• No results found

Druk gedrag & ADHD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Druk gedrag & ADHD"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Druk gedrag & ADHD

(2)

2

Inleiding

Iedere leerkracht, hulpverlener, opvoeder, jeugdwerker en ouder heeft wel eens te maken met kinderen die druk gedrag stellen. Ze lijken veel te veel energie te hebben. Tegenwoordig wordt er snel gesproken over ADHD. Is druk gedrag altijd gelijk aan ADHD? Waar zit het verschil?

Deze brochure zal eerst uitleg geven over druk gedrag. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen druk zijn en druk doen.

Vervolgens vergelijkt men het druk gedrag met de leeftijd en ontwikkeling van het kind. Dan gaan we op zoek naar de oorzaken van het drukke gedrag dat kinderen kunnen stellen.

Tenslotte worden er handvaten aangereikt om het drukke gedrag van kinderen aan te pakken.

Nadat we druk gedrag besproken hebben, wordt uitgelegd wat ADHD juist inhoudt. Hier geven we eveneens tips over de aanpak.

(3)

3

1. Druk doen of zijn?

Ieder kind kan wel eens druk doen, maar er zijn kinderen die elke dag druk zijn. Ze vallen op door dat drukke gedrag en het is vaak moeilijk om deze kinderen tot bedaren te brengen.

Kinderen nemen zaken op uit hun omgeving. Bij een kind dat niet druk is, gaat bij een bepaalde omgevingsprikkel één lampje branden in het hoofd, maar bij een druk kind gaan er wel tien lampjes branden. Dat maakt dat zo’n kind niet goed weet hoe het moet reageren op de prikkel, het is allemaal wat moeilijk te organiseren. Voor het kind vormt dit een probleem en kan dit leiden tot druk zijn. Het is geen stoornis want een kind dat druk is, kan wel nog goed functioneren in zijn/haar omgeving. We spreken pas van een stoornis wanneer het kind sociaal uitgesloten wordt, de schoolprestaties achteruitgaan of het gedrag van het kind een verlammend effect heeft op het ganse gezin. Een mogelijke stoornis is ADHD, maar er moet meer aan de hand zijn dan enkel druk gedrag vooraleer we hiervan kunnen spreken. We komen hier later nog op terug.

(4)

4

Leeftijd en druk gedrag

Het is belangrijk om je er van bewust te zijn dat kinderen op een bepaalde leeftijd zeer druk kunnen zijn en dat dit meer dan normaal is. Beschouw het drukke gedrag dus niet onmiddellijk als een onoverkomelijk probleem.

Hieronder bespreken we kort welk gedrag normaal is voor de leeftijd van uw kind.

Baby’s kunnen een bepaalde vorm van druk en eisend gedrag stellen. Zij ontdekken nieuwe vaardigheden en dat kan leiden tot meer irritatie. Een stapje vooruit in de mentale ontwikkeling kan gepaard gaan met een periode waarin de baby veel zeurt.

Net voor kinderen zelfstandig kunnen stappen bijvoorbeeld, gaan ze meer zeuren, aan de rok van mama hangen en sneller geprikkeld zijn. Dit is meestal een aankondiging van een grote sprong voorwaarts: het zelfstandig kunnen stappen.

Peuters hebben veel energie waardoor ze ook veel bewegen.

Dit is normaal. In de peuterperiode kan je kind druk en ongehoorzaam zijn. Ze komen aan alles aan, klimmen overal op, willen dingen alleen doen en nemen speelgoed af. Dit hoort allemaal bij de leeftijd. In deze fase kunnen peuters ook driftig en koppig zijn. Het is voor hen een grote inspanning om vijf

(5)

5 minuten met hetzelfde spel bezig te zijn. Peuters vragen veel aandacht tijdens het ontdekken van de wereld rondom hen.

Hierbij hebben ze hulp en ondersteuning nodig.

Kleuters hebben ook veel energie waardoor ze niet kunnen stilzitten. Vanaf men naar de lagere school gaat, neemt dit drukke gedrag af. Dan leert men immers op school dat men in de klas moet stil zitten, zwijgen en aandachtig zijn. Dit is een leerproces dat kinderen moeten doorlopen. Dit verloopt met vallen en opstaan.

Tijdens deze leeftijdsperiode ontwikkelen kinderen ook hun zelfbeheersing doordat ze meer toekomstbesef hebben en de mogelijkheid om regels in zich op te nemen en te volgen.

Jongere kinderen verbinden een regel vaak met een persoon die hen die regel oplegt, terwijl oudere kinderen deze in zich opnemen en zich er ook kunnen aanhouden wanneer deze persoon niet aanwezig is. Een kind van vijf jaar begrijpt al dat hij nu geen koek zal krijgen, als er over een kwartier aan tafel wordt gegaan. Dit regisseren van gedrag is een proces dat kinderen allemaal doorlopen. Bij kinderen met druk gedrag verloopt dit echter iets moeizamer.

Zoals reeds vermeld, hebben peuters en kleuters veel energie.

Daarom is het zeer belangrijk dat zij deze energie kwijt kunnen.

(6)

6 Bewegen is hiervoor de beste remedie. Voor peuters en kleuters is het – tevens voor hun motorische ontwikkeling – belangrijk om hen beweging aan te bieden. Men kan hen inschrijven voor het peuter-/kleuterturnen, maar men kan ook gewoon met hen wandelen, zwemmen, dansen,… Deze raad is ook van toepassing voor oudere kinderen. Zij moeten immers een hele dag geconcentreerd stil zitten op school zodat ze weinig energie gebruikt hebben. Laat ze daarom veel bewegen:

buiten wandelen, lopen, dansen, fietsen, zwemmen,…

Er bestaan echter nog andere oorzaken voor druk gedrag dan de leeftijd. De mogelijke oorzaken worden op een rijtje gezet.

Mogelijke oorzaken van het druk gedrag

- Psychosociale oorzaken: Dit kunnen spanningen en problemen op school zijn, maar ook gebeurtenissen thuis. Zo kan een opvoeding die voor te weinig structuur zorgt of het kind te veel verwent, een probleem zijn. Stress, spanning, positieve of negatieve veranderingen, of angst kunnen eveneens de oorzaak zijn van het drukke gedrag van je kind.

We kunnen hierbij denken aan een verhuis, een echtscheiding, een overlijden, de periode rond Sinterklaas, een broertje of

(7)

7 zusje erbij, verjaardag, eerste Communie of Lentefeest,…

Hierbij is het belangrijk om de bron van de spanning aan te pakken of verduidelijking te geven aan je kind.

“Mariekes vierde verjaardag nadert met rasse schreden. De spanning rond de nakende verjaardag wordt haar soms allemaal te veel. Welke cadeautjes zal ze krijgen? Zal het verjaardagsfeestje leuk worden? Weet de meester eigenlijk wel dat ze jarig is? Marieke springt letterlijk in het rond, hoort nauwelijks wat haar moeder vertelt, en blijft niet aan tafel zitten tijdens de maaltijd.Moeder probeert haar dochter duidelijkheid te bieden. Ze maakt samen met Marieke een aftelkalender, waarop ze de voorbereidingen plannen en hangt hem op de koelkast. Hierdoor heeft Marieke een houvast en weet ze wat haar nog te wachten staat. Zo zal ze al een stuk rustiger worden.

Maandag Uitnodigingen maken en schrijven Dinsdag Uitnodigingen uitdelen in de klas

Woensdag Ingrediënten kopen voor de taart die mama gaat maken

Donderdag Verjaardagstaart bakken

Vrijdag Oma en Opa komen feest vieren

Zaterdag Verjaardagsfeestje met de klasgenootjes”

(8)

8 - Erfelijke factoren spelen in combinatie met de omgeving een

rol in het drukke gedrag van je kind. Er zijn kinderen die van nature wat beweeglijker zijn dan het merendeel van de kinderen, net zoals er kinderen zijn die van nature zeer rustig zijn. Indien de erfelijke factor aanwezig is, is die daarom nog niet de oorzaak van het druk gedrag.

- Hersenbeschadiging: Door een hersenvliesontsteking, geboortecomplicaties of een ongeval kunnen de hersenen beschadigd worden. Deze schade is moeilijk herstelbaar. Het kan wel zijn dat na een tijdje de goede hersendelen het werk van het beschadigde deel gaat overnemen.

- Hersendysfunctie: Een bepaald mechanisme in de hersenen loopt niet zoals het zou moeten waardoor het temperament van je kind drukker en beweeglijker is.

- Voedselallergie: Sommige mensen zijn overgevoelig voor bepaalde voedingsstoffen. Zo kan je kind overgevoelig zijn aan een bepaalde kleurstof of bewaarmiddel en daardoor druk gedrag vertonen. Het is goed om na te gaan of je kind

allergisch is aan een bepaalde stof. Indien dit zo is, zal je kind

(9)

9 moeten opletten wat het eet.

- Combinatie van oorzaken: Het kan zijn dat er meerdere oorzaken zijn die ervoor zorgen dat je kind druk gedrag vertoont.

Het is belangrijk om de oorzaak of oorzaken van het drukke gedrag van je kind te kennen. Je kan hiervoor terecht bij je huisarts, maar je kan er ook zelf naar op zoek gaan. Noteer op een blad wanneer je kind druk gedrag stelt. Het kan zijn dat er een patroon in herkend kan worden. Zo stelt het kind misschien druk gedrag als het moet gaan slapen. Door het slaapritueel aan te passen, kan men het druk gedrag eventueel vermijden.

Nu we de mogelijke oorzaken van het drukke gedrag kennen, kan er nagedacht worden over de aanpak ervan. Hoe gaat men om met kinderen die druk gedrag stellen? Kan men het drukke gedrag vermijden?

Wat kan je doen als ouders?

Het belangrijkste zal zijn om de opvoeding aan te passen aan je kind. Dit betekent niet dat je opvoeding voordien slecht was.

(10)

10 Een overactief of druk kind vraagt nu eenmaal om een specifieke aanpak. Bovendien zorgt een goede aanpak ervoor dat het drukke gedrag zich minder zal uiten.

Structuur

Structuur is noodzakelijk voor alle kinderen, maar des te meer voor drukke kinderen. Dit valt het best op wanneer het vakantie is en de regelmaat van de school wegvalt. Drukke kinderen kunnen zelf geen regelmaat organiseren in hun leven, dus hun ouders moeten hen daarbij helpen. We geven enkele tips mee om structuur te creëren voor je kind en voor jezelf.

- Structuur in de tijd: Kinderen hebben sowieso moeite met het inschatten van tijd, dus het organiseren van hun tijd is een hele opgave. Het is daarom goed om de tijd voor hen zichtbaar te maken op een tijdschema. Zo’n schema kan bijvoorbeeld tonen wat het kind moet doen na schooltijd tot vlak voor het avondeten. Ook kan je een schema maken voor een langere periode. Je kan het schooljaar op een schema zetten en zo zal je kind beter zien waarom het nu al moet studeren voor de examens (die anders zonder schema nogal ver weg lijken).

(11)

11 Als er iets te gebeuren staat, zoals een verjaardag of speciaal feest, maak dan een aftelkalender voor je kind. Dergelijke gebeurtenissen geven immers spanning en die kan soms wel eens hoog oplopen. Je kan ook de gewone afscheurkalender gebruiken en je kind elke dag het blaadje laten aftrekken. Als er iets zal veranderen, vertel dit dan tijdig aan je kind.

Als je kind aan het spelen is, is het moeilijk om het te doen stoppen en te doen opruimen. Je kan een kookwekkertje gebruiken en tegen je kind zeggen dat het nog mag spelen tot het wekkertje afloopt (na bijvoorbeeld tien minuten). Zet dit wekkertje in het zicht van je kind.

Kinderen moeten leren volhouden en doorwerken, maar te is nooit goed. Bescherm je kind door op tijd te zeggen dat het moet stoppen. Zo zijn er kinderen die het moeilijk hebben met huiswerk maken. Het is niet goed om zo’n kind urenlang aan zijn huiswerk te laten zitten. Het vergroot alleen maar de afkeer voor leren en school.

Maak de weekplanning van je kind niet te vol. Maandag naar de voetbaltraining, dinsdag muziekles, woensdag naar oma, donderdag bijles, vrijdag naar de tekenschool,… Het is voor een kind soms te veel, ook al doen ze het graag. Ook jij hebt nood aan wat rust. Baken de vrije tijd van je kind dus wat af. Zorg bovendien voor regelmaat in het weekprogramma van je kind.

(12)

12 Als het moeilijk is om er regelmaat in te brengen, bijvoorbeeld door je werk, dan kan je toch wat structuur inbrengen. Het vraagt enige creativiteit maar het lukt wel. Zo kan je op een groot bord de activiteiten van je kind noteren, wie het van school gaat afhalen, wie ze naar de activiteit brengt en zal opwachten nadien. Eventueel kan je een briefje in de brooddoos van je kind stoppen, zodat hij de specifieke planning voor die dag bij zich heeft.

- Structuur in de ruimte: er zijn verschillende ruimtes die een kind benut. Ten eerste heb je de gemeenschappelijke ruimtes in het huis, zoals de woonkamer of de keuken. Het is voor een kind moeilijk om daar alles ordelijk te laten en de routine onder de knie te krijgen. Het kan een hulpmiddel zijn om aan de binnenkant van de kastdeur een briefje te plakken met wat er in de kast zit. Of samen met je kind de badkamer eens overlopen en uitleggen waar alles staat, kan ook helpen.

Ten tweede is er de ruimte waar je kind rustig en geconcentreerd moet kunnen werken. Die werkruimte is zowel in de klas als thuis. Orde is hier zeer belangrijk en ook moet er zo weinig mogelijk afleiding zijn voor je kind. Het is dus beter om geen tekeningen, versieringen en een aanlokkelijk uitzicht te hebben op deze werkplek. Zorg ook voor wat bergruimte

(13)

13 zodat niet alles op de tafel moet liggen. Het kan ook handig zijn om een plannetje te maken waarop je kind kan zien waar het alles kan terugvinden. Je kan de leerkracht vragen om dit ook in klas te mogen doen. Maak de werkplek wel niet te saai, anders zal je kind er niet willen blijven. Het moet een aangename plek zijn. Je kan best overleggen met je kind, vaak hebben kinderen daar zeer goede ideeën over.

Ten derde is er ook de opbergruimte. Dit is bijvoorbeeld de schooltas van je kind. Kinderen hebben er vaak de grootste moeite mee om dit ordelijk te houden. Je kan labeltjes gebruiken of een kaart waarop staat wat waar moet, liefst met een tekening erbij. Naast labels zijn ook opbergdozen handig, bijvoorbeeld voor het speelgoed van je kind. Ook daarop kan je schrijven dat in deze doos de poppen horen, in de andere doos de blokjes, …

Een kind heeft als vierde ruimte uiteraard een speelruimte. Daar mag wel wat rommel zijn, maar niet de hele tijd. Als je kind veel speelgoed door elkaar gebruikt, kan het goed zijn om daar even in tussen te komen. Je kan zeggen dat het vijf speelgoedjes mag kiezen. Als je kind dan een ander speelgoedje wil, dan moet het eentje inwisselen. Zo voorkom je

(14)

14 dat het te veel is voor je kind. Maak duidelijke afspraken met je kind over wat geen speelruimte is in jullie huis.

Ten slotte heeft je kind ook een plaats nodig om even alleen te zijn. Dit plekje hebben volwassenen nodig, zo ook kinderen.

Daar kunnen ze even wegdromen, fantaseren of gewoon tot rust komen. Dit kan zowel op de slaapkamer zijn, als in de woonkamer achter de zetel. Ze kunnen ergens onder kruipen.

Het kan zijn dat je kind ook zo’n plekje heeft op school. Neem je kind zijn/haar eigen plekje niet af, maar maak er enkele afspraken over.

In het algemeen is het zeer belangrijk om je kind voldoende ruimte te geven. Elk kind heeft nood aan plaats om zich te ontwikkelen en een druk kind des te meer. Als het slecht weer is, laat je kind dan toch eens naar buiten gaan. Ook is een sportclub een mogelijke oplossing om je kind ruimte te bieden.

- Structuur in de opdracht: Voor kinderen is het vaak moeilijk om de juiste volgorde te onthouden wanneer ze iets moeten doen zoals het ochtendritueel (opstaan, ontbijt, wassen, kleren aandoen, …). Als het voor je kind moeilijk is en je bijna elke ochtend te laat komt op school, maak dan gebruik van een schema met daarop de volgorde. Maak gebruik van tekeningen

(15)

15 om het goed zichtbaar te maken voor je kind. In het begin kan je dit overal in huis hangen, bijvoorbeeld in de keuken, slaapkamer, badkamer, … Hang het schema op ooghoogte van je kind. Bij oudere kinderen hang je het beter op een niet al te zichtbare plaats, zo moet niet iedereen dit zien.

Geef een duidelijke opdracht aan je kind. ‘Ruim je slaapkamer op, want het is daar nogal een rommel hoor!’ is voor je kind onduidelijk. Het is beter om korte opdrachtjes te geven maar concreet te omschrijven wat je verwacht van je kind. Zo kan je zeggen: ‘Ik wil dat je nu eerst deze boeken op je plank legt, daarna moet je al jouw knuffelbeesten mooi op een rijtje plaatsen. Als je dat gedaan hebt, dan kom je terug bij mij. Dan zeg ik het volgende wat je moet doen.’ Op die manier weet je kind heel goed wat het moet doen. Beloon je kind wanneer het de opdracht tot een goed einde bracht. Je kan belonen door een lovend woordje of met een aai over de bol. Eveneens kan je als beloning een spelletje spelen samen met je kind.

Zie jezelf als teamgenoot van je kind. Het feit dat je kind moeite heeft met orde houden, is vaak een groter probleem voor jezelf dan voor je kind. Het is belangrijk dat je niet alle schuld in de schoenen van je kind gaat schuiven. Werk samen aan het probleem op een positieve manier. Maak jezelf dus tot bondgenoot van je kind. Kijk naar wat goed gaat en focus je

(16)

16 niet op wat nog niet lukt. Ruim bijvoorbeeld de kamer van je kind mee op. Prijs het telkens als het iets opbergt. Je kan het ook leuk maken door er een spel van te maken: Wie het eerst alle knuffels in de speelgoedbak krijgt, is gewonnen.

Bij opdrachten in school is het aan te raden om te overleggen met de leerkracht. Een stappenplan op maat van je kind is een mogelijke oplossing. Samen met de leerkracht en je kind kan je dit opstellen. Het stappenplan is dan bruikbaar bij elke nieuwe opdracht. Het is nodig om dit telkens te herhalen met het kind zodat je kind het na een tijdje zelf kan.

Zelfcontrole aanleren

Omdat drukke kinderen soms zeer onbewust en ongeremd handelen, is het handig om hen wat zelfcontrole aan te leren.

Op die manier leren ze eerst te denken vooraleer ze doen.

Dit is geen gemakkelijke opdracht! Raak dus zeker niet ontmoedigd als het niet onmiddellijk lukt.

Leer je kind een bepaalde reflex aan dat het telkens kan gebruiken vooraleer iets te doen. Er zijn verschillende methoden: je kind tot vijf laten tellen of indien je kind al wat ouder is tegen zichzelf ‘stop-denk-doe’ laten zeggen. Je kan er

(17)

17 eventueel een liedje of kort verhaaltje van maken, zo blijft het beter hangen bij je kind.

In het begin zal je dit constant moeten oefenen met je kind. Je vraagt je kind iets en zegt dat hij/zij eerst hardop zegt ‘stop- denk-doe’. U doet best zelf mee in het begin van deze aanpak.

Je kind mag het binnensmonds zeggen maar let er op dat hij/zij het zeker doet. Beloon je kind daarna.

Wanneer je kind iets doet, kan het ook handig zijn om je kind dan te leren hardop te zeggen wat hij/zij doet. Je doet het eerst voor en daarna vraag je aan je kind om het luidop te herhalen.

Felix leert wat hij moet doen bij het thuiskomen. Papa toont hoe je zelf je schoenen uitdoet en in de kast zet. Hierna toont hij zijn zoon hoe je je jas ophangt. Vervolgens vraagt hij aan Felix wat hij moet doen: “Eerst moet ik mijn schoenen uitdoen.

Deze zet ik in de kast. Dan hang ik mijn jasje op.”

Wanneer je merkt dat je kind luidop kan zeggen wat het doet, laat het dan vanaf nu binnensmonds zeggen wat hij/zij doet.

Je zal het waarschijnlijk vervelend vinden om steeds aan je kind te vragen om luidop te praten maar na een tijdje loont al die aandacht, energie en tijd die je erin gestopt hebt echt. De aangeleerde reflex zal je kind behoeden om onbezonnen gedrag te stellen en het kan soms van levensbelang zijn.

(18)

18

Broers en zussen inschakelen

Een druk kind vraagt heel wat aandacht waardoor het kan zijn dat de broer of zus wat vergeten wordt. Het is beter om de broer of zus in te schakelen wanneer je start met een bepaalde aanpak. Je licht je ander kind in over wat er zal gebeuren. Maak dat er ook voor je ander kind wat aan vast hangt. Als je kind dat druk is een beloning krijgt bij goed gedrag, geef er dan ook één aan je ander kind.

Onderschat bovendien je ander kind niet. Kinderen zijn er soms goed in om vervelend gedrag uit te lokken bij een ander, maar er zelf vanonder te muizen. Een kind dat druk doet, is daar vaak de dupe van. Als je hen ook een beloning belooft bij goed gedrag van hun drukke broertje of zusje, dan zullen ze sneller geneigd zijn om mee te werken en hem of haar ten volle te ondersteunen.

Samenwerking met de school

Om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de noden van je kind is het cruciaal om samen te werken met de school van je kind. Dit vraagt een goede verstandhouding tussen jezelf en de leerkrachten van je kind. Regelmatig overleg tussen de school en jezelf zijn noodzakelijk. Op dergelijke overlegmomenten

(19)

19 bespreken jullie voornamelijk drie zaken, namelijk hoe het drukke gedrag van je kind zich uit, ten tweede vertel je over je aanpak thuis en die van vroegere leerkrachten en ten slotte bekijken jullie hoe het samenwerken concreet kan verlopen.

Indien het kan, is het aan te raden dat de leerkracht zoveel mogelijk dezelfde aanpak hanteert zoals thuis.

Een mogelijk hulpmiddel is een heen-en-weerschriftje. Hierin schrijven zowel de ouders als de leerkrachten de relevante zaken die deze dag gebeurd zijn of zaken in het vooruitzicht. Je zou ook de agenda kunnen gebruiken, maar het kan zijn dat je kind dit niet leuk vindt. Vraag eens na bij je kind wat hij/zij liefst heeft.

Liefde en positieve aandacht

Dit is voor elk kind belangrijk, dus ook voor je drukke kind.

Omdat je kind zoveel structuur nodig heeft, kan het wel eens vergeten worden om eens een liefdevol moment in te lassen.

Een oplossing hiervoor is dat je per dag bijvoorbeeld tien minuten alleen met je kind doorbrengt. Zo kan je samen een spelletje spelen, een verhaaltje voorlezen, je kind bij je op de schoot nemen,… Hoe lastig het die dag ook was, dit is een

(20)

20 moment om dat allemaal even te vergeten. Je kind zal overduidelijk genieten van deze momenten met mama of papa.

(21)

21

2. Druk, ongeconcentreerd en impulsief…

Naast druk gedrag kan het zijn dat je kind ook moeite heeft om zich te concentreren, zeer rusteloos en impulsief is. Het kan zich moeilijk bezighouden met zijn huiswerk of verandert voortdurend van spel. Het handelt ook vaak zonder na te denken of gevaren in te zien.

Dit alles maakt dat kinderen op school ondermaats presteren en dat ze moeilijk vriendjes kunnen maken. Wanneer dit het geval is, kan het zijn dat er sprake is van ADHD. Om hier achter te komen is specifiek onderzoek noodzakelijk. Wanneer je denkt dat je kind ADHD heeft, neem je best contact op met je huisarts. Hij/zij zal je verder helpen. Maar wat is ADHD juist?

Heeft mijn kind ADHD?

Het blijft moeilijk om in te schatten wat normaal is en wat niet omdat alle kinderen nu eenmaal onvoorspelbaar en veeleisend zijn. Maar bij gewone kinderen lukt het ouders meestal de juiste aanpak te vinden. Bij kinderen met ADHD lukt dit meestal niet:

ze zijn niet te stoppen of te sturen.

(22)

22 Om zekerheid te scheppen over het al dan niet aanwezig zijn van ADHD wordt er kort uitgelegd wat ADHD juist is.

BASISKENMERKEN

De letters ADHD staan voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. ADHD is met andere woorden een naam voor een gedragstoornis met de kenmerken:

 Aandachts- en concentratiestoornissen;

 Impulsiviteit;

 Hyperactiviteit.

Er is sprake van ADHD als alle kenmerken voorkomen bij het kind. Deze moeten al vroeg aanwezig zijn (voor het zevende jaar) en niet het gevolg zijn van andere factoren zoals lichamelijke of geestelijke ziekten of zeer ongunstige omgevingsfactoren.

Aandachts- en concentratiestoornissen

Kinderen met ADHD kunnen het moeilijk volhouden om hun aandacht op een taak te richten, die aandacht vast te houden en zich niet te laten afleiden door allerlei prikkels. Met ‘prikkels’

bedoelt men alles wat met de zintuigen wordt waargenomen.

Kinderen met ADHD kunnen onbelangrijke prikkels niet altijd

(23)

23 naar de achtergrond schuiven. Zo horen ze bijvoorbeeld op school niet enkel de leerkracht praten, maar horen ze ook auto’s en vliegtuigen passeren of het gekraak van de stoel naast zich. Het kost hen veel energie om zich toch te kunnen concentreren op de leerkracht. Dit komt omdat hun hersenfuncties net iets anders werken dan bij andere kinderen.

Impulsiviteit

Kinderen met ADHD zijn vaak heel impulsief. Ze geven antwoord voor ze de vraag goed hebben gehoord of beginnen aan een taak zonder te wachten op de opgave. Ze staan in de klas zomaar op van hun stoel. Ze DOEN voordat ze NADENKEN over de mogelijke gevolgen. Het ontbreekt ze aan innerlijke controle. Dit is heel normaal bij heel jonge kinderen, maar bij kinderen met ADHD blijft deze ontwikkeling duidelijk achter.

Hyperactiviteit

Kinderen met ADHD zijn, vooral op jonge leeftijd, voortdurend in beweging. Ze rennen de hele dag en kunnen nauwelijks op hun plaats blijven zitten. Ze zijn rusteloos, snel opgewonden en snel gefrustreerd. De kinderen voelen zelf vaak een grote onrust vanbinnen. Stil zitten en rustig zijn, vraagt van hen (te)

(24)

24 veel energie. Naarmate ze ouder worden, staat hyperactiviteit minder op de voorgrond. Er is dan meer sprake van kleine hyperactiviteit: friemelen, wiebelen, draaien,…

Niet altijd druk

Het verwarrende is dat zelfs kinderen met ADHD niet altijd druk of snel afgeleid zijn. Ze kunnen zich wel goed concentreren op spannende films, computerspelletjes of op andere zaken die hen interesseren. Buitenstaanders durven wel eens zeggen “Ze kunnen het wel, als ze maar willen”. Kinderen met ADHD kunnen zich inderdaad wel concentreren, maar hebben daar een sterkere prikkel voor nodig. Alleen als ze iets heel interessant vinden, kunnen ze zich gemakkelijk concentreren.

De kenmerken van ADHD zijn nu duidelijker geworden. Maar wat zijn de gevolgen hiervan voor het kind?

(25)

25

GEVOLGEN VOOR HET KIND

Het feit dat de regelfuncties niet werken heeft een aantal implicaties naar het kind toe.

 Het is moeilijk voor hen om complexe handelingen te coördineren: aankleden kan een probleem zijn als de kleren niet klaarliggen in de volgorde waarin ze moeten worden aangetrokken

 Ze kunnen niet doelgericht te werk gaan in nieuwe situaties;

het lukt ze niet om een plan op te stellen zodat ze het belangrijkste eerst doen. In eenvoudige en bekende situaties hebben ze de regelfuncties minder nodig omdat ze dan kunnen terugvallen op aangeleerd en automatisch gedrag.

 Ze leren niet zo snel van hun ervaringen. Hierdoor zijn ze minder in staat hun ervaringen te laten meebewegen bij beslissingen over hun gedrag.

 Ze kiezen vaak voor de kortetermijnoplossing of –beloning.

Deze kenmerken en gevolgen hebben een speciale aanpak nodig. Deze kinderen moeten geholpen worden, maar hoe? Er volgen tips voor de aanpak van kinderen met ADHD.

(26)

26

Hoe ga ik om met een kind met ADHD?

 Verzamel zoveel mogelijk informatie over ADHD.

 Ontwikkel zoveel mogelijk inzicht in ‘normaal’ gedrag.

 Breng zoveel mogelijk structuur en regelmaat aan.

 Ontwikkel strategieën om met uw kind om te gaan. Uw daden tellen vooral, niet uw woorden. Kinderen met ADHD zijn niet erg vatbaar voor argumenten. Als u zegt: “Je moet nu echt naar bed anders slaap je te weinig en je hebt morgen een drukke dag”, dan zal dit weinig effect hebben. Een strategie die meer kans maakt is: “Het is bedtijd. Als je pyjama aan is binnen vijf minuten, kom ik een verhaaltje voorlezen.” Belonen van goed gedrag is belangrijker dan straffen.

 Zorg dat uw verwachtingen redelijk zijn. Ook zult u opmerken dat uw kind af en toe terugvalt in ongewenst gedrag en in nieuwe situaties in de fout blijft gaan. Weet dat dit kan gebeuren. Zo voorkomt u dat u steeds ontgoocheld wordt door uw kind. Blijf kijken naar wat er goed gaat.

 Help met het plannen en organiseren van activiteiten en voorzie voldoende tussentijdse controles. Probeer te voorziene ‘mislukkingen’ zoals te laat aan taken beginnen

(27)

27 zoveel mogelijk te voorkomen. Tracht ‘saaie’ taken zoals huiswerk of opruimen op een boeiende manier aan te pakken.

 Bekrachtig zoveel mogelijk positief gedrag. Een kind met ADHD heeft vaak een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Beklemtoon daarom al wat het in de loop van de dag of bij het uitvoeren van een taak goed heeft gedaan en zoek naar de juiste aanpak om ongewenst gedrag te verminderen (negeren, bestraffen, ...).

 Hanteer duidelijke huisregels en regels voor gedrag op straat. Blijf controleren of uw kind zich aan deze regels houdt. Handel hierbij consequent. Wat vandaag kan en mag, moet morgen ook kunnen en mogen.

 Geef uw kind meer directe feedback en doe dit op geregelde tijdstippen. Laat meteen merken wat de gevolgen zijn van zijn of haar gedrag. Wanneer uw kind iets doet wat voor u niet door de beugel kan, wijst u hem hier best meteen op. Als u er te veel tijd laat overgaan, heeft dit geen effect meer.

 Ga bij meningsverschillen samen met uw kind op zoek naar een oplossing (tenzij het gaat over iets waarover u niet wenst te onderhandelen). Op deze manier leert het kind inzien dat u goede redenen hebt voor uw beslissing

(28)

28 en doet het ook onderhandelingsvaardigheden op.

Wanneer het gedrag uit de hand dreigt te lopen, stuur je je kind best even naar zijn kamer om tot rust te komen.

 Ga op een respectvolle manier met elkaar om, maar vergeet niet dat u het uiteindelijk voor het zeggen hebt.

Ga bijvoorbeeld niet vloeken op uw kind, maar leg uit waarom u boos bent. Blijf ook zoeken naar gezamenlijke interesses. Het is belangrijk soms even de rol van opvoeder los te laten. Als uw kind enthousiast zijn knutselwerk wil laten zien, zeg dan een keer niets over de rommel in zijn kamer, maar concentreer u op het werkje.

 Probeer hulp in te roepen als u voelt dat het de verkeerde kant opgaat, voordat de toestand escaleert. Als u vindt dat een hulpverlener niet juist handelt of het mis heeft, ga dan een gesprek aan.

 Onderneem regelmatig dingen alleen om te kunnen ontspannen. Zo kan u ‘bijtanken’ en de situatie van op een afstand bekijken.

Voor meer vragen rond de diagnose en behandeling van ADHD verwijzen we u graag door naar uw huisarts.

(29)

29

Hulp of informatie nodig?

Solidariteit voor het Gezin – Afdeling Hopon A.&M. Hellinckxstraat 45 – 1083 Ganshoren Tel.: 02/421.79.91 - E-mail: hopon@svhg.be - www.solidariteit.be

Meer lezen?

Voor ouders

 ADHD. De complete gids voor kinderen en volwassenen.

Thom Hartmann, Epo.

 ADHD. Op één spoor? Karl Baert, Garant.

 Alleen een moeder kan van zo’n jongen houden. Hoe ik leerde leven met ADHD. Benjamin Polis, Uitgeverij Nieuwezijds.

 Een wervelkind. Praktisch handboek voor ouders van kinderen met ADHD, een pittig temperament of tegendraads gedrag. Giel Vaessen, Garant.

(30)

30

 Gevraagd: ‘superouders’. Als opvoeden net niet loopt zoals je wenst. Peter Glorieux.

 Help, een druk kind! Een benadering vanuit Sensorische Integratietherapie voor ouders en professionals. Cecile Röst & Lynn Horowitz, Elsevier Gezondheidszorg.

 Het is ADHD. Alles over de kenmerken, diagnose, behandeling en aanpak thuis en op school. Arga Paternotte en Jan Buitelaar, Vereniging Balans/ Bohn Stafleu van Loghum.

 Hoe breng ik mijn kind (en mezelf) structuur bij? Een gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. Wendy Peerlings.

 Hulpgids ADHD. De meest actuele en complete gids voor een succesvol leven met ADHD. Edward Hallowell

& John Ratey, Uitgeverij Nieuwezijds.

 Kinderen met aandachts- en werkhoudingsproblemen.

Kaat Timmerman, Acco.

 Tieners zit stil! op school. Omgaan met ADHD. Gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. Rita Bollaert &

Marc Derudder, Lannoo.

 Zit stil! op school. Omgaan met ADHD in de klas. Een gids voor ouders, leerkrachten en hulpverleners. Rita Bollaert, Lannoo.

(31)

31

 Zit stil! Handleiding voor het opvoeden van

overbeweeglijke kinderen. Compernolle & Doreleijers, Lannoo.

Voor kinderen

 Alle dagen hartstikke druk. Mirjam Mous, Van Holkema

& Warendorf.

 Er zit een leeuw in mij. Kristien Dieltiens en Marijke Klompmaker, Delubas.

 Herman, of het wondermooie verhaal van een

hyperactief jongetje. Pascale Poncelet, Alban Jeunesse.

 In mijn kop staat alles op zijn hoofd. Sylvia Vanden Heede, Lannoo.

 Stijn de Trein. Hij is alle dagen heel druk. Caroline Cogenbach, Balans.

 Ze vinden me druk. Over drukke kinderen en ADHD.

Martine Delfos, Bussum.

Voor jongeren

 ADHD? Laat je niets wijsmaken! Hermien De Backer.

(32)

32 Voor hulpverleners

Idem als voor ouders.

 Professioneel omgaan met gedragsproblemen.

Praktijkboek voor het primair onderwijs. John Jeninga.

 Pedagogische adviezen voor speciale kinderen. Een praktisch handboek voor professionele opvoeders, begeleiders en leerkrachten. Trix Van Lieshout.

 Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen. Jakop Rigter, Coutinho.

 Inleiding in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Frank C.

Verhulst, uitgeverij Van Gorcum.

Werkpakketten

 Oefenboek voor kinderen met aandachts- en werkhoudingsproblemen. Kaat Timmerman.

Websites

www.kindengezin.be/KG/Themas/Opvoeding/Druk_gedrag/ - informatie over druk gedrag

www.zitstil.be – vereniging voor ouders van een kind met ADHD.

www.adhd-volwassenen.be – interessante informatie over ADHD.

(33)

33 www.alle-dagen-heel-druk.nl – een website over ADHD op maat van kinderen

www.hersenstorm.be – positieve manieren om ADHD te benaderen

Bovenstaande boeken werden gebruikt bij het opmaken van deze brochure.

Deze boeken en werkpakketten zijn eveneens ontleenbaar in onze bibliotheek.

Deze brochure is een realisatie van Solidariteit voor het Gezin.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo is bij de opzet van het BW ter onderscheiding van administratief en privaatrecht gekozen voor het criterium of de handhaving van de norm in handen van belanghebbenden zelf of

We hebben vanavond bij 2 adressen aan de Meibloem verzameld, zo konden zelfs onze fietsen afstand houden van elkaar. Paul is met 13 dames op stap gegaan, enkele van hen liepen

Een ander gedeelte van Fase 4, Fase 4c nabij de Tilburgseweg, Rillaersebaan en Venneweg, wordt overgelaten voor initiatieven uit de markt, oftewel hier wordt facilitaire

“Sinds mijn burn-out in 2012 heb ik al die tijd met mezelf lopen worstelen.” Toen de diagnose ADHD werd gesteld, vielen alle puzzelstukjes op hun plek, kon ze leren omgaan met

Niet alleen is die bewering wel erg kort door de bocht, het getuigt ook van weinig respect voor de toezegging dat samen met belanghebbenden parkeerregulering op maat zou

Door hun gedrag hebben kinderen met ADHD vaak weinig of geen vriendjes en zijn relaties met ouders, leerkrachten, … vaak negatief.. Faalangst en een laag zelfbeeld zijn

De spreidingseis op basis waarvan buiten woonkernen met meer dan 5.000 inwoners een brievenbus beschikbaar moet zijn binnen een straal van 2.500 meter wordt gehandhaafd (zie

Het gaat over doelen die je jezelf stelt maar vervolgens laat schieten, omdat je er de motivatie niet voor kunt opbrengen.. Het gaat over diëten die niet worden opgevolgd, over