• No results found

Inspectierapport Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun (BSO) Hoofdweg GZ Harderwijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun (BSO) Hoofdweg GZ Harderwijk"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun (BSO) Hoofdweg 2

3842 GZ Harderwijk

Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland

In opdracht van gemeente: Harderwijk

Datum inspectie: 09-08-2016

Type onderzoek : Onderzoek voor registratie

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 15-08-2016

(2)

2 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 09-08-2016

Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun te Harderwijk

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang ... 4

Pedagogisch klimaat ... 5

Personeel en groepen ... 6

Veiligheid en gezondheid ... 7

Accommodatie en inrichting ... 9

Inspectie-items ... 10

Gegevens voorziening ... 13

Gegevens toezicht ... 13

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 14

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie.

Op 11 mei 2016 is bij de gemeente Harderwijk een verzoek tot registratie binnengekomen van Stichting Eigen en Wijzer voor het starten van BSO Sport & Fun.

Tijdens deze inspectie zijn alle voorwaarden die op deze BSO van toepassing zijn en vóór aanvang van de exploitatie getoetst kunnen worden, onderzocht.

De bevindingen van dit onderzoek staan los van de gebruikersvergunning die de brandweer met betrekking tot de brandveiligheid of bouw- en woningtoezicht met betrekking tot het bouwbesluit afgeeft.

Binnen 3 maanden na registratie zal de GGD door middel van een inspectie onderzoeken of de BSO voldoet aan alle kwaliteitseisen.

Beschouwing

De aanvraag registeropname betreft Buitenschoolse opvang Sport & Fun van Stichting Eigen &

wijzer.

De BSO wordt gevestigd in het speelparadijs KOK experience te Harderwijk.

De verwachting is dat de BSO na de zomervakantie van 2016 gaat starten.

Bevindingen op hoofdlijnen

Uit het onderzoek is gebleken dat de houder op bijna alle onderzochte punten voldoet.

In het rapport zijn enkele aandachtspunten opgemerkt en besproken met de regiomanager. Het gaat hier om de risico-inventarisatie en de buitenruimte.

Uit de observatie van de te gebruiken binnen- en buitenruimte blijkt dat er voor exploitatie een aantal werkzaamheden, aanpassingen verricht moeten worden ten aanzien van het bieden van veilige en gezonde kinderopvang.

De actiepunten zijn door de toezichthouder besproken met de regiomanager.

De toezichthouder verwacht dat de houder zich zal inspannen om het aandachtspunt op te pakken waarmee de exploitatie redelijkerwijs kan plaatsvinden in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang.

In onderstaand inspectierapport is verdere toelichting te lezen.

Advies aan College van B&W

Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.

De houder moet de aanvraag van het kindaantal met twee naar beneden bijstellen.

(4)

4 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 09-08-2016

Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun te Harderwijk

Observaties en bevindingen

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

In dit hoofdstuk wordt het wettelijk kader beschreven voor toezicht en handhaving bij

kindercentra. Onder de Wko gelden normen voor het starten van een kindcentrum. In dit domein wordt beoordeeld of er gedurende de opvang verzorging en opvoeding wordt geboden aan kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.

Tevens wordt beoordeeld of er geen sprake is van handhaving in het kader van de Wet

kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen op (eventuele) andere vestigingen van de houder

Kinderopvang in de zin van de wet

Uit het documentenonderzoek en het bezoek aan de opvanglocatie blijkt dat er sprake is van Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang.

De houder heeft het voornemen om op het adres Hoofdweg 2 te Harderwijk een basisgroep op te vangen met maximaal 28 kinderen van 4 tot 12 jaar.

Bij het bieden van de opvang heeft de houder de intentie een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kinderen.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

(5)

Pedagogisch klimaat

Bij de aanvraag is door de houder het locatie plan aangeleverd waarin het pedagogisch beleid staat beschreven voor de BSO.

Het is een aanvulling op het bestaande pedagogisch beleidsplan.

Pedagogisch beleid

De volgende punten worden in het locatieplan beschreven:

 Locatie

 Groepen

 Dagindeling

 Vervoer

 Brengen/ophalen

 Schoonmaak

 Gebruik van de keuken

 Huisregels

Tijdens de inspectie is het plan besproken met de houder. Er zijn wat aandachtspunten die nog moeten worden aangevuld in het plan:

- De taxi medewerker brengt de kinderen aan de balie van het gebouw.

- Aantal kinderen moet worden aangepast.

- Door de gang loopt men ook naar de buitenruimte.

Omdat het aandachtspunten zijn die direct kunnen worden aangepast wordt er voldaan aan de eisen van de wet kinderopvang.

Tijdens de inspectie van na drie maanden zullen deze punten extra worden meegenomen.

Gebruikte bronnen:

 Pedagogisch beleidsplan

 Pedagogisch werkplan

(6)

6 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 09-08-2016

Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun te Harderwijk

Personeel en groepen

Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’. Per aspect worden eerst de gegevens beschreven van het kindcentrum. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaring omtrent het gedrag van de houder is afgegeven op 16 juni 2016.

Hiermee wordt voldaan aan de eisen van de wet kinderopvang

Gebruikte bronnen:

 Verklaringen omtrent het gedrag

(7)

Veiligheid en gezondheid

Uit de Wet kinderopvang vloeien bepalingen voort die stellen dat de houder moet zorg dragen voor kinderopvang in een veilige en gezonde omgeving. Voorafgaand aan de start van exploitatie dient de houder de wijze waarop dit gebeurt te hebben vastgelegd.

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel hierover.

Bij de aanvraag zijn door de houder risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid met daarbij een plan van aanpak aangeleverd. Deze documenten zijn beoordeeld aan de hand van de werkwijze die de houder op deze BSO voor ogen heeft. De uitvoering van het beleid wordt niet bij deze inspectie beoordeeld.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder maakt gebruik van de Risico-monitor.

De RI is niet volledig beschreven.

De beschrijving van het gebruik van de ruimte van het speelparadijs wordt niet duidelijk benoemd.

De buitenruimte van de BSO wordt niet benoemd en beschreven omdat deze nog niet klaar was tijdens de inspectie.

 De looproute naar zowel de buitenruimte van de BSO als die naar het speelveld bij het zwembad is niet terug te vinden in de risico-inventarisatie.

 De buitenruimte is afgeschermd met een hek van ongeveer 1,20. De "grote" kinderen kunnen hier overheen.

 De buitenruimte vertoont nog openingen die leiden tot de parkeergarage, en de trap is nog niet afgeschermd met een hek. De houder van deze ruimte (KOK experience) heeft

aangegeven dat dit binnenkort wordt verholpen.

 'externe ' toiletten die gezamenlijk gebruikt gaan worden met het speelparadijs moeten beschreven worden.

Deze punten zijn besproken met de houder. Deze zal dit aanpassen in de risico-inventarisatie voordat de BSO gaat starten.

Dit zal bij een inspectie na drie maanden extra worden geïnspecteerd en beoordeeld.

Hiermee wordt op dit moment niet volledig voldaan aan de eisen van de wet kinderopvang, en wordt het gezien als aandachtspunt voor de volgende inspectie.

Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n):

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers

kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(8)

8 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 09-08-2016

Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun te Harderwijk Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

 Observaties

 Risico-inventarisatie veiligheid

 Risico-inventarisatie gezondheid

 Actieplan veiligheid

 Actieplan gezondheid

(9)

Accommodatie en inrichting

Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein accommodatie en inrichting. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over de BSO. Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria

Binnenruimte

De BSO ruimte is 100 m2 groot. Dit voldoet voor het aantal kinderen van 28.

De aanvraag is voor 30 kinderen en zal moeten worden aangepast.

De houder heeft een plattegrond gestuurd waarop de maten terug te lezen zijn.

Voor de deur van de BSO (inpandig bij het speelparadijs) werd tijdens het inspectie bezoek gespeeld door (externe) kinderen. Dit zijn de bezoekers van het speelparadijs.

De deuren van de BSO kunnen tijdens het spelen geblokkeerd worden. Dit kan een gevaar opleveren als de BSO kinderen het lokaal willen verlaten.

Nu zaten er kinderen voor met speelobjecten zoals blokken enz.

De houder gaat dit met het speelparadijs opnemen om de deuren vrij te houden.

Buitenspeelruimte

De buitenruimte van de BSO bestaat uit twee buitenruimtes.

Één van de buitenruimtes zit direct aan het speelparadijs.

De tweede buitenruimte is een speelveld aan de andere kant van de weg.

De buitenruimtes moeten nog worden beschreven in de RI De buitenruimtes zijn groot genoeg voor het aantal kinderen.

Hiermee wordt voldaan aan de eisen van de wet kinderopvang.

Gebruikte bronnen:

 Observaties

 Plattegrond

 Besproken met de houder

(10)

10 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 09-08-2016

Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun te Harderwijk

Inspectie-items

Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang

Kinderopvang in de zin van de wet

De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.

(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.

(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan.

(art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub c Besluit kwaliteit kinderopvang peuterspeelzalen)

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 en 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang,

buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn,

respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)

De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(12)

12 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 09-08-2016

Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun te Harderwijk Buitenspeelruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(13)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun

Website : http://www.eigen-en-wijzer.nl

Aantal kindplaatsen : 30

Gegevens houder

Naam houder : Stichting Eigen&Wijzer

Adres houder : Lindelaan 106

Postcode en plaats : 1231 CN LOOSDRECHT

Website : www.eigen-en-wijzer.nl

KvK nummer : 30263816

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland

Adres : Postbus 3

Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen

Telefoonnummer : 088-4433000

Onderzoek uitgevoerd door : De heer D. Terlien Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Harderwijk

Adres : Postbus 149

Postcode en plaats : 3840 AC HARDERWIJK

Planning

Datum inspectie : 09-08-2016

Opstellen concept inspectierapport : 12-08-2016

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 15-08-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 17-08-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 17-08-2016 Openbaar maken inspectierapport : 22-08-2016

(14)

14 van 14 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek voor registratie 09-08-2016

Eigen & Wijzer BSO Sport & Fun te Harderwijk

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling