesmiddel, maar ook het individuele huidtype, heeft invloed op de gevoeligheid voor het ontwik- kelen van fotoreactiviteit [4]. Fotoreacties kunnen worden onderverdeeld in toxische en allergische fotoreactiviteit, hetgeen conse- quenties heeft voor het beloop en de behan- deling [6].
Fototoxische reacties komen frequent voor en zijn dosisafhankelijk, zowel wat betreft het geneesmiddel als het zonlicht. Er is geen
onderliggend immunologisch mechanisme [2, 7]. Meestal lijkt het beeld op een ernstige zonnebrand met erytheem, pijn en oedeem, waarbij de eerste symptomen al binnen enkele uren na blootstelling aan UV-straling kunnen optreden [2, 4]. Bij fototoxiciteit zijn de laesies scherp begrensd en beperkt tot de aan licht blootgestelde delen [1, 2]. De reac- tie verdwijnt meestal na enkele dagen, wan- neer men óf de fotoreactieve stof óf verdere blootstelling aan UV-straling vermijdt. Later kan een hyperpigmentatie of hypopigmenta- tie ontstaan op de aangedane huiddelen [2].
Onder meer bij tetracyclines en fluorchinolo- nen kan schade optreden aan het grensvlak van dermis en epidermis, wat tot blaar- en mogelijk littekenvorming leidt [4].
Fototoxiciteit kan zich ook uiten in blauwe of rode vlekken door verwijding van bloedva- ten (teleangiëctasieën), bijvoorbeeld bij calciumantagonisten [4]. Bij gebruik van sint-janskruid bevattende preparaten is
‘hypericisme’ beschreven, een fototoxische reactie met erytheem, blaren en oedeem [8].
Ook nagelloslating (foto-onycholyse) kan plaatsvinden. De latentieperiode hiervan kan variëren van twee tot zes weken. terwijl gecontinueerde blootstelling aan UV-straling of verdere inname van het fototoxisch wer- kende geneesmiddel dan niet noodzakelijk is [2, 7].
Fotoallergische reacties
Fotoallergische reacties zijn immunolo- gisch gemedieerd (allergische reacties type IV) en zijn veel zeldzamer dan fototoxische reacties [1, 2, 4]. Voorbeelden van genees-
middelen die een fotoallergische reactie kunnen geven zijn sulfonamiden, tolbuta- mide en lokaal toegepaste middelen, bijvoor- beeld NSAID-crèmes [1, 2, 6]. Bij niet-gesen- sibiliseerde patiënten duurt het een tot veertien dagen voordat de reactie manifest wordt. Na eerdere blootstelling kan een kleine dosis sneller een reactie opwekken [1, 2, 7].
De symptomen van een fotoallergische reactie lijken op jeukend allergisch contact- eczeem met roodheid, oedeem, vesikels, papels, schilfering en korstvorming. Hoewel de afwijkingen niet altijd beperkt zijn tot de aan de zon blootgestelde huid, zijn ze op die plaatsen wel het meest uitgesproken. Na staken van het gebruik van de fotoreactieve stof kan de reactie nog enige tijd aanhouden doordat kleine hoeveelheden van het genees- middel of een metaboliet weken tot maan- den in de huid aanwezig kan blijven [2, 7].
Soms worden antihistaminica en steroïden toegepast bij de behandeling van fotoallergi- sche reacties. Uiteindelijk kan lichenificatie, een vergroving van het huidreliëf, optreden.
Meldingen bij Lareb
Het Nederlands Bijwerkingen Centrum
Meldingen
In elke PW-special met een farmacothera- peutisch onderwerp schenkt het Neder- lands Bijwerkingen Centrum Lareb aan- dacht aan een bijwerking en geeft een advies voor de patiënt.
Het Lareb is afhankelijk van meldingen en roept de apothekers op deze te blijven insturen: www.lareb.nl.
Mensen krijgen ook UV-straling van de zonnebank.
De gevaarlijke cocktail van UV en pil
Huid
6 juli
�����������������������
2007
45 Lareb ontving de laatste jaren meer dan
driehonderd meldingen van fotoreactiviteit die samenhingen met meer dan honderd verschillende geneesmiddelengroepen (midde- len die op ATC5-niveau bij elkaar horen).
Hieronder bespreken we enkele geneesmid- delengroepen waarvan fotosensitiviteit fre- quent bij Lareb werd gemeld.
Fotoreactiviteit door thiazidediuretica is meestal fototoxisch maar kan ook fotoaller- gisch van aard zijn. Naast het klassieke beeld van een zonnebrandreactie zijn sporadisch op lupus erythematodes gelijkende beelden, met lichenoïde erupties en purpura op de aan zon blootgestelde delen van het lichaam waargenomen [2, 9]. De meldingen bij Lareb van dit specifieke huidbeeld betroffen uit- sluitend hydrochloorthiazide.
Gebruik van amiodaron kan leiden tot een fototoxisch erytheem. De schattingen over de incidentie lopen uiteen van enkele pro- centen tot de helft van de gebruikers. Het kan tot twee jaar duren voordat de eerste symptomen optreden. De incidentie is gere- lateerd aan de duur en de intensiteit van de blootstelling aan zonlicht. Bij vermijden van
verdere zonexpositie verdwijnen de sympto- men vaak binnen enkele dagen. Na stoppen met amiodaron kan fotoreactiviteit nog geruime tijd optreden als gevolg van de lange halfwaardetijd, die tot honderd dagen kan oplopen [2, 10, 11].
Fototoxische reacties zijn bekende, maar zeldzame bijwerkingen van fluorchinolonen.
Minder dan 0,01 % van de gebruikers van levofloxacine ontwikkelt een fototoxische reactie. De fototoxiciteit wordt bewerkstel- ligd doordat absorptie van licht (vooral UVA) leidt tot degradatie van het fluorchinolon, waarbij cytotoxische producten worden gevormd [3, 5].
Tetracyclines kunnen ook fototoxisch werken en het beeld geven van een overdre- ven zonnebrandreactie. In uitzonderlijke gevallen is foto-onycholysis van de vingerna- gels en soms ook van de teennagels bij deze middelen beschreven [1, 2, 12]. Vermijding van blootstelling aan UV-straling is goed mogelijk omdat deze middelen meestal als kuur worden gebruikt.
Voor de praktijk
Als er sprake is van fotoallergie of fototoxi-
citeit waarbij de oorzakelijke geneesmidde- len moeilijk te vermijden zijn, is intensieve lokale zonbescherming noodzakelijk.
Omdat de meeste reacties getriggerd worden door zowel UVA- als UVB-straling, kan men het beste producten gebruiken met een hoge beschermingsfactor die filters voor het gehele spectrum bevatten. Bedekkende kleding, een hoed en het insmeren van de niet-bedekte huid met een sunblock met UVA- en UVB-bescherming kunnen de kans op een fototoxische reactie verkleinen en de mate van de reactie verminderen. Belangrijk is ook te bedenken dat patiënten tegenwoor- dig niet alleen in de zomer worden blootge- steld aan UV-straling, maar ook tijdens wintersport, overwinteren en gebruik van de zonnebank.
F.P.A.M. van Hunsel is apotheker, A.M.H. Bijl is internist-allergologe. Beiden zijn werkzaam bij het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb.
Correspondentie kan gericht worden aan Florence van Hunsel, f.vanhunsel@lareb.nl.
literatuur
Zie voor de literatuurreferenties de digitale versie
van dit artikel op pw.nl. <
Geneesmiddelen met fotoreactiviteit
Geneesmiddelengroep ATC-code Meldingen
ACE-remmers C09AA 14
Thiaziden C03AA 14
SSRI’s N06AB 11
Tetracyclines J01AA 11
Fluorchinolonen J01MA 10
Antimycotica voor systemisch gebruik J02A 10
Protonpompremmers A02BC 10
Anti-aritmische middelen klasse III C01BD 9
Overige immunosuppressiva L04AX 9
Cholesterolsyntheseremmers C10AA 8
literatuur
1 Moore DE. Drug-induced cutaneous photosensitivity: incidence, mechanism, prevention and management. Drug Saf. 2002;25(5):345-72.
2 Joost T, Bruynzeel D. Huidafwijkingen door geneesmiddelen. Zeist: Glaxo;
1995.
3 Appelo DA, Bouwman SN, Diepstraten J, et al. Achterliggend mechanisme van fototoxiciteit bij fluorchinolonen. Pharm Weekbl. 2005 29;(17):563-5.
4 Ferguson J. Photosensitivity due to drugs. Photodermatol Photoimmunol Photomed. 2002;18(5):262-9.
5 Aronson JK, Dukes MNG. Meyler’s side effects of drugs. 15de ed.
Amsterdam: Elsevier; 2006.
6 De Smet PAGM, Van Dijke CPH. Fotosensibilisatie door geneesmiddelen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 1986;130(42):1899-902.
7 Mulder WMC, Meinardi MMHM, Bruynzeel DP. Side effects in dermatology. 8ste ed. Amsterdam: Intermed Medical Publishers; 2004.
8 Vandenbogaerde AL, Kamuhabwa A, Delaey E, et al. Photocytotoxic effect of pseudohypericin versus hypericin. J Photochem Photobiol B. 1998;45(2- 3):87-94.
9 Johnston GA. Thiazide-induced lichenoid photosensitivity. Clin Exp Dermatol. 2002;27(8):670-2.
10 Chalmers RJ, Muston HL, Srinivas V, et al. High incidence of amiodarone- induced photosensitivity in North-west England. Br Med J (Clin Res Ed).
1982;285(6338):341.
11 Marcus FI, Fontaine GH, Frank R, et al. Clinical pharmacology and therapeutic applications of the antiarrhythmic agent amiodarone. Am Heart J. 1981;101(4):480-93.
12 Passier A, Smits-van Herwaarden A, Van Puijenbroek E. Photo-onycholysis associated with the use of doxycycline. BMJ. 2004;329(7460):265.
6 juli
�����������������������
2007