• No results found

Leefstijlcoach. Positieve gezondheid Proefles

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Leefstijlcoach. Positieve gezondheid Proefles"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Positieve gezondheid Proefles

Leefstijlcoach

(2)

Hoofdstukken lesmap

Om je kennis te laten maken met de opleiding, lees je in deze proefles delen van verschillende hoofdstukken uit de lesmap.

De lesmap van de opleiding Leefstijlcoach behandelt de volgende onderwerpen:

1 Leefstijlcoach

2 Anatomie en fysiologie

3 Intakegesprek & Leefstijlanalyse 4 Stress, ontspanning en slapen 5 Voeding

6 Eetgedrag en visies op voeding 7 Gewicht en hormonen

8 Beweging

9 Gewoonten, verslaving en gedragsverandering 10 Communicatie en gespreksvaardigheden

11 Coaching

12 Praktijkvoering

13 Bijlagen

(3)

1

Leefstijlcoach

1.1 Inleiding

Leefstijlcoaching is actueel. Een positieve leefstijlverandering levert veel op: een betere gezondheid, meer energie, geluk en en een hogere vitaliteit. Mensen worden zich steeds bewuster dat een gezonde(re) leefstijl belangrijk is om goed te blijven functioneren en (chronische) gezondheidsproblemen op termijn voor te blijven. We weten inmiddels steeds meer over het ontstaan en genezen van ziekten en aandoeningen in samenhang met leefstijl. Mensen worden steeds ouder en we willen graag zo lang mogelijk vitaal blijven en van het leven kunnen genieten. Het belang van een gezonde leefstijl is dus bekend, maar dat blijkt nog niet in de praktijk.

Veel hulpverleners ervaren dagelijks dat veel van hun cliënten gezondheidsproblemen ontwikkelen en onderhouden door hun leefstijl. Vooral chronische gezondheidsklachten hebben, samen met de vergrijzing en technologische vernieuwing, een groot aandeel in de stijgende zorgkosten. De uitgaven aan de gezondheidszorg zullen in 2040 zijn gestegen naar 174 miljard euro, een verdubbeling van de zorgkosten ten opzichte van 2015 (RIVM, 2018)1. De Nederlandse gezondheidszorg is van een hoog niveau, maar dreigt door deze ontwikkelingen onbetaalbaar te worden. De betaalbaarheid van de zorg is dus een maatschappelijk probleem en daarom is er nagedacht over mogelijke oplossingen. Een goed uitgangspunt is preventie: ‘Voorkomen is beter dan genezen.’ Veel chronische aandoeningen en ziekten kunnen worden voorkomen en dat zou voor een flinke kostenbesparing zorgen.

Maar liefst 70-90 procent van de welvaartsziekten is te voorkomen door een gezonde leefstijl2.

Daarmee kom je bij de eigen verantwoordelijkheid van mensen als het gaat om hun gezondheid. Dat staat in scherp contrast tot het medische model, waarbij gezondheid en de zorg ervoor het domein is van (huis)artsen en andere hulpverleners. Zo zijn veel mensen afhankelijk geworden van medisch specialisten, terwijl er veel is wat je zelf aan je gezondheid kunt doen. Deze nieuwe visie blijkt ook uit de discussienota Zorg voor je Gezondheid (RVS, 2010)3: de burger is geen passieve consument van zorg meer, maar een actieve burger die, samen met de zorgprofessional, op zoek is naar een betere gezondheid.

De aandacht verschuift van zorg en ziekte naar gedrag en gezondheid.

Een manier om daadwerkelijk een gezonde(re) leefstijl te bereiken, is het (opnieuw) nemen van eigen regie over je leven. Het veranderen van een al jaren durende leefstijl is echter niet gemakkelijk. Het kost mensen tijd en moeite om hun hardnekkige, ongezonde gewoonten te vervangen en daarbij is professionele hulp nodig. Gedragsverandering is meer dan alleen het verwerken van informatie en hangt onder meer sterk samen met allerlei persoonlijke en omgevingsfactoren.

1 RIVM (2018) Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018. https://www.zorgvisie.nl/rivm-zorgkosten-stijgen-naar- 174-miljard-in-2040

2 Geraadpleegd op 29-3-2019 van https://www.nrc.nl/nieuws/2016/02/17/70-procent-ziekten-is-gevolg-van-leefstijl- 1590321-a162169

3 Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (2010) Discussienota: Zorg voor je Gezondheid! Gedrag en gezondheid:

de nieuwe ordening. https://www.raadrvs.nl/documenten/publicaties/2010/04/05/zorg-voor-je-gezondheid

(4)

Tot voor kort was de ondersteuning van mensen die hun leefstijl wilden veranderen vaak fragmentarisch en slecht gecoördineerd door o.a. vele verwijzingen naar andere zorgprofessionals. Er was geen sprake van een samenhangend begeleidingstraject op leefstijlgebied. Een leefstijlcoach kan de risicovolle leefstijlfactoren in kaart brengen en een begeleidingstraject gericht op duurzame leefstijlverandering beginnen. Dit doet hij door het delen van kennis over gezonde leefgewoonten, door inzicht te geven in persoonlijke gedragspatronen en door het bieden van praktische handvatten om gezondere keuzes te maken.

Ook de Nederlandse overheid ziet het belang hiervan in en vergoedt een vorm van leefstijlcoaching vanuit de basisverzekering. Kortom, de vraag naar professionele leefstijlcoaches zal naar verwachting alleen maar stijgen.

In deze opleiding tot leefstijlcoach worden alle belangrijke leefstijlaspecten behandeld (zoals voeding, beweging, slaap en stress). Naast kennis over de effecten van leefstijlgewoonten, leer je ook hoe je cliënten kunt motiveren tot en kunt begeleiden naar een blijvende gedragsverandering. Leefstijl gaat over fysieke aspecten, waarvoor (basis)kennis over anatomie en fysiologie is vereist. Gedragsverandering gaat vooral over mentale en

emotionele processen. Daarom worden diverse theorieën over gedrag en gedragsverandering besproken en een aantal coachmodellen om je cliënt ook daadwerkelijk te motiveren

om te veranderen. Gedragspatronen veranderen is de moeite waard! Het kan extra gezonde, gelukkige en vitale levensjaren opleveren. De leefstijlcoach kan hierbij dus een ondersteunende, motiverende en adviserende rol spelen.

1.2 Gezondheidswinst en hogere levensverwachting

Een goede gezondheid is een groot goed. Het wordt vaak als iets vanzelfsprekends beschouwd, maar dat is het niet. Pas als er gezondheidsklachten en ziekten ontstaan, weten mensen wat ze missen. De gezondheidszorg is in Nederland van een hoog niveau.

Veel ziekten en aandoeningen kunnen tegenwoordig goed worden behandeld.

Vooral in de laatste eeuw hebben we grote stappen gezet op het gebied van gezondheid.

We leven (veel) langer en we blijven langer gezond. De gemiddelde levensverwachting is in die tijd flink gestegen van rond de 52 jaar voor mannen en 58 jaar voor vrouwen in 19004 tot rond de 80 jaar voor mannen en 83 jaar voor vrouwen in 20175, waarbij vrouwen gemiddeld nog steeds een paar jaar ouder worden (al zijn de verschillen wel kleiner geworden). Een paar belangrijke ontwikkelingen hebben aan deze hogere levensduur en gezondheidswinst bijgedragen: de snelle ontwikkeling van de medische wetenschap, waaronder de ontdekking van de werkzaamheid van vaccinaties, en de verbetering van de hygiënische omstandigheden. Infectieziekten, zoals de pokken, tbc, cholera, gele koorts, polio waar nog veel mensen aan overleden tijdens grote epidemieën, konden zo beter worden bestreden. Vooral in de 20e eeuw zijn veel van deze ziekten uitgeroeid of sterk teruggedrongen.

4 CBS Staline (2018) https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/80333ned/table?ts=1548771101119 5 Geraadpleegd op 11-2-2019 van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/levensverwachting/

cijfers-context/trends#node-trend-levensverwachting-bij-geboorte

(5)

Open dag

Je bent van harte welkom om ons te bezoeken op de open dag.

Laat je inspireren en maak kennis met de opleiding Leefstijlcoach.

Daarnaast kun je tijdens deze dag presentaties van andere

opleidingen bijwonen en gedurende de hele dag kennismaken met medewerkers en docenten van Sonnevelt, lesmateriaal inkijken en je laten adviseren door onze studieadviseur.

Bekijk de actuele data van de open dagen en meld je aan!

(6)

Een aantal factoren die hebben geleid tot deze verbetering op een rijtje:6

• De zorg voor moeder en kind is verbeterd;

• Beschikbaarheid van de anticonceptiepil;

• Invoering groot vaccinatieprogramma;7

• Maatregelen op gebied van hygiëne;

• Voedsel is veiliger en gezonder geworden;

• Verbetering in arbeidsomstandigheden;

• Verbetering verkeersveiligheid door verkeersmaatregelen en veiliger auto’s;

• Vermindering aantal rokers door medische kennis, voorlichting en overheidsmaatregelen;

• Vermindering aantal mensen dat sterft aan hart- en vaatziekten en kanker door onderzoek en preventie.

Al deze factoren hebben bijgedragen aan de grote toename van gezondheidswinst waardoor we ook ouder worden. Tegenwoordig overlijden veel minder mensen aan een (acute) infectieziekte, maar eerder aan een chronische of welvaartsziekte.

Het aantal mensen met overgewicht (obesitas), diabetes, hart- en vaatziekten, COPD (chronische longziekten) en kanker is flink toegenomen. Dit heeft vaak veel te maken met leefstijl en leefgewoonten. Gezondheid is meer dan alleen de afwezigheid van ziekte, zoals we zullen zien bij het stuk over Positieve Gezondheid.

1.3 Leefstijlaanpassingen

Er kan dus gezondheidswinst worden geboekt door leefstijlaanpassingen. De winst zit

‘m dan in de gezonde levensverwachting: het aantal verwachte levensjaren in goede gezondheid. Hoewel mensen gemiddeld ouder worden, worden niet alle gewonnen jaren in goede gezondheid doorgebracht en dat geldt vooral voor de jaren boven de leeftijd van 65. Bovendien is er een verschil tussen mannen en vrouwen.8 Wanneer leef je in goede gezondheid?

Ons lichaam is gemaakt om het zo’n 100 jaar vol te houden. Gemiddeld worden we 81. Dus we verliezen ergens 19 jaar, aldus hoogleraar Voeding en Gezondheid Jaap Seidell.9 (Zie ook een YouTube-filmpje met uitleg.10)

6 Steenhuis, I. & W. Overtoom. (2018) Positieve leefstijlverandering. Wat elke professional moet weten over leefstijl en gedragsverandering. p. 15-17 Uitgeverij SWP

7 Geraadpleegd op 13-3-2019 van https://wetenschap.infonu.nl/onderzoek/39816-vaccinatie-ontstaans- geschiedenis-en-ontwikkeling.html

8 Geraadpleegd op 13-3-2018 vanhttps://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/gezonde-levens- verwachting/cijfers-context/trends#node-trend-gezonde-levensverwachting & https://www.volks- gezondheidenzorg.info/onderwerp/gezonde-levensverwachting/cijfers-context/huidige-situatie#node- gezonde-levensverwachting-naar-geslacht

9 Geraadpleegd op 15-4-2019 van https://www.elaa.nl/actueel/9-algemeen/664-hoe-word-je-gezond-oud- blue-zones-jaap-seidell?v=1553802245

10 Geraadpleegd op 15-4-2019 van https://www.youtube.com/watch?v=OuUxTBRc9PE

(7)

Voor het bepalen van een gezonde levensverwachting worden vier indicatoren gebruikt.

(Bruggink/CBS, 2010):11

• Hoe ervaren mensen zelf hun gezondheid?

• Welke lichamelijke beperkingen zijn er? En is er met hulpmiddelen wat aan te doen?

• Is er sprake van chronische aandoeningen?

• Hoe is het met de geestelijke gezondheid?

Kortom, gezondheid is een combinatie van objectieve (meetbare) factoren en een subjectieve beoordeling volgens deze indicatoren.

1.4 Waarom leefstijlcoaching?

Veel mensen hebben leefgewoonten die afbreuk doen aan hun gezondheid. De meeste mensen weten dit wel van zichzelf (bewustzijn), maar in de praktijk blijkt dat het duurzaam veranderen van leefstijl en gedragsgewoonten moeilijk is, en het volhouden ervan soms nog moeilijker. De behoefte aan een professional die begeleiding biedt bij leefstijl- en gedragsverandering neemt dan ook toe. Een leefstijlprogramma onder begeleiding van een professionele leefstijlcoach heeft de volgende doelen:

• beter voorkomen van ziekten;

• betere kwaliteit van zorg;

• leefstijlcoach als structureel onderdeel van het zorgproces, waarbij diverse regionale partijen samenwerken;

• eenduidige en structurele financiering, vergoeding uit basisverzekering;

• kwaliteit van leven verhogen.

1.5 Onderzoek naar leefstijlcoaching

Leefstijlcoaching is bewezen effectief, zo blijkt uit een driejarige pilot van het het Coaching op Leefstijl-programma (CooL) van zorgverzekeraar CZ dat in 2014 is gestart.12 Het aanbod echter van zorg voor het verbeteren van leefstijl is versnipperd, de financiering vaak onduidelijk en de zorgaanbieders zijn niet altijd voldoende gekwalificeerd. Kortom, er is behoefte aan een beter aanbod van leefstijlcoaching.

Leefstijlcoaching gericht op de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt reduceert overgewicht en verbetert de leefstijl op korte en lange termijn. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim 350 deelnemers door Maastricht University en Tilburg University, in

samenwerking met zorgverzekeraar CZ en de Academie voor Leefstijl en Gezondheid.

Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat de kwaliteit van leven en gezond gedrag duurzaam waren verbeterd.13

Met het onderzoek is aangetoond dat een integrale leefstijlcoach die de patiënt zelf

11 Bruggink JW. (2010) Naar een betere gezonde levensverwachting. Den Haag/Heerlen: CBS, 2010.

https://www.volksgezondheidenzorg.info/sites/default/files/2010-naar-een-betere-gezonde-levens- verwachting-v2-art.pdf

12 Geraadpleegd op 11-2-2019 van https://www.cz.nl/over-cz/nieuws/coaching-op-leefstijl-programma- bewezen-effectief

13 https://www.cz.nl/over-cz/nieuws/leefstijlcoaching-verbetert-gezondheid-ook-op-lange-termijn

(8)

4

“Juist die gedragskant vind ik zo interessant. Waarom

doen mensen de dingen die ze doen?”

Millie van der Heijden

Docent Leefstijlcoach

(9)

verantwoordelijk maakt voor zijn eigen gezondheid, een duurzame gedragsverandering bewerkstelligt, ook bij patiënten uit een lage sociaaleconomische klasse. Deelnemers aan het zogenoemde ‘CooL-programma’ waren na 2 jaar nog steeds ruim 2 kilo lichter dan voor aanvang van de studie, waren gemotiveerder, voelden zich autonomer, bewogen meer en waren gelukkiger. De data in dit onderzoek zijn geanalyseerd volgens het

zogenoemde intention-to-treat-principe: ook de uitvallers (18 procent) zijn meegeteld in de resultaten. De indicatie om in aanmerking te komen voor de CooL-interventie was en is een BMI boven de 30 of een BMI boven de 25 met andere aandoeningen. Dit betreft in potentie 5 miljoen Nederlanders.

Dit vierjarig implementatieonderzoek heeft geleid tot de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI).

1.6 Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI)

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft vastgesteld dat vergoeding van de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) vanaf 1 januari 2019 definitief in de basisverzekering komt. De regels voor deze zogenoemde Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) zijn door de NZa gepubliceerd14. Het ministerie van Volksgezondheid kondigde in 2017 al aan dat de GLI in het basispakket zou komen.

Gecombineerde leefstijlinterventie wil zeggen: een combinatie van advies en begeleiding bij voeding en eetgewoonten, gezond bewegen en gedragsverandering, die gericht is op het verwerven en behouden van een gezonde leefstijl. De interventie wordt in de vorm van een programma aangeboden (individueel en in een groep).

De GLI is een groepsbegeleidingsprogramma voor mensen met obesitas (of overgewicht en comorbiditeit). De basis voor de uitvoering zal gevormd worden door GLI’s die als

‘bewezen effectief’ zijn opgenomen in de database van het Loket Gezond Leven van het RIVM15.

Het ministerie van Volksgezondheid heeft eind 2018 een Nationaal

Preventieakkoord gesloten met meerdere partijen in de zorg. Het gaat onder

andere om patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars, gemeenten, zorgaanbieders en maatschappelijke organisaties. Het besluit om GLI te vergoeden, is daarin een blijk van welwillendheid vanuit de NZa. In het akkoord willen de partijen samenwerken om de gezondheid van mensen en van Nederland als geheel te verbeteren. Daarbij spelen de thema’s roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik een belangrijke rol, samengevat als BRAVO (meer bewegen, niet roken, matig met alcohol, gezonde voeding en voldoende ontspanning).16

(...)

14 Geraadpleegd op 11-2-2019 van https://www.nza.nl/actueel/nieuws/2018/06/01/nza-maakt-vergoeding-preventie- mogelijk & https://www.nza.nl/actueel/nieuws/2018/04/12/update-gecombineerde-leefstijlinterventie-gli, https://www.

zorginstituutnederland.nl/publicaties/standpunten/2018/02/21/standpunt-gecombineerde-leefstijlinterventie-gli-bij-overge- wicht-en-obesitas

15 Geraadpleegd op 11-2-2019 van https://www.loketgezondleven.nl/leefstijlinterventies/interventies-zoeken 16 Geraadpleegd op 11-2-2019 van https://www.nationalezorggids.nl/zorgverzekering/nieuws/43382-basis pakket-gaat-leefstijlcoach-voor-twee-jaar-vergoeden-vanaf-2019.html

(10)

Stress, ontspanning en slapen

4.1 Inleiding: stress en ontspanning als leefstijlaspect

Naast de eerder behandelde leefstijlaspecten voeding en beweging, is stress (en

ontspanning) ook een belangrijk leefstijlaspect. Veel fysieke en psychische klachten zijn terug te voeren op een teveel aan stress en/of een gebrek aan ontspanning. Ook goed kunnen slapen hoort daarbij, maar door te veel stress slapen mensen vaak slechter. Veel mensen hebben te maken met een overmaat aan stress in onze maatschappij en weten niet goed hoe te ontspannen. Dit kan een vicieuze cirkel worden: veel stress zorgt ervoor dat je niet goed kunt uitrusten en ontspannen, waardoor je nog meer stress ervaart.

Niet alle mogelijk stressvolle gebeurtenissen en situaties hoeven automatisch tot

stressreacties te leiden. De een kan heel goed omgaan met tegenslagen en drukte, terwijl een ander al gestrest wordt van een klein voorval. Waar komt dit verschil vandaan?

En wat kun je eraan doen? Als leefstijlcoach krijg je onherroepelijk te maken met cliënten die in meer of mindere mate gestrest zijn. Je kunt veel doen met voedings- en beweegadvies, maar je moet ook aandacht besteden aan de mentaal-emotionele kant van stresssignalen: wat geeft stress, hoe gaat iemand daarmee vervolgens om en wat zijn de gevolgen?

Het 5G-, het ABC- en het stressmodel van Fransen geven meer inzicht in de werking van gedrag in het algemeen en stress in het bijzonder en in het psychologische proces erachter. Zoals uit deze modellen blijkt, is stress deels te voorkomen.

Stress is een fysiologisch neuro-hormonaal proces, zoals we in dit hoofdstuk zullen zien in de beschrijving van de fysieke stressreacties met de twee stressroutes: de ‘snelle’

adrenalineroute en de ‘langzame’ cortisolroute. De bekende acute vecht-of-vluchtreactie (fight or flight response) en bevriezen (freeze) is het resultaat van de snelle stressroute. De gevolgen van chronische stress via de langzame stressroute kunnen op termijn ernstig zijn. Dit omgaan met (chronische) stress gaat in fasen,

zoals het model ‘General Adaptation Syndrome’ laat zien.

Mensen verschillen in gedragspatroon en

gaan daardoor anders om met stress. Zo zijn er

stresserende en constructieve gedragspatronen, ofwel ineffectieve en effectieve copingstijlen. Ook sociale steun is belangrijk bij stress.

Stress is niet alleen nadelig, maar ook nuttig, want het speelt een rol bij gedragsverandering. Stress zet mensen letterlijk in beweging, maar kan ook

blokkeren. We zullen ingaan op deze dubbelrol van stress.

Als je uitgerust bent, kun je stress veel beter aan, maar andersom geldt ook dat stress

(11)

kan leiden tot slaapproblemen en slaaptekort, met nadelige gevolgen voor het dagelijks functioneren. Het belang van een gezonde slaap zal worden beschreven. Daarbij gaan we in op het fysiologische proces met de biologische klok, slaapcycli en slaapstadia en hersenactiviteit en hersengolven. Daarna volgt een aantal tips om gezonde slaapgewoonten te ontwikkelen.

Tot slot wordt nog een aantal ontspanningsmethoden beschreven, zoals meditatie, mindfulness en yoga, en hoe de leefstijlcoach die praktisch kan toepassen bij cliënten.

4.2 Het ABC-model en het 5G-model: de rol van betekenisgeving

In de cognitieve gedragstherapie (CGT) en de rationeel-emotieve therapie (RET) wordt gedrag vaak uitgelegd als een kettingreactie. Het ABC-model en het 5G-model laten zien hoe dit proces werkt.17

Het ABC-model (Ellis, 1962)18 geeft wat meer inzicht in gedrag in het algemeen en in het verschijnsel stress in het bijzonder. Dit model is ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Albert Ellis en maakt deel uit van de rationeel-emotieve (gedrags)therapie (REBT= Rational Emotive Behavior Therapy), in Nederland beter bekend als RET.

In het ABC-model wordt uitgebeeld hoe een situatie of gebeurtenis (A) kan leiden tot bepaalde gedragingen (C) door de overtuigingen die iemand heeft (B). Zo kan dezelfde situatie uiteenlopend gedrag oproepen bij verschillende mensen, omdat er op een andere manier betekenis wordt gegeven aan deze situatie.

In dit ABC-model kan een onderscheid worden gemaakt tussen een stressor en een stressreactie.

A (stressor) + B (betekenisgeving) = C (stressreactie)

Hierbij staat de stressor (A) voor de stressbron en de stressreactie (C) voor de individuele ervaring van de stress. Een stressor is namelijk voor iedereen hetzelfde (bijvoorbeeld het verlies van een geliefde, ontslag, ziekte), maar de manier waarop je ermee omgaat (B) verschilt per persoon. Wat voor de één een zware stressreactie oplevert, zal de ander misschien heel kalm opnemen. Sommige gebeurtenissen zijn natuurlijk voor iedereen stresserend, zoals de dood van een geliefde. Dat is anders bij gebeurtenissen, zoals spreken in het openbaar. Sommige personen zijn nauwelijks gestrest, terwijl andere er niet van kunnen slapen. De betekenis die je aan een stressor geeft, is afhankelijk van de persoonlijkheid en eerdere levenservaringen.

17 Geraadpleegd op 24-3-2019 van https://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/33585-rationeel- emotieve-therapie-ret-5-gs-en-abc-schema-ret.html#het-abc-schema-van-de-ret

18 Ellis, A. (1962) Reason and Emotion in Psychotherapy. Secaucus: The Citadel.

(12)

Onze leermethode

50% 30% 20%

Leren door te ervaren Leren van elkaar Theorie

Onze persoonlijke aanpak met

klassikaal onderwijs zorgt voor een opleiding die wat extra’s geeft:

je krijgt wat je verwacht, maar er

komt altijd iets bij.

(13)

Bijvoorbeeld, twee collega’s doen hetzelfde werk en krijgen te maken met een belangrijke deadline. De ene persoon doet er vrij laconiek over en gaat gewoon aan de slag. Hij wil de deadline natuurlijk halen, maar hij maakt zich geen zorgen. Zijn collega gaat er heel anders mee om: hij maakt zich vanaf het begin af aan al druk of hij het wel gaat redden.

Hij slaapt slecht en overdag is hij daarom niet zo scherp. Hij blijft voortdurend aan de deadline denken, en vreest dat hij het niet gaat halen. Kortom, beide collega’s benaderen dezelfde situatie heel verschillend en ervaren daardoor een heel andere stressreactie. Dit speelt zich allemaal vooral af in hun gedachten. Daar wordt het verschil gemaakt.

Het is dus niet de situatie die een stressreactie opwekt, maar de manier waarop je erop reageert. Het gaat om het innerlijke proces. Daarom is het mogelijk om stress te vermijden in bepaalde situaties, alleen al door je houding te veranderen en/of bepaalde vaardigheden te leren. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met een persoon in je omgeving die voortdurend kritiek geeft op jouw gedrag: je doet het gewoon nooit goed. Je zou kunnen denken dat hij gelijk heeft en je dit erg kunnen aantrekken, waardoor je gaat twijfelen aan jezelf. Je kunt ook die kritiek objectief bekijken en je gezonde verstand gebruiken: je weet zelf wel wat je doet, en anderen zijn wel positief over je. Je vertrouwt op jezelf en laat je dag niet door hem verpesten.

Het 5G-model (Bartelds, 2001)19 is afgeleid van het ABC-model en laat nog beter zien hoe gedrag volgt uit gebeurtenissen en welke rol gedachten en gevoelens hierbij spelen. De G’s staan voor:

• gebeurtenis

• gedachten

• gevoel

• gedrag

• gevolg

Het een volgt logisch uit het ander en geeft mensen inzicht in de relaties tussen

gebeurtenissen, gedachten, gevoelens, gedragingen en de gevolgen. Mensen kunnen zich al snel laten meeslepen door automatisch opkomende gedachten en gevoelens na een gebeurtenis. Het resulterende gedrag en de gevolgen veroorzaken op hun beurt weer een gebeurtenis, waardoor de cirkel rond is.

Er zijn verschillende mogelijkheden: een gebeurtenis beïnvloedt de gedachten en vervolgens direct het gedrag, ofwel er komen ook gevoelens bij kijken die mede het gedrag bepalen. Dit is afhankelijk van de specifieke situatie.

Bijvoorbeeld: iemand met overgewicht wordt afgewezen bij een sollicitatie (gebeurtenis), vervolgens denkt hij dat dit komt doordat hij te dik is (gedachten) en dit maakt hem neerslachtig en verdrietig (gevoel). Vervolgens gaat hij bij de pakken neerzitten en waagt hij geen nieuwe poging meer (gedrag). Het gevolg is dat zijn situatie blijft zoals die is.

Een groot deel van dit proces speelt zich binnenin af, in zijn gedachten en gevoelens. Het hoeft namelijk niet zo te zijn dat hij is afgewezen door zijn overgewicht. Dit is wat hij er zelf van maakt, maar het heeft wel belangrijke gevolgen. Uiteindelijk kan zo een vicieuze cirkel ontstaan.

19 Ellis, A. (1962) Reason and Emotion in Psychotherapy. Secaucus: The Citadel.

(14)

Met behulp van dit model kunnen situaties eenvoudig geanalyseerd worden. De

gedachten en gevoelens die volgen op een gebeurtenis, komen natuurlijk ergens vandaan.

Bij een andere persoon leidt dezelfde gebeurtenis namelijk tot heel ander gedrag. Dit heeft te maken met eerdere ervaringen en opvoeding.

4.3 Stressmodel Fransen: objectieve druk en subjectieve druk

Het stressmodel van Fransen20 komt in feite op hetzelfde neer als het ABC-model, maar heeft ook aandacht voor de innerlijke bron

van bezieling, passie en motivatie. Die innerlijke bron wordt beïnvloed door twee factoren die daarop inwerken:

• Objectieve druk (stressor): de feitelijke belasting van werk,

leefomstandigheden, gezin etc., die zijn zoals ze zijn.

Dit is de ‘reële levensdruk’.

• Subjectieve druk (betekenisgeving):

irreële denkpatronen, onjuiste

interpretaties van de werkelijkheid die stressverhogend werken.

De objectieve druk is concreet en meetbaar, maar de subjectieve druk is wat je er vervolgens in je hoofd mee doet.

De concreet ervaren stressreactie is dus het resultaat van de objectieve en subjectieve druk samen. Aan objectieve druk kun je wat doen door concrete maatregelen als hulp vragen, plannen en prioriteiten stellen. Het is lastiger om wat te doen aan de subjectieve druk, omdat dit gaat om denk- en gedragspatronen die van binnenuit komen. Het kost veel meer tijd en moeite om die te veranderen. Vrijwel altijd heb je daar de hulp van een therapeut of coach bij nodig die deze patronen inzichtelijk kan maken.

Je kunt ook iets doen aan de stressreactie door naar binnen te keren en op zoek te gaan naar je werkelijke bezieling en motivatie. Waar word je blij van en waar krijg je energie van? Leven vanuit je innerlijke bezieling en doen wat echt bij je past, is het allerbeste middel tegen stress en voor het verkrijgen van een vervullend en vitaal leven! In de figuur komt dit dan ook van binnenuit. Het is mogelijk om heel lang het hoofd te bieden aan objectieve en subjectieve druk (stres), maar als je niet iets doet waarbij je hart ligt, dan kost het allemaal veel extra moeite omdat je niet put uit je innerlijke energiebron.

Misschien moet je iets heel anders gaan doen of iets nieuws gaan leren om wel bij je bezieling te komen. Dit vraagt om zelfonderzoek en zelfontwikkeling. Het al eerder beschreven vitaliteitsmodel met de vitaliteitspiramide van Sonnevelt kan hierbij van nut zijn. Zingeving staat in dit model aan de basis van de piramide, omdat dit richting geeft aan het leven. Zonder zingeving weet je niet goed waar je het allemaal voor doet.

20 Geraadpleegd op 26-2-2019 van http://mastersinstress.nl/wp-content/uploads/2017/11/online- masterclass-meet-je-stress-.pdf

Objectieve druk

Subjectieve druk Bezieling/

motivatie

Bron: mastersinstress.nl

(15)

Bij leefstijlcoaching ga je hier niet al te diep op in, maar ligt de focus op de praktische toepassing van leefstijlinterventies. Wanneer er een verdiepende focus op zingeving nodig is bij een cliënt, dan is dit meer het terrein van vitaliteitscoaching en andere vormen van hulpverlening.

4.4 Distress en Eustress

Een stressor (A) hoeft dus niet automatisch te leiden tot een stressreactie (C), maar is afhankelijk van de betekenis (B) die eraan wordt gegeven. Mensen hebben dus deels zelf invloed op de stress die ze ervaren.

Bij de stressreacties (C) kan er een onderscheid gemaakt worden tussen

‘disstress’ en ‘eustress’ (Selye, 1956)21:

• ‘Distress’ is negatieve spanning die de gezondheid op langere termijn kan schaden en die prestatieverminderend werkt.

• ‘Eustress’ betekent positieve, gezonde spanning, die

prestatieverhogend werkt. Deze term is gebaseerd op het Griekse ‘eu’, wat ‘goed’

betekent. Denk bijvoorbeeld aan ‘euforie’. Dit soort stress geeft een lekker gevoel en kan zelfs verslavend werken. Workaholics en sportfanatici hebben hier vaak last van.

Ze worden ook wel ‘adrenalinejunkies’ genoemd.

Mensen hebben nu eenmaal een bepaald soort spanning nodig om tot optimale prestaties te komen. Te weinig spanning is niet goed, maar te veel spanning zeker ook niet. Dit wordt in één oogopslag duidelijk gemaakt in de volgende figuur.

Je kunt zien dat te weinig stress niet goed is, maar te veel stress zeker ook niet. Ergens in het midden bevindt zich het ideale stressniveau, je komt in actie maar de spanning werkt.

21 Geraadpleegd op 26-2-2019 van http://mastersinstress.nl/wp-content/uploads/2017/11/online- masterclass-meet-je-stress-.pdf

(16)

4.5 De lichamelijke stressreactie: snelle en langzame stressroute

Een stressreactie is lichamelijk duidelijk voelbaar: je voelt je onrustig en opgefokt en kunt niet meer helder nadenken. Er gaat een heel fysiologisch proces aan vooraf.

In het proces van een stressreactie spelen met name het sympathische (activerende) systeem van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel een belangrijke rol, waarbij de

‘stresshormonen’ cortisol en (nor)adrenaline worden geproduceerd. Dit is al behandeld bij het zenuwstelsel en het hormoonstelsel in hoofdstuk 2, maar bij dezen nog even kort en bondig herhaald.

Stressroutes

Vanaf het moment dat iemand een mogelijk bedreigende of stressvolle gebeurtenis waarneemt (een ‘trigger’), vinden de volgende processen plaats22: de zintuigen (ogen, oren, reukorgaan, smaak, gevoel) registreren een gebeurtenis en de zintuigelijke prikkels worden doorgegeven aan de verschillende hersendelen (zie hoofdstuk 2), die met elkaar samenwerken:

• De amygdala krijgt zijn informatie in eerste instantie van de thalamus en de

sensorische schorsgebieden waar alle (externe) prikkels worden verwerkt en gefilterd.

De thalamus is een soort schakelstation.

• De amygdala toetst deze prikkels aan het gevoel. In de amygdala zelf ligt ook informatie opgeslagen, namelijk over vroegere bedreigingen, zodat een passende angstreactie of andere emotionele reactie kan worden bepaald.

22 Geraadpleegd op 21-2-2019 van http://www.psycho-consult.nl/stressreacties.html &

https://ruudmeulenberg.nl/kennisbank-burnout-stress/cortisol/verschil-cortisol-adrenaline &

https://sprankelenderelatie.nl/relatiestress-vechten-vluchten-bevriezen

Sonnevelt wil bijdragen aan kwalitatief goed

leven voor iedereen. Dit vraagt om een hoog

kwaliteitsniveau. Lees hier meer over onze

kwaliteit.

(17)

• Vervolgens toetst de amygdala deze prikkels met de hippocampus. Deze heeft ook toegang tot (langetermijn)geheugeninformatie, vooral over de omstandigheden waaronder vroegere bedreigingen hebben plaatsgevonden.

• Wordt de bedreiging reëel gevonden, dan geeft de amygdala een sein aan de hypothalamus.

De hypotalamus geeft het startsein voor het dubbele alarmsysteem: via de snelle adrenalineroute en de langzamere cortisolroute.

Adrenalineroute (snel)

• De hypothalamus stimuleert direct het bijniermerg via het (sympathische) zenuwstelsel. Tegelijkertijd wordt het parasympatisch systeem (de rem) uitgeschakeld.

• De hormonen adrenaline en noradrenaline worden aangemaakt in het bijniermerg en afgegeven aan het bloed. Noradrenaline kan later nog worden omgezet in adrenaline.

• Beide hormonen zetten het sympathische zenuwstelsel in werking dat het lichaam in staat stelt om snel een extra inspanning te verrichten. Noradrenaline heeft alleen een bloeddrukverhogende werking, terwijl adrenaline een bredere werking heeft. Beide hormonen verzorgen de vecht-en-vlucht-reactie, die hierna zal worden besproken.

De hormonen worden snel afgebroken als het gevaar voorbij is.

• Dit is de HPA-as (hypothalamus-hypofyse-adrenocorticale as) (zie ook hoofdstuk 2).

Cortisolroute (langzaam)

• De hypothalamus geeft een signaal aan de hypofyse (hormoonklier), die start met de productie van het hormoon CRH (releasing factor).

• Vervolgens geeft de hypofyse het hormoon ACTH af aan het bloed, dat de bijnierschors stimuleert.

• De bijnierschors verhoogt de productie van het hormoon cortisol.

(18)

• Cortisol zorgt voor een verhoging van het bloedsuikergehalte door het afbreken van vetten en eiwitten, zodat het lichaam meer energie direct beschikbaar heeft. Verder heeft cortisol een bloeddrukverhogende werking. Cortisol piekt ‘s ochtends vroeg, zodat we fit en energiek wakker kunnen worden, maar in tijden van chronische stress kan het niveau blijvend te hoog zijn.

Er zijn dus hormonen die direct betrokken zijn bij een stressreactie. Het hormoon adrenaline wordt een stuk sneller aangemaakt en afgebroken dan het hormoon cortisol.

Het verschil tussen adrenaline en cortisol is met name dat adrenaline je klaarmaakt voor actie en je op scherp zet. Cortisol zorgt ervoor dat je met deze druk kunt blijven omgaan ondanks zeer stressvolle situaties.

Vastgesteld is dat een hoger gehalte aan adrenaline duidt op kortdurende ‘gezonde’

stress en dat bij chronische ‘ongezonde’ stress het bloed juist meer cortisol bevat. Vooral bij langdurige, hevige en oncontroleerbare stresssituaties blijft het lichaam cortisol produceren, wat uiteindelijk leidt tot uitputting en soms zelfs een burn-out. Een arts zou die cortisolwaardes in het bloed kunnen aantonen. Toch is cortisol geen ‘slecht’

hormoon, want je hebt het bijvoorbeeld nodig om goed te kunnen ontwaken na de slaap.

En je maakt met name ook veel cortisol aan bij fysieke inspanning.

Zoals je ziet werken het zenuwstelsel en het hormoonstelsel nauw met elkaar samen in het stresssysteem.

“Door onder meer de open en oprechte belangstelling van de docent stond er een erg prettige en veilige situatie waardoor er ook veel van elkaar geleerd kon worden tijdens de intervisie

sessies.”

Arthur Glaser

oud-student Leefstijlcoach

(19)

7

Gewicht en hormonen

7.1 Inleiding

De meeste mensen die bij een leefstijlcoach aankloppen kampen met klachten als

gevolg van een disbalans; een disbalans in energie, gewicht en/of hormonen. Deze zaken beïnvloeden elkaar over en weer. vandaar dat we ze in dit hoofdstuk bij elkaar hebben gezet.

We starten met het onderwerp energie/calorieën; hoeveel brandstof heeft iemand nodig in relatie tot zijn postuur, leeftijd, geslacht en zijn dagelijkse activiteiten.

Daarna gaan we nader in op disbalans in gewicht. Als leefstijlcoach krijg je waarschijnlijk veel te maken met cliënten die overgewicht hebben en willen afvallen. De juiste voeding en voldoende beweging zijn hierbij heel belangrijk.

Daarbij speelt een juist hormoonbalans ook een grote rol in het gewicht. En voor deze balans zijn voldoende ontspanning en slaap cruciaal. Te weinig kwalitatief goede slaap zorgt bijvoorbeeld al voor een verstoorde hormoonbalans. Hierdoor werkt het metabolisme minder goed, ervaart men meer honger en is men minder snel verzadigd.

Maar ook het stresshormoon cortisol kan ervoor zorgen dat er meer vetmassa wordt opgeslagen, met name rondom de buikstreek. Vandaar dat afvallen meer is dan alleen maar minder eten en meer bewegen. We staan wat uitgebreider stil bij de

gezondheidsklachten van cliënten met overgewicht of obesitas want in deze groep komen relatief veel chronische klachten voor.

Ook bij ondergewicht is een lijf uit balans en dat brengt ook klachten met zich mee waar we kort aandacht aan besteden.

Een aparte paragraaf besteden we aan de overgang. In deze fase is sprake van grote hormonale veranderingen en vaak ook gewichtstoename. Die (tijdelijke) hormonale disbalans heeft vaak veel klachten tot gevolg. De oorzaak hiervan kan je je als

leefstijlcoach niet wegnemen maar wel kan je met gerichte leefstijladviezen de klachten helpen verminderen.

7.2 Overgewicht

7.2.1 Overgewicht in cijfers

In 2020 was meer dan de helft van de volwassen Nederlanders te zwaar. Van hen had 36.4% matig overgewicht en 13.9% ernstig overgewicht.23

We spreken van overgewicht wanneer iemand een BMI heeft tussen de 25-30 en van obesitas met een BMI hoger dan 30.

23 https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/huidige-situatie#

node-overgewicht-volwassenen-naar-leeftijd-en-geslacht.

• Cortisol zorgt voor een verhoging van het bloedsuikergehalte door het afbreken van vetten en eiwitten, zodat het lichaam meer energie direct beschikbaar heeft. Verder heeft cortisol een bloeddrukverhogende werking. Cortisol piekt ‘s ochtends vroeg, zodat we fit en energiek wakker kunnen worden, maar in tijden van chronische stress kan het niveau blijvend te hoog zijn.

Er zijn dus hormonen die direct betrokken zijn bij een stressreactie. Het hormoon adrenaline wordt een stuk sneller aangemaakt en afgebroken dan het hormoon cortisol.

Het verschil tussen adrenaline en cortisol is met name dat adrenaline je klaarmaakt voor actie en je op scherp zet. Cortisol zorgt ervoor dat je met deze druk kunt blijven omgaan ondanks zeer stressvolle situaties.

Vastgesteld is dat een hoger gehalte aan adrenaline duidt op kortdurende ‘gezonde’

stress en dat bij chronische ‘ongezonde’ stress het bloed juist meer cortisol bevat. Vooral bij langdurige, hevige en oncontroleerbare stresssituaties blijft het lichaam cortisol produceren, wat uiteindelijk leidt tot uitputting en soms zelfs een burn-out. Een arts zou die cortisolwaardes in het bloed kunnen aantonen. Toch is cortisol geen ‘slecht’

hormoon, want je hebt het bijvoorbeeld nodig om goed te kunnen ontwaken na de slaap.

En je maakt met name ook veel cortisol aan bij fysieke inspanning.

Zoals je ziet werken het zenuwstelsel en het hormoonstelsel nauw met elkaar samen in het stresssysteem.

“Door onder meer de open en oprechte belangstelling van de docent stond er een erg prettige en veilige situatie waardoor er ook veel van elkaar geleerd kon worden tijdens de intervisie

sessies.”

Arthur Glaser

oud-student Leefstijlcoach

(20)

Overgewicht komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij obesitas is dat andersom:

meer vrouwen hebben obesitas dan mannen.

Mensen met obesitas hebben vaker suikerziekte (diabetes type 2) dan mensen zonder obesitas, namelijk ruim 13 tegenover bijna 3% (CBS, 2016).24,25 En bijna de helft van de nieuwe gevallen van diabetes wordt veroorzaakt door overgewicht. Dit blijkt uit de Gezondheidsenquête van CBS.

Een definitie van obesitas: ‘een chronische ziekte waarbij een zodanige overmatige vetstapeling in het lichaam bestaat dat dit aanleiding geeft tot gezondheidsrisico’s’.

Deze definitie wordt zowel nationaal (Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, 200826; Partnerschap Overgewicht Nederland, 201027) als internationaal (World Health Organization, 2017)28 gehanteerd. Verwante termen zijn zwaarlijvigheid, vetzucht en corpulentie.

Obesitas is meer dan een ongemak, het is inmiddels officieel erkend als een ziekte (Pronk, 2008).29 Dat betekent dat er medische aandacht op het gebied van preventie, diagnostiek en behandeling voor nodig is en dat deze toestand niet alleen kan worden beschouwd als louter een ongemak.

Elke cliënt met overgewicht en obesitas heeft bovendien een geheel eigen achtergrond, problematiek en wensen of verwachtingen. Dat maakt dat voor leefstijlcoaching een persoonlijke aanpak nodig is, afgestemd op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de individuele cliënt.

7.2.2 Oorzaken van overgewicht

Overgewicht of obesitas zijn over het algemeen het resultaat van een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren.30,31

Mensen kunnen een genetische aanleg hebben om dik te worden. Het kan gaan om een hormonale oorzaak zoals een schildklierafwijking, een neurologische oorzaak, een chronische ziekte (bv. de ziekte van Cushing) of een eetziekte. Deze zaken leiden niet altijd tot overgewicht. Een genetische aanleg komt vaak pas echt tot uiting als de omgeving dit in de hand werkt door bijvoorbeeld de opvoeding en/of de voorbeeldfunctie die ze hebben gehad.32 Ook medicijngebruik kan bijdragen aan gewichtstoename.

24 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/diabetes-type-2.aspx 25 CBS (11-11-2016) Vaker diabetes bij mensen met overgewicht. Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/45/vaker-diabetes-bij-mensen-met-obesitas

26 Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications B.V., 2008.

27 Partnerschap Overgewicht Nederland (PON). Zorgstandaard Obesitas. Amsterdam, 2010.

28 World Health Organization (2013). Obesity and overweight. http://www.who.int/mediacentre/factsheets/

fs311/en

29 Pronk, E. (5 december 2008) Obesitas is een ziekte. Medisch Contact 63 nr. 49 https://www.medischcontact.

nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/obesitas-is-een-ziekte.htm

30 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.obesitaskliniek.nl/over-obesitas & https://www.erfelijkheid.nl/

ziektes/obesitas

31 Geraadpleegd op 12-5-2019 van https://overgewichtnederland.org/over-gewicht/oorzaken 32 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.radboudumc.nl/nieuws/2018/erfelijke-aanleg-voor- overgewicht-groter-in-dikmakende-omgeving

(21)

Psychologische factoren spelen daarnaast ook een belangrijke rol bij het ontwikkelen van overgewicht en obesitas. Sommige mensen eten meer wanneer zij geconfronteerd worden met heftige emoties zoals angst, stress, woede of verveling. Gepest worden of rondlopen met depressieve gevoelens heeft vaak een grote invloed op het eetpatroon.

Het risico voor het ontwikkelen van overgewicht en obesitas hangt in veel gevallen niet alleen af van de persoon zelf. De sociale omgeving speelt een belangrijke rol. Steun van familie en vrienden in moeilijke perioden of bij het ontwikkelen van een gezonde leefstijl is erg belangrijk om overgewicht en obesitas tegen te gaan. De mate waarin de omgeving gezond gedrag vertoont, is van grote invloed op het voedingspatroon.

Overgewicht wordt tot slot ook veroorzaakt door een ongezonde leefstijl. In veel gevallen is sprake van te veel en energierijke voeding in combinatie met beperkte

lichaamsbeweging en een zittende levensstijl. Aan de biologische/genetische aanleg kan men niets veranderen, wel aan de leefstijl.

In veel gevallen is er sprake van een gecombineerde oorzaak, waarbij o.a. aanleg,

darmflora, slaappatroon, normen en waarden, copingstijl, medicijngebruik, stressniveau en karaktereigenschappen een rol spelen. Maar ook sociale omgeving, zoals familie of de werkomgeving, traumatische ervaringen en gewoontes kunnen de nodige invloed hebben.

“Mooie opleiding die veel

theoretische kennis oplevert, de ervaren docenten zorgen

voor verdieping. Zeer zeker HBO niveau, best pittig maar goed te doen.”

Marjolein van Driel

oud-student Leefstijlcoach

(22)

Bij elke persoon met overgewicht of obesitas spelen verschillende factoren een rol, telkens in een andere verhouding of mate. Dat maakt de behandeling van overgewicht ook zo moeilijk. Bij slechts een klein aantal gevallen is wel één aanwijsbare oorzaak te vinden voor overgewicht of obesitas.

7.2.3 Meten van overgewicht

De BMI is een algemene maat voor het bepalen van overgewicht, met de volgende formule: BMI = gewicht/lengte2 (gewicht gedeeld door het kwadraat van de lengte) Van overgewicht is sprake bij een BMI boven de 25. Mensen met obesitas hebben ernstig overgewicht, dat wil zeggen een BMI (Body Mass Index) boven de 30. De volgende

indeling33 wordt aangehouden:

• overgewicht: BMI 25-30

• obesitas: BMI 30 -40

• morbide obesitas: BMI boven de 40

Zie het volgende schema voor de verschillen tussen mannen en vrouwen.

Vrouwen Mannen Resultaat

<18,6 <20 Ondergewicht

18,7 – 23,8 20,1 – 25 Gezond gewicht

23,9 – 28,5 25,1 – 30,0 Overgewicht

28,6 – 40 30,1 – 40 Obesitas

>40 >40 Morbide obesitas

NB: Voor mensen met heel veel spiermassa gaat de BMI niet op. Deze mensen zijn vooral zwaar door hun spieren en niet door veel vetmassa.

Ook de buikomvang wordt meegenomen om de ernst van het overgewicht te bepalen.34 Dit zegt namelijk ook iets over de lichaamssamenstelling. En dan met name de vetopslag rondom de organen, het zogenaamde viscerale vet. Meer visceraal vet wordt in verband gebracht met een verhoogde kans op allerlei gezondheidsklachten, waaronder diabetes type 2, insulineresistentie en hart- en vaatziektes.35 Vandaar dat visceraal vet ook wel het

‘ongezonde vet’ wordt genoemd.

De normen voor de buikomvang zijn als volgt:

Normaal Verhoogd risico

Mannen < 94 cm Mannen > 102 cm

Vrouwen < 80 cm Vrouwen > 88 cm

33 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.obesitaskliniek.nl/over-obesitas

34 Geraadpleegd op 19-2-2019 van http://www.centrumvoorobesitasnederland.nl/obesitas/wanneer-is-er- sprake-van-obesitas

35 Vissers, Dirk, et al. “The effect of exercise on visceral adipose tissue in overweight adults: a systematic review and meta-analysis.” PloS one 8.2 (2013): e56415.

(23)

7.2.4 Gevolgen van overgewicht

De gevolgen van overgewicht en obesitas zijn groot, zowel persoonlijk als maatschappelijk.

Mindere kwaliteit van leven

Veel zwaarlijvige cliënten ervaren een achteruitgang in de kwaliteit van leven. Het wordt steeds moeilijker vanzelfsprekende dagelijkse activiteiten uit te voeren als wandelen, traplopen, fietsen, bukken, strekken, duwen en trekken. Doordat cliënten met overgewicht of obesitas beperkt zijn in hun lichaamsbeweging, zitten ze ook vaak mentaal vast. Deze groep heeft doorgaans een laag zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen en is dikwijls ook depressief.

Verminderde levensverwachting

Obesitas gaat gepaard met een verminderde levensverwachting van enkele jaren.

Dit hangt sterk samen met ernstige gezondheidsrisico’s die overgewicht met zich meebrengt; een verhoogde kans op diabetes type 2, hersenbloedingen, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en kanker (ongeveer 4% van het aantal nieuwe kankergevallen wordt jaarlijks veroorzaakt door overgewicht en obesitas en ook het aantal sterfgevallen als gevolg van kanker is voor 4% te wijten aan overgewicht en obesitas13) . Een verhoogde hoeveelheid buikvet hangt sterker samen met vroegtijdige sterfte dan een verhoogd BMI36.

Comorbiditeit37

Obesitas gaat vaak gepaard met één of meer (chronische) aandoeningen. Voorbeelden van veelvoorkomende ziekten bij mensen met overgewicht zijn diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten en verschillende soorten kanker. Hoe groter het overgewicht en/of de buikomvang, hoe hoger de kanst op bijkomende ziekten. Niet alleen de mate van overgewicht, maar ook de duur van het overgewicht draagt vermoedelijk bij aan het ontwikkelen van bijvoorbeeld diabetes mellitus type 2 en vroegtijdige sterfte.

Voor diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten is de hoeveelheid buikvet de belangrijkste risicofactor. Andere aandoeningen die in verband staan met overgewicht en obesitas zijn aandoeningen van de ademhalingswegen, zoals astma, en aandoeningen van het bewegingsstelsel zoals chronische rugpijn en artrose. Artrose verergert daarbij de symptomen en het optreden van lichamelijke beperkingen.

Verhoogde kans op onvruchtbaarheid38

Zowel bij vrouwen als bij mannan kunnen overgewicht en obesitas leiden tot

onvruchtbaarheid. Daarnaast vergroot overgewicht bij zwangere vrouwen het risico op een miskraam.

Maatschappelijk probleem

Obesitas vormt ook een steeds groter maatschappelijk probleem: 3,7% van de totale ziektelast in Nederland wordt veroorzaakt door overgewicht, waaraan roken

36 Sahakyan et al., 2015: “Normal-Weight Central Obesity: Implications for Total and Cardiovascular Mortality”, geraad- pleegd op 10-1-2022 van https://www.acpjournals.org/doi/abs/10.7326/M14-2525

37 Geraadpleegt op 6-1-2022 van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/

gevolgen#node-samenhang-met-ziekten

38 Geraadpleegd op 6-1-2022 van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/

gevolgen#node-samenhang-met-ziekten

(24)

de belangrijkste bijdrage levert met 9,4%.39 Dit drukt zwaar op de zorgkosten. De ziektekosten zijn 12% duurder voor mensen met overgewicht en 36% duurder voor mensen met obesitas. Dit blijkt uit een meta-analyse van Britse onderzoekers.40

7.3 De overgang

Een groot deel van de klachten van vrouwen in de overgang wordt veroorzaakt door dalende en schommelende hormomenen. Daarnaast is de overgang vaak een periode waarin vrouwen vaak veel taken en zorgen hebben. Naast kinderen (veel vrouwen hebben nog jonge kinderen of pubers als ze in de overgang zijn), maar ook werk, de zorg voor ouders, huishouden etc. Gezond koken, genoeg bewegen en goed voor zichzelf zorgen lukt veel vrouwen dan niet altijd.

Dit bij elkaar leidt - direct en indirect - bij bijna alle vrouwen tot een paar kilo extra, vooral rond hun middel, het beruchte ‘zwembandje’. Bij sommige vrouwen stopt het niet met die paar kilo en zij kunnen te maken krijgen met obesitas. Gemiddeld komen vrouwen in de overgangsperiode twee tot vijf kilo aan.

7.3.1 Oorzaken gewichtstoename vrouwen tijdens de overgang

Het toenemen van het lichaamsgewicht bij vrouwen tijdens en na de overgang kan meerdere oorzaken hebben.

1. Vetopslag op buik en heupen

De meeste vrouwen zijn niet blij met dit vetlaagje op de buik, maar het heeft een

belangrijke functie. Naarmate de eitjes verder opraken produceren de eierstokken minder oestrogeen. Oestrogeen is heel belangrijk voor het lichaam; het zorgt er onder meer voor dat hart en vaten gezond blijven, dus het helpt hartaanvallen en hersenbloedingen voorkomen. Ook voorkomt oestrogeen dat de botten broos worden en gemakkelijk kunnen breken (osteoporose).

Gedurende de overgang verplaatst het lichaam de productie van oestrogeen van de eierstokken naar de bijnieren en vooral naar het vetweefsel in de buik. In het vetweefsel in de buik wordt dan met behulp van het enzym aromatase testosteron omgezet in oestrogeen. De verminderde oestrogeenproductie in de eierstokken wordt op deze manier weer wat verhoogd. Het vervelende zwembandje is dus in feite een slim overlevingsmechanisme van het lichaam.

2. Het lichaam verandert

Wat ook een rol speelt bij het aankomen in gewicht is het feit dat bij het ouder worden de verhouding tussen vetweefsel en spierweefsel verandert. Hoe ouder je wordt, hoe minder spierweefsel je krijgt. Dit wordt vervangen door vetweefsel en vetweefsel verbruikt minder energie dan spierweefsel. Het lichaam bevat bij het ouder worden dus niet alleen meer vet, maar dat extra vet verbruikt ook minder calorieën, waardoor het lichaam meer vet opslaat. Hierdoor komen vrouwen in de overgang meestal aan als ze hetzelfde blijven eten.

39 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/ziektelast-dalys-0/

bijdrage-risicofactoren#node-ziektelast-naar-risicofactor

40 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.nieuwsvoordietisten.nl/overgewicht-drijft-kosten-gezondheids- zorg-fors-op

(25)

3. Oestrogeendominantie

Tijdens de overgang dalen beide vrouwelijke geslachtshormonen, maar het hormoon progesteron daalt veel sterker dan het hormoon oestrogeen. Hierdoor ontstaat de zogenoemde oestrogeendominantie (te veel oestrogeen t.o.v. progesteron). Omdat aan beide geslachtshormonen een tekort ontstaat, maar er toch meer oestrogeen dan progesteron overblijft, wordt gesproken van een relatieve oestrogeendominantie.

Oestrogeendominantie veroorzaakt het vasthouden van vocht en ook dat kan een reden zijn waardoor vrouwen in de overgang aankomen.

Progesteron in een natuurlijke antidepressiva; het beschermt je tegen angst en

prikkebaarheid. Door een tekort aan dit hormoon, ontstaat vaak een onrustig gevoel. Dit kan er op zijn beurt toe leiden dat vrouwen in de overgang meer gaan eten om de onrust niet te voelen (zie verderop onder ‘emotie-eten’.).

[...]

7.3.2 Begeleiden van cliënten in de overgang

Kun je als leefstijlcoach overgangsklachten oplossen? Dat hangt ervan af hoe ernstig de klachten zijn. Wat in ieder geval bewezen is, is dat een gezonde leefstijl een positieve uitwerking heeft op overgangsklachten en zeker ook op een te veel aan overgangskilo’s, dus daarmee kun je met een cliënt die overgangsklachten heeft zeker aan de slag. Echter niet alle klachten zijn met een gezonde leefstijl op te lossen, omdat de basis van de klachten zit in een verandering van hormonen.

Naast het coachen op een gezonde leefstijl kun je vrouwelijke cliënten doorsturen naar iemand die specialistische hulp kan bieden zoals:

• Een overgangsconsulent (overgangsconsulenten.com)

• Consulenten van Care for women

• De gynaecoloog en/of een overgangspoli

• Een vrouwenpoli

• Een orthomoleculair therapeut

De klachten die mannen in deze levensfase hebben, horen bij het ouder worden, maar soms kan er meer aan de hand zijn en moet de man hulp zoeken. Een goede vuistregel daarbij: verwijs bij een plotselinge vermindering van het libido en kwaliteit van de ochtenderectie, én bij algehele futloosheid naar de huisarts. Een bezoek aan de huisarts kan duidelijkheid verschaffen door middel van bloedonderzoek. Ook wordt gekeken naar het volume van de spierontwikkeling, lichaamsbeharing en testikels. Wanneer nodig verwijst een huisarts door naar een uroloog, seksuoloog, endocrinoloog of psycholoog.

Als leefstijlcoach begeleid je cliënten in de overgang op het gebied van voeding, beweging, slaap en ontspanning.

(26)

Studieadviseur

Tot zover de proefles van de opleiding Leefstijlcoach.

Voor vragen over de opleiding bel je tijdens kan-

tooruren naar telefoonnummer 0418 51 57 82. Je kunt ook een e-mail sturen naar

info@sonneveltopleidingen.nl of een afspraak maken met onze studieadviseur.

Tijdens een van onze open dagen kun je je vraag direct aan de docenten stellen.

Leefstijlcoach

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Hoger opleidingsniveau zonder chronische aandoening) Op basis van de resultaten uit de survey en interviews/ focusgroepen is ervoor gekozen om het aspect ‘Kennis

Dus, hoewel de oor- zaken van stress meer aanwezig zijn in jobs en sec- toren waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn en hoewel vrouwen naast hun job ook nog vaak in- staan voor de

De deelnemende professionals vragen zich ook af of het concept bij elke cliënt past: “Ik denk dat Positieve Gezondheid altijd wel bruikbaar is, maar mensen met zware

16 En Hij gebood hun streng dat zij niet bekend zouden maken wie Hij was, 17 opdat vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet Jesaja toen hij zei: 18 Zie,

Omdat Positieve Gezondheid niet nóg iets erbij moet zijn, is het belangrijk voldoende tijd uit te trekken om het te implementeren in de organisatie.. Dit vraagt om rust in

Als mensen ontdekken wat voor hen belangrijk is, als ze iets vinden waar ze iets aan willen veranderen en wan- neer dat zonder of met begeleiding lukt, dan gaan ze voelen

¬ Contact maken met cliënt, van mens tot mens (o.a. door huisbezoeken) ¬ Aan de slag kunnen zonder indicatie ¬ Actief betrekken omgeving cliënt en eventueel ook hen ondersteunen

De Buurtteams Jeugd &amp; Gezin zijn er om gezinnen (tijdelijk) te ondersteunen als het niet lukt zelf oplossingen te vinden voor vragen rond bijvoorbeeld opvoeden, huisvesting,